Aanwijzing van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 5 december 2016, kenmerk 1051669-158542-MC, op grond van artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidzorg houdende tweede verdaging toepassing macrobeheersmodel medisch specialistische zorg 2014

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg:

Na op 4 november 2016 schriftelijk mededeling te hebben gedaan aan de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal als bedoeld in artikel 8 van de Wet marktordening gezondheidszorg over het voornemen een aanwijzing te geven aan de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) inzake de verdaging van besluitvorming over de inzet van het macrobeheersinstrument (mbi) voor medisch-specialistische zorg (msz) van het jaar 2014 (Kamerstukken II 2016/17, 29 248, nr. 295);

Besluit:

Artikel 1

In deze aanwijzing wordt verstaan onder:

Aanwijzing verdaging mbi msz 2014:

Aanwijzing van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 29 juni 2015, kenmerk 779862-137775-MC, houdende verdaging toepassing macrobeheersmodel medisch specialistische zorg 2014;

Artikel 2

De zorgautoriteit stelt ter uitvoering van deze aanwijzing regels of beleidsregels vast.

Artikel 3

In afwijking van artikel 5, vierde lid, en artikel 6, tweede lid, van de Aanwijzing macrobeheersmodel en in afwijking van de Aanwijzing verdaging mbi msz 2014:

  • a. handhaaft de zorgautoriteit het mbi-omzetplafond voor het jaar 2014 niet dan nadat de Minister haar uiterlijk voor 1 mei 2017 schriftelijk heeft bericht dat het bedrag van dat plafond is overschreden;

  • b. stelt de zorgautoriteit voor het jaar 2014 de grens voor iedere individuele instelling gelijk aan de door die instelling gerealiseerde mbi-omzet in het desbetreffende kalenderjaar ambtshalve niet vast dan nadat de Minister haar uiterlijk voor 1 mei 2017 schriftelijk heeft bericht dat het mbi-omzetplafond voor het jaar 2014 niet is overschreden.

Artikel 4

Deze aanwijzing wordt aangehaald als: Aanwijzing tweede verdaging mbi msz 2014.

Van deze aanwijzing wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers

TOELICHTING

Met deze aanwijzing wordt de toepassing van het macrobeheersmodel voor instellingen voor medisch specialistische zorg (mbi) met betrekking tot het jaar 2014 verdaagd.

Ingevolge de Aanwijzing macrobeheersmodel instellingen voor medisch specialistische zorg van 10 juli 2015 dient voor het einde van het jaar 2016 te worden bepaald of er voor het jaar 2014 een mbi-heffing moet worden opgelegd1.

De ervaring met de recente informatie over de cijfers 2013 en 2014 leert dat deze termijn te kort is om met voldoende zekerheid een degelijk besluit te nemen en een (eventuele) heffing door de Nederlandse Zorgautoriteit op te laten leggen.

Op grond van de laatstgenoemde aanwijzing zou de besluitvorming over het mbi msz 2014 moeten worden gebaseerd op realisatiecijfers die uiterlijk in het najaar van 2016 beschikbaar komen. Daarmee kunnen de informatieleveringen die daarna beschikbaar komen niet bij de besluitvorming worden betrokken.

Meest recentelijk is bij de besluitvorming over het mbi 2013 gebleken dat de realisatiecijfers in de medisch-specialistische zorg sinds het najaar van 2015 nog in belangrijke mate kunnen wijzigen. Voor de termijn van de afronding van de besluitvorming over het mbi speelt tevens een rol dat ik uit oogpunt van zorgvuldigheid met veldpartijen eerst de voorgenomen besluitvorming bespreek alvorens tot een definitief besluit te komen over de inzet van het mbi msz 2014. Conform de afspraken daartoe in het bestuurlijk hoofdlijnenakkoord wordt eerst onderzocht of er andere mogelijkheden zijn voor de beheersing van het macrokader alvorens het mbi als ultimum remedium wordt ingezet. De veldpartijen zijn unaniem van mening dat voor de besluitvorming zo adequaat mogelijke cijfers moeten worden gehanteerd.

Gelet op het voorgaande besluit ik de besluitvorming of er voor het jaar 2014 een mbi-heffing moet worden opgelegd te verdagen tot uiterlijk 1 mei 2017.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers

Naar boven