Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 7 december 2016, nr. 2016-000742317, houdende wijziging van de Uitvoeringsregeling WNT op een tweetal redactionele punten

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

Gelet op de artikel 1.9, onderdeel b, van de Wet normering topinkomens;

BESLUIT:

ARTIKEL I

De Uitvoeringsregeling WNT wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 3, tweede lid, wordt ‘een ander kalenderjaar’ vervangen door: een eerder kalenderjaar.

B

Aan artikel 4, eerste lid, wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • d. de bezoldiging over een periode waarin de topfunctionaris vooruitlopend op de beëindiging van het dienstverband geen taken meer vervult.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2017.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

TOELICHTING

Algemeen

Met deze wijziging van de Uitvoeringsregeling WNT worden enkele redactionele verduidelijkingen doorgevoerd in deze regeling. Deze hebben betrekking op de toerekening van bezoldigingscomponenten aan andere kalenderjaren en de bezoldiging in de periode van non-activiteit vooruitlopend op het einde van het dienstverband. Deze wijzigingen betreft redactionele verbeteringen van de regeling en beogen geen inhoudelijke wijzigingen.

Gevolgen voor regeldruk en administratieve lasten

Deze regeling brengt geen regeldrukeffecten of administratieve lasten met zich.

Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2017. Daarmee is voldaan aan de vaste-verandermomenten. Van de termijn van publiceren twee maanden voor inwerkingtreding is afgeweken. Hiervoor is gekozen, omdat het redactionele verbeteringen betreft die geen inhoudelijke wijzigingen beogen.

Artikelsgewijs

Artikel I, onderdeel A

Het tweede lid van artikel 3 bepaalde dat in bijzondere situaties bezoldigingscomponenten kunnen worden toegerekend aan een ander kalenderjaar dan het jaar waarin deze in de salarisadministratie wordt verwerkt of het jaar waarin de component ten laste van het resultaat van de rechtspersoon of instelling komt. Deze toerekeningsmogelijkheid is evenwel bedoeld voor nabetalingen of verrekeningen van bezoldigingscomponenten die betrekking hebben op eerdere jaren, niet voor voorschotten of vooruitbetaalde bedragen. Met deze wijziging van het tweede lid van artikel 3 is dit bestendigd.

Artikel I, onderdeel B

Door de toevoeging van onderdeel d aan het eerste lid van artikel 4 is verduidelijkt dat bezoldiging in een periode van non-activiteit vooruitlopend op het einde van het dienstverband voor topfunctionarissen tot de ontslaguitkering wordt gerekend. Dit volgt uit de artikel 2.10, derde lid, en 3.7, derde lid, van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen in de publieke en semipublieke sector zoals die luiden sinds de Reparatiewet WNT.1

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

Naar boven