Regeling van de Minister voor Wonen en Rijksdienst van 2 december 2016, nr. 2016-0000756526, houdende wijziging van de Regeling personeelsgesprek sector Rijk in verband met de toepassing ervan voor vijf ministeries

De Minister voor Wonen en Rijksdienst;

Gelet op artikel 71, vijfde lid, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement;

BESLUIT:

ARTIKEL I

Artikel 7 van de Regeling personeelsgesprek sector Rijk wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1’ geplaatst.

2. In het eerste lid (nieuw) wordt ‘met uitzondering voor’ vervangen door: voor de sector Rijk, met uitzondering van de ambtelijke diensten van.

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. In afwijking van het eerste lid treedt deze regeling met ingang van 1 januari 2017 in werking voor de ambtelijke diensten van:

    • a. het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

    • b. het Ministerie van Economische Zaken;

    • c. het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

    • d. het Ministerie van Veiligheid en Justitie;

    • e. het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2017.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Wonen en Rijksdienst, S.A. Blok

TOELICHTING

Algemeen

Sinds 1 juli 2016 kunnen de ministeries conform de rijksbrede gesprekscyclus sector Rijk gaan werken en uiterlijk per 1 januari 2019 zullen alle ministeries deze werkwijze hanteren. Tot deze gefaseerde invoer is besloten om ministeries de gelegenheid te geven zelf het geschikte moment te bepalen om over te stappen op de gesprekscyclus sector Rijk. Dit in het licht van de inspanningen die ze moeten verrichten om de instelling en het gedrag bij de gebruikers op het ministerie te veranderen en in afstemming met andere prioriteiten en ontwikkelingen, zoals bijvoorbeeld omvangrijke organisatiewijzigingen. Dit alles is neergelegd in de Regeling personeelsgesprek sector Rijk (hierna: de regeling).

Met ingang van 1 januari 2017 zijn het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, het ministerie van Economische Zaken, het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, het ministerie van Veiligheid en Justitie en het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport overgestapt op de gesprekscyclus sector Rijk. Artikel 7 van de regeling is daartoe aangepast.

Gevolgen voor regeldruk

Deze regeling brengt geen regeldrukeffecten met zich.

Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2017. Daarmee is voldaan aan de vast-verandermomenten. Wel is afgeweken van de termijn van publiceren twee maanden voor inwerkingtreding. Deze regeling heeft alleen gevolgen voor de betrokken ministeries.

Artikelsgewijs

Aan artikel 7 is een nieuw tweede lid toegevoegd. In het nieuwe tweede lid is bepaald dat in afwijking van het eerste lid voor de vijf bovengenoemde ministeries de regeling van toepassing is met ingang van 1 januari 2017. De regeling blijft op deze manier wel van toepassing op deze ministeries voor het jaar 2016. Van de gelegenheid is gebruik gemaakt de aanhef van het eerste lid van artikel 7 redactioneel te verbeteren.

De Minister voor Wonen en Rijksdienst, S.A. Blok

Naar boven