Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Amsterdam | Staatscourant 2016, 67533 | Instelling gemeenschappelijke regelingen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Amsterdam | Staatscourant 2016, 67533 | Instelling gemeenschappelijke regelingen |
Instemmen met de opheffing van de bestaande gemeenschappelijke regeling Openbaar Lichaam GGD Amsterdam-Amstelland en het gelijktijdig aangaan van de gelijknamige gemeenschappelijke regeling Openbaar Lichaam GGD Amsterdam-Amstelland
Gezien de voordracht van burgemeester en wethouders van 11 oktober 2016, (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1432);
artikel 160, eerste lid onder b, Gemeentewet;
artikel 14, Wet Publieke Gezondheid;
artikel 4.1.1., Wet maatschappelijke ondersteuning;
artikel 34b en 35, Wet gemeenschappelijke regelingen,
In te stemmen met de opheffing van de bestaande gemeenschappelijke regeling (hierna: GR) Openbaar lichaam GGD Amsterdam-Amstelland (van 14 juni 2013, raadsbesluit 83/412) en het gelijktijdig aangaan van de gelijknamige GR Openbaar lichaam GGD Amsterdam-Amstelland, waarvan de belangrijkste elementen zijn:
Aan de doelstelling en het takenpakket van de nieuwe GR Openbaar lichaam GGD Amsterdam-Amstelland wordt het zorgdragen voor een Advies- en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling (genaamd Veilig Thuis) alsmede het Centrum voor Seksueel Geweld toegevoegd. De overige bestaande doelstellingen en taken blijven dezelfde zoals opgenomen in de GR die wordt ingetrokken;
Kennis te nemen van de concept dienstverleningsovereenkomst die het Openbaar lichaam GGD Amsterdam-Amstelland na de inwerkingtreding van de gemeenschappelijke regeling zal aangaan met de GGD Amsterdam. In deze overeenkomst wordt de uitvoering van de taken aangaande het Advies- en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling (Veilig Thuis) alsmede het Centrum voor Seksueel Geweld opgedragen aan de GGD Amsterdam.
Aldus besloten door de gemeenteraad voornoemd
in zijn vergadering op 9 november 2016.
Gemeenschappelijke regeling GGD Amsterdam-Amstelland
De Raad, respectievelijk het college van burgemeester en wethouders, ieder voor zover het zijn bevoegdheid betreft;
dat de gemeenten Aalsmeer, Amstelveen, Amsterdam, Diemen, Ouder- Amstel en Uithoorn op grond van de Wet Publieke Gezondheid (Wpg) verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van openbare gezondheidszorgtaken en de instandhouding van een gemeentelijke gezondheidsdienst (GGD) in hun gemeenten;
• dat de openbare gezondheidstaken voor de gemeenten Aalsmeer, Amstelveen, Diemen, Ouder-Amstel en Uithoorn worden uitgevoerd binnen de GR Openbare Gezondheidszorg Amstelland;
• dat de openbare gezondheidstaken voor de gemeente Amsterdam worden uitgevoerd via haar begroting
• dat de werkwijze rond de openbare gezondheidszorg in de regio Amsterdam-Amstelland gecontinueerd wordt via de reeds bestaande dienstverleningsovereenkomst en onderliggend convenant en deze door het aangaan van deze gemeenschappelijke regeling niet zullen veranderen
• dat de gemeenten Aalsmeer, Amstelveen, Amsterdam, Diemen, Ouder- Amstel en Uithoorn op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo) en de Jeugdwet (2014) een gezamenlijke verantwoordelijkheid hebben om vanaf 1 januari 2015 de bestuurlijke verantwoordelijkheid te dragen gezamenlijk een advies en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling (AMHK) in stand te houden dat onder de naam Veilig Thuis zal gaan opereren;
• dat gezamenlijke uitvoering van de taken op grond van de Wpg, Wmo en de Jeugdwet gewenst is met het oog op borging van de kwaliteit en versterking van de continuïteit;
• dat de gemeenten samenwerken ter uitvoering van de taken op grond van de Wpg, waarvoor de GGD Amsterdam opdrachtnemer is en dat de gemeenten deze samenwerking nu willen uitbreiden met de uitvoering van de taken op grond van de Wpg, Wmo en de Jeugdwet.
• dat de gemeenten zich daarmee verbinden om de openbare gezondheidszorgtaken en de regionale taken op het terrein van het AMHK gezamenlijk uit voeren op een schaal die qua gebied samenvalt met de Veiligheidsregio Amsterdam- Amstelland;
• dat de gemeenten Aalsmeer, Amstelveen, Amsterdam, Diemen, Ouder- Amstel en Uithoorn gezamenlijk zorgdragen voor de AMHK-taken
• dat het takenpakket voor de AMHK-taken door het algemeen bestuur van de GR GGD Amsterdam- Amstelland wordt vastgesteld;
• dat de gemeente Amsterdam, als publiekrechtelijk rechtspersoon verantwoordelijk voor de GGD Amsterdam, bereid is om bedoelde openbare gezondheidszorgtaken en AMHK-taken duurzaam voor de gemeenten Aalsmeer, Amstelveen, Amsterdam, Diemen, Ouder-Amstel en Uithoorn in het werkgebied van de Veiligheidsregio te verrichten conform de inhoud van deze Gemeenschappelijke Regeling;
• dat de voornoemde gemeenten nadere afspraken maken over de regioaanpak huiselijk geweld en kindermishandeling in een convenant waarbij het algemeen bestuur van deze gemeenschappelijke regeling zal fungeren als bestuurlijk overlegplatform voor de monitoring van deze nadere afspraken;
• gelet op de Wpg, hoofdstuk 4 van de Wmo, de Jeugdwet en de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr);
de gemeenschappelijke regeling Gemeentelijke Gezondheidsdienst Amsterdam- Amstelland te treffen, met dien verstande dat deze uitsluitend daar is aangepast waar nodig om de wettelijke AMHK-taken op te nemen in de regeling.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van Aalsmeer van
Aldus vastgesteld in de vergadering van Burgemeester en wethouders van Aalsmeer van
De secretaris, De burgemeester,
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van Amstelveen van
P.Georgopoulou M.M. van ‘t Veld
Aldus vastgesteld in de vergadering van Burgemeester en wethouders van Amstelveen van
De secretaris, De burgemeester,
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van Amsterdam van
Aldus vastgesteld in vergadering van Burgemeester en wethouders van Amsterdam van
De secretaris, De burgemeester,
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van Diemen van
Aldus vastgesteld in de vergadering van Burgemeester en wethouders van Diemen van
De secretaris, De burgemeester,
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van Ouder-Amstel van
A.A. Swets M.T.J. Blankers- Kasbergen
Aldus vastgesteld in de vergadering van Burgemeester en wethouders van Ouder-Amstel van
De secretaris, De burgemeester,
L.J. Heijlman M.T.J. Blankers-
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van Uithoorn van
J.H. van Leeuwen D. Oudshoorn - Tinga
Aldus vastgesteld in de vergadering van Burgemeester en wethouders van Uithoorn van
De secretaris, De burgemeester,
K.de Vries D. Oudshoorn - Tinga
In deze gemeenschappelijke regeling wordt verstaan onder:
Amsterdam (RVE GGD Amsterdam);
• De duur, de ernst en de kans op herhaling van huiselijk geweld en kindermishandeling in afzonderlijke gezinnen/families doen afnemen;
• Meer kinderen geweldloos kunnen laten opgroeien.
e.Zorgdragen voor het Centrum Seksueel Geweld (CSG) met als doel onder andere de versterking van de hulpverlening aan slachtoffers van seksueel geweld in de regio.
alles wat met het bovenstaande in de ruimste zin verband houdt.
De leden van het algemeen bestuur kunnen te allen tijde ontslag nemen. Van dit ontslag stellen zij de voorzitter van het algemeen bestuur, alsmede de voorzitter van de raad die hen heeft aangewezen, schriftelijk op de hoogte. Onverminderd het bepaalde in artikel 13, tweede lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen, behouden leden van het algemeen bestuur, die ontslag hebben genomen, hun lidmaatschap totdat onherroepelijk in hun opvolging is voorzien.
Het algemeen bestuur vergadert ten minste twee maal per jaar en voorts zo dikwijls als de voorzitter of het dagelijks bestuur dit nodig oordeelt, dan wel ten minste één lid van het algemeen bestuur dit, onder opgaaf van redenen, schriftelijk verzoekt.
Bij het nemen van besluiten door het algemeen bestuur brengen de leden voor de gemeente die zij vertegenwoordigen ieder één stem uit, met uitzondering van de leden die een gemeente vertegenwoordigen met een inwoneraantal boven 50.000. Zij brengen voor elk volgend 50.000-tal, of gedeelte daarvan, één stem meer uit tot een maximum van zes stemmen per gemeente. Het totaal aantal stemmen van het lid Amsterdam wordt gelijkelijk verdeeld over zijn twee afgevaardigden zodat elk van hen de helft van het totaal aantal stemmen van het lid Amsterdam uitbrengt.
De leden Aalsmeer, Amstelveen, Diemen, Ouder-Amstel en Uithoorn zullen via hun eigen begroting van door hen gewenste takenpakket voor de wettelijke taken op het gebied van de openbare gezondheidszorg, zoals genoemd in artikel 4 lid 1 sub b, vaststellen, tenzij in deze regeling hierop een uitzondering is vastgelegd.
Inlichtingen en verantwoording
Een lid van het algemeen bestuur geeft aan het bestuur welke hem heeft aangewezen, op de in die gemeente of Gemeenschappelijke Regeling gebruikelijke wijze alle inlichtingen die door de raad, of een of meer leden daarvan, worden verlangd. Op gelijke wijze dient het lid het college van de desbetreffende gemeente inlichtingen te verschaffen.
Het dagelijks bestuur vergadert ten minste twee maal per jaar en voorts zo dikwijls als de voorzitter dit nodig oordeelt, of ten minste één lid van het dagelijks bestuur zulks schriftelijk onder opgave van de te behandelen onderwerpen verzoekt. In het laatste geval vindt de vergadering plaats binnen twee weken.
15.1.1.1.1 Inlichtingen en verantwoording
BENOEMING DIRECTEUR PUBLIEKE GEZONDHEID
(Deel)jaarplannen en (deel)begrotingen van het lichaam
De raden van de deelnemende gemeenten kunnen bij het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam hun zienswijze over de concept (deel)jaarplannen en (deel)begrotingen naar voren brengen. Het dagelijks bestuur voegt de commentaren waarin deze zienswijze is vervat bij de concept (deel)jaarplannen en (deel)begrotingen, zoals deze aan het algemeen bestuur wordt aangeboden.
(Deel)rekeningen van het lichaam
Het dagelijks bestuur zendt de definitieve (deel)jaarrekeningen, de (deel)jaarverslagen na de vaststelling alsmede de accountantsverklaring en het verslag van bevindingen uiterlijk 15 juli van het jaar volgende op het jaar waarop de definitieve (deel)jaarrekeningen betrekking hebben, aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Beheerkosten van de GR betreffende de instandhouding van het lichaam worden opgenomen in een aparte (deel)begroting. Dit betreft de kosten van de secretariële ondersteuning van het algemeen en het dagelijks bestuur en kosten die in verband met vergaderingen worden gemaakt. Deze kosten zijn voor rekening van de deelnemende leden naar rato van inwonersaantal.
Wijzigingen in omvang van taken moeten minimaal 1 boekjaar van tevoren aangekondigd worden aan het DB van de GR. Bij beëindiging van taken stelt het algemeen bestuur regels vast met betrekking tot de berekeningswijze van de aan de gemeente die taken beëindigt toe te rekenen frictiekosten bij beëindiging en de wijze waarop deze door de beëindigende gemeente worden betaald.
1.In geval van geschillen als bedoeld in artikel 28 van de Wet gemeenschappelijke regelingen, zullen partijen trachten deze in eerste instantie op te lossen met behulp van arbitrage.
TOETREDING, UITTREDING, WIJZIGING EN OPHEFFING
Het algemeen bestuur stelt in overleg met de uittredende gemeente en in overeenstemming met de regels genoemd in het tweede lid van dit artikel, ten minste zes maanden voor het tijdstip van uittreding een regeling op met betrekking tot de gevolgen van de uittreding. Indien geen overeenstemming kan worden bereikt, wordt een geschil als bedoeld in artikel 28 van de Wet gemeenschappelijke regelingen, geacht te bestaan.
INWERKINGTREDING EN SLOTBEPALINGEN
De regeling wordt aangehaald als: Gemeenschappelijke regeling Gemeentelijke Gezondheidsdienst Amsterdam-Amstelland. De ingangsdatum van de regeling is: (met terugwerkende kracht tot) 1 januari 2016.
Toelichting bij de Gemeenschappelijke regeling Gemeentelijke Gezondheidsdienst Amsterdam-Amstelland
Het openbaar lichaam GGD Amsterdam-Amstelland is in het leven geroepen om uitvoering te geven aan artikel 14 van de Wet publieke gezondheid. Dit artikel schrijft voor dat gemeenten die behoren tot een veiligheidsregio via het treffen van een gemeenschappelijke regeling zorgen voor de instelling en instandhouding van een regionale gezondheidsdienst in die regio.
Er is voor gekozen dat het openbaar lichaam zelf geen personeel in dienst heeft. De gemeente Amsterdam is eigenaar van de GGD. Dit is de uitdrukkelijke bestuurlijke wens van de leden, vastgelegd in de besluiten bij de oprichting van deze gemeenschappelijke regeling in 2013. In de veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland is een bestuurlijke afweging gemaakt om de invloed van de regio op het eigen takenpakket in stand te houden en niet mee te laten betalen aan het omvangrijkere takenpakket van de gemeente Amsterdam. Alle gemeentebesturen en gemeenteraden staan achter deze beslissing. In de praktijk zal het er op neerkomen dat het lid Amsterdam als eigenaar GGD het grootste deel van deze waarborgplicht voor haar rekening neemt. Het lid Amsterdam zal jaarlijks de begroting van de GGD in zijn totaliteit ter kennisname overleggen aan het algemeen bestuur om inzichtelijk te maken hoe zij deze waarborgplicht vervult. De andere leden kunnen op dat moment monitoren hoe de GGD in zijn totaliteit functioneert en haar opmerkingen en bedenkingen aan het lid Amsterdam overbrengen.
De vorm van een openbaar lichaam maakt het in de toekomst mogelijk om commissies met beslissingsbevoegdheid in het leven te roepen, die bijvoorbeeld over dan aan deze regeling toe te voegen taken beslissen. Daarnaast bezit een openbaar lichaam rechtspersoonlijkheid (waardoor deze rechtspersoon bijvoorbeeld kan fungeren als contractpartner) en kan het bestuur van een openbaar lichaam verordenende bevoegdheden overgedragen krijgen. Anders gezegd: met het oog op het in de toekomst verder vervolmaken van de zogeheten ‘witte kolom’ ligt een keuze voor een openbaar lichaam voor de hand omdat die keuze de meeste mogelijkheden biedt.
Per 1 januari 2015 zijn op grond van Hoofdstuk 4 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo) en de Jeugdwet gemeenten verplicht om een advies en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling , nu ook bekend onder de naam Veilig Thuis, in stand te houden. Het is de bestuurlijke wens van de leden om deze taak in deze gemeenschappelijke regeling onder te brengen, en zodoende de regeling uit te breiden.
Artikel 1 en artikel 2 naamgeving, definities
De regeling heet “Gemeenschappelijke regeling Gemeentelijke gezondheidsdienst Amsterdam-Amstelland”. De naamgeving is voorgeschreven in de Wet publieke gezondheid (WPG).
De doelstelling sluit aan bij de definitie zoals gedefinieerd in de WPG, maar reikt ook verder, met name gelet op de rol van gemeenten op het gebied van openbare geestelijke gezondheidszorg en de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Hieraan is toegevoegd de verplichting voor betrokken gemeenten om een advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling in te richten op grond van Hoofdstuk 4 van de Wmo 2015.
Omdat voorzienbaar is dat bepaalde taken op basis van andere wetten dan de WPG door de GGD uitgevoerd kunnen worden, is in het eerste lid, onder e, opgenomen dat het algemeen bestuur ook kan besluiten niet-Wpg taken tot het takenpakket te rekenen. Hiervoor is wel een unaniem besluit nodig van een voltallig algemeen bestuur.
Artikel 5 het algemeen bestuur
Het aantal leden van het Algemeen Bestuur is in lijn gebracht in de Wet gemeenschappelijke regeling zoals deze in werking is getreden per 1 januari 2015. Het Algemeen Bestuur bestaat uit één lid per deelnemede gemeenten, met dien verstande dat het lid Amsterdam twee leden afvaardigt. Zie hiervoor verder de toelichting bij artikel 8. Het algemeen bestuur benoemt één van de afgevaardigden van het lid Amsterdam tot voorzitter van het algemeen bestuur. In een reglement van orde kan ook worden opgenomen dat het algemeen bestuur uit zijn midden een plaatsvervangend voorzitter aanwijst.
Artikel 8 werkwijze van het algemeen bestuur
Voor de stemverhouding in het algemeen bestuur is uitgegaan van het significante verschil in inwonertal tussen de leden. In onderhavige regeling is bepaald dat ieder lid van het algemeen bestuur één stem uitbrengt, met uitzondering van de leden die een gemeente vertegenwoordigen met een inwoneraantal boven 50.000. Zij brengen voor elk volgend 50.000-tal, of gedeelte daarvan, één stem meer uit tot een maximum van zes stemmen per gemeente. Het totaal aantal stemmen van het lid Amsterdam wordt gelijkelijk verdeeld over zijn twee afgevaardigden zodat elk van hen de helft van het totaal aantal stemmen van het lid Amsterdam heeft. Op deze manier wordt voldaan aan het wettelijk vereiste uit de Wgr dat het dagelijks bestuur noch getalsmatig noch qua stemgewicht de meerderheid uitmaakt van het algemeen bestuur. Bij gelijke stemverhouding wordt eerst gedurende een maand gezocht naar een oplossing die wel een meerderheid van de stemmen oplevert. Lukt dit niet, dan heeft de voorzitter een doorslaggevende stem. Verder is voor de werkwijze van het algemeen bestuur van belang art. 22, eerste lid Wet gemeenschappelijke regelingen waarin diverse bepalingen in de Gemeentewet die betrekking hebben op de werkwijze van de raad van overeenkomstige toepassing zijn verklaard.
Artikel 10 bevoegdheden van het algemeen bestuur
Het algemeen bestuur beslist wat er in het gezamenlijke takenpakket zit en tegen welke prijs dat aan de deelnemende gemeenten geleverd zal worden. Indien deelnemende gemeenten, voor zichzelf aanvullende taken willen afnemen, dan kunnen zij hierover met de GGD Amsterdam aanvullende afspraken maken dan wel inkopen bij een andere marktpartij. Het takenpakket voor de OGZ taken geldt voor de leden Aalsmeer, Amstelveen, Diemen, Ouder- Amstel en Uithoorn. Doorrekening van de kosten wordt opgenomen in de GR OGZ Amstelland. Het lid Amsterdam stelt zijn takenpakket intern vast via de RVE GGD. Het takenpakket voor de AMHK taken geldt voor alle leden.
Artikel 11 inlichtingen en verantwoording
Artikel 11 heeft betrekking op het geven van inlichtingen en het afleggen van verantwoording door een lid van het algemeen bestuur aan de raad of gemeenschappelijke regeling die hem heeft aangewezen en is een uitvloeisel van de verplichting genoemd in artikel 16 Wgr. De wijze waarop de inlichtingen dienen te worden verstrekt of de verantwoording dient te worden afgelegd, kan per gemeente verschillen.
Omdat de gemeentelijke taken in de WPG uitsluitend nog aan de colleges zijn opgedragen, is in artikel 12 ook voorzien in het geven van inlichtingen aan de desbetreffende colleges. Dit is met name zo bepaald voor de gevallen dat raadsleden zijn aangewezen in het algemeen bestuur. Gelet op de Wgr blijft het ter verantwoording roepen van leden van het algemeen bestuur uitsluitend voorbehouden aan de raad van de desbetreffende gemeente.
Artikel 13 samenstelling van het dagelijks bestuur
Artikel 14, derde lid Wgr stelt dat de leden van het dagelijks bestuur nimmer een meerderheid mogen uitmaken van het algemeen bestuur. Doel van deze bepaling is om de interne verantwoording van het dagelijks bestuur jegens het algemeen bestuur geen dode letter te laten worden.
Artikel 14 werkwijze van het dagelijks bestuur
In dit artikel is een aantal bepalingen met betrekking tot de vergaderingen van het dagelijks bestuur opgenomen. Aangezien het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam belast is met bevoegdheden die aan het college van burgemeester en wethouders toekomen, zijn ook voor het college relevante artikelen uit de Gemeentewet in dit verband van toepassing (volgt uit artikel 33, eerste lid Wgr). Hierbij moet met name worden gedacht aan artikel 56 (vergaderquorum: ten minste de helft van de zittende bestuursleden dient aanwezig te zijn voor beraadslaging/besluitvorming), artikel 58 (van toepassing verklaring van artikel 28, eerste tot en met derde lid, artikel 29 en artikel 30 Gemeentewet: bepalingen m.b.t. stemming en besluitvorming) en artikel 59 (staking van stemming) van de Gemeentewet.
Het derde lid bepaalt dat het dagelijks bestuur voor zijn vergadering een reglement van orde vaststelt dat aan het algemeen bestuur ter kennisneming wordt overgelegd. In dit reglement kan het dagelijks bestuur nadere bepalingen opnemen ten aanzien van zijn vergaderingen. Hierbij moet gedacht worden aan bepalingen omtrent de openbaarheid van de vergaderingen en de mogelijkheid personen, al dan niet op uitnodiging, de vergadering te laten bijwonen en hen hierin een adviserende stem te geven.
In het tweede lid van dit artikel is bepaald dat de voorzitter alle stukken tekent die van het algemeen of dagelijks bestuur uitgaan. Daarnaast dient ook altijd de secretaris mede te ondertekenen, zoals is vastgelegd in artikel 20, vijfde lid. Het lid Amsterdam levert de voorzitter, de rol van secretaris wordt vervuld door een ambtenaar van de gemeente Amsterdam.
Artikel 20 voorzitter, vertegenwoordiging
Hoewel het eerste lid van dit artikel bepaalt dat de voorzitter het lichaam in en buiten rechte vertegenwoordigt, kan hij de vertegenwoordiging ook opdragen aan een gemachtigde die hij in overleg met het dagelijks bestuur aanwijst. Op deze (schriftelijke) volmachtverlening zijn de daartoe strekkende bepalingen uit het Burgerlijk Wetboek van toepassing.
Het tweede lid ziet op de situatie dat de voorzitter behoort tot het bestuur van een gemeente die partij is in een rechtsgeding waarbij het lichaam is betrokken. Het dagelijks bestuur wijst in dit geval een ander lid uit zijn midden aan om het lichaam te vertegenwoordigen. Deze bepaling vindt overigens ook onverkort toepassing indien de plaatsvervangend voorzitter behoort tot het bestuur van een gemeente die partij is in een rechtsgeding waarbij het lichaam is betrokken. Ook in dat geval wijst het dagelijks bestuur uit zijn midden een ander lid als plaatsvervangend voorzitter aan.
In het tweede lid is bepaald dat de secretaris, bij alle vergaderingen van het algemeen en dagelijks bestuur aanwezig is, tenzij het bestuur anders beslist. Hierbij moet men bijvoorbeeld denken aan beraadslagingen waarbij het persoonlijk functioneren van de secretaris aan de orde komt. Het is niet mogelijk om als algemeen of dagelijks bestuur besluiten te nemen in afwezigheid van de secretaris.
Dit artikel betreft de instelling van (‘lichte’) adviescommissies, zoals bedoeld in artikel 24 Wgr. Op grond van het eerste lid van artikel 24 Wgr, regelt het algemeen bestuur bij verordening de samenstelling, bevoegdheden en de werkwijze van de commissie alsmede de openbaarheid van de vergaderingen.
De instelling van vaste commissies van advies aan het dagelijks bestuur of aan de voorzitter en de regeling van haar samenstelling en bevoegdheden geschiedt door het algemeen bestuur op voorstel van het dagelijks bestuur onderscheidenlijk van de voorzitter.
Andere commissies van advies aan het dagelijks bestuur of aan de voorzitter worden door het dagelijks bestuur onderscheidenlijk door de voorzitter ingesteld.
Indien op enig moment instelling van (‘zware’) commissies (taakcommissies), zoals bedoeld in artikel 25 Wgr wenselijk is, zal de onderhavige gemeenschappelijke regeling aangepast dienen te worden. Het eerste lid van artikel 25 Wgr bepaalt namelijk dat het algemeen bestuur van het openbaar lichaam commissies kan instellen met het oog op de behartiging van bepaalde belangen indien de regeling in deze mogelijkheid voorziet.
Zie ook de algemene toelichting.
De benoemingsprocedure van de directeur Publieke Gezondheid (DPG) is in dit artikel vastgelegd. De Wet publieke gezondheid bepaalt, dat de DPG benoemd wordt door het Algemeen Bestuur na consultatie van het bestuur van de veiligheidsregio. Aangezien het lid Amsterdam eigenaar blijft van de GGD, stelt deze de DPG ook aan. Gezien deze constructie is ervoor gekozen, dat het lid Amsterdam de voordracht doet voor een nieuwe DPG , waarbij de overige leden van het Algemeen Bestuur betrokken worden bij de sollicitatieprocedure.
In de praktijk zal de functie DPG zijn gekoppeld aan de functie directeur van de RVE GGD van de gemeente Amsterdam (verder directeur GGD). De werkzaamheden als DPG vallen in dat geval binnen het takenpakket van de directeur GGD. De directeur GGD is een ambtenaar in dienst van de gemeente Amsterdam en valt voor zijn rechtspositieregeling onder de Nieuwe Rechtspositieregeling Amsterdam.
De directeur GGD wordt aangestuurd door of namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam tenzij het de uitvoering van taken in de functie van DPG betreft. In dat laatste geval vindt aansturing plaats door het Algemeen Bestuur. Aangezien Amsterdam ook deel uitmaakt van het Algemeen Bestuur, heeft Amsterdam ook via die manier invloed op de aansturing van de DPG . Wanneer ontslag uit de functie van directeur GGD plaatsvindt dan zal de benoeming als DPG worden ingetrokken.
Artikel 25 tot en met 28 kadernota en voorlopige jaarrekening, begroting en rekening van het lichaam
Artikel 26 is een zo letterlijk mogelijke weergave van het nieuwe artikel 34b van de Wgr. De kadernota moet de algemene financiële en beleidsmatige kaders bevatten voor het navolgende kalenderjaar en in elk geval een indicatie geven over de hoogte van de gemeentelijke bijdrage, de beleidsvoornemens en de prijscompensatie. Deze informatie moet voor 15 april worden aangeboden zodat de raden deze informatie beschikbaar hebben voor hun voorjaarsnota’s. Naast de kadernota moet ook de voorlopige jaarrekening over het voorgaande kalenderjaar worden aangeboden aan de raden. Volgens de wetgever gaat het om de voorlopige jaarrekening, inclusief het accountantsrapport, maar de wet eist niet dat het accountantsrapport al beschikbaar is.
Artikel 27 tweede en achtste lid: Het dagelijks bestuur zendt de ontwerp begroting alsmede begrotingswijzigingen acht weken voordat zij ter vaststelling worden aangeboden aan het algemeen bestuur, toe aan de raden van de deelnemende gemeenten. De raden kunnen bij het dagelijks bestuur hun zienswijzen over de ontwerp begroting dan wel de begrotingswijziging(en) naar voren brengen (artikel 35, derde lid, Wgr).
De artikelen 27 en 28 zijn in lijn gebracht met de wijzigingen in de Wet gemeenschappelijke regeling zoals deze in werking is getreden per 1 januari 2015.
Artikel 29 verdeling van de kosten
Wanneer sprake is van niet in de begroting voorkomende, noodzakelijke activiteiten die niet behoren tot de reguliere bedrijfsvoering, uitgevoerd voor en door de gemeenschappelijke regeling dan betreft het onvoorziene zaken, zoals mogelijke vanuit het Rijk gedelegeerde aanvullende taken danwel acute eenmalige opdrachten. Onder kosten in verband met de instandhouding van het lichaam zijn bijvoorbeeld te verstaan de kosten van de secretariële ondersteuning van het algemeen en het dagelijks bestuur en kosten in verband met vergaderingen.
Artikel 32 Wgr geeft gedeputeerden staten de bevoegdheid om te beslissen in geschillen over de toepassing, in de ruimste zin van het woord, van de regeling. Dit kunnen zijn geschillen tussen deelnemende gemeenten of tussen algemeen bestuur en een of meer deelnemende gemeenten.
Gedeputeerde staten kunnen in dat geval het desbetreffende bestuur opdragen een besluit te nemen met inachtneming van het door gedeputeerde staten bepaalde en binnen een door gedeputeerde staten te stellen termijn. Indien het besluit niet binnen de termijn wordt genomen, nemen gedeputeerde staten zelf het besluit.
Dit artikel komt neer op een inspanningsverplichting van partijen om eerst te proberen er via arbitrage of mediation zelf uit te komen. Partijen dienen zich dan van te voren te onderwerpen aan de voorwaarden voor mediation (zie hiervoor bijvoorbeeld het reglement van de Stichting Nederlands Mediaton Instituut te Amsterdam). De gedachte achter mediation is dat partijen beter gebaat zijn bij een oplossing die zij gezamenlijk (onder begeleiding) hebben bereikt, dan bij een oplossing die ‘van bovenaf’ is opgelegd.
Levert mediation niets op, of wensen partijen hier niet aan mee te werken, dan beslissen dus gedeputeerde staten zoals hiervoor beschreven.
Artikelen 33 t/m 36 toetreding, uittreding, wijziging en opheffing
Gelet op de risico’s die de gemeente Amsterdam loopt in verband met de uitvoering van het takenpakket, zijn nadere regels gesteld voor uittreding van een gemeente. In ieder geval dienen de frictiekosten te worden vastgesteld en dient geregeld te worden op welke wijze deze door de uittredende gemeente dienen te worden vergoed.
Een gemeente die gebruik maakt van het recht tot uittreding, dient voorts een opzegtermijn van drie jaar in acht te nemen.
Artikel 35, derde lid, regelt dat een wijziging van de regeling pas intreedt nadat deze is bekend gemaakt. Dit sluit aan bij artikel 3:40 Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat bepaalt dat een besluit niet in werking treedt voordat het is bekendgemaakt. Volgens artikel 3:42 Awb kan dat via een van overheidswege uitgegeven blad of een dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad, dan wel op een andere geschikte wijze. In de praktijk is het aan te bevelen dat het openbaar lichaam het initiatief neemt om te zorgen voor bekendmaking door alle gemeenten in het werkgebied van het openbaar lichaam.
Artikel 36, tweede en derde lid, gaat over de liquidatie en de vereffening van het vermogen van het openbaar lichaam na opheffing. De organen van het lichaam, te weten de voorzitter, het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur, blijven voor zover dit voor de liquidatie nodig is nog in functie.
De regeling is aangegaan voor onbepaalde tijd en treedt in werking op 1 januari 2017.
Gelet op artikel 3:40 Awb zullen de gemeenten het besluit tot aangaan van de Gemeenschappelijke regeling openbare gezondheidszorg Amstelland, tijdig bekend dienen te maken op de in de desbetreffende gemeente gebruikelijke wijze.
Zie ook de toelichting bij artikel 35.
Ingevolge artikel 26, eerste lid Wgr zijn B&W van Amsterdam aangewezen om de regeling, als deze eenmaal is vastgesteld, toe te zenden aan gedeputeerde staten.
In het eerste lid is bepaald dat de toetredende gemeenten uiterlijk een maand na het inwerkingtreden van de regeling de leden in het algemeen bestuur dienen te hebben aangewezen.
DIENSTVERLENINGSOVEREENKOMST AMHK (Veilig Thuis) en Centrum Seksueel Geweld.
1.Openbaar lichaam GGD Amsterdam-Amstelland, gevestigd te Amsterdam aan de Amstel 1 ten deze vertegenwoordigd door haar voorzitter, waarvan deel uitmaken de gemeenten Aalsmeer, Amstelveen, Amsterdam, Diemen, Ouder-Amstel en Uithoorn,
2.Gemeente Amsterdam, gevestigd te Amsterdam aan de Nieuwe Achtergracht 100 ten deze vertegenwoordigd door de Geneeskundige en Gezondheidsdienst Amsterdam, op basis van het algemeen mandaatbesluit vertegenwoordigd door zijn directeur, hierna te noemen “RVE GGD Amsterdam”,
In 2013 zijn de GR Openbare Gezondheidszorg Amstelland (met als leden de gemeenten Aalsmeer, Amstelveen, Diemen, Ouder-Amstel en Uithoorn) en de gemeente Amsterdam een overkoepelende gemeenschappelijke regeling aangegaan, genaamd Gemeenschappelijke Regeling Openbaar lichaam GGD Amsterdam-Amstelland (hierna: “Openbaar lichaam GGD Amsterdam-Amstelland”). Deze gemeenschappelijke regeling is in het leven geroepen om te voldoen aan de wettelijke verplichting om op de schaal van de veiligheidsregio een regionale GGD in stand te houden.
De gemeenten Aalsmeer, Amstelveen, Amsterdam, Diemen, Ouder-Amstel en Uithoorn hebben, in het licht van het voorgaande alsmede naar aanleiding van de wijziging van de Wet gemeenschappelijke regeling besloten de bestaande gemeenschappelijke regeling Openbaar lichaam GGD Amsterdam-Amstelland op te heffen en gelijktijdig een nieuwe gemeenschappelijke regeling Openbaar lichaam GGD Amsterdam-Amstelland aan te gaan waarin ten opzichte van de bestaande het volgende is aangepast:
HIERBIJ WORDT HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN
1 Openbaar lichaam GGD Amsterdam-Amstelland draagt aan RVE GGD Amsterdam op de uitvoering van alle taken op grond van hoofdstuk vier van de Wmo 2015 (in het bijzonder de artikelen 4.1.1 lid 2 en lid 3) ten behoeve van inwoners en professionals die te maken krijgen met huiselijk geweld danwel kindermishandeling, waaronder in ieder geval:
(i) uitvoering geven aan de frontoffice van het CSG;
(ii) het met voor 0,1 fte delen van de communicatieadviseur van het CSG met Veilig Thuis;
(iii) het leveren van de coördinator van het CSG welke, net als het CSG als geheel onder de directeur Publieke Gezondheid van de RVE GGD Amsterdam valt, het volgende takenpakket heeft: zorgdragen voor de doorontwikkeling van het CSG, monitoren van (werk)processen en resultaten, het maken van evaluaties, jaarverslagen, jaarplannen en de begroting alsmede het vervullen van een oplossende rol bij geschillen tussen de partners van het CSG.
2.3 Partijen komen overeen dat, voor wat betreft de taken als genoemd in lid 2.1 en 2.2, Openbaar lichaam GGD Amsterdam-Amstelland, de RVE Onderwijs, Jeugd en Zorg van de gemeente Amsterdam (“RVE OJZ”) machtigt om namens haar uitvoering te geven aan het ambtelijk opdrachtgeverschap voor deze taken.
2 De RVE GGD Amsterdam stelt, voorafgaand aan het jaar waarvoor het zal gelden, een Jaarplan op waarvan een conceptbegroting, de uit te voeren taken/te leveren diensten en, de smart geformuleerde, te realiseren resultaten deel uitmaken. RVE GGD Amsterdam stuurt dit Jaarplan voor 1 april aan het bestuur van Openbaar lichaam GGD Amsterdam-Amstelland. RVE GGD Amsterdam sluit aan bij de P&C cyclus van de leden van de Openbaar lichaam GGD Amsterdam-Amstelland. De termijnen voor levering van Jaarplan en conceptbegroting zijn overeenkomstig artikel 26 en 27 van de GR.
3 Voorafgaand aan het opstellen van het Jaarplan overlegt RVE GGD Amsterdam met het bestuur van Openbaar lichaam GGD Amsterdam-Amstelland over de inhoud van dit plan. Bij het opstellen van het Jaarplan wordt als uitgangspunt gehanteerd het Jaarplan van het voorafgaande jaar, waarbij de bijdrage van Openbaar lichaam GGD Amsterdam-Amstelland in ieder geval wordt geïndexeerd volgens de richtlijnen van de gemeente Amsterdam.
4 Na toezending door de RVE GGD Amsterdam van het Jaarplan aan Openbaar lichaam GGD Amsterdam-Amstelland treden de in dit artikel genoemde partijen in overleg over het Jaarplan. Openbaar lichaam GGD Amsterdam-Amstelland stelt binnen 3 maanden na toezending van het Jaarplan door de RVE GGD Amsterdam het Jaarplan vast. Openbaar lichaam GGD Amsterdam-Amstelland stuurt binnen twee weken nadat het Jaarplan is vastgesteld een kopie van het vastgestelde Jaarplan aan de RVE GGD Amsterdam.
8 Winst danwel verlies komt voor rekening van de GGD Amsterdam- Amstelland. De GGD Amsterdam- Amstelland zal ten behoeve van de in deze Overeenkomst genoemde taken voor de looptijd van deze Overeenkomst, overeenkomstig artikel 32 van de gemeenschappelijke regeling, een egalisatiereserve in het eigen vermogen kunnen opnemen van maximaal 10% van het totaal van de begrote omzet van het betreffende kalenderjaar. Indien bij de uitvoering van de in deze Overeenkomst aan de RVE GGD Amsterdam opgedragen taken een positief dan wel negatief resultaat instaat, zal dit ten gunste respectievelijk ten laste worden gebracht van deze egalisatiereserve. De gereserveerde gelden zullen door de RVE GGD Amsterdam worden aangewend ten behoeve van Openbaar lichaam GGD Amsterdam-Amstelland.
In afwijking van het in het vorige artikel bepaalde levert RVE GGD Amsterdam ten aanzien van de taken, genoemd in artikel 4.1 sub d van de GR, jaarlijks een verslag over de resultaten van het afgelopen jaar en een jaarplan voor het jaar daaropvolgend ten behoeve van dagelijks en algemeen bestuur, met een afschrift aan de RVE OJZ Amsterdam,
RVE GGD Amsterdam maakt jaarlijks een begroting voor de exploitatie van het CSG. Deze begroting bevat in ieder geval de kostenposten voor de 24/7 frontoffice, de zorgcoördinatie van RVE GGD Amsterdam, en coördinatie - en communicatiekosten van het CSG.
In de (deel)begrotingen wordt aangegeven de naar raming door elk deelnemende gemeente voor het jaar, waarop de begroting betrekking heeft , verschuldigde bedrag. De deelnemende gemeenten betalen bij wijze van voorschot jaarlijks vóór 16 januari en vóór 16 juli telkens de helft van de bedoelde bijdrage
Sturings- en verantwoordingsinformatie
1 RVE GGD Amsterdam zal als opdrachtnemer van Veilig Thuis, via de directeur Veilig Thuis, de afdeling Jeugd en/ of Zorg van de betrokken gemeenten (afhankelijk van de casus) bij calamiteiten, waarbij kinderen en of volwassenen slachtoffer of dader zijn en Veilig Thuis actief betrokken is of is geweest, onmiddellijk informeren zoals vastgelegd in de calamiteitenprotocollen van de desbetreffende gemeente..
4 Een tussentijdse managementrapportage over de kwartalen Q1 en Q3 wordt opgesteld ten behoeve van het dagelijks en algemeen bestuur, waarin tenminste de volgende onderdelen in voorkomen: operationele productiecijfers van adviesvragen, meldingen huiselijk geweld, meldingen kindermishandelingen en werkvoorraden.
Aansprakelijkheid bij uitvoering overeenkomst
1 RVE GGD Amsterdam zal zich voor de aansprakelijkheid in het kader van de uitvoering van haar werkzaamheden verzekeren. Een polis van deze verzekering is aan deze Overeenkomst gehecht. Aansprakelijkheid van RVE GGD Amsterdam is beperkt tot het in een bepaald geval door de verzekeraar van RVE GGD Amsterdam uitgekeerde bedrag. De GR vrijwaart de GGD voor aanspraken van derden, uit welke hoofde dan ook, terzake vergoeding van schade of kosten verband houdende met werkzaamheden in het kader van de onderhavige Overeenkomst, die de in de verzekering van RVE GGD Amsterdam opgenomen maximum bedragen te boven gaan.
Frictiekosten bij wijziging taken
1 In geval van wijzigingen in de aan RVE GGD Amsterdam opgedragen taken , zijn de daarmee samenhangende frictiekosten voor rekening van Openbaar lichaam GGD Amsterdam-Amstelland, die deze op haar beurt conform het bepaalde in de gemeenschappelijke regeling zal doorbelasten aan het lid die deze wijziging voorstelt.
3 Na ommekomst van de in artikel 11.1 genoemde termijn wordt deze Overeenkomst elke vier jaar stilzwijgend verlengd voor de duur van 4 jaar. Deze verlenging vindt plaats tenzij een van de Partijen tenminste 24 maanden voor ommekomst van deze periode schriftelijk aan de andere Partij heeft aangegeven deze Overeenkomst niet te willen verlengen.
4 Onverminderd het bepaalde in de leden 1 en 2 van dit artikel kan elk der Partijen deze overeenkomst met onmiddellijke ingang, geheel of gedeeltelijk, ontbinden door een daartoe strekkende schriftelijke kennisgeving aan de andere Partij in het geval van een toerekenbare tekortkoming in de nakoming van de verplichtingen van één van de Partijen bij de uitvoering van deze Overeenkomst en de tekortkoming zodanig ernstige is dat van de beëindigende Partij niet kan worden gevergd dat zij de Overeenkomst laat voortduren.
Aanvulling of wijziging van de Overeenkomst
Aanvulling en/of wijzigingen van deze Overeenkomst gelden tussen Partijen na te zijn neergelegd in een gewijzigde en door Partijen ondertekende overeenkomst.
Gedeeltelijke onverbindendheid
Is of wordt de Overeenkomst gedeeltelijk ongeldig dan wel onverbindend, dan blijven Partijen aan het overblijvende deel gebonden. Partijen zullen alsdan het ongeldige deel dan wel onverbindende gedeelte vervangen door bedingen die wel geldig en verbindend zijn en waarvan de rechtsgevolgen, gelet op de inhoud en strekking van deze Overeenkomst, zoveel mogelijk overeenstemmen met die van het ongeldige, dan wel het onverbindende gedeelte.
Rechtskeuze en geschillenregeling
Het Openbaar Lichaam Openbaar lichaam GGD Amsterdam-Amstelland
Gemeente Amsterdam ten deze vertegenwoordigd door de Geneeskundige en Gezondheidsdienst Amsterdam namens deze algemeen directeur
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2016-67533.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.