Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 1 december 2016, nr. WJZ/16187326, tot wijziging van de Regeling maatregelen preventie vogelgriep 2016

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

Gelet op Richtlijn 2005/94/EG van de Raad van 20 december 2005 betreffende communautaire maatregelen ter bestrijding van aviaire influenza en tot intrekking van Richtlijn 92/40/EEG (PbEU 2006, L 10) en de artikelen 17, eerste lid, 18, 31 en 32 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;

Besluit:

ARTIKEL I

Na artikel 2e van de Regeling maatregelen preventie vogelgriep 2016 worden vier artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 2f Vervoer van eenden en kalkoenen naar een slachterij

  • 1. Het vervoer, met inbegrip van verplaatsing zonder vervoermiddel, over de openbare weg van eenden of kalkoenen tussen een inrichting waar eenden of kalkoenen commercieel worden gehouden en een slachterij, is verboden.

  • 2. In afwijking van het eerste lid is het vervoer toegestaan, indien:

    • a. het vervoer rechtstreeks plaatsvindt,

    • b. het vervoer plaatsvindt overeenkomstig een hygiëneprotocol, en

    • c. de eenden of kalkoenen vergezeld gaan van een verklaring, die minder dan 24 uur oud is, van een dierenarts dat de eenden of kalkoenen die worden gehouden in de inrichting waarvandaan het vervoer plaatsvindt, op basis van een klinische inspectie geen ziekteverschijnselen vertonen.

  • 3. De verklaring, bedoeld in het tweede lid, onder c, bevat in elk geval:

    • a. de datum en het tijdstip van de klinische inspectie;

    • b. de contactgegevens en het registratienummer, bedoeld in artikel 3, tweede lid, van de Regeling identificatie en registratie van dieren van de houder van de inrichting waarvandaan het vervoer plaatsvindt;

    • c. de bevindingen van de klinische inspectie;

    • d. naam en handtekening van de dierenarts.

  • 4. De eigenaar of exploitant van de slachterij waar de eenden of kalkoenen worden afgeleverd, bewaart de in het tweede lid, onder c, bedoelde verklaring gedurende zes maanden.

Artikel 2g Vervoeren naar inrichting eenden of kalkoenen

  • 1. Het vervoeren van vee, eendagskuikens, mest, eieren, diervoeders, melk en strooisel van of naar een inrichting met commercieel gehouden eenden of kalkoenen is verboden.

  • 2. In afwijking van het eerste lid is het vervoer vee, eendagskuikens, mest, eieren, diervoeders, melk en strooisel van of naar een inrichting met commercieel gehouden eenden of kalkoenen toegestaan, indien:

    • a. per door de vervoerder af te leggen route maximaal één inrichting met commercieel gehouden gevogelte wordt bezocht;

    • b. het vervoer plaatsvindt overeenkomstig een hygiëneprotocol.

Artikel 2h Afdekken strooisel eenden

De houder van commercieel gehouden eenden dekt de op zijn inrichting aanwezige voorraad strooisel ten behoeve van de bodembedekking van vogelverblijfplaatsen af.

Artikel 2i Aanbrengen strooisel eenden

  • 1. Het aanbrengen van strooisel in vogelverblijfplaatsen op een inrichting met commercieel gehouden eenden is verboden.

  • 2. In afwijking van het eerste lid is het aanbrengen van strooisel in vogelverblijfplaatsen toegestaan, indien dit overeenkomstig een hygiëneprotocol plaatsvindt.

ARTIKEL II

Deze regeling wordt bekendgemaakt op www.rijksoverheid.nl, en treedt onmiddellijk na haar bekendmaking op het internet in werking.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 1 december 2016

De Staatssecretaris van Economische Zaken, namens deze: de Directeur -Generaal Agro en Natuur M. Sonnema

TOELICHTING

Op 1 december 2016 is een tweede uitbraak van hoogpathogene aviaire influenza (hierna: HPAI) ofwel vogelgriep geconstateerd bij een eendenbedrijf in Biddinghuizen (gemeente Dronten) in Flevoland. Deskundigen hebben aangegeven dat eendenbedrijven een groter risico lopen op de insleep van vogelgriep. Met name klinische inspectie voor afvoer naar de slacht en rechtstreeks transport van en naar deze bedrijven zijn belangrijke maatregelen die de insleep en verspreiding van vogelgriep kunnen voorkomen. Ook vormt de specifieke werkwijze van de eendenbedrijven een risico. Met het regelmatig aanbrengen van strooisel, dat op het erf wordt opgeslagen, kan het vogelgriepvirus de vogelverblijfplaatsen in worden gebracht. Het is daarom noodzakelijk hier extra hygiënevereisten in te stellen.

Uit de analyse van andere uitbraken blijkt dat de diersoort kalkoen ontvankelijker is voor het oplopen van vogelgriep dan bijvoorbeeld de kip. Kalkoenenbedrijven brengen niet zoals eenden bedrijven regelmatig nieuw strooisel in de stal.

Met deze wijzigingsregeling worden extra eisen gesteld aan eenden- en kalkoenenbedrijven. Voor beide bedrijfstypen geldt dat afvoer naar de slacht alleen plaats mag vinden met een verklaring dat dit bedrijf klinisch is geïnspecteerd door een dierenarts, binnen 24 uur voor de afvoer. Dit geldt ook bij export. Indien de export plaatsvindt binnen 24 uur na de afgifte van het exportcertificaat, kan het exportcertificaat dienen als eerder genoemde verklaring.

Daarnaast mogen transporten van of naar bedrijven met eenden of kalkoenen maximaal één bedrijf met gehouden pluimvee per route aandoen en slechts wanneer een goedgekeurd hygiëneprotocol wordt nageleefd.

Voor eendenbedrijven geldt de verplichting dat strooisel dat ligt opgeslagen wordt afgedekt en de verplichting dat bij het binnenbrengen van het strooisel in de stal een hygiëneprotocol wordt nageleefd, waarmee de insleep van vogelgriep wordt voorkomen. Het schoonmaken van het materieel dat hiervoor wordt gebruikt maakt hier onderdeel van uit.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, namens deze: de Directeur -Generaal M. Sonnema

Naar boven