Regeling van De Nederlandsche Bank N.V. van 2 december 2016 houdende wijziging van de Regeling verslagstaten pensioenfondsen 2015 (Wijzigingsregeling verslagstaten pensioenfondsen 2016)

De Nederlandsche Bank N.V.,

Na raadpleging van de betrokken representatieve organisaties;

Gelet op artikel 32 van het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling verslagstaten pensioenfondsen 2015 wordt gewijzigd als volgt:

Aan artikel 1.1 wordt het volgende onderdeel toegevoegd, luidende:

d. collectiviteitkring:

collectiviteitkring als bedoeld in artikel 1 van de Pensioenwet

Aan artikel 1.2 wordt na ‘op fondsen’ toegevoegd: ‘en op collectiviteitkringen’.

Artikel 2.1. Modellen

  • 1. Voor een fonds, niet zijnde een algemeen pensioenfonds, worden de gegevens, bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdelen a tot en met i, k tot en met m, en p tot en met s, van het Besluit, aan DNB verstrekt door middel van de volgende modellen, zoals opgenomen in bijlage 1:

    • a. in het model van staten J101 tot en met J104: het fonds en zijn organisatie, als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel a, respectievelijk artikel 33, vierde lid, van het Besluit;

    • b. in het model van staat J201: een bestuursverslag, als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel b, van het Besluit;

    • c. in het model van staten J301 en J302: de enkelvoudige balans en, indien van toepassing, de geconsolideerde balans, als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel c, aanhef, van het Besluit;

    • d. in het model van staten J303 tot en met J304: een specificatie van de activa, als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel c, onder 1°., van het Besluit;

    • e. in het model van staat J305: de z-score indien sprake is van een verplicht gesteld bedrijfstakpensioenfonds, als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel c, onder 5°., van het Besluit;

    • f. in het model van staat J306A en J306B: een specificatie van de passiva, als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel c, onder 2°., van het Besluit;

    • g. in het model van staat J307: informatie over ontvangen en gestelde zekerheden en garanties, als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel c, onder 3°., van het Besluit;

    • h. in het model van staat J308: een toelichting op de balans, als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel c, aanhef, van het Besluit;

    • i. in het model van staten J309 en J310: de financiële relaties en transacties, waaronder achtergestelde leningen van het fonds, als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel d, van het Besluit;

    • j. in het model van staten J311 en J312: informatie over grote posten binnen de beleggingen, als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel c, onder 4°., van het Besluit;

    • k. in het model van staat J314: specificatie van de beleggingen voor een risicofonds na consolidatie, als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel c, onder 5°., van het Besluit;

    • l. in het model van staten J401 en J402: een rekening van baten en lasten met specificatie van de posten, als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel e, van het Besluit;

    • m. in het model van staat J403: specificatie van premiegegevens over het verslagjaar, als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel k, van het Besluit;

    • n. in het model van staten J501 tot en met J503: de dekkingsgraad, beleidsdekkingsgraad en de reële dekkingsgraad en de toetsing van het eigen vermogen als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdelen f en g, van het Besluit;

    • o. in het model van staten J601 tot en met J603 en staten J605 en J606: actuariële staten, als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel h, van het Besluit;

    • p. in het model van staat J604A en J604B: informatie over toeslagverlening en informatie over vermindering van pensioenaanspraken en pensioenrechten, als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel p en q, van het Besluit;

    • q. in het model van staat J701: het deelnemersbestand, als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel i, van het Besluit;

    • r. in het model van staten J801 en J802: verzekering, als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel l, van het Besluit;

    • s. in het model van staat J901: verplichtingen van het fonds voor risico van de deelnemers, als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel m, van het Besluit;

    • t. in het model van staat J902: uitvoering van een VUT-regeling, als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel r, van het Besluit;

    • u. in het model van staat J903: uitvoering van een inkoopregeling, als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel s, van het Besluit.

  • 2. Behoudens onderdeel b is het eerste lid van overeenkomstige toepassing op een collectiviteitkring.

  • 3. De gegevens voor een algemeen pensioenfonds, bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdelen a tot en met c, e en g van het Besluit worden aan DNB verstrekt door middel van de volgende modellen, zoals opgenomen in bijlage 1:

    • a. in het model van staat JS001 en JS005: het algemeen pensioenfonds en zijn organisaties, als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel a;

    • b. in het model van staat JS002: de enkelvoudige balans en, indien van toepassing, de geconsolideerde balans, als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel c;

    • c. in het model van staat JS003: een rekening van baten en lasten met specificatie van de posten, als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel e, van het Besluit;

    • d. in het model van staat JS004: informatie inzake het vereist eigen vermogen als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdelen g, van het Besluit;

    • e. in het model van staat JS008: een bestuursverslag, als bedoeld in artikel 30, eerste lid onderdeel b, van het Besluit.

In artikel 2.2, wordt, na het tweede lid, onder vernummering van het derde en het vierde lid tot het vierde en het vijfde lid, een derde lid ingevoegd, luidende:

  • 3. In afwijking van het tweede lid geschiedt voor een algemeen pensioenfonds de schriftelijk verzending van de controleverklaring, bedoeld in artikel 33, tweede lid, van het Besluit, door het, door de accountant, toezenden aan DNB van een afschrift van de ingevulde staat JS006, voorzien van een handgeschreven handtekening van die accountant.

Aan artikel 2.2, wordt een zesde lid toegevoegd, luidende:

  • 6. In afwijking van het vijfde lid geschiedt voor een algemeen pensioenfonds de schriftelijke verzending van de controleverklaring, bedoeld in artikel 33, vierde lid, van het Besluit, door het, door het bestuur, toezenden aan DNB van een afschrift van de ingevulde staat JS007, voorzien van de handgeschreven handtekening van de daartoe bevoegde leden van het bestuur.

In artikel 3.1 wordt ‘De gegevens, bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdelen c, aanhef en onder 5°., f, g, j, onder 1°., k, n tot en met q, en t, en tweede lid, onderdelen a en c, van het Besluit, worden aan DNB verstrekt door middel van de volgende modellen, zoals opgenomen in bijlage 2:’ vervangen door: ‘Voor fondsen, niet zijnde algemeen pensioenfondsen, en voor collectiviteitkringen, worden de gegevens, bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdelen c, aanhef en onder 5°., f, g, j, onder 1°., k, n tot en met q, en t, en tweede lid, onderdelen a en c, van het Besluit, aan DNB verstrekt door middel van de volgende modellen, zoals opgenomen in bijlage 2:’.

Aan artikel 3.1, wordt, onder vernummering van het huidige artikel tot het eerste lid, een tweede lid toegevoegd, luidende:

  • 2. Voor een algemeen pensioenfonds worden de gegevens, bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdelen c, e en g van het Besluit, aan DNB verstrekt door middel van de volgende modellen, zoals opgenomen in bijlage 2:

    • a. in het model van staat KW002: informatie over de enkelvoudige balans en, indien van toepassing, de geconsolideerde balans, als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel c;

    • b. in het model van staat KW003: een rekening van baten en lasten met specificatie van de posten, als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel e, van het Besluit;

    • c. in het model van staat KW004: informatie inzake het vereist eigen vermogen als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel g, van het Besluit;

Artikel 4.1 komt te luiden als volgt:

Artikel 4.1. Modellen

Voor fondsen, niet zijnde algemeen pensioenfondsen, en voor collectiviteitkringen, worden de gegevens, bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdelen f, g, en h, van het Besluit aan DNB verstrekt door middel van de volgende modellen, zoals opgenomen in bijlage 3:

  • a. in het model van staat M101: de dekkingsgraad, de beleidsdekkingsgraad, de technische voorzieningen en het aanwezig eigen vermogen, als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdelen f, g, onder 1°, en h, onder 1°, van het Besluit.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt per 1 januari 2017 in werking. Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Amsterdam, 2 december 2016

De Nederlandsche Bank N.V., F. Elderson, directeur.

TOELICHTING

1. Algemeen

Vanwege de inwerkingtreding van de Wet algemeen pensioenfonds is een aanpassing van de regeling verslagstaten pensioenfondsen 2015 noodzakelijk.

2. Gevolgen van de regeling

De wijzigingen leiden ertoe dat er aparte staten beschikbaar komen voor een algemeen pensioenfonds (‘APF’) ten behoeve van de informatieverstrekking over de organisatie en financiële situatie van het APF.

3. Toelichting op de wijzigingen

Het kenmerkende van een APF is dat dit pensioenfonds één of meerdere pensioenregelingen kan uitvoeren, voor één of meerdere werkgevers, en daarvoor per collectiviteitkring een afgescheiden vermogen aanhoudt. Op elk van deze afzonderlijke kringen is het financieel toetsingskader voor pensioenfondsen van toepassing. Het APF dient dus voor elke collectiviteitkring alle relevante staten in, te weten alle staten die reguliere pensioenfondsen ook indienen, behalve de staat over het bestuursverslag (J201). Ingevolge artikel 125a van de Pensioenwet hoeft er namelijk niet per collectiviteitkring een bestuursverslag te worden ingediend.

In het APF zelf zit geen pensioenvermogen; dit bevindt zich immers in de collectiviteitkringen. Het APF moet wel een weerstandsvermogen aanhouden. Als gevolg daarvan is slechts een beperkt deel van de in artikel 30, eerste lid, van het Besluit Financieel Toetsingskader pensioenfondsen bedoelde onderwerpen relevant voor het APF. In het onderhavige besluit is aangegeven welke onderwerpen dit betreft (het pensioenfonds en zijn organisatie, de balans, rekening van baten en lasten, het bestuursverslag en het eigen vermogen van het APF). Voor de informatieverstrekking over deze onderwerpen zijn aparte staten ontworpen, waarvan de modellen in de bijlage zijn opgenomen. In het bestuursverslag dat het APF indient wordt ook verslag gedaan met betrekking tot de afzonderlijke collectiviteitkringen.

De Nederlandsche Bank N.V., F. Elderson, directeur.

Naar boven