Bekendmaking van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 1 december 2016, 2016-0000255906, inzake de gewijzigde bedragen in de artikelen 3, tweede lid, 4, tweede lid, en 5, tweede lid, van het Besluit uitvoering kinderbijslag per 1 januari 2017

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

maakt op grond van de artikelen 3, tweede lid, en 4, tweede lid, van het Besluit uitvoering kinderbijslag bekend dat met ingang van 1 januari 2017 het Besluit uitvoering kinderbijslag als volgt is gewijzigd:

A

Het in artikel 3, eerste lid, genoemde bedrag van ‘€ 1.266’ wordt vervangen door: € 1.265.

B

Het in artikel 4, eerste lid, genoemde bedrag van ‘€ 1.300’ wordt vervangen door: € 1.299.

Deze bekendmaking zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 1 december 2016

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, namens deze, de directeur Stelsel en Volksverzekeringen, J.A.A. Dikmans

TOELICHTING

Het Besluit uitvoering kinderbijslag (hierna: BUK) bevat bedragen voor het inkomen van het 16- of 17-jarige kind aan de hand waarvan wordt vastgesteld of de verzekerde wel of geen recht heeft op kinderbijslag. Tevens bevat dit besluit bedragen voor de onderhoudsbijdrage van de ouder voor een niet thuiswonend kind aan de hand waarvan kan worden vastgesteld of de ouder in aanmerking komt voor enkele of – als één van de voorwaarden – voor dubbele kinderbijslag om onderwijsredenen of om redenen van ziekte of handicap.

In de artikelen 3, 4, 5 en 6 van het BUK is geregeld dat de in die artikelen genoemde bedragen jaarlijks per 1 januari worden aangepast aan de ontwikkeling die het basiskinderbijslagbedrag op grond van artikel 13, derde lid, van de Algemene Kinderbijslagwet (hierna: AKW) heeft ondergaan in de periode 2 juli t/m 1 juli direct daaraan voorafgaand.

Deze bekendmaking voorziet alleen in aanpassing van de in de artikelen 3 en 4 genoemde bedragen. De aanpassing heeft plaatsgevonden aan de hand van de ontwikkeling van het basiskinderbijslagbedrag tussen 2 juli 2015 t/m 1 juli 2016. Dit betrof een aanpassing per 1 januari 2016 van 0,04% en per 1 juli 2016 van -0,08%. Na toepassing van deze wettelijke percentages op de bedragen in het Besluit uitvoering kinderbijslag heeft een rekenkundige afronding plaatsgevonden naar hele euro’s. Deze afronding gebeurt op basis van artikel 3, derde lid, artikel 4, derde lid, artikel 5, derde lid en artikel 6, derde lid. De aanpassing van de bedragen heeft geleid tot het gelijk blijven van de onderhoudsbedragen, genoemd in de artikelen 5, eerste lid, en 6, eerste lid, en een verlaging van de inkomensgrenzen, genoemd in de artikelen 3, eerste lid, en 4, eerste lid.

Bedragen met ingang van 1 januari 2017

Enkelvoudige kinderbijslag (artikel 7, eerste lid, onderdeel b, van de AKW):

Verzekerden hebben in beginsel recht op enkelvoudige kinderbijslag voor een kind dat:

  • jonger is dan 16 jaar en tot het huishouden van de verzekerde behoort

  • 16 of 17 jaar is, tot het huishouden van de verzekerde behoort en geen inkomen uit arbeid heeft dat hoger is dan € 1.265 per kwartaal (artikel 3, eerste lid, BUK);

  • jonger is dan 16 jaar en niet tot het huishouden van de verzekerde behoort, maar door de verzekerde wordt onderhouden met een bedrag van ten minste € 416 per kwartaal (artikel 5, eerste lid, BUK)

  • 16 of 17 jaar is en niet tot het huishouden van de verzekerde behoort en geen inkomen uit arbeid heeft (artikel 7, vijfde lid, AKW) dat hoger is dan € 1.265 per kwartaal (artikel 3, eerste lid, BUK) en door de verzekerde wordt onderhouden met een bedrag van ten minste € 416 per kwartaal (artikel 5, eerste lid, BUK).

Dubbele kinderbijslag voor het niet thuiswonende kind (artikel 7, eerste lid, onderdeel b, en artikel 7, zesde lid, van de AKW):

Verzekerden hebben in beginsel recht op dubbele kinderbijslag voor een kind dat

  • jonger is dan 16 jaar en niet tot het huishouden van de verzekerde behoort noch tot het huishouden van een ander en de onderhoudsbijdrage van de verzekerde meer dan € 1.103,– per kwartaal per kind bedraagt en ook verder wordt voldaan aan de voorwaarden voor dubbele kinderbijslag om onderwijsredenen of om redenen van ziekte of handicap van het kind.

  • 16 of 17 jaar is en niet tot het huishouden van de verzekerde behoort noch tot het huishouden van een ander en geen inkomen uit arbeid heeft (artikel 7, vijfde lid, AKW) dat hoger is dan € 1.265 (artikel 3, eerste lid BUK) per kwartaal en de onderhoudsbijdrage van de verzekerde meer dan € 1.103 per kwartaal (artikel 6, eerste lid, BUK) bedraagt en ook verder wordt voldaan aan de voorwaarden voor dubbele kinderbijslag om onderwijsredenen of om redenen van ziekte of handicap van het kind.

  • De voorwaarden met betrekking tot het inkomen gelden ook voor het thuiswonende kind van 16 of 17 jaar dat valt onder de criteria voor intensieve zorg waarvoor dubbele kinderbijslag wordt verstrekt.

Inkomen uit vakantiewerk

Bovenop het bedrag voor het inkomen van het 16- of 17-jarige kind uit arbeid, wordt het inkomen uit arbeid dat het kind tijdens de zomervakantie verwerft, voor zover deze arbeid niet voor een langere periode ook buiten de zomervakantie wordt verricht en die arbeid geen deel uitmaakt van de studie of beroepsopleiding, niet tot het inkomen van het kind gerekend (artikel 5, eerste lid BUK). Dit betreft voor 2017 een bedrag van € 1.299.

Forfaitaire onderhoudsbijdrage

Ten overvloede: het bedrag dat genoemd wordt in artikel 7, eerste lid, van het BUK wordt gehandhaafd op € 10. Dit bedrag wordt jaarlijks per 1 januari aangepast overeenkomstig de aanpassing van het bedrag in artikel 40, eerste lid, onderdeel a, van de Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001. Dat bedrag blijft per 1 januari 2017 echter ongewijzigd, zodat ook het bedrag, genoemd in artikel 7, eerste lid, niet behoeft te worden aangepast.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, namens deze, de directeur Stelsel en Volksverzekeringen, J.A.A. Dikmans

Naar boven