Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zuidplas | Staatscourant 2016, 668 | Instelling gemeenschappelijke regelingen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zuidplas | Staatscourant 2016, 668 | Instelling gemeenschappelijke regelingen |
In deze gemeenschappelijke regeling wordt verstaan onder:
Paragraaf 1: De samenstelling van het algemeen bestuur.
De leden van het algemeen bestuur worden aangewezen voor een tijdvak gelijk aan dat van de leden van de gemeenteraad, met dien verstande, dat zij voor de eerste maal worden aangewezen voor het tijdvak eindigende met ingang van de dag, waarop in 2018 de raden van de deelnemende gemeenten in nieuwe samenstelling in vergadering bijeenkomen.
De raden en colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Capelle aan den IJssel en Zuidplas vormen een openbaar lichaam, genaamd: Recreatieschap Hitland. Het is gevestigd te Nieuwerkerk aan den IJssel.
1. Het recreatieschap heeft tot taak het in onderlinge samenhang behartigen van het gemeenschappelijk belang van de deelnemende gemeenten voor wat betreft natuur en landschap, de ontsluiting, de ontwikkeling, de aanleg en het beheer in het kader van de openluchtrecreatie en het toerisme en het behouden en recreatief ontsluiten van het agrarisch open middengebied in het gebied.
2. Aan het recreatieschap worden ter vervulling van de in lid 1 omschreven taak alle bevoegdheden van regeling en bestuur toegekend binnen de grens van artikel 30 van de Wet gemeenschappelijke regelingen.
Paragraaf 2: De werkwijze van het algemeen bestuur
Het algemeen bestuur vergadert ten minste tweemaal per jaar en voorts zo dikwijls de voorzitter of het dagelijks bestuur dit nodig oordeelt, of door ten minste één van de leden schriftelijk, met opgave van redenen, wordt gevraagd.
Aan het algemeen bestuur behoort met betrekking tot de in artikel 4 omschreven taak van het recreatieschap alle bevoegdheid, tenzij bij wet of in deze regeling anders is bepaald.
De deelnemende gemeenten kunnen met eensluidende besluiten de grenzen van het gebied wijzigen.
Tot de bevoegdheid van het algemeen bestuur behoort onder andere:
c. het vaststellen van een verordening tot het heffen van belastingen op grond van artikel 30, lid 1 van de Wet gemeenschappelijke regelingen, voor zover deze verordening blijft binnen de aan het recreatieschap opgedragen taak, alsmede het heffen van retributies;
Paragraaf 3: De bevoegdheden van het dagelijks bestuur.
2. Het dagelijks bestuur zendt zo spoedig mogelijk de door het algemeen bestuur vastgestelde verordeningen, reglementen en instructies aan de raden van de deelnemende gemeenten.
Tot de bevoegdheid, bedoeld in artikel 17, lid 1 onder c, behoort de bevoegdheid tot het op kosten van de overtreders doen wegnemen, beletten, verrichten of in de vorige toestand herstellen van hetgeen in strijd met een verordening van het algemeen bestuur is of wordt gehouden, gemaakt of gesteld, ondernomen of nagelaten, beschadigd of weggenomen. Spoedeisende gevallen uitgezonderd wordt van deze bevoegdheid geen gebruik gemaakt, dan nadat de belanghebbende schriftelijk is gewaarschuwd.
De ingevolge het bepaalde in artikel 18 verschuldigde kosten kan het dagelijks bestuur bij dwangbevel invorderen. Dit wordt op kosten van de schuldenaar bij deurwaardersexploot betekend en ten uitvoer gelegd op de wijze bij het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering ten aanzien van vonnissen en authentieke akten voorgeschreven.
4. De wijze van de in het eerste en het derde lid van dit artikel genoemde informatie- en inlichtingenverstrekking wordt geregeld in de reglementen van orde van de desbetreffende besturen.
Het dagelijks bestuur geeft aan het algemeen bestuur alle informatie die voor een juiste beoordeling van het door het dagelijks bestuur te voeren en gevoerde bestuur nodig is. De informatie wordt zo spoedig mogelijk doch in ieder geval binnen twee maanden na een vergadering van het algemeen bestuur schriftelijk verstrekt.
De leden van het dagelijks bestuur verstrekken - tezamen dan wel afzonderlijk - aan het algemeen bestuur alle inlichtingen die door het algemeen bestuur dan wel één of meer leden daarvan, hetzij mondeling in een vergadering van het algemeen bestuur, hetzij schriftelijk worden verlangd en wel door:
4. Een lid van het dagelijks bestuur kan door het algemeen bestuur worden ontslagen, indien dit lid het vertrouwen van het algemeen bestuur niet meer bezit.
1. Voorzitter en vicevoorzitter worden door het algemeen bestuur aangewezen en zijn – bij toerbeurt telkens voor de helft van het tijdvak van aanwijzing - een lid van het algemeen bestuur uit de vertegenwoordigers van de gemeente Capelle aan den IJssel respectievelijk uit de vertegenwoordigers van de gemeente Zuidplas.
1. De voorzitter is verantwoordelijk voor het ontvangen van alle aan het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur gerichte stukken en het terstond ter tafel brengen in die vergadering waarin zij behoren.
2. Hij is belast met het zonodig instellen van een voorlopig onderzoek, voordat bepaalde zaken ter overweging en beslissing worden voorgelegd aan het algemeen en/of het dagelijks bestuur.
3. Ten behoeve van het onderzoek als bedoeld in het tweede lid, is het personeel van het recreatieschap verplicht hem de gevraagde inlichtingen te verstrekken.
De voorzitter tekent alle stukken die van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur uitgaan.
5. De secretaris staat het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter bij alles wat de hun opgedragen taken betreft terzijde.
6. Hij woont de vergaderingen van het algemeen en het dagelijks bestuur bij, heeft daarin een adviserende stem, en maakt van deze vergaderingen een verslag, welk verslag in de volgende vergadering van het desbetreffende bestuur ter vaststelling wordt aangeboden.
7. Door hem worden alle stukken die van het algemeen en het dagelijks bestuur uitgaan, mede ondertekend.
8. De secretaris is belast met de bewaring en het beheer van de archiefbescheiden overeenkomstig een door het dagelijks bestuur te treffen voorziening.
1. Ten behoeve van de financieel-economische administratie kan het algemeen bestuur een penningmeester benoemen.
5. De penningmeester is voor het financieel beheer verantwoording schuldig aan het dagelijks bestuur.
6. Het algemeen bestuur stelt voor de penningmeester een instructie vast, waarin onder meer zijn vervanging is geregeld.
Het algemeen bestuur is bevoegd ten behoeve van de uitoefening van de taak van het recreatieschap verordeningen vast te stellen. Op overtreding van de bij of krachtens deze verordeningen gegeven voorschriften kan straf of bestuursdwang worden gesteld. Ten aanzien van die verordeningen zijn de artikelen 147 - 151 van de gemeentewet van overeenkomstige toepassing.
1. Het algemeen bestuur kan in de verordeningen van het recreatieschap het dagelijks bestuur bevoegd verklaren nadere regels te stellen met betrekking tot bepaalde in de verordening aangewezen onderwerpen.
2. De afkondiging van de verordeningen van het recreatieschap vindt plaats door het dagelijks bestuur in het elektronisch publicatieblad van de deelnemende gemeenten.
1. Voorzover een verordening van het recreatieschap voorziet in hetzelfde onderwerp als een van de van de regeling deelnemende gemeenten, regelt eerstgenoemde verordening de onderlinge verhouding. Zij kan bepalen dat de verordening van een gemeente voor het gehele gebied, dan wel voor een gedeelte daarvan geheel of gedeeltelijk ophoudt te gelden.
2. Voorzover een verordening van de deelnemende gemeenten in hetzelfde onderwerp voorziet als een eerder in werking getreden verordening van het recreatieschap, geldt eerstbedoelde verordening niet voor het binnen het gebied gelegen deel van de gemeente.
1. Het algemeen bestuur stelt onder goedkeuring van gedeputeerde staten een verordening vast betreffende het financieel beheer van het recreatieschap.
2. Deze verordening bevat behalve andere bepalingen, die het algemeen bestuur te dien aanzien nodig acht, voorschriften met betrekking tot:
Burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeenten kunnen het geldelijk beheer en de boekhouding te allen tijde aan een onderzoek van hunnentwege onderwerpen. Aan de daartoe door hen aan te wijzen ambtenaren verstrekt het dagelijks bestuur desgevraagd alle voor dit onderzoek nodig inlichtingen.
1. De begroting vergezeld van een voortschrijdend financieel vijfjarenplan wordt uiterlijk 15 juli voorafgaande aan het jaar waarvoor deze geldt,door het algemeen bestuur vastgesteld.
2. De cijfers van het eerste jaar van het vijfjarenplan zijn identiek aan de begrotingscijfers. De cijfers van de overige jaren geven de maximaal in die jaren te besteden gelden aan, gebaseerd op het prijspeil van het vijfjarenplan.
3. Het dagelijks bestuur zendt de ontwerpbegroting voor 15 april van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient, onder vermelding van de termijn waarbinnen de raden van de deelnemende gemeenten kunnen reageren, toe aan de raden van deze gemeenten. In de ontwerpbegroting wordt als uitgavenplafond aangehouden het voor dat jaar in het laatst vastgestelde vijfjarenplan opgenomen bedrag aan uitgaven.
4. De ontwerpbegroting wordt door de zorg van burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeenten voor een ieder ter inzage gelegd en tegen betaling van de kosten algemeen verkrijgbaar gesteld. Artikel 190, derde lid, van de gemeentewet is van overeenkomstige toepassing.
5. De raden van de deelnemende gemeenten kunnen omtrent de ontwerp-begroting het dagelijks bestuur van hun gevoelen doen blijken. Het dagelijks bestuur voegt de commentaren waarin dit gevoelen is vervat bij de ontwerp-begroting, zoals deze aan het algemeen bestuur wordt aangeboden.
6. Na vaststelling van de begroting zendt het dagelijks bestuur deze aan de raden van de deelnemende gemeenten, die ter zake gedeputeerde staten binnen acht weken na toezending van hun gevoelen kunnen doen blijken. Indien de begroting geheel conform het in lid 3 genoemde ontwerp is vastgesteld, kan worden volstaan met de mededeling hiervan aan de deelnemers.
7. Het bepaalde in het derde, vijfde en zesde lid is mede van toepassing op besluiten tot wijziging van de begroting. Het bepaalde in het derde en het vijfde lid is echter niet van toepassing op wijzigingen van de begroting, die niet leiden tot een verhoging van het nadelig exploitatie-saldo dan wel verlaging van het exploitatie-overschot van het desbetreffende begrotingsjaar.
8. De begroting, alsmede de besluiten tot wijziging daarvan, worden binnen veertien dagen na vaststelling door het dagelijks bestuur aan gedeputeerde staten ter goedkeuring gezonden. Van de beslissing van dit college wordt mededeling gedaan aan de raden van de deelnemende gemeenten.
1. Buiten de begroting kunnen geen uitgaven geschieden dan nadat door gedeputeerde staten een besluit tot wijziging van de begroting is goedgekeurd.
2. In gevallen van dringende spoed kan een zodanige uitgaaf worden gedaan, mits het besluit van het algemeen bestuur tot wijziging van de begroting terstond ter verkrijging van de goedkeuring aan gedeputeerde staten wordt gezonden.
3. Het in artikel 39, lid 3, bedoeld uitgavenplafond mag door de wijziging van de begroting niet worden overschreden. Indien zulks echter in een geval van dringende spoed onontkoombaar is, dient de vaststelling van de desbetreffende begrotingswijziging te geschieden bij een besluit van het algemeen bestuur, dat met tweederde van het aantal leden wordt vastgesteld.
1. Het dagelijks bestuur biedt de jaarrekening over het afgelopen boekjaar tijdig, onder toevoeging van een verslag van het onderzoek naar de deugdelijkheid van de rekening, ingesteld door de overeenkomstig artikel 213 van de gemeentewet aangewezen deskundigen en van hetgeen het dagelijks bestuur te zijner verantwoording dienstig acht, met alle bijbehorende bescheiden ter vaststelling aan het algemeen bestuur aan. Het algemeen bestuur onderzoekt de rekening zonder uitstel.
2. Het algemeen bestuur stelt de jaarrekening voor 15 april volgend op het jaar waarop deze betrekking heeft vast. Het dagelijks bestuur doet van deze vaststelling, onder toezending van een exemplaar van de rekening, eveneens voor genoemde 15 april mededeling aan de raden van de deelnemende gemeenten.
3. Het dagelijks bestuur zendt de jaarrekening binnen 2 weken na de vaststelling, doch in ieder geval voor 15 juli van het jaar volgend op het jaar waarop deze betrekking heeft aan gedeputeerde staten.
4. De vaststelling van de rekening strekt het dagelijks bestuur en de penningmeester tot decharge, behoudens later in rechte gebleken valsheid in geschrifte of andere onregelmatigheden.
3. Het nadelig saldo van een vastgestelde rekening wordt ten laste gebracht van het reservefonds als bedoeld in lid 1.
4. Indien het in lid 3 bedoelde reservefonds niet toereikend is, wordt het nadelig saldo van een vastgestelde rekening ten laste gebracht van de deelnemende gemeenten.
5. Het nadelig saldo als bedoeld in lid 4 wordt over de deelnemende gemeenten verdeeld op de in artikel 45, lid 1, genoemde wijze.
De geldmiddelen van het recreatieschap worden gevormd door:
a. bijdragen van de deelnemende gemeenten, volgens de hierna in artikel 45 getroffen regeling;
1. De invordering van de door het recreatieschap te heffen belastingen geschiedt op overeenkomstige wijze als die van de gemeentelijke belastingen. De penningmeester is met deze invordering belast.
2. De betekening van stukken betreffende de vervolging ter invordering van belastingen van het recreatieschap en de tenuitvoerlegging van dwangbevelen geschieden door een deurwaarder, daartoe door het dagelijks bestuur aan te wijzen.
1. De deelnemende gemeenten betalen een bijdrage in de algemene kosten van het recreatieschap in verhouding tot het aantal inwoners van Capelle aan den IJssel (gemeente) en Zuidplas (gemeente) op 1 januari van het betrokken boekjaar.
2. Ten aanzien van de verdeling van de kosten, verbonden aan de aankoop van gronden, de voorbereiding en uitvoering van afzonderlijke recreatieobjecten, alsmede het beheer en de exploitatie hiervan, indien een en ander geschiedt door en voor rekening van het recreatieschap, zal voor elk object door het algemeen bestuur een afzonderlijke regelingworden vastgesteld.
1. Voordat over een geschil, als bedoeld in artikel 28 van de Wet gemeenschappelijke regelingen, de beslissing van gedeputeerde staten wordt ingeroepen, legt het algemeen bestuur het geschil voor aan een geschillencommissie.
1. Toetreding door andere gemeenten tot de regeling kan plaatsvinden bij daartoe strekkende besluiten van de raden en burgemeesters en wethouders van de deelnemende gemeenten.
4. De toetreding gaat in op de eerste dag van de maand, volgend op die waarin het desbetreffende besluit is opgenomen in de registers als bedoeld in artikel 27 van de Wet gemeenschappelijke regelingen.
1. Een deelnemende gemeente kan uittreden bij een daartoe strekkend besluit van de raad en van burgemeester en wethouders van die gemeente, dat binnen twee weken nadat het is genomen wordt toegezonden aan het algemeen bestuur.
4. Het algemeen bestuur stelt voor elk geval een door de uittredende gemeente aan het recreatieschap te betalen uittredingssom vast.
5. Ten aanzien van het bepaalde in lid 4 beslist het algemeen bestuur met meerderheid van de stemmen.
6. De deelnemende gemeenten voorzien in de nodige wijzigingen van de regeling. Artikel 49 is daarbij van toepassing.
1. Zowel het dagelijks bestuur als de raad of burgemeester en wethouders van een deelnemende gemeente kunnen het algemeen bestuur voorstellen doen tot wijziging van de regeling.
2. Aan een besluit van het algemeen bestuur daartoe kan eerst uitvoering worden gegeven, nadat het is bekrachtigd bij besluiten van de raden en burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeenten.
3. De wijziging gaat in op de eerste dag van de maand volgend op die waarin het desbetreffende besluit is ingeschreven in de registers als bedoeld in artikel 27 van de Wet gemeenschappelijke regelingen.
De regeling kan worden opgeheven bij daartoe strekkende besluiten van de raden en van burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeenten.
1. Het dagelijks bestuur zal, nadat tot opheffing is besloten, overgaan tot de voorbereiding van de liquidatie van het recreatieschap en stelt daartoe zo spoedig mogelijk een ontwerpliquidatieplan op.
2. Het liquidatieplan wordt, de raden en burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeenten gehoord, vastgesteld door het algemeen bestuur en behoeft de goedkeuring van gedeputeerde staten.
3. Het liquidatieplan regelt de verplichting van de deelnemende gemeenten met betrekkina tot de financiële gevolgen van de opheffing.
4. Het liquidatieplan voorziet ook in de financiële gevolgen die de opheffing voor het personeel heeft. De uit de liquidatie voortvloeiende personele kosten worden door de deelnemende gemeenten gedragen volgens een in het liquidatieplan opgenomen verdeelsleutel.
5. Tenzij het algemeen bestuur anders beslist, is hij belast met de liquidatie van het recreatieschap.
6. Zo nodig blijven het algemeen en het dagelijks bestuur ook na het tijdstip van opheffing in functie, totdat de liquidatie is voltooid.
Door het recreatieschap worden van het recreatieschap zoals dat bestond op de dag van inwerkingtreding van deze regeling overgenomen alle rechten en verplichtingen, alle roerende goederen, alsook - tegen boekwaarde - alle onroerende goederen.
Het op de dag voorafgaande aan de dag van inwerkingtreding van de regeling bij het recreatieschap zoals dat bestond tot op de dag van inwerkingtreding in dienst zijnde personeel gaat met ingang van de dag van inwerkingtreding van de regeling ten minste in dezelfde schaal of loongroep, op dezelfde voet, tegen hetzelfde salaris of loon en in dezelfde rechtspositie over in dienst van het recreatieschap.
1. De eerste benoeming van de leden van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur heeft plaats met ingang van de dag waarop de regeling in werking zal zijn getreden.
2. Zolang nog geen algemeen bestuur en/of dagelijks bestuur overeenkomstig de desbetreffende bepalingen van de regeling zijn benoemd, treedt als zodanig op het bestuur van het recreatieschap zoals dat bestond tot op de dag van de inwerkingtreding van de regeling.
3. De voorzitter van laatstgenoemd bestuur roept binnen één maand, nadat de leden van het algemeen bestuur zijn aangewezen deze voor de eerste maal in vergadering bijeen.
Waar de regeling nadere uitwerking in verordeningen, reglementen en instructies behoeft, geschiedt dit zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval binnen een jaar na inwerkingtreding van de regeling.
Burgemeester en wethouders van Zuidplas dragen zorg voor de toezending van de regeling, alsmede de besluiten tot toetreding, uittreding, wijziging of opheffing aan gedeputeerde staten.
1. Burgemeester en wethouders van elke deelnemende gemeente zijn gehouden binnen een maand na ontvangst van een mededeling als bedoeld in artikel 56 gevolg te geven aan de in artikel 27 van de Wet gemeenschappelijke regelingen neergelegde verplichting tot vermelding in het door hen gehouden register.
2. Van de dag, waarop aan de in lid 1 bedoelde verplichting is voldaan geven burgemeester en wethouders van elke deelnemende gemeente terstond kennis aan het algemeen bestuur.
Toelichting artikelsgewijs op de wijzigingen in de gewijzigdegemeenschappelijke regelingRecreatieschap Hitland
Het gebied is omschreven in plaats van verwijzing naar een kaartbijlage. Lid 2 omvattende verwijzingen naar de Gemeentewet is vervallen, omdat dit nu wettelijk is vastgelegd.
Dit artikel somt de deelnemers aan de regeling op. De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Capelle aan den IJssel en Zuidplas nemen nu ook deel in de regeling. Lid 2 inzake het rechtsgebied was overbodig en is daarom vervallen.
Het aantal leden van het algemeen bestuur is gewijzigd van twee naar vier leden per deelnemende gemeente en de raad van een deelnemende gemeente wijst deze aan uit het college van burgemeester en wethouders dan wel de raad. Lid 3 geeft aan, dat door de raad ook een genoegzaam aantal plaatsvervangende leden wordt aangewezen.
Artikel 8 is aangepast aan wat nu in de gewijzigde wet gemeenschappelijke regelingen geregeld is. De leden 4 b tot en met e zijn vervallen. Lid 5 is aangepast omdat artikel 11 lid 1 is vervallen en bijgevolg het eerdere voorbehoud ten aanzien van het bepaalde in artikel 11, lid 1 ook kan vervallen.
In artikel 10 van de regeling wordt nu in overeenstemming met de gewijzigde Wet gemeenschappelijke regelingen bepaald, dat alle bevoegdheden toekomen aan het algemeen bestuur, tenzij bij wet of in de regeling zelf anders is bepaald.
In dit artikel is nu opgenomen, dat (slechts) de deelnemers in de gemeenschappelijke regeling bij eensluidende besluiten de grenzen van het gebied kunnen wijzigen.
Artikel 12 is aangepast aan wat nu in de gewijzigde wet gemeenschappelijke regelingen geregeld is. Een aantal bevoegdheden van het algemeen bestuur is nu wettelijk aan het dagelijks bestuur voorbehouden en is daarmee hier vervallen.
Dit artikel geeft de samenstelling van het dagelijks bestuur weer. Het aantal leden is gewijzigd van twee naar vier, te weten de voorzitter en vicevoorzitter van het algemeen bestuur en een lid van het algemeen bestuur, benoemd door de raad van de gemeente Capelle aan den IJssel respectievelijk de gemeente Zuidplas.
Lid 3 inzake het bevoegd verklaren te besluiten tot het verrichten van bepaalde burgerrechtelijke rechtshandelingen is vervallen, omdat die bevoegdheid nu wettelijk aan het dagelijks bestuur toekomt.
Artikel 30 inzake aanstelling of indienstneming, schorsing en ontslag van personeel is vervallen, omdat dit wettelijk geregeld is.
Lid 1 inzake het ter beoordeling toezenden van een verordening is vervallen, omdat dit wettelijk geregeld is. Nu lid 2 is aangepast aan tegenwoordige communicatiemiddelen.
De termijnen van uiterlijke toezending van een ontwerpbegroting en van vaststelling van een begroting zijn aangepast aan de gewijzigde Wet gemeenschappelijke regelingen.
De termijn van toezending van een jaarrekening aan gedeputeerde staten is aangepast aan de gewijzigde Wet gemeenschappelijke regelingen.
Lid 6 is vervallen, omdat het van toepassing verklaren van enkele artikelen van de Gemeentewet niet meer relevant is. Artikel 87a Gemeentewet is vervallen en artikel 95 Gemeentewet inzake vergoedingen voor raadsleden is niet meer van toepassing.
In lid 2 ‘Artikel 53, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet’ in plaats van ‘Artikel 52, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet’. Lid 4 is vervallen, omdat artikel 98 Gemeentewet inzake verordeningen voor vergoedingen voor raadsleden niet meer van toepassing is.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2016-668.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.