Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 2 december 2016, nr. WJZ/16076010, tot wijziging van de Regeling verhandeling teeltmateriaal en de Regeling werkzaamheden Raad voor plantenrassen in verband met de implementatie van uitvoeringsrichtlijn inzake teeltmateriaal fruitgewassen

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

Gelet op:

• uitvoeringsrichtlijn nr. 2014/96/EU van de Commissie van 15 oktober 2014 betreffende de voorschriften voor het etiketteren, plomberen en verpakken van teeltmateriaal van fruitgewassen, alsmede fruitgewassen die voor de fruitteelt worden gebruikt, die onder het toepassingsgebied van Richtlijn 2008/90/EG van de Raad vallen (PbEU 2014, L 298);

• uitvoeringsrichtlijn nr. 2014/97/EU van de Commissie van 15 oktober 2014 tot uitvoering van Richtlijn 2008/90/EG van de Raad wat betreft de registratie van leveranciers en van rassen en de gemeenschappelijke lijst van rassen (PbEU 2014, L 298);

• uitvoeringsrichtlijn nr. 2014/98/EU van de Commissie van 15 oktober 2014 tot uitvoering van Richtlijn 2008/90/EG van de Raad wat betreft specifieke voorschriften voor de in bijlage I bij die richtlijn bedoelde geslachten en soorten van fruitgewassen, specifieke voorschriften waaraan leveranciers moeten voldoen, en nadere voorschriften betreffende officiële inspecties (PbEU 2014, L 298);

• de artikelen 44 en 87, vijfde en zesde lid, van de Zaaizaad en plantgoedwet 2005, de artikelen 8a en 12, vierde lid, van het Besluit werkzaamheden Raad voor de plantenrassen, de artikelen 3, 6, derde lid, en 6a van het Besluit verhandeling teeltmateriaal.

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling verhandeling teeltmateriaal wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel j komt te luiden:

j. richtlijn (EU) 2014/96:

uitvoeringsrichtlijn nr. 2014/96/EU van de Commissie van 15 oktober 2014 betreffende de voorschriften voor het etiketteren, plomberen en verpakken van teeltmateriaal van fruitgewassen, alsmede fruitgewassen die voor de fruitteelt worden gebruikt, die onder het toepassingsgebied van Richtlijn 2008/90/EG van de Raad vallen (PbEU 2014, L 298);.

2. Onderdelen m en n komen te luiden:

m. richtlijn (EU) 2014/97:

uitvoeringsrichtlijn nr. 2014/97/EU van de Commissie van 15 oktober 2014 tot uitvoering van Richtlijn 2008/90/EG van de Raad wat betreft de registratie van leveranciers en van rassen en de gemeenschappelijke lijst van rassen (PbEU 2014, L 298);

n. richtlijn (EU) 2014/98:

uitvoeringsrichtlijn nr. 2014/98/EU van de Commissie van 15 oktober 2014 tot uitvoering van Richtlijn 2008/90/EG van de Raad wat betreft specifieke voorschriften voor de in bijlage I bij die richtlijn bedoelde geslachten en soorten van fruitgewassen, specifieke voorschriften waaraan leveranciers moeten voldoen, en nadere voorschriften betreffende officiële inspecties (PbEU 2014, L 298);.

B

In artikel 4, wordt na ‘te verstrekken aanvraagformulier’ ingevoegd: met de gegevens, bedoeld in artikel 8, eerste lid, onderdelen a en b, en tweede lid, alsmede de handelingen waarvoor de leverancier geregistreerd of erkend wil worden,.

C

In artikel 8 wordt onder vernummering van het tweede tot het derde lid een lid ingevoegd, luidende:

• 2. In het geval van de registratie van een leverancier van materiaal van fruitgewassen bevat het register tevens de belangrijkste geslachten of soorten fruitgewassen waarop de handelingen, bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, betrekking hebben.

D

Artikel 22 komt te luiden:

Artikel 22

Bij onderzoek, de keuring en de controle van teeltmateriaal van fruitgewassen neemt Naktuinbouw het bepaalde bij of krachtens de artikelen 5, 6, 12, 13, 14, eerste lid, en 16 van richtlijn (EU) 2008/90 en de artikelen 5, vierde lid, 7, 9, 10, 11, 12, 13, vierde lid, 14, tweede lid, 16, tweede en derde lid, 17, 21, derde lid, 22, 25, tweede lid, en 30 van richtlijn (EU) 2014/98 in acht.

E

Artikel 85 komt te luiden:

Artikel 85

• 1. De leverancier van teeltmateriaal van fruitgewassen:

  • a. voldoet aan in artikel 6, eerste lid, eerste tot en met vierde gedachtestreepje, van richtlijn (EU) 2008/90 en beheert hierover een register overeenkomstig artikel 29 van richtlijn (EU) 2014/98;

  • b. verricht de melding aan Naktuinbouw in de situatie bedoeld in en overeenkomstig artikel 6, tweede lid, van richtlijn (EU) 2008/90;

  • c. houdt een register bij overeenkomstig artikel 6, derde lid, van richtlijn (EU) 2008/90, en

  • d. beschikt over een plan als bedoeld in artikel 28 van richtlijn (EU) 2014/98.

• 2. De leverancier voldoet aan het bepaalde in de artikelen 3, derde lid, 4, derde lid, 7, 8, eerste lid, 9, eerste, tweede, derde en vijfde lid, 10, eerste, tweede en derde lid, 11, eerste lid, tweede alinea, 12, 13, eerste, tweede, derde en vijfde lid, 14, eerste lid, 15, zevende en achtste lid, 16, eerste lid, tweede en derde lid, 17, eerste lid, 18, 19, 20, zevende en achtste lid, 21, eerste lid, tweede lid en derde lid, tweede alinea, 22, eerste lid, 23, 24, tweede en derde lid, 25, 26, eerste en tweede lid, en 27 van richtlijn (EU) 2014/98.

F

Artikel 86 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid vervalt ‘of krachtens’ en wordt ‘de artikelen 2, 3, 4, 5, van richtlijn (EEG) 93/48’ vervangen door: de artikelen 23, eerste lid, 24, eerste lid, van richtlijn (EU) 2014/98.

2. In het tweede lid wordt ‘artikel 8 van richtlijn (EEG) 93/48’ vervangen door: artikel 5, tweede en derde lid, van richtlijn (EU) 2014/96.

G

Artikel 87 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid vervalt ‘of krachtens’ en wordt ‘de artikelen 2, 6, 7, van richtlijn (EEG) 93/48’ vervangen door: de artikelen 3, eerste lid, onderdelen a tot en met f, en tweede lid, 4, eerste lid, onderdelen a tot en met f, en tweede lid, 8 tot en met 12, 15, tweede tot en met vijfde lid, 16 tot en met 19, 20, tweede tot en met vijfde lid, 21, 22, 25 en 27 van richtlijn (EU) 2014/98.

2. In het tweede lid vervalt ‘of krachtens’ en wordt ‘de artikelen 6 en 7 van richtlijn (EEG) 93/48’ vervangen door: de artikelen 3, eerste lid, 4, eerste lid, 15, eerste lid, 20, eerste lid, van richtlijn (EU) 2014/98.

3. Er worden twee leden toegevoegd, luidende:

• 3. Naktuinbouw aanvaardt een plant van fruitgewassen of een onderstam van fruitgewassen die niet behoort tot een ras als prebasismoederplant overeenkomstig artikel 5, respectievelijk artikel 6 van richtlijn (EU) 2014/98.

• 4. Naktuinbouw houdt toezicht op de toepassing van de protocollen, bedoeld in de artikelen 9, derde lid, eerste alinea, 10, derde lid, 11, derde lid, 13, vierde lid, 4, tweede lid, 15, derde lid, 16, derde lid, 17, derde lid, 21, derde lid, en 22, derde lid, van richtlijn (EU) 2014/98.

H

Artikel 91 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘in artikel 8 van richtlijn (EEG) 93/48’ vervangen door: in artikel 2, eerste lid, tweede alinea, en tweede tot en met vijfde lid van richtlijn (EU) 2014/96.

2. Onder vernummering van het tweede en derde lid tot het vierde en vijfde lid worden twee leden ingevoegd, luidende:

• 2. Teeltmateriaal van fruitgewassen dat in de handel wordt gebracht wordt vergezeld door een begeleidend document, bedoeld in artikel 3, eerste lid, van richtlijn (EU) 2014/96 dat voldoet aan het bepaalde in artikel 3, tweede lid van die richtlijn en onder de voorwaarde bedoeld in artikel 3, derde lid, van die richtlijn.

• 3. Teeltmateriaal van fruitgewassen dat in partijen in de handel wordt gebracht is voldoende homogeen en voldoet aan het bepaalde in artikel 4, eerste lid, twee alinea, en tweede lid, van richtlijn (EU) 2014/96.

ARTIKEL II

De Regeling werkzaamheden Raad voor Plantenrassen wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. De onderdelen n tot en met v worden geletterd: o tot en met w.

2. Na onderdeel m wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

n. richtlijn (EU) 2014/97:

uitvoeringsrichtlijn nr. 2014/97/EU van de Commissie van 15 oktober 2014 tot uitvoering van Richtlijn 2008/90/EG van de Raad wat betreft de registratie van leveranciers en van rassen en de gemeenschappelijke lijst van rassen (PbEU 2014, L 298);.

B

Artikel 3b, eerste lid, komt te luiden:

• 1. Een ras van een fruitgewas als bedoeld in artikel 3a, wordt toegelaten indien het voldoet aan de eisen genoemd in artikel 4, eerste lid, onderdelen a, b en c, en tweede lid, van richtlijn (EU) 2014/97.

C

Na artikel 3c wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 3d

• 1. De Raad draagt zorg voor de bewaring van het dossier waarop een toelating van een ras van een fruitgewas berust.

• 2. De toelating van een ras van een fruitgewas geldt ten hoogste 30 jaar of, ingeval van een genetisch gemodificeerd ras, voor de periode dat het desbetreffende genetisch gemodificeerde organisme krachtens de richtlijnen (EU) 2001/18 of (EU) 1829/2003 tot de teelt is toegelaten.

• 3. De toelating van een ras kan op aanvraag bij een door de Raad beschikbaar gesteld middel voor ten hoogste 30 jaar worden verlengd:

  • a. indien het materiaal van het desbetreffende ras nog beschikbaar is, en

  • b. ingeval van een genetisch gemodificeerd ras, indien en voor de periode dat het desbetreffende genetisch gemodificeerde organisme krachtens de richtlijnen (EU) 2001/18 of (EU) 1829/2003 tot de teelt is toegelaten.

• 4. De Raad kan de toelating van een ras tevens verlengen indien hij van oordeel is dat zulks bijdraagt aan het behoud van de genetische diversiteit en duurzame productie of een ander algemeen belang dient.

• 5. De Raad trekt een toelating van een fruitgewas in, ingeval:

  • a. naar zijn oordeel niet of niet meer aan de aan de toelating gestelde eisen wordt voldaan, of

  • b. bij de aanvraag van de toelating of tijdens het onderzoek ernaar onjuiste of misleidende inlichtingen zijn verstrekt ten aanzien van de feiten op basis waarvan het ras is toegelaten.

D

Artikel 10a wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel a komt te luiden:

• a. artikel 6, tweede en vierde lid, van richtlijn (EU) 2014/97, en.

2. Onderdeel b vervalt.

3. Onderdeel c wordt geletterd: b.

E

Aan artikel 15 wordt een lid toegevoegd, luidende:

• 5. Aanvragen als bedoeld in artikel 36 van de wet voor een fruitgewas gaan tevens vergezeld van de gegevens, bedoeld in artikel 5, tweede lid, onderdelen a, b en d, en derde lid, van richtlijn (EU) 2014/97 en kunnen vergezeld gaan van de gegevens bedoeld in artikel 5, derde lid, onderdelen a en b, van richtlijn (EU) 2014/97.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2017.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 2 december 2016

De Staatssecretaris van Economische Zaken, M.H.P. van Dam

TOELICHTING

I. ALGEMEEN

1. Doel en aanleiding

Deze regeling wijzigt de Regeling verhandeling teeltmateriaal en de Regeling werkzaamheden Raad voor plantenrassen in verband met de implementatie van een drietal uitvoeringsrichtlijnen inzake teeltmateriaal fruitgewassen die zijn vastgesteld ter uitvoering van de reeds geïmplementeerde Richtlijn 2008/90/EG¹. Richtlijn 2014/96/EG² van de Commissie stelt regels voor het etiketteren, het verzegelen en het verpakken van teeltmateriaal van fruitgewassen, alsmede van fruitgewassen die voor de fruitteelt worden gebruikt, om te waarborgen dat dit materiaal en deze gewassen overeenkomstig Richtlijn 2008/90/EG in de handel worden gebracht.

Richtlijn 2014/97/EG³ geeft bepalingen betreffende het in Richtlijn 2008/90/EG bedoelde register van leveranciers en de meldingsverplichtingen van leveranciers. De lidstaten moeten elkaar en de Commissie van bepaalde informatie over geregistreerde rassen en aanvragen voor de registratie van rassen in kennis stellen. Op basis van deze informatie moet de Commissie een gemeenschappelijke lijst van rassen bekendmaken door een transparante en gemakkelijk te raadplegen gegevensbank op te zetten teneinde het vertrouwen op de markt te vergroten.

Richtlijn 2014/98/EG⁴ bevat specifieke voorschriften voor de in bijlage I bij die richtlijn bedoelde geslachten en soorten van fruitgewassen tot uitvoering van Richtlijn 2008/90/EG van de Raad. Daarnaast zijn er ook specifieke voorschriften waaraan leveranciers moeten voldoen en nadere voorschriften betreffende officiële inspecties. In de bepalingen voor de certificering en het in de handel brengen van prebasismateriaal, basismateriaal en gecertificeerd materiaal moet rekening worden gehouden met de productiecycli van de verschillende geslachten en soorten waarop deze richtlijn van toepassing is. Om de identificatie en de kwaliteit te waarborgen, moeten regels betreffende de vaststelling en verificatie van de rasechtheid worden vastgesteld. Bovendien moeten de identificatie en kwaliteit worden geborgd door middel van regels betreffende de vermeerdering, inclusief hernieuwing en vermenigvuldiging. Om de gezondheid van het plantmateriaal te garanderen, moeten specifieke voorschriften worden vastgesteld betreffende de afwezigheid van plaagorganismen, inspecties, bemonstering en toetsing, zoals passend voor de desbetreffende geslachten en soorten.

2. Inhoudelijke veranderingen

De belangrijke inhoudelijke veranderingen zijn als volgt. Er is een verplichting tot rassenregistratie gekomen om teeltmateriaal onder naamaanduiding te kunnen verhandelen. Nieuwe rassen moeten officieel worden onderzocht, beschreven en geregistreerd. Oude rassen (voor 2012 in de handel) kunnen met een oudere, erkende beschrijving in het register van een lidstaat opgenomen worden. Vanaf 1 januari 2017 gaat een EU gereguleerd certificeringssysteem in fruitgewassen van start. Tot die datum bestaan er nationale systemen per lidstaat. Er zijn vanaf 2017 nieuwe voorschriften van kracht voor de labels, etiketten en documenten die moeten worden gebruikt bij het in de handel brengen van teeltmateriaal. Het betreft gewijzigde voorschriften inzake het aanbrengen, de inhoud en de kleur. Tevens wordt de verplichting geregeld in verband met certificaten die de zending begeleiden. In het certificeringsprogramma wordt het maximale aantal vermeerderingsgeneraties in de categorie basismateriaal vastgesteld. Ten slotte moet de herkomst van het voortkwekingsmateriaal (zowel CAC als gecertificeerd) bekend zijn.

3. Toezicht en handhaving

De Raad voor Plantenrassen en Naktuinbouw geven uitvoering aan, en houden toezicht op de naleving van de nationale regels. De Raad voor Plantenrassen heeft op grond van artikel 2 van de Zaaizaad- en plantgoedwet als taak het inschrijven van rassen en opstanden in het rassenregister, het toelaten van rassen en opstanden, het verlenen van kwekersrecht en het opstellen en bekendmaken van rassenlijsten. Nadere regels hierover zijn neergelegd in het Besluit werkzaamheden Raad voor plantenrassen en de Regeling werkzaamheden Raad voor Plantenrassen. Naktuinbouw is de keurings-instantie die is belast met de keuring van tuinbouwgewassen en bosbouwgewassen, het uitreiken van bewijsstukken of kentekenen en de erkenning of registratie van leveranciers. De wijzigingen die de onderhavige regeling doorvoert, zijn van invloed op de taakuitoefening van de Raad voor Plantenrassen en Naktuinbouw. Beide zijn derhalve bij de voorbereiding van deze regeling betrokken geweest.

4. Regeldruk

Deze regeling zal naar verwachting geen extra administratieve lasten opleveren waar het ‘t nieuwe EU certificeringsprogramma, de nieuwe voorschriften voor labels en het vastleggen van het maximum aantal generaties basismateriaal betreft, omdat de oude richtlijn voor deze onderwerpen vergelijkbare eisen stelde. De verplichte rassenregistratie voor nieuwe rassen die in de komende jaren geregistreerd moeten worden vraagt enige administratieve tijd van veredelaars. Deze administratieve lasten waren al eerder zichtbaar gemaakt bij implementatie van Richtlijn 2008/90/EG van de Raad en bedragen jaarlijks in totaal ongeveer € 1.100 (uitgaande van tien toelatingsaanvragen per jaar en gemiddeld € 110 per aanvraag). Overigens zal in veel gevallen gelijktijdig een aanvraag tot toelating en een aanvraag tot kwekersrechtverlening worden gedaan, wat een besparing van administratieve lasten oplevert.

Het vastleggen van de herkomst van CAC materiaal geeft wel een kleine toename van de administratieve lasten. Bedrijven moeten ten behoeve van de uitvoering van keuring of toezicht de herkomst van CAC materiaal vastleggen bij aangifte van gewassen/percelen/partijen. Bedrijven kunnen de herkomstinformatie in hun eigen administratie opnemen of de herkomstdocumenten van toeleveranciers bewaren. De administratieve lasten die het vastleggen van de herkomstinformatie met zich meebrengt bedragen ongeveer € 12 per gemiddeld bedrijf per jaar. De inschatting is dat ongeveer 250 bedrijven hiermee te maken zullen hebben, waarmee de administratieve lasten die deze regeling met zich meebrengt jaarlijks ongeveer € 3.000 bedragen.

De overige punten van de richtlijnen hebben geen effect op de administratieve lasten voor bedrijven.

5. Vaste verandermomenten en inwerkingtreding

Onderhavige regeling wijkt af van de lijn inzake de vaste verandermomenten, omdat de regeling minder dat twee maanden voor de inwerkingtreding op 1 januari 2017 wordt gepubliceerd. Deze afwijking is volgens het kabinetsbeleid inzake de vaste verandermomenten gerechtvaardigd, omdat deze regeling dient ter implementatie van Europese regelgeving en omdat de implementatiedatum van 1 januari 2017 niet mag worden overschreden.

II. ARTIKELEN

Artikel I

Artikel I wijzigt de Regeling verhandeling teeltmateriaal.

Onderdeel B

Met dit onderdeel wordt verhelderd welke gegevens door Naktuinbouw kunnen worden gevraagd bij de aanvraag voor een registratie voor leveranciers van gewassen en teeltmateriaal.

Onderdeel C

Door onderdeel C wordt een nieuw tweede lid ingevoegd in artikel 8 van de Regeling verhandeling teeltmateriaal. De bepaling implementeert de verplichting in artikel 1, tweede lid, van Richtlijn 2014/97/EU om in het leveranciersregister tevens de belangrijkste geslachten en of soorten waarin de leverancier van materiaal van fruitgewassen onderneemt op te nemen.

Onderdeel D

In artikel 22 van de Regeling verhandeling teeltmateriaal wordt verwezen naar de eisen uit de Europese regelgeving waaraan het onderzoek, de keuring en de controle door Naktuinbouw moeten voldoen. Door de wijziging van onderdeel D worden verplichtingen uit Richtlijn 93/64/EEG⁵, die komt te vervallen, vervangen door de bepalingen uit Uitvoeringsrichtlijn 2014/98/EU.

Onderdeel E

Door onderdeel E wordt artikel 85 van de Regeling verhandeling teeltmateriaal vervangen. In het artikel worden alle verplichtingen van de leverancier van teeltmateriaal van fruitgewassen opgesomd die deze conform richtlijn 2008/90/EU en uitvoeringsrichtlijn 2014/98/EU moet worden opgelegd. De implementatie van deze verplichtingen wordt door verwijzing naar de gedetailleerde bepalingen in de uitvoeringsrichtlijn verricht.

Onderdeel F

Artikel 86 van de Regeling verhandeling teeltmateriaal stelt eisen aan CAC-materiaal van fruitgewassen. Met de wijziging van artikel 86 worden de verwijzingen naar Richtlijn 94/84/EEG vervangen door verwijzingen naar Uitvoeringsrichtlijn 2014/98/EU en Uitvoeringsrichtlijn 2014/96/EU.

Onderdeel G

Artikel 87 van de Regeling verhandeling teeltmateriaal regelt de eisen waaraan materiaal van fruitgewassen moeten voldoen om door Naktuinbouw te kunnen worden gecertificeerd en de eisen die Naktuinbouw bij die certificatie in acht neemt. Met de wijziging van onderdeel G worden in het eerste lid de verwijzingen naar Richtlijn 93/48/EEG⁶ vervangen door verwijzingen naar de eisen voor materiaal van fruitgewassen van Uitvoeringsrichtlijn 2014/98/EU. In het tweede lid betreft deze vervanging de eisen waaronder de Naktuinbouw materiaal van fruitgewassen kan certificeren. Bij de wijziging van onderdeel G worden tevens twee leden toegevoegd aan artikel 87 van de Regeling verhandeling teeltmateriaal. Het betreft in het derde lid het nieuwe onderwerp van de uitvoeringsrichtlijn inzake de aanvaarding van een plant of een onderstam van fruitgewassen als prebasismoederplant. In het vierde lid wordt geregeld dat Naktuinbouw overeenkomstig Uitvoeringsrichtlijn 2014/98/EU het toezicht uitoefent inzake de toepassing van de protocollen van de Plantenbeschermingsorganisatie voor Europa en het gebied van de Middellandse Zee (EPPO).

Onderdeel H

In artikel 91 van de Regeling verhandeling teeltmateriaal zijn voorschriften inzake de etikettering vastgelegd. Door de wijziging van onderdeel H worden verplichtingen uit Richtlijn 93/48/EEG, die komt te vervallen, vervangen door de bepalingen uit Uitvoeringsrichtlijn 2014/96/EU. Tevens worden er twee leden ingevoegd voor wat betreft de homogeniteit van in de handel te brengen materiaal van fruitgewassen en wordt het mogelijk gemaakt om het materiaal te laten vergezellen van een begeleidend document dat aan de vereisten van de richtlijn voldoet.

Artikel II

Artikel II wijzigt de Regeling werkzaamheden Raad voor Plantenrassen.

Richtlijn 2014/97/EU betreft de registratie van leveranciers en de registratie van rassen fruitgewassen. Bij de implementatie van Richtlijn 2008/90/EG is er voor gekozen om de terminologie van toelating van rassen fruitgewassen in plaats van registratie te handhaven in het Besluit werkzaamheden Raad voor Plantenrassen en de Regeling werkzaamheden Raad voor Plantenrassen. Deze lijn is bij onderhavige regeling voortgezet.

Onderdeel B

Artikel 3b van de Regeling werkzaamheden Raad voor Plantenrassen regelt de eisen waaraan een fruitgewas moet voldoen als deze door de raad wil worden toegelaten. Door de wijziging van onderdeel B wordt verwezen naar de eisen van artikel 4 van Uitvoeringsrichtlijn 2014/97/EU, omdat de definities van onderscheidbaarheid, homogeniteit en bestendigheid in de uitvoeringsrichtlijn en de Zaaizaad en plantgoedwet niet alleen woordelijk, maar ook feitelijk enigszins uiteenlopen.

Onderdeel C

Door middel van onderdeel C wordt een nieuw artikel 3d ingevoegd in de Regeling werkzaamheden Raad voor Plantenrassen. Het betreft de regels in verband met de duur van de toelating, alsmede de verlenging en de intrekking van de toelating.

Onderdeel D

Onderdeel D wijzigt artikel 10a van de Regeling werkzaamheden Raad voor Plantenrassen. In dit artikel zijn de eisen neergelegd voor het onderzoek naar de aanvraag voor toelating van een ras van fruitgewassen. Deze eisen zijn thans neergelegd in artikel 6 van Uitvoeringsrichtlijn 2014/97/EU en hier wordt door de wijziging van onderdeel D kortheidshalve verwezen.

Onderdeel E

Artikel 15 van de Regeling werkzaamheden Raad voor Plantenrassen stelt regels voor de aanvraag voor onder meer de toelating van rassen. Artikel 5 van Uitvoeringsrichtlijn 2014/97/EU stelt aanvullende eisen aan de aanvraag en verlangt dat het mogelijk is dat de aanvrager additionele gegevens aanbiedt. Door de toevoeging van het vijfde lid aan artikel 15 wordt hierin voorzien.

III. TRANSPONERINGSTABEL

Bepaling in Uitvoeringsrichtlijn 2014/96/EU	Bepaling in Besluit verhandeling teeltmateriaal waarin de richtlijnbepaling reeds is geïmplementeerd	Bepaling in de Regeling verhandeling teeltmateriaal na wijziging bij onderhavige regeling	Beleidsruimte	beleidskeuze
Art. 1, eerste zin	Art. 3 jo. 6, eerste lid		Geen
Art. 1, tweede zin		Art. 86, tweede lid	Geen
Art. 2, eerste lid, eerste alinea	Art. 2, onderdeel b	art. 70	Geen
Art. 2, eerste lid, tweede alinea		Art. 91, eerste lid	Geen
Art. 2, eerste lid, derde alinea			Optioneel: Individuele etikettering fruitgewassen van 1 jaar of ouder	Vindt geen toepassing
Art. 2, tweede, derde, vierde en vijfde lid		Art. 91, eerste lid	Geen
Art. 3		Art. 91, tweede lid	Optioneel: Begeleidend document voor partijen met verschillende rassen of materiaal.	Vindt toepassing
Art. 4		Art. 91, derde lid	Geen
Art. 5		Art. 86, tweede lid	Geen
Artikelen 6, 7, 8, 9		Behoeven naar hun aard geen implementatie

Bepaling Uitvoeringsrichtlijn 2014/97/EU	Bepaling in Zaaizaad- en plantgoedwet 2005 (Zpw), of andere wet, of Besluit werkzaamheden Raad voor Plantenrassen (BvRvP) waarin de richtlijnbepaling reeds is geïmplemen-teerd	Bepaling in de Regeling werkzaamheden Raad voor Plantenrassen (RvRvP) de Regeling verhandeling teeltmateriaal (Rvt) na wijziging bij onderhavige regeling	Beleidsruimte	beleidskeuze
Art. 1, eerste lid	Art. 42, eerste lid, Zpw	art. 7, eerste lid, Rvt	Geen
Art. 1, tweede lid		Art. 8, eerste lid, en tweede lid, Rvt	Geen
Art. 1, derde lid	Art. 45 Zpw	Art. 5, tweede lid, Rvt	Geen
Art. 2, eerste lid		Art. 4 jo artikel 8, eerste lid Rvt	Geen
Art. 2, tweede lid		Art. 8, derde lid, Rvt	Geen
Art. 2, derde lid	Art. 3.40 jo 4.13 Awb		Geen
Art. 3, eerste lid	Art. 25 Zpw jo art. 5 BwRvP		Geen
Art. 3, tweede lid	Art. 25, derde lid, Zpw, artikelen 5 en 6 BwRvp		Geen
Art. 3, derde lid		Art. 3d, eerste lid, RwRvP	Geen
Art. 4, eerste lid	Art. 12, eerste lid, BwRvP	Art. 3b, eerste lid, RwRvP	Geen
Art. 4, tweede lid		Art. 3a RwRvP	Geen
Art. 5, eerste lid		Art. 15, eerste lid, RwRvp	Geen
Art. 5, tweede lid, aanhef en onderdelen a, b en d		Art. 15, vijfde lid RwRvP	Geen
Art. 5, tweede lid, aanhef en onderdeel c	Art. 36, tweede lid, Zpw		Geen
Art. 5, derde lid		Art. 3c, derde lid, RwRvP	Geen
Art. 6, eerste lid	Art. 35, eerste lid, Zpw	Art. 10a RwRvp	Geen
Art. 6, tweede lid		Art. 10a RwRvP	Geen
Art. 6, derde lid	Art. 16 BwRvp		Geen
Art. 6, vierde lid		Art. 10a RwRvP	Geen
Art. 6, vijfde lid	Art. 37 Zpw		Geen
Art. 7		Art. 3d, tweede lid, RwRvP	Geen
Art. 8		Art. 3d, derde en vierde lid, RwRvP	Optie: verlengen van duur registratie ras in algemeen belang	Vindt toepassing
Art. 9		Art. 3d, vijfde lid, RwRvP	Geen
Artikelen 10,11, 12, 13, 14, 15		Behoeven naar hun aard geen implementatie

Bepaling Uitvoeringsrichtlijn 2014/98/EU	Bepaling in Zaaizaad- en plantgoedwet 2005 (Zpw), of andere wet, of in Besluit verhandeling teeltmateriaal (Bvt) waarin de richtlijnbepaling reeds is geïmplementeerd	Bepaling in de Regeling verhandeling teeltmateriaal na wijziging bij onderhavige regeling	Beleidsruimte	Beleidskeuze
Art. 1		Behoeft naar aard geen implementatie
Art. 2, eerste lid	Artikel 40, eerste lid, Zpw		Geen
Art. 2, tweede lid	Art. 6, eerste lid, Bvt		Geen
Art. 2, derde lid	Art. 2 Bvt		Geen
Art. 2, vierde lid	Art.		Geen
Art. 3, eerste en tweede lid		Art. 87, eerste en tweede lid	Geen
Art. 3, derde lid		Art. 85, tweede lid	Geen
Art. 4, eerste en tweede lid		Art. 87, eerste en tweede lid	Geen
Art. 4, derde lid		Art. 85, tweede lid	Geen
Art. 5		Art. 87, derde lid	Geen
Art. 6		Art. 87, derde lid	Geen
Art. 7		Art. 22 en art 85, tweede lid	Geen
Art. 8		Art. 85, tweede lid, en art. 87, eerste lid	Geen
Art. 9		Art. 22, art. 85, tweede lid, en art. 87, eerste en tweede lid	Geen
Art. 10		Art. 22, art. 85, tweede lid, en art 87, eerste en tweede lid	Geen
Art. 11		Art. 22, art. 85, tweede lid, en art. 87, eerste en tweede lid	Geen
Art. 12		Art. 22, art. 85, tweede lid, en art. 87, eerste en tweede lid	Geen
Art. 13		Art. 22, art. 85, tweede lid, en art. 87, eerste en tweede lid	Geen
Art. 14		Art. 22, art. 85, tweede lid, en art. 87, eerste en tweede lid	Geen
Art. 15, eerste tot en met zesde lid		Art. 87, eerste en tweede lid	Geen
Art. 15, zevende en achtste lid		Art. 85, tweede lid	Geen
Art. 16		Art. 22, art. 85, tweede lid, en art. 87, eerste lid	Geen
Art. 17		Art. 22, art. 85, tweede lid, en art. 87, eerste lid	Geen
Art. 18		Art. 85, tweede lid, en art. 87, eerste lid	Geen
Art. 19		Art. 85, tweede lid, en art. 87, eerste lid	Geen
Art. 20, eerste tot en met zesde lid		Art. 87, eerste en tweede lid	Geen
Art. 20, zevende en achtste lid		Art. 85, tweede lid	Geen
Art. 21		Art. 22, art. 85, tweede lid, en art. 87, eerste en tweede lid	Geen
Art. 22		Art. 22, art. 85, tweede lid, en art. 87, eerste en tweede lid	Geen
Art. 23, eerste lid		Art. 86, eerste lid	Geen
Art. 23, tweede en derde lid		Art. 85, tweede lid	Geen
Art. 24, eerste lid		Art. 86, eerste lid	Geen
Art. 24, tweede en derde lid		Art. 85, tweede lid	Geen
Art. 25, eerste lid		Art. 85, tweede lid	Geen
Art. 25, tweede lid		Art. 22 en art. 85, tweede lid	Geen
Art. 26		Art. 86, eerste lid, en art. 85, tweede lid	Geen
Art. 27		Art. 86 eerste lid	Geen
Art. 28		Art. 85, eerste lid	Geen
Art. 29		Art. 85, eerste lid	Geen
Art. 30		Art. 22	Geen
Artikelen 31 – 36		Behoeven naar hun aard geen implementatie

De Staatssecretaris van Economische Zaken, M.H.P. van Dam

---

1 Richtlijn nr. 2008/90/EG van de Raad van de Europese Unie van 29 september 2008 betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van fruitgewassen, alsmede van fruitgewassen die voor de fruitteelt worden gebruikt (PbEU 2008, L 267).

2 Uitvoeringsrichtlijn nr. 2014/96/EU van de Commissie van 15 oktober 2014 betreffende de voorschriften voor het etiketteren, plomberen en verpakken van teeltmateriaal van fruitgewassen, alsmede fruitgewassen die voor de fruitteelt worden gebruikt, die onder het toepassingsgebied van Richtlijn 2008/90/EG van de Raad vallen (PbEU 2014, L 298).

3 Uitvoeringsrichtlijn nr. 2014/97/EU van de Commissie van 15 oktober 2014 tot uitvoering van Richtlijn 2008/90/EG van de Raad wat betreft de registratie van leveranciers en van rassen en de gemeenschappelijke lijst van rassen (PbEU 2014, L 298).

4 Uitvoeringsrichtlijn nr. 2014/98/EU van de Commissie van 15 oktober 2014 tot uitvoering van Richtlijn 2008/90/EG van de Raad wat betreft specifieke voorschriften voor de in bijlage I bij die richtlijn bedoelde geslachten en soorten van fruitgewassen, specifieke voorschriften waaraan leveranciers moeten voldoen, en nadere voorschriften betreffende officiële inspecties (PbEU 2014, L 298).

5 Richtlijn nr. 93/64/EEG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 5 juli 1993 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen met betrekking tot het toezicht op en de controle van leveranciers en bedrijven overeenkomstig Richtlijn 92/34/EEG van de Raad betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van fruitgewassen, alsmede van fruitgewassen die voor de fruitteelt worden gebruikt (PbEG 1993, L 250).

6 Richtlijn nr. 93/48/EEG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 23 juni 1993 tot vaststelling van het schema met de voorwaarden waaraan fruitgewassen die voor de fruitteelt worden gebruikt en teeltmateriaal daarvan overeenkomstig richtlijn (EEG) 92/34 moeten voldoen (PbEG 1993, L 250);