Besluit van de Minister van Infrastructuur en Milieu van 24 november 2016, kenmerk RWS-2016/48249, tot vaststelling beleid inzake adviescommissie project Zuidasdok in relatie tot Beleidsregel nadeelcompensatie Infrastructuur en Milieu 2014

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit tot navolgende beleidsregeling:

Artikel 1

Voor het project Zuidasdok bestaat de commissie die overeenkomstig artikel 15 van de Beleidsregel nadeelcompensatie Infrastructuur en Milieu 2014 kan worden ingesteld, in afwijking van artikel 15, derde lid, eerste zin, van die beleidsregel uit ten minste twee onafhankelijke deskundigen die door de minister en door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam worden benoemd. Indien de commissie uit twee of meer leden bestaat, wijzen de minister en het college van burgemeester van wethouders van de gemeente Amsterdam de voorzitter aan.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 24 november 2016

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

TOELICHTING

De Beleidsregel nadeelcompensatie Infrastructuur en Milieu 2014 en het Reglement adviescommissie nadeelcompensatie van de gemeente Amsterdam hebben deels afwijkende bepalingen met betrekking tot de vorming van schadebeoordelingscommissies. Middels dit besluit wordt voor het project Zuidasdok een afwijking geregeld van de Beleidsregel nadeelcompensatie Infrastructuur en Milieu 2014, zodat er een juridische basis is voor de vorming van één schadebeoordelingscommissie die kan adviseren aan zowel de gemeente Amsterdam als ook aan de minister van Infrastructuur en Milieu, op het gebied van planschade en nadeelcompensatie.

Het project Zuidasdok bestaat uit:

  • A10: het aantal rijstroken van de A10 Zuid tussen knooppunten Amstel en Nieuwe Meer uitbreiden (deels te realiseren in tunnels) om de groeiende verkeersstroom te accommoderen;

  • Openbaar Vervoer Terminal (hierna OVT): het uitbreiden van de OVT zodat deze geschikt is de reizigersaantallen tot ongeveer 2030 te kunnen afhandelen;

  • Openbare Ruimte: het herinrichten van de openbare ruimte rond de OVT en tussen de knooppunten Amstel en Nieuwe Meer als gevolg van de uitbreiding en inpassing van de A10, alsmede de realisatie van een nieuwe fietsonderdoorgang ter hoogte van de RAI;

  • Knopen: de aanpassing van de knooppunten Nieuwe Meer en Amstel.

In de projectorganisatie Zuidasdok werken drie partijen samen, te weten de gemeente Amsterdam, ProRail en Rijkswaterstaat. Voor het project wordt zowel een tracébesluit als ook een bestemmingsplan vastgesteld. Partijen hebben er voor gekozen de bestaande regelingen voor nadeelcompensatie en planschade in stand te laten en te gaan werken met:

  • a) één schadeloket waar verzoeken tot vergoeding van planschade en nadeelcompensatie met betrekking tot zowel het tracébesluit als het bestemmingsplan kunnen worden ingediend, alsmede ook verzoeken tot vergoeding van bouwschade, en

  • b) één schadebeoordelingscommissie die gaat adviseren over verzoeken tot vergoeding van nadeelcompensatie en planschade.

Dit besluit kent geen afwijkende regeling voor eenvoudige gevallen, zoals bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Beleidsregel nadeelcompensatie Infrastructuur en Milieu 2014. In eenvoudige gevallen kan de minister volstaan met de benoeming van één onafhankelijke deskundige.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Naar boven