Verkeersmaatregel Dr. Tanslaan

Logo Maastricht

Ruimte / Mobiliteit / 2016-36942

 

Gemeente Maastricht

Overwegingen ten aanzien van het besluit

Overwegende, dat het Academisch Ziekenhuis Maastricht (AZM) is uitgebreid en verbouwd;

dat het AZM heeft verzocht om verkeersbesluiten te nemen voor de verkeersmaatregelen op de wegen op het terrein van het AZM;

dat de wegen op het terrein van het AZM, in eigendom, beheer en onderhoud zijn bij het AZM;

dat de wegen op het terrein van het AZM voor het openbaar verkeer openstaande wegen zijn in de zin van artikel 1 lid b van de Wegenverkeerswet 1994 en dat derhalve conform het bepaalde in artikel 18 lid d van de Wegenverkeerswet 1994 het college van burgemeester en wethouders het bevoegde gezag is voor het nemen de door het AZM gevraagde verkeersbesluit;

dat de Dr. Tanslaan ligt op het terrein van het AZM;

dat er een maximum snelheid van 30 km/u geldt voor de Dr. Tanslaan;

dat er hoogtebeperkingen gelden op de Dr. Tanslaan in verband met een loopbrug tussen de gebouwen van het AZM;

dat deze maatregelen worden genomen om de veiligheid op de weg te verzekeren en de weggebruikers en passagiers te beschermen;

dat deze maatregel wordt genomen ter voorkoming of beperking van door het verkeer veroorzaakte hinder en overlast voor omwonenden;

dat plaatsing van de in dit besluit genoemde verkeerstekens geschiedt zoals weergegeven op de tekening OverzichtAZMbebording3 met datum 11-11-2016;

dat betreffende straat in beheer en onderhoud is bij de gemeente Maastricht;

dat te nemen verkeersmaatregelen besproken zijn met de Districtchef van politiedistrict Maastricht;

gelet op het bepaalde in de artikelen 15 en 18 van de Wegenverkeerswet 1994 en artikel 12 van het “Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer” en paragraaf 4 van de Uitvoeringsvoorschriften BABW inzake verkeerstekens;

BESLUIT

 

  • 1.

    in te trekken het bepaalde ten aanzien van de Dr. Tanslaan in het besluit van 11 maart 2013, Ruimte / Mobiliteit en Milieu / 2013-10417 en in het besluit SOG 2000-15810;

  • 2.

    door het in stand houden van het bord B6 van Bijlage I van het RVV 1990 en haaientanden aan te geven dat bestuurders komend vanaf de parkeerplaats P7 voorrrang moeten verlenen aan het verkeer op de Dr. Tanslaan;

  • 3.

    door het in stand houden van het bord B6 van Bijlage I van het RVV 1990 en haaientanden aan te geven dat bestuurders komend vanaf de verbindingsweg tussen de Dr. Tanslaan en de Joseph Bechlaan voorrrang moeten verlenen aan het verkeer op de Joseph Bechlaan;

  • 4.

    door het in stand houden van het bord B7 van Bijlage I van het RVV 1990 aan te geven dat bestuurders komend vanaf de Dr. Tanslaan voorrang moeten verlenen aan het verkeer op de P. Debeylaan;

  • 5.

    door het in stand houden van de borden C2, C3 en C4 van Bijlage I van het RVV 1990 en onderborden de Dr. Tanslaan aan te wijzen als eenrichtingsweg, gesloten voor voertuigen, ruiters en geleiders van rij- of trekdieren of vee in de richting van de Universiteitssingel, vanaf de loopbrug naar het Noordgebouw;

  • 6.

    door het in stand houden van de borden C2 en C3 van Bijlage I van het RVV 1990 en onderborden de aansluiting tussen de Dr. Tanslaan en de Joseph Bechlaan aan te wijzen als eenrichtingsweg, gesloten voor voertuigen, ruiters en geleiders van rij- of trekdieren of vee in de richting van de Dr. Tanslaan;

  • 7.

    door het in stand houden van het bord C19 van Bijlage I van het RVV 1990 een geslotenverklaring in te stellen voor voertuigen die, met inbegrip van de lading, hoger zijn 4,1 meter voor de loopbrug naar het Noordgebouw boven de Dr. Tanslaan;

  • 8.

    door het in stand houden van het bord C19 van Bijlage I van het RVV 1990 een geslotenverklaring in te stellen voor voertuigen die, met inbegrip van de lading, hoger zijn 3,5 meter voor de oostelijke loopbrug boven de Dr. Tanslaan;

  • 9.

    door het in stand houden van het bord D4 van Bijlage I van het RVV 1990 de bestuurders komend van de Dr. Tanslaan in de richting van de P. Debeylaan te gebieden de rijrichting te volgen die op het bord is aangegeven;

  • 10.

    door het in stand houden van de borden D4 en D5 van Bijlage I van het RVV 1990, de bestuurders die parkeerplaats P7 op gaan of afkomen te gebieden de rijrichting te volgen die op het bord is aangegeven;

  • 11

    door het in stand houden van het bord E6 van Bijlage I van het RVV 1990, een parkeerplaats op het parkeerterrein P7 aan te wijzen als gehandicaptenparkeerplaats;

  • 12

    door het in stand houden van de borden E7 van Bijlage I van het RVV 1990, de parkeergelegenheid ten noorden van de Dr. Tanslaan, ten oosten van het Ronald McDonald huis, aan te wijzen als gelegenheden voor het onmiddelijke laden en lossen van goederen;

  • 13

    door het in stand houden van de zebramarkering aan te wijzen als voetgangersoversteekplaats, als bedoeld in artikel 49 van het RVV 1990 de oversteekplaats op de Dr. Tanslaan ten oosten van de oostelijke loopbrug.

Maastricht 21 november 2016

Namens het college van burgemeester en wethouders van Maastricht, Wethouder Duurzaamheid, Mobiliteit en Kenniseconomie, voor deze, Teammanager Mobiliteit,

E. Westbroek

Dit besluit is op de in de gemeente gebruikelijke wijze ter openbare kennis gebracht van 1 december 2016 tot en met 12 januari 2017, waarvan mededeling is gedaan in de Staatscourant van 1 december 2016.

Bezwaar en voorlopige voorziening

Op grond van het bepaalde in de artikelen 8:1 juncto artikel 7:1 juncto artikel 6:4 van de Awb kan, door degenen wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen een termijn van zes weken, ingaande op de dag na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt c.q. is verzonden of uitgereikt, bij ons college een bezwaarschrift worden ingediend

U kunt het bezwaarschrift digitaal of schriftelijk indienen.

Als u het bezwaarschrift digitaal wilt indienen, kunt u dit doen via www.gemeentemaastricht.nl/bezwaar. U vindt hier een formulier waarmee u bezwaar kunt maken.

U kunt het bezwaarschrift ook per post indienen.

Het bezwaarschrift moet worden ondertekend en moet ten minste bevatten:

. de naam en het adres van de indiener;

. de dagtekening;

. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht;

. de gronden van het bezwaar.

Wij verzoeken u in het bezwaarschrift ook uw telefoonnummer en (zo mogelijk) uw

e-mailadres te vermelden.

Het bezwaarschrift moet worden gericht aan het college van Burgemeester en wethouders van Maastricht, Postbus 1992, 6201 BZ Maastricht.

Het indienen van bezwaar heeft geen schorsende werking. Om de inwerkingtreding van het besluit en de gevolgen daarvan op te schorten kan om een voorlopige voorziening worden verzocht. Het verzoek om een voorlopige voorziening moet worden gericht aan de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg, bestuursrecht, postbus 950 te 6040 AZ te Roermond.

Van de verzoeker van een voorlopige voorziening wordt een griffierecht geheven. U wordt door de griffie van de rechtbank geïnformeerd over de hoogte van het griffierecht en de wijze van betaling.

U kunt ook digitaal een voorlopige voorziening indienen bij genoemde rechtbank via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op de genoemde site voor de precieze voorwaarden.

 

Bijlage

Naar boven