Regeling van de Minister van Economische Zaken van 22 november 2016, nr. WJZ/16031637, tot wijziging van de Regeling garanties van oorsprong voor energie uit hernieuwbare energiebronnen en HR-WKK-elektriciteit

De Minister van Economische Zaken;

Gelet op de artikelen 77 van de Elektriciteitswet 1998, 66l van de Gaswet en 29 van de Warmtewet;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling garanties van oorsprong voor energie uit hernieuwbare energiebronnen en HR-WKK-elektriciteit wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 wordt in de definitie van nuttig aangewende warmte in de aanhef ‘die vrijkomt uit hernieuwbare energiebronnen en die wordt aangewend voor:’ vervangen door: die vrijkomt uit hernieuwbare energiebronnen en die, voor zover daarmee de inzet van niet-hernieuwbare energie wordt voorkomen, wordt aangewend voor:.

B

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. Een producent:

    • a. dient een verzoek om vaststelling in, en

    • b. herhaalt dit verzoek iedere vijf jaar.

2. Onder vernummering van het derde tot en met negende tot vierde tot en met tiende lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 3. Het tweede lid, onderdeel b, is niet van toepassing op een producent voor zover deze een productie-installatie in stand houdt met een nominaal elektrisch vermogen kleiner dan 15 kW.

3. In het tiende lid (nieuw) wordt ‘derde tot en met achtste’ vervangen door: vierde tot en met negende.

C

In artikel 5, vierde lid, wordt ‘artikel 2, vierde lid’ vervangen door: artikel 2, vijfde lid.

D

Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘iedere vijf jaar een meetprotocol op’ vervangen door: iedere vijf jaar een meetprotocol vast’.

2. In het tweede tot en met het vijfde lid wordt ‘op’ vervangen door: ‘vast’; en wordt ‘houd’ vervangen door: houdt.

E

Artikel 17, derde lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel b wordt ‘artikel 15, derde lid’ vervangen door: artikel 11, vierde lid.

2. In onderdeel c wordt ‘van de producent’ vervangen door ‘van de producent of’ en wordt ‘artikel 11, vierde lid’ vervangen door: artikel 11, vijfde lid.

F

Artikel 23 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. Een rekeninghouder die over garanties van oorsprong beschikt kan deze garanties van oorsprong, niet zijnde garanties van oorsprong voor niet-netlevering, overboeken op een andere rekening.

2. In het tweede lid wordt ‘die hij wil gebruiken om hernieuwbare brandstofeenheden als bedoeld in artikel 9.7.3.1. van de Wet milieubeheer te verwerven’ vervangen door: die hij wil gebruiken of wil doen gebruiken om hernieuwbare brandstofeenheden als bedoeld in artikel 9.7.3.1. van de Wet milieubeheer te verwerven.

3. Het derde lid vervalt.

G

Artikel 24, derde lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt ‘duurzaamheiddssysteem’ vervangen door: duurzaamheidssysteem.

2. In onderdeel e wordt ‘tot aan de invoeding in het net’ verwijderd.

H

Artikel 25 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het derde lid komt te luiden:

3. Voor de toepassing van het eerste lid geldt een garantie van oorsprong voor niet-netlevering niet als bewijs.

2. Het vierde lid vervalt.

I

In artikel 26, eerste lid, wordt ‘een garantie van oorsprong voor gas uit hernieuwbare bronnen die wordt overgeboekt’ vervangen door: een garantie van oorsprong voor gas uit hernieuwbare bronnen die is overgeboekt.

J

Artikel 29 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In de aanhef wordt ‘2016’ vervangen door: 2017.

b. In onderdeel a wordt ‘0,021’ vervangen door: 0,019.

c. In onderdeel b wordt ‘0,048’ vervangen door: 0,043.

d. In onderdeel c wordt ‘0,021’ vervangen door: 0,019.

e. In onderdeel e wordt ‘0,021’ vervangen door: 0,019.

2. Het derde lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In de aanhef wordt ‘2016’ vervangen door: 2017.

b. In onderdeel a wordt ‘0,048’ vervangen door: 0,043.

c. In onderdeel b wordt ‘0,021’ vervangen door: 0,019.

d. In onderdeel d wordt ‘0,021’ vervangen door: 0,019.

3. Het vierde lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In de aanhef wordt ‘2016’ vervangen door: 2017.

b. In onderdeel a wordt ‘0,21’ vervangen door: 0,20.

c. In onderdeel b wordt ‘0,015’ vervangen door: 0,0125.

d. In onderdeel c wordt ‘0,027’ vervangen door: 0,025.

K

Bijlage 1A wordt vervangen door de in Bijlage I bij deze regeling opgenomen bijlage.

L

Bijlage 1D wordt vervangen door de in Bijlage II bij deze regeling opgenomen bijlage.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2017.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 22 november 2016

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

BIJLAGE I, BEDOELD IN ARTIKEL I, ONDERDEEL K

Bijlage 1A. behorende bij artikel 2, eerste lid, onderdeel a, van de Regeling garanties van oorsprong voor energie uit hernieuwbare energiebronnen en HR-WKK-elektriciteit

Verzoek tot vaststelling van de geschiktheid van een productie-installatie voor de opwekking van duurzame elektriciteit en mededeling van meetgegevens omtrent duurzame elektriciteit

1. Gegevens producent
  • a. Naam:

  • b. Adres:

  • c. Postcode:

  • d. Woonplaats:

  • e. Telefoonnummer:

  • f. E-mail adres:

  • g. KvK-nummer / BSN-nummer*:

2. Gegevens contactpersoon:
  • a. Voorletters

  • b. Tussenvoegsel

  • c. Achternaam:

  • d. Geslacht:

3. Locatiegegevens productie-installatie
  • a. Adres:

  • b. Postcode:

  • c. Plaats:

  • d. EAN-code van de aansluiting op het net (18-cijferig):

  • e. EAN-code van de netbeheerder van het net waarop de productie-installatie is aangesloten, dan wel van de netbeheerder in wiens geografische gebied de productie-installatie staat:

  • f. Datum waarop de inschrijving van deze installatie moet ingaan:

  • g. Zijn er meerdere productie-installaties aangesloten via dezelfde netaansluiting?

    • Ja (voeg een tekening met de systeemgrenzen van de productie-installatie bij)

    • Nee (ga verder met vraag 4)

  • h. EAN-code van de productie-installatie waarop dit verzoek tot vaststelling betrekking heeft:

4. Typegegevens productie-installatie

Geef aan om wat voor soort installatie het gaat bij deze aanvraag. Er is slechts één antwoord mogelijk.

  • a. De aanvraag betreft een productie-installatie voor opwekking van duurzame elektriciteit door middel van:

    • windenergie op land

    • windenergie op zee

    • zonne-energie

    • waterkracht

    • getijdenenergie

    • golfenergie

    • afvalverbranding

    • verwerking van biomassa

  • b. Indien uw aanvraag een productie-installatie voor de opwekking van duurzame elektriciteit door middel van biomassa betreft: Welke soort brandstof wordt ingezet?

    • uitsluitend biogas uit vergisting

    • uitsluitend stortgas

    • uitsluitend rioolwaterzuiveringsgas of afvalwaterzuiveringsgas (uit slibvergisting)

    • uitsluitend naar haar aard zuivere vloeibare of vaste biomassa

    • huishoudelijk en vergelijkbaar bedrijfsafval

    • overig (bijvoorbeeld combinaties van bovenstaande brandstoffen, combinaties met fossiele brandstoffen etc.)

  • c. Indien u beschikt over certificaten van duurzaamheid van gebruikte brandstoffen: Wilt u deze informatie ook laten registreren op de garanties van oorsprong?

    • Ja

    • Nee

  • d. Indien uw aanvraag een afvalverbrandingsinstallatie betreft: Heeft u een MEP subsidiebeschikking of een SDE subsidiebeschikking voor het jaar 2008, 2009 of 2010?

    • Ja (voeg een meetprotocol toe, dat voldoet aan de AVI-meetvoorwaarden (bijlage 2A bij de Regeling garanties van oorsprong energie uit hernieuwbare energiebronnen en HR-WKK-elektriciteit))

    • Nee

  • e. Indien voor deze productie-installatie subsidie is afgegeven of indien u voor de productie-installatie andere financiële ondersteuning ontvangt, heeft ontvangen of gaat ontvangen: Geef aan binnen welke categorie deze ondersteuning valt:

    • geen subsidie

    • investeringssubsidie

    • productie subsidie

    • combinatie van productie- en investeringssubsidie

  • f. Indien u een subsidiebeschikking hebt ontvangen op basis van het Besluit stimulering duurzame energieproductie, vul dan hier het projectnummer in:

  • g. Datum waarop de installatie in gebruik is/wordt genomen:

  • h. Elektrisch vermogen installatie (MW):

5. Gegevens over de ingevoede elektriciteit
  • a. Voedt u alle elektriciteit die is opgewekt door uw productie-installatie in op een net?

    • Ja

    • Nee

  • b. Wilt u ook garanties van oorsprong ontvangen voor de elektriciteit die niet op een net, maar op een installatie is ingevoed?

    • Ja

    • Nee

  • c. Geef aan op welke rekening (EAN-code van een handelaar) uw Garanties van Oorsprong moeten worden bijgeschreven:

    EAN-code:

6. Algemene verklaring

U verklaart door het invullen en ondertekenen van dit formulier:

  • a. Dat de in dit formulier bedoelde installatie zodanig op een net of op een (andere) installatie is aangesloten en voorzien is van (een) meter(s) die voldoe(t)(n) aan de criteria gesteld in de Meetcode Elektriciteit, dat door de netbeheerder dan wel door het toegelaten meetbedrijf de op een net of een installatie ingevoede elektriciteit eenduidig kan worden gemeten, dan wel uit een combinatie van metingen eenduidig kan worden berekend;

  • b. Dat u te allen tijde zult meewerken aan door de netbeheerder uit te voeren controles van de in dit formulier bedoelde productie-installatie en de bijbehorende meter(s), voor zover deze controles betrekking hebben op dit verzoek;

  • c. Dat u, indien in de productie-installatie niet naar haar aard zuivere biomassa of niet zuivere biomassa wordt verwerkt, door middel van een daartoe geëigende methode aan de hand van bemonstering per partij vaststelt of laat vaststellen of de biomassa als zuiver kan worden aangemerkt c.q. welk gedeelte van de verwerkte niet zuivere biomassa biologisch afbreekbaar is;

  • d. Dat u, indien in de productie-installatie niet naar zijn aard zuiver biogas of niet zuiver biogas wordt verwerkt, ten aanzien van de grondstof die bij het ontstaan van dit biogas gebruikt wordt, door middel van een daartoe geëigende methode aan de hand van bemonstering per partij vaststelt of laat vaststellen dat het materiaal waaruit de duurzame elektriciteit is opgewekt, is aan te merken als zuivere of niet-zuivere biomassa;

  • e. Dat u, in het geval dat één van de zaken zoals door u aangegeven bij de vragen 2, 3, 4 of 5 verandert, hiervan vooraf melding maakt door dit formulier opnieuw in te vullen en te doen toekomen aan de netbeheerder;

  • f. Dat u deze verklaring naar waarheid heeft ingevuld.

7. Ondertekening

Plaats:

Datum:

Handtekening aanvrager:

Bijlage(n):

Opmerkingen producent:

Plaats:

Datum:

Naam netbeheerder:

Handtekening netbeheerder:

Opmerkingen netbeheerder:

Let op: Maak een kopie van deze ingevulde verklaring voor eigen gebruik!

* doorhalen wat niet van toepassing is

BIJLAGE II, BEDOELD IN ARTIKEL I, ONDERDEEL L

Bijlage 1d. behorende bij artikel 2, eerste lid, onderdeel d, van de Regeling garanties van oorsprong voor energie uit hernieuwbare energiebronnen en HR-WKK-elektriciteit

Verzoek tot vaststelling van de geschiktheid van een productie-installatie voor de opwekking van hernieuwbare warmte en mededeling van meetgegevens van hernieuwbare warmte

1. Gegevens producent
  • a. Naam:

  • b. Adres:

  • c. Postcode:

  • d. Woonplaats:

  • e. Telefoonnummer:

  • f. E-mail adres:

  • g. KvK-nummer / BSN-nummer*:

2. Gegevens contactpersoon:
  • a. Voorletters:

  • b. Tussenvoegsel:

  • c. Achternaam:

  • d. Geslacht:

3. Locatiegegevens productie-installatie
  • a. Adres:

  • b. Postcode:

  • c. Plaats:

  • d. EAN-code van de aansluiting op het net (18-cijferig):

  • e. Projectnummer SDE-beschikking: SDE

  • f. Datum waarop de inschrijving van deze installatie moet ingaan:

4. Typegegevens productie-installatie

Kruis aan om wat voor soort installatie het gaat bij deze aanvraag. Er is slechts één antwoord mogelijk.

  • a. De aanvraag betreft een productie-installatie voor opwekking van duurzame warmte door:

    • geothermie

    • zonthermie

    • afvalverbranding

    • overige verwerking van biomassa

  • b. Indien uw aanvraag een productie-installatie voor de opwekking van duurzame warmte door middel van biomassa betreft, welke soort brandstof wordt ingezet?

    • uitsluitend biogas uit vergisting

    • uitsluitend stortgas

    • uitsluitend rioolwaterzuiveringsgas of afvalwaterzuiveringsgas (uit slibvergisting)

    • uitsluitend naar haar aard zuivere vloeibare of vaste biomassa

    • huishoudelijk en vergelijkbaar bedrijfsafval

    • overig (bijvoorbeeld combinaties van bovenstaande brandstoffen, combinaties met fossiele brandstoffen etc.)

  • c. Datum waarop de installatie in gebruik is/wordt genomen:

  • d. Thermisch vermogen installatie (MWth):

5. Bijschrijvingen garanties van oorsprong

Geef aan op welke rekening (EAN-code van een handelaar) uw Garanties van Oorsprong moeten worden bijgeschreven:

EAN-code:

6. Algemene verklaring

U verklaart door het invullen en ondertekenen van dit formulier:

  • a. Dat de in dit formulier bedoelde installatie voorzien is van (een) meter(s) die voldoe(t)(n) aan de gestelde criteria, dat door het toegelaten meetbedrijf de nuttige warmte eenduidig kan worden gemeten, dan wel uit een combinatie van metingen eenduidig kan worden berekend;

  • b. Dat u te allen tijde zult meewerken aan door het meetbedrijf uit te voeren controles van de in dit formulier bedoelde installatie en de bijbehorende meter(s), voor zover deze controles betrekking hebben op dit verzoek;

  • c. Dat u, indien in de productie-installatie niet naar haar aard zuivere biomassa of niet zuivere biomassa wordt verwerkt, door middel van een daartoe geëigende methode aan de hand van bemonstering per partij vaststelt of laat vaststellen of de biomassa als zuiver kan worden aangemerkt c.q. welk gedeelte van de verwerkte niet zuivere biomassa biologisch afbreekbaar is;

  • d. Dat u, indien in de productie-installatie niet naar zijn aard zuiver biogas of niet zuiver biogas wordt verwerkt, ten aanzien van de grondstof die bij het ontstaan van dit biogas gebruikt wordt, door middel van een daartoe geëigende methode aan de hand van bemonstering per partij vaststelt of laat vaststellen dat het materiaal waaruit de duurzame warmte is opgewekt, is aan te merken als zuivere of niet-zuivere biomassa;

  • e. Dat u, in het geval dat één van de zaken zoals door u aangegeven bij de vragen 2, 3, 4 of 5 verandert, hiervan vooraf melding maakt door dit formulier opnieuw in te vullen en te doen toekomen aan het meetbedrijf;

  • f. Dat u deze verklaring naar waarheid heeft ingevuld.

7. Ondertekening

Plaats:

Datum:

Handtekening aanvrager:

Bijlage(n):

Opmerkingen producent:

Plaats:

Datum:

Naam toegelaten meetbedrijf:

Handtekening toegelaten meetbedrijf:

Opmerkingen toegelaten meetbedrijf:

Let op! Maak een kopie van deze ingevulde verklaring voor eigen gebruik.

* doorhalen wat niet van toepassing is

TOELICHTING

I. Algemeen

1. Aanleiding

Met deze regeling wordt de Regeling garanties van oorsprong voor energie uit hernieuwbare energiebronnen en HR-WKK-elektriciteit gewijzigd (hierna: regeling).

Ten eerste worden de tarieven voor het jaar 2017 vastgesteld. Ten tweede, worden naast een aantal technische en tekstuele wijzigingen en correcties van verouderde verwijzingen, wijzigingen doorgevoerd met betrekking tot de levering van gasvormige biobrandstoffen aan transport, de definitie van nuttig aangewende warmte en de vaststelling van de geschiktheid van relatief kleine productie-installaties.

2. Tarieven 2017

De tarieven die de minister in 2017 int en die worden gebruikt om de administratie van de garanties van oorsprong (hierna: gvo’s) te bekostigen, worden in de regeling vastgelegd. De tarieven zijn uitgesplitst naar transactie per energiedrager. Vanwege de verwachte toename in het aantal transacties zijn alle tarieven per transactie voor gas-gvo’s verlaagd. De tarieven per transactie voor elektriciteit en warmte zijn ook verlaagd, met uitzondering van de tarieven voor overboeking en export van gvo’s. Van die handelingen wordt een minder grote toename verwacht.

3. Levering van gasvormige biobrandstoffen aan transport

Met behulp van de gvo’s voor hernieuwbaar gas is het mogelijk om een hoeveelheid groen gas als transportbrandstof in het Register Energie voor Vervoer in te boeken. Dit wordt geregeld in de Wet milieubeheer en de hierop gebaseerde Besluit hernieuwbare energie vervoer 2015 en de Regeling hernieuwbare energie vervoer 2015. Omdat de bepalingen in de regeling dit systeem doorkruisten, is ervoor gekozen om deze bepalingen te schrappen. De wijzigingen maken de regeling beter te lezen en er verandert niets aan de huidige handelspraktijk.

4. Definitie nuttig aan gewende warmte

De definitie van nuttig aangewende warmte is verduidelijkt. Het is mogelijk om subsidie, SDE+, voor nuttige warmte te ontvangen. Met nuttige warmte wordt warmte bedoelt die op een warmtenet ingevoed kan worden. In de definitie is opgenomen dat de inzet van niet-hernieuwbare energie met de ‘nuttig aangewende warmte’ wordt voorkomen. Door deze wijziging kan het nut van de toepassingen, genoemd in de begripsbepaling, beter gecontroleerd worden.

5. Vaststelling van relatief kleine productie-installaties

Door de wijziging is het voor relatief kleine productie-installaties niet langer nodig om iedere vijf jaar opnieuw vast te stellen dat de productie-installatie geschikt is voor het opwekken van hernieuwbare energie. Het uitsluiten van kleine productie-installaties voor deze plicht zorgt voor een lastenverlichting bij de producent en CertiQ. In het verleden heeft deze toets bij dit type installaties zeer zelden nieuwe relevante informatie opgeleverd. De mogelijkheden om een niet-hernieuwbare productie-installatie in deze installaties toe te voegen zijn beperkt. Daarom is het verhoogde risico gering en aanvaardbaar.

6. Effect op regeldruk

De regeling heeft per saldo licht positief effect op de regeldruk. De lasten voor kleine producenten, met name huishoudens, worden verlaagd als zij bij CertiQ staan ingeschreven, doordat zij niet langer elke vijf jaar opnieuw hun installatie moeten laten vaststellen. Dit kost de producenten nu naar schatting vier uur per vijf jaar. Het gaat om ongeveer 10.000 producenten. Bij een uurtarief van € 15,– leidt dit tot een reductie van € 600.000,– per vijf jaar, ofwel € 120.000 per jaar.

Bovendien wordt met de wijziging de regeling beter leesbaar en worden de formulieren voor de vaststelling van de elektriciteit- en warmteproductie-installaties eenduidiger. Dit effect is moeilijk te kwantificeren en zal ook niet voor alle gebruikers even groot zijn. Geschat wordt dat het over het algemeen een klein positief effect heeft.

7. Inwerkingtreding:

Deze regeling treedt in werking op het vaste verandermoment 1 januari 2017. Wel wordt er afgeweken van de termijn van publicatie van twee maanden voorafgaand aan deze datum. Aangezien het gaat om de publicatie van tarieven die gaan gelden voor 2017 en de overige bepalingen voornamelijk versimpelingen van de regeling betreffen, kan worden afgeweken van het kabinetsbeleid op het gebied van de vaste verandermomenten.

II. Artikelen

Artikel I, onderdeel A

Met deze wijziging wordt verduidelijkt wat wordt beoogd met het begrip nuttig aangewende warmte.

Artikel I, onderdeel B

Dit onderdeel zorgt er voor dat na het eerste verzoek om vaststelling dit verzoek niet iedere vijf jaar herhaald hoeft te worden indien het gaat om een productie-installatie met een nominaal elektrisch vermogen kleiner dan 15 kW.

Artikel I, onderdeel F

Het eerste lid verheldert artikel 23, eerste lid, van de Regeling. De expliciete uitzondering die in dit lid gemaakt werd voor garanties van oorsprong voor gas uit hernieuwbare energiebronnen die worden overgeboekt aan de NEa, hoeft niet expliciet te worden gemaakt omdat het gaat om garanties van oorsprong die per definitie niet kunnen worden afgeboekt omdat ze al overgeboekt zijn aan de NEa.

Het tweede lid wijzigt artikel 23, tweede lid van de Regeling. De wijziging maakt het mogelijk dat garanties van oorsprong waarop de kenmerken als bedoeld in artikel 24, derde lid, van de regeling staan, ook ten behoeve van een ander worden overgemaakt aan de NEa. Het betreft zowel de garanties van oorsprong voor netlevering als de garanties van oorsprong voor niet-netlevering met de kenmerken als bedoeld in artikel 24, derde lid, van de regeling.

Het derde lid laat artikel 23, derde lid, vervallen. Het bepaalde in het oude lid valt al onder het bepaalde in artikel 23, tweede lid, van de Regeling en is daarmee overbodig.

Artikel I, onderdeel H

In het gewijzigde artikel 25 wordt geen aparte uitzondering meer gemaakt voor garanties van oorsprong die worden gebruikt als bewijs voor een levering van gas uit hernieuwbare energiebronnen ten behoeve van vervoer aan een in Nederland gevestigde eindafnemer. Deze uitzonderingen doorkruisten het systeem dat onder de Wet milieubeheer gecreëerd is in het Besluit hernieuwbare energie vervoer 2015 en de Regeling hernieuwbare energie vervoer 2015. Door de uitzondering in de regeling te laten vervallen wordt het overboeken van gvo’s naar de NEa overgelaten aan het bovengenoemde besluit en de bovengenoemde regeling.

Artikel I, onderdeel J

Dit onderdeel wijzigt de tarieven voor garanties van oorsprong.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

Naar boven