Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 21 november 2016, 2016-0000252614, tot vaststelling van de consumentprijsindexcijfers voor Caribisch Nederland voor 2017 alsmede naar aanleiding daarvan de vaststelling van diverse bedragen en percentages

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

In overeenstemming met de Staatssecretaris van Financiën;

Gelet op de artikelen 7b, derde lid, 8a, eerste, tweede en vierde lid, en 27 van de Wet algemene ouderdomsverzekering BES, 12a, eerste, tweede en vierde lid, en 30 van de Wet algemene weduwen- en wezenverzekering BES, 13, eerste, tweede en derde lid, van de Wet minimumlonen BES, 7, vierde lid, van de Cessantiawet BES, 5, negentiende lid, 8, derde lid, van de Wet ongevallenverzekering BES, 5, tweede lid, en 8, vierde lid, van de Wet ziekteverzekering BES, 10, eerste lid, van de Wet kinderbijslagvoorziening BES, 7b, derde lid, van de Pensioenwet BES, 7, vierde lid, van de Arbeidsvrederegeling BES en 21, eerste, derde en vierde lid, van het Besluit onderstand BES;

Besluit:

Artikel 1. Consumentenprijsindexcijfer Caribisch Nederland

  • 1. Het consumentenprijsindexcijfer voor 2017, bedoeld in de artikelen 8a, eerste lid, van de Wet algemene ouderdomsverzekering BES, 12a, eerste lid, van de Wet algemene weduwen- en wezenverzekering BES, 13, eerste lid, van de Wet minimumlonen BES, 7b, derde lid, van de Pensioenwet BES, 10, eerste lid, van de Wet kinderbijslagvoorziening BES en 21, eerste lid, van het Besluit onderstand BES wordt vastgesteld op:

    • a. 0,6% voor het openbaar lichaam Bonaire;

    • b. –1,0% voor het openbaar lichaam Sint Eustatius; en,

    • c. 0,2% voor het openbaar lichaam Saba.

  • 2. Voor belanghebbenden die woonachtig zijn buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, wordt het consumentenprijsindexcijfer voor 2017 vastgesteld op 0,6%.

  • 3. Het gemiddelde consumentenprijsindexcijfer voor 2017, bedoeld in artikel 7, vierde lid, van de Arbeidsvrederegeling BES, wordt vastgesteld op –0,07%.

Artikel 2. Wet algemene ouderdomsverzekering BES

  • 1. Het bedrag van het ouderdomspensioen, genoemd in artikel 7 van de Wet algemene ouderdomsverzekering BES, wordt per maand vastgesteld op:

    • a. USD 590, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire;

    • b. USD 723, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius;

    • c. USD 707, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba; en,

    • d. USD 590, indien belanghebbende woonachtig is buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

  • 2. Het bedrag van de toeslag, genoemd in artikel 7a, eerste lid, van de Wet algemene ouderdomsverzekering BES, wordt per maand vastgesteld op:

    • a. USD 404, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire;

    • b. USD 495, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius;

    • c. USD 485, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba; en,

    • d. USD 404, indien belanghebbende woonachtig is buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

  • 3. Het bedrag van het gezamenlijk inkomen per jaar, genoemd in artikel 7a, eerste en derde lid, onderdeel e, van de Wet algemene ouderdomsverzekering BES, wordt vastgesteld op:

    • a. USD 12.921, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire;

    • b. USD 15.828, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius;

    • c. USD 15.503, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba; en,

    • d. USD 12.921, indien belanghebbende woonachtig is buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

  • 4. De hoogte van de tegemoetkoming, genoemd in artikel 7b, eerste lid, van de Wet algemene ouderdomsverzekering BES, wordt vastgesteld op:

    • a. USD 0 voor het openbaar lichaam Bonaire;

    • b. USD 41 voor het openbaar lichaam Sint Eustatius; en,

    • c. USD 59 voor het openbaar lichaam Saba.

  • 5. Het premiepercentage, bedoeld in artikel 26, eerste lid, van de Wet algemene ouderdomsverzekering BES, wordt vastgesteld op 25%.

Artikel 3. Wet algemene weduwen- en wezenverzekering BES

  • 1. Het bedrag van het weduwenpensioen voor de weduwe jonger dan 40 jaar, genoemd in artikel 11, eerste lid, onderdeel a, van de Wet algemene weduwen- en wezenverzekering BES, wordt per maand vastgesteld op:

    • a. USD 273, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire;

    • b. USD 334, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius;

    • c. USD 327, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba; en,

    • d. USD 273, indien belanghebbende woonachtig is buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

  • 2. Het bedrag van het weduwenpensioen voor de weduwe van 40 tot en met 48 jaar, genoemd in artikel 11, eerste lid, onderdeel b, van de Wet algemene weduwen- en wezenverzekering BES, wordt per maand vastgesteld op:

    • a. USD 357, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire;

    • b. USD 438, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius;

    • c. USD 429, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba; en,

    • d. USD 357, indien belanghebbende woonachtig is buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

  • 3. Het bedrag van het weduwenpensioen voor de weduwe van 49 tot en met 57 jaar, genoemd in artikel 11, eerste lid, onderdeel c, van de Wet algemene weduwen- en wezenverzekering BES, wordt per maand vastgesteld op:

    • a. USD 447, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire;

    • b. USD 548, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius;

    • c. USD 537, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba; en,

    • d. USD 447, indien belanghebbende woonachtig is buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

  • 4. Het bedrag van het weduwenpensioen voor de weduwe van 58 tot de leeftijd waarop recht op ouderdomspensioen ontstaat, genoemd in artikel 11, eerste lid, onderdeel d, van de Wet algemene weduwen- en wezenverzekering BES, wordt per maand vastgesteld op:

    • a. USD 590, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire;

    • b. USD 723, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius;

    • c. USD 707, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba; en,

    • d. USD 590, indien belanghebbende woonachtig is buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

  • 5. Het bedrag van het weduwenpensioen voor een weduwe die invalide is of die een of meer kinderen heeft die geheel te harer laste komen en recht hebben op wezenpensioen, genoemd in artikel 11, derde lid, van de Wet algemene weduwen- en wezenverzekering BES, wordt per maand vastgesteld op:

    • a. USD 590, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire;

    • b. USD 723, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius;

    • c. USD 707, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba; en,

    • d. USD 590, indien belanghebbende woonachtig is buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

  • 6. Het bedrag van het wezenpensioen voor een ouderloos kind jonger dan 10 jaar, genoemd in artikel 12, eerste lid, van de Wet algemene weduwen- en wezenverzekering BES, wordt per maand vastgesteld op:

    • a. USD 215, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire;

    • b. USD 264, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius;

    • c. USD 258, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba; en,

    • d. USD 215, indien belanghebbende woonachtig is buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba,

  • 7. Het bedrag van het wezenpensioen voor een ouderloos kind van 10 jaar of ouder maar jonger dan 15 jaar, genoemd in artikel 12, eerste lid, van de Wet algemene weduwen- en wezenverzekering BES, wordt per maand vastgesteld op:

    • a. USD 236, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire;

    • b. USD 289, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius;

    • c. USD 283, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba; en,

    • d. USD 236, indien belanghebbende woonachtig is buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

  • 8. Het bedrag van het wezenpensioen voor een vaderloos onderscheidenlijk moederloos kind jonger dan 10 jaar, genoemd in artikel 12, tweede lid, van de Wet algemene weduwen- en wezenverzekering BES, wordt per maand vastgesteld op:

    • a. USD 198, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire;

    • b. USD 242, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius;

    • c. USD 237, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba; en,

    • d. USD 198, indien belanghebbende woonachtig is buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

  • 9. Het bedrag van het wezenpensioen voor een vaderloos onderscheidenlijk moederloos kind van 10 jaar of ouder maar jonger dan 15 jaar, genoemd in artikel 12, tweede lid, van de Wet algemene weduwen- en wezenverzekering BES, wordt per maand vastgesteld op:

    • a. USD 215, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire;

    • b. USD 264, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius;

    • c. USD 258, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba; en,

    • d. USD 215, indien belanghebbende woonachtig is buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

  • 10. Het bedrag van het wezenpensioen, genoemd in artikel 12, derde lid, van de Wet algemene weduwen- en wezenverzekering BES, voor een kind als bedoeld in artikel 9, vijfde lid, van die wet, voor zover het voldoet aan artikel 9, eerste lid, onderdelen a of b, van die wet, wordt per maand vastgesteld op:

    • a. USD 236, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire;

    • b. USD 289, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius;

    • c. USD 283, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba; en,

    • d. USD 236, indien belanghebbende woonachtig is buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

  • 11. Het bedrag van het wezenpensioen, genoemd in artikel 12, derde lid, van de Wet algemene weduwen- en wezenverzekering BES, voor een kind als bedoeld in artikel 9, vijfde lid, van die wet, voor zover het voldoet aan artikel 9, eerste lid, onderdelen c of d, van die wet, wordt per maand vastgesteld op:

    • a. USD 272, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire;

    • b. USD 333, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius;

    • c. USD 326, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba; en,

    • d. USD 272, indien belanghebbende woonachtig is buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

  • 12. Het premiepercentage, bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Wet algemene weduwen- en wezenverzekering BES, wordt vastgesteld op 1,3%.

Artikel 4. Wet minimumlonen BES

Het bedrag van het bruto minimumuurloon, genoemd in artikel 9, eerste lid, onderdelen a, b en c, van de Wet minimumlonen BES, wordt vastgesteld op:

  • a. USD 4,73, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire;

  • b. USD 5,80, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius; en,

  • c. USD 5,68, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba.

Artikel 5. Cessantiawet BES

Het premiepercentage, bedoeld in artikel 7, derde lid, van de Cessantiawet BES, wordt vastgesteld op 0,2%.

Artikel 6. Wet ongevallenverzekering BES

  • 1. Het bedrag,, bedoeld in artikel 5, negentiende lid, van de Wet ongevallenverzekering BES, wordt voor een werknemer met een zesdaagse werkweek vastgesteld op:

    • a. USD, 105,27, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire;

    • b. USD 129,00, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius; en,

    • c. USD 126,28, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba.

  • 2. Het bedrag, bedoeld in artikel 5, negentiende lid, van de Wet ongevallenverzekering BES, wordt voor een werknemer met een vijfdaagse werkweek of een werkweek van minder dan vijf dagen vastgesteld op:

    • a. USD 126,33, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire;

    • b. USD 154,80, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius; en,

    • c. USD 151,54, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba.

  • 3. Het premiepercentage, bedoeld in artikel 8, tweede lid, van de Wet ongevallenverzekering BES, wordt vastgesteld op 0,5%.

Artikel 7. Wet ziekteverzekering BES

  • 1. Het bedrag, bedoeld in artikel 5, tweede lid, van de Wet ziekteverzekering BES, wordt voor een werknemer met een zesdaagse werkweek vastgesteld op:

    • a. USD 105,27, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire;

    • b. USD 129,00, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius; en,

    • c. USD 126,28, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba.

  • 2. Het bedrag, bedoeld in artikel 5, tweede lid, van de Wet ziekteverzekering BES, wordt voor een werknemer met een vijfdaagse werkweek of een werkweek van minder dan vijf dagen vastgesteld op:

    • a. USD 126,33, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire;

    • b. USD 154,80, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius; en,

    • c. USD 151,54, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba.

  • 3. Het premiepercentage, bedoeld in artikel 8, derde lid, van de Wet ziekteverzekering BES, wordt vastgesteld op 1,6%.

Artikel 8. Wet kinderbijslagvoorziening BES

De bedragen van de kinderbijslag BES, genoemd in artikel 9 van de Wet kinderbijslagvoorziening BES, worden vastgesteld op:

  • a. USD 40, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire;

  • b. USD 42, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius; en,

  • c. USD 42, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba.

Artikel 9. Pensioenwet BES

Het bedrag, bedoeld in artikel 7b, eerste lid, van de Pensioenwet BES, wordt vastgesteld op:

  • a. USD 1524, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire;

  • b. USD 1533, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius;

  • c. USD 1529, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba; en,

  • d. USD 1524, indien belanghebbende woonachtig is buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

Artikel 10. Arbeidsvrederegeling BES

Het bedrag, genoemd in artikel 7, eerste lid, van de Arbeidsvrederegeling BES, wordt per uur vastgesteld op USD 104.

Artikel 11. Besluit onderstand BES

  • 1. De basisbedragen van de algemene onderstand, genoemd in artikel 13 van het Besluit onderstand BES, worden per twee weken vastgesteld op:

    • a. USD 91, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire;

    • b. USD 111, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius; en,

    • c. USD 109, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba.

  • 2. De bedragen van de toeslag voor zelfstandig wonende belanghebbende, genoemd in artikel 14 van het Besluit onderstand BES, worden per twee weken vastgesteld op:

    • a. USD 22, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire;

    • b. USD 27, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius; en,

    • c. USD 26, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba.

  • 3. De bedragen van de toeslag voor personen met een gezamenlijke huishouding, genoemd in artikel 15 van het Besluit onderstand BES, worden per twee weken vastgesteld op:

    • a. USD 54, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire;

    • b. USD 66, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius; en,

    • c. USD 65, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba.

  • 4. De bedragen voor een gezin met een of meer ten laste komende kinderen, genoemd in artikel 16, eerste lid, van het Besluit onderstand BES, worden per twee weken vastgesteld op:

    • a. USD 26, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire;

    • b. USD 32, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius; en,

    • c. USD 32, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba.

  • 5. De bedragen voor een gezin met twee of meer ten laste komende kinderen, genoemd in artikel 16, tweede lid, van het Besluit onderstand BES, worden per twee weken vastgesteld op:

    • a. USD 14, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire;

    • b. USD 17, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius; en,

    • c. USD 17, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba.

  • 6. De bedragen van de toeslag bij volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid van de alleenstaande, van de alleenstaande ouder of van een van de personen dan wel beide personen die een gezamenlijke huishouding voeren, genoemd in artikel 17, eerste lid, van het Besluit onderstand BES, worden per twee weken vastgesteld op:

    • a. USD 160, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire;

    • b. USD 196, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius; en,

    • c. USD 192, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba.

  • 7. Het bedrag, genoemd in artikel 17, derde lid, van het Besluit onderstand BES, wordt per twee weken vastgesteld op USD 41.

Artikel 12. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2017.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 21 november 2017

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. Klijnsma

TOELICHTING

Jaarlijks vindt de vaststelling van consumentenprijsindexcijfers voor Caribisch Nederland plaats, alsmede in aansluiting daarop aanpassing van bedragen van tegemoetkomingen en uitkeringen, van het wettelijk minimumuurloon, van premiepercentages van werknemersverzekeringen en volksverzekeringen, van het maximumdagloon voor de werknemersverzekeringen, van de bedragen genoemd in de Regeling Pensioenwet BES en van de schadeloosstelling voor de bemiddelaar (Arbeidsvrederegeling BES). Uit praktisch oogpunt is gekozen voor één regeling.

Nieuw ten opzichte van vorig jaar is dat in 2017 het bedrag van de kinderbijslag BES voor het eerst sinds de inwerkingtreding van de Wet kinderbijslagvoorziening BES per 1 januari 2016 ook geïndexeerd wordt aan de hand van het consumentenprijsindexcijfer.

Net als voorgaande jaren is gekozen voor verschillende indexcijfers per openbaar lichaam, met uitzondering van de indexatie van bedragen voor buiten de openbare lichamen woonachtige uitkeringsgerechtigden. Deze zijn gebaseerd op het consumentenprijsindexcijfer van het openbaar lichaam Bonaire. Voor de schadeloosstelling van de bemiddelaar is het gemiddelde van de consumentenprijsindexcijfers van de drie eilanden gekozen.

De onderhavige indexatie geschiedt per 1 januari 2017, met daarbij als basis het consumentenprijsindexcijfer voor het derde kwartaal van 2016 zoals vastgesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). De door het CBS gemeten ontwikkeling is respectievelijk +0,6% voor Bonaire, –1,0% voor Sint Eustatius en +0,2% voor Saba.

Gelijktijdig met de indexatie is sprake van een bijzondere aanpassing van het wettelijk minimumuurloon en de uitkeringen AOV, AWW en onderstand op grond van besluitvorming naar aanleiding van de door het CBS gepubliceerde inkomensstatistiek. Dit geldt alleen voor Sint Eustatius en Saba; de inkomensstatistiek biedt voor Bonaire vooralsnog geen ruimte voor additionele verhoging. De bijzondere aanpassing is voor Sint Eustatius +10% (resulterend in een totaal van +9% in verband met de 1% deflatie) en voor Saba +5,43% (resulterend in een totaal van +5,63% in verband met de 0,2% inflatie).

De aanpassing (inclusief indexatie) vindt telkens plaats vanuit onafgeronde bedragen (niveau 2016), waarbij de uitkomst wordt afgerond op 2 decimalen (minimumuurloon en maximum dagloon) dan wel op hele bedragen (uitkeringsbedragen en pensioenbedragen).

Het bruto minimumuurloon wordt op grond van deze regeling geïndexeerd voor werknemers van 21 jaar en ouder. Volgens het Besluit op basis van artikel 8, tweede lid, van de Wet minimumlonen BES wordt het minimumuurloon van lagere leeftijdsklassen berekend als een percentage daarvan (voor 20-jarigen: 90%; voor 19-jarigen: 85%; voor 18-jarigen: 75%; en voor 16- en 17-jarigen: 65%).

De telkens voor één jaar vast te stellen premiepercentages zijn ten opzichte van 2016 ongewijzigd gebleven.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. Klijnsma

Naar boven