Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 16 november 2016, nr. WJZ/16160006, tot wijziging van de Regeling NVWA-tarieven, de Regeling tarieven Plantenziektenwet, de Dierproevenregeling 2014 en de Regeling gewasbeschermingsmiddelen en biociden in verband met door de NVWA geheven retributies

De Staatssecretaris van Economische Zaken na overleg met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2014 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn en de artikelen 94, 94a en 94b van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, artikel 9.1 van de Wet dieren, artikel 3, tweede lid, van de Wet op de dierproeven, artikel 6a van de Plantenziektenwet en de artikelen 37 en 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling NVWA-tarieven wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel k wordt na de zinsnede ‘op de reis- en’ de volgende zinsnede ingevoegd: niet specifiek toerekenbare.

2. Onderdeel m komt te luiden:

m. werkzaamheden:

onderzoeken, keuringen, administratieve voorbereiding en afwikkeling daarvan.

B

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt ‘€ 161,34’ vervangen door: € 162,19.

2. In onderdeel b wordt ‘€ 31,83’ vervangen door: € 31,58.

3. In onderdeel c wordt ‘€ 5,28’ vervangen door: € 6,80.

4. Onder plaatsing van een 1 voor de tekst van artikel 3 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. In afwijking van het eerste lid is een retributie verschuldigd van € 569,75 indien de werkzaamheden betrekking hebben op de beoordeling van de tekst van een certificaat ten behoeve van de vaststelling van het desbetreffende certificaat. Indien de werkzaamheden betrekking hebben op de beoordeling van een tekst van een certificaat dat na vaststelling ter beschikking staat aan eenieder is een retributie verschuldigd van € 200,00. Indien de beoordeling van de tekst van een certificaat reeds met betrekking tot een derde land is uitgevoerd, is een retributie verschuldigd van € 91,16.

C

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel b, wordt ‘artikel 3’ vervangen door: ‘artikel 3, eerste lid’ en wordt ‘€ 31,83’ vervangen door: € 31,58.

2. In het derde lid wordt ‘artikel 3’ vervangen door: artikel 3, eerste lid.

D

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt ‘€ 106,13’ vervangen door: € 106,68.

2. In onderdeel b wordt ‘€ 40,21’ vervangen door: € 41,13.

3. In onderdeel c wordt ‘€ 5,28’ vervangen door: € 6,80.

4. In onderdeel d wordt ‘€ 69,19’ vervangen door: € 68,87.

5. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een puntkomma wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • e. een bedrag van € 94,70 per schriftelijke aanvullende officiële controle.

6. Onder plaatsing van een 1 voor de tekst van artikel 5 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. In afwijking van het eerste lid is een retributie verschuldigd van € 569,75 indien de werkzaamheden betrekking hebben op de beoordeling van de tekst van een certificaat ten behoeve van de vaststelling van het desbetreffende certificaat. Indien de werkzaamheden betrekking hebben op de beoordeling van een tekst van een certificaat dat na vaststelling ter beschikking staat aan eenieder is een retributie verschuldigd van € 200,00. Indien de beoordeling van de tekst van een certificaat reeds met betrekking tot een derde land is uitgevoerd, is een retributie verschuldigd van € 91,16.

E

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt ‘€ 161,31’ vervangen door: € 162,19.

2. In onderdeel b wordt ‘€ 31,38’ vervangen door: € 31,58.

F

Artikel 6a wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt de zinsnede ‘Een retributie is verschuldigd voor administratieve afwikkeling van werkzaamheden’ vervangen door: Een retributie is verschuldigd voor administratieve voorbereiding en afwikkeling van werkzaamheden.

2. In de tabel wordt ‘€ 31,83’ vervangen door: ‘€ 31,58’, wordt ‘€ 63,66 vervangen door: ‘€ 63,16’, wordt ‘€ 127,32’ vervangen door: ‘€ 126,32’, wordt ‘€ 190,98’ vervangen door: ‘€ 189,48’, wordt ‘€ 254,64’ vervangen door: ‘€ 252,64’, wordt ‘€ 318,30’ vervangen door: ‘€ 315,80’, wordt ‘€ 381,96’ vervangen door: ´€ 378,96’, wordt ‘€ 445,62’ vervangen door: ‘€ 442,12’, wordt ‘€ 509,28’ vervangen door: ‘505,28’, wordt ‘€ 572,94’ vervangen door: ‘€568,44’, wordt ‘€ 636,60’ vervangen door: ‘€ 631,60’, wordt ‘€ 700,26’ vervangen door: ‘€ 694,76’ en wordt ‘€ 763,92’ vervangen door: € 757,92.

G

Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt ‘€ 0,01134’ vervangen door: ‘€ 0,01139’, wordt ‘€ 69,06’ vervangen door: ‘€ 68,33’ en wordt ‘€ 531,46’ vervangen door: € 523,85.

2. In het derde lid wordt ‘€ 0,01474’ vervangen door: ‘€ 0,01480’, wordt ‘€ 89,79’ vervangen door: ‘€ 88,82’ en wordt ‘€ 690,90’ vervangen door: € 680,92.

3. In het vierde lid, onderdeel a, wordt ‘€ 966,38’ vervangen door: € 970,48.

4. In het vierde lid, onderdeel b, wordt ‘€ 1.932,80’ vervangen door: € 1.941,00.

5. In het vierde lid, onderdeel c, wordt ‘€ 3.865,62’ vervangen door: € 3.882,02.

6. In het vierde lid, onderdeel d, wordt ‘€ 5.806,37’ vervangen door: € 5.831,00.

H

Artikel 7a wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt ‘€ 0,00879’ vervangen door: ‘€ 0,00883’, wordt ‘€53,53’ vervangen door: ‘€ 52,95’ en wordt ‘€ 411,88’ vervangen door: € 405,99.

2. In het derde lid wordt ‘€ 0,01142’ vervangen door: ‘€ 0,01147’, wordt ‘€ 69,59’ vervangen door: ‘€ 68,83’ en wordt ‘€ 535,45’ vervangen door: € 527,71.

3. In het vierde lid, onderdeel a, wordt ‘€ 748,94’ vervangen door: € 752,12.

4. In het vierde lid, onderdeel b, wordt ‘€ 1.497,92’ vervangen door: € 1.504,27.

5. In het vierde lid, onderdeel c, wordt ‘€ 2.995,86’ vervangen door: € 3.008,56.

6. In het vierde lid, onderdeel d, wordt ‘€ 4.499,94’ vervangen door: € 4.519,02.

I

Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 63,60’ vervangen door: € 62,59.

2. In het tweede lid wordt ‘€ 63,60’ vervangen door: ‘€ 62,59’ en wordt ‘€ 41,50’ vervangen door: € 52,74.

3. In het derde lid wordt ‘€ 5,57’ vervangen door: € 7,07.

4. In het vierde lid wordt ‘€ 596,38’ vervangen door: € 569,75 en wordt aan het slot de zin toegevoegd: ‘Indien de beoordeling van de tekst van een certificaat reeds met betrekking tot een derde land is uitgevoerd, is een retributie verschuldigd van € 91,16.’.

5. In het vijfde lid wordt ‘€ 327,32’ vervangen door: € 278,86.

6. In het zesde lid wordt ‘€ 165,10’ vervangen door: € 164,09.

7. Na het zesde lid wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 7. In afwijking van het eerste lid is een retributie verschuldigd van € 55,67 indien de werkzaamheden betrekking hebben op de afgifte van een certificaat ten behoeve van een bedrijf dat, na goedkeuring van de NVWA, deelneemt aan het exportkanalisatiesysteem.

J

In artikel 10, onderdeel b, wordt ‘€ 13,66’ vervangen door: € 15,25.

K

In artikel 11, eerste lid, wordt ‘de artikelen 3 en 4’ vervangen door: ‘de artikelen 3, eerste lid en 4’ en wordt ‘€ 1,59’ vervangen door: € 1,68.

L

In artikel 12, eerste lid, wordt ‘€ 543,28’ vervangen door: € 541,15.

M

Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef wordt ‘€ 254,63’ vervangen door: € 252,64.

2. Onderdeel a vervalt.

3. De onderdelen b en c worden geletterd a en b.

4. Onder plaatsing van een 1 voor de tekst van artikel 13 wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 2. Voor de behandeling en afhandeling van een aanvraag tot toestemming voor de verzending van andere lidstaten naar Nederland van dierlijke bijproducten of afgeleide producten als bedoeld in artikel 48, eerste lid, van verordening (EG) nr. 1069/2009 is de aanvrager, dan wel diens vertegenwoordiger, een retributie verschuldigd van:

    • a. € 47,35 voor de verzending van mest bestemd voor het uitrijden op Nederlands grondgebied;

    • b. € 47,35 voor de verzending van kadavers van gezelschapsdieren en paardachtigen bestemd voor crematie in Nederland;

    • c. € 71,91 voor de behandeling en afhandeling van overige aanvragen dan bedoeld in het eerste en tweede lid.

N

Artikel 14, wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 80,42’ vervangen door: € 82,26.

2. In het tweede lid wordt ‘€ 40,21’ vervangen door: € 41,13.

O

In artikel 15, aanhef, wordt ‘€ 40,21’ vervangen door: € 41,13.

P

In artikel 16 wordt ‘€ 31,38’ vervangen door: € 31,58.

Q

Artikel 17, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. Degene die een aanvraag indient voor een erkenning of een gelijkstelling als bedoeld in de artikelen 3 en 4 van de Regeling erkenning en aanwijzing veterinaire laboratoria, is voor de behandeling van de aanvraag een vergoeding verschuldigd.

R

Na artikel 18 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 18a

Voor de behandeling en afhandeling van een aanvraag om een instellingsvergunning als bedoeld in artikel 2 van de Dierproevenregeling 2014 is de aanvrager een retributie verschuldigd van € 1.859,48.

S

Artikel 19, onderdeel e, komt te luiden:

  • e. voor activiteiten als bedoeld in de artikelen 2.32, eerste en tweede lid, 2.42, eerste en tweede lid en 8.12 aanhef, onderdeel e, Regeling handel levende dieren en levende producten.

T

Artikel 20 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘ de artikelen 3, 4, 5 en 6’ vervangen door: de artikelen 3, eerste lid, 4, 5, eerste lid, en 6.

2. In het tweede lid, onderdeel a, wordt ‘€ 9,55’ vervangen door: € 9,47.

3. In het tweede lid, onderdeel b, wordt ‘€ 12,06’ vervangen door: € 12,34.

4. In het derde lid, onderdeel a, wordt ‘€ 31,38’ vervangen door: € 31,58.

5. In het derde lid, onderdeel b, wordt ‘€ 40,21’ vervangen door: € 41,13.

6. In het vierde lid, onderdeel b, wordt ‘€ 41,38’ vervangen door: € 41,05.

U

Artikel 21 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef wordt ‘artikel 8, eerste lid, onderscheidenlijk, tweede lid,’ vervangen door: artikel 8, eerste lid, tweede lid, onderscheidenlijk zevende lid.

2. In onderdeel a wordt ‘€ 19,08’ vervangen door: ‘€ 18,78’ en wordt ‘artikel 8, eerste lid’ vervangen door: artikel 8, eerste en zevende lid.

3. In onderdeel b wordt ‘€ 12,45’ vervangen door: € 15,82.

V

Artikel 22 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt ‘€ 12,00’ vervangen door: € 15,25.

2. In het derde lid, onderdeel a, wordt ‘€ 1,50’ vervangen door: € 1,53.

3. In het derde lid, onderdelen b en c, wordt ‘€ 3,01’ vervangen door: € 3,07.

4. In het derde lid, onderdeel d, wordt ‘€ 5,27’ vervangen door: € 5,38.

5. In het derde lid, onderdeel e, wordt ‘€ 7,54’ vervangen door: € 7,69.

W

In artikel 24, derde lid, wordt ‘artikel 3’ vervangen door: artikel 3, eerste lid.

X

Na artikel 28 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 28a

  • 1. Indien een factuur voor door de NVWA verrichte werkzaamheden niet binnen 6 weken na bekendmaking is betaald, kan de minister besluiten om werkzaamheden als bedoeld in de artikelen 94 en 94a van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren en artikel 9.1 van de Wet dieren voor dezelfde betalingsplichtige slechts dan uit te voeren nadat is betaald.

  • 2. Indien het eerste lid is toegepast en de verwachte retributies over een periode van 12 weken na hervatting van de werkzaamheden naar verwachting meer bedragen dan € 5.000,00, kan de minister van de betalingsplichtige het stellen van zekerheid eisen voor de betaling van die verwachte retributies over een periode van 12 weken na hervatting van de werkzaamheden, alvorens de werkzaamheden worden hervat.

  • 3. Indien het eerste lid is toegepast en de verwachte retributies over een periode van 12 weken na hervatting van de werkzaamheden naar verwachting minder bedragen dan € 5.000,00 kan de minister van de betalingsplichtige eisen dat het totale bedrag van die verwachte retributies over een periode van 12 weken als voorschot wordt betaald, alvorens de werkzaamheden worden hervat.

Y

Bijlage A wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel d wordt, onder vernummering van de derde en de vierde subcategorie naar de vierde en de vijfde subcategorie, een subcategorie ingevoegd:

  • 3. lagomorfen als bedoeld in bijlage I, onderdeel 1.4, van verordening (EG) nr. 853/2004.

2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel p door een puntkomma worden twee onderdelen toegevoegd, luidende:

  • q. werkzaamheden die betrekking hebben op onderzoek dat in verband met de deelname van een bedrijf aan het exportkanalisatiesysteem wordt verricht;

  • r. de behandeling en afhandeling van een toestemming op grond van artikel 7 en bijlage IV van de verordening (EG) nr. 999/2001.

Z

Bijlage B wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel m vervalt.

2. De onderdelen n tot en met r worden geletterd m tot en met q.

AA

De tabel in bijlage F komt te luiden:

Diersoort

GVE

   

Runderen, eenhoevigen en gedomesticeerde wilde soortgenoten

 

Volwassen runderen en eenhoevigen (vanaf 12 maanden)

1

Runderen en eenhoevigen (tot 12 maanden)

0,5

   

Varkens en gedomesticeerde wilde soortgenoten

 

Varkens meer dan 100 kg levend gewicht

0,2

Biggen van minder dan 15 kg levend gewicht

0,05

Andere varkens inclusief gedomesticeerde wilde zwijnen

0,15

   

Andere diersoorten en gedomesticeerde wilde soortgenoten

 

Schapen en geiten

0,1

Lammeren en jonge geiten van minder dan 15 kg levend gewicht

0,05

Gedomesticeerde damherten, edelherten, moeflons, lama’s en kangoeroes

0,1

loopvogels

0,1

Grof vrij wild

0,1

Pluimvee en lagomorfen

0,007

Klein vrij wild

0,0014

BB

In bijlage G wordt in de kop boven de tabel ‘artikel 9, tweede lid, onderdeel a,’ vervangen door: artikel 11, tweede lid, onderdeel a,.

ARTIKEL II

De Regeling tarieven Plantenziektenwet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt ‘€ 194,32’ vervangen door: ‘€ 294,72’ en wordt ‘€ 1,62’ vervangen door: € 1,64.

2. In het eerste lid, onderdeel b, aanhef, wordt ‘€ 252,62’ vervangen door: € 383,14.

3. In het eerste lid, onderdeel b, onder 1, wordt ‘€ 388,64’ vervangen door: € 383,40.

4. In het eerste lid, onderdeel b, onder 2, wordt ‘€ 388,64’ vervangen door: ‘€ 383,40’ en wordt ‘€ 2,11’ vervangen door: € 2,13.

B

In artikel 2a wordt ‘€ 199,99’ vervangen door: € 192,54.

C

Artikel 2b wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid, onderdeel a, wordt ‘€ 1,47’ vervangen door: ‘€ 1,40’, wordt ‘€ 7,35’ vervangen door: ‘€ 7,00’ en wordt ‘€ 1.470,00’ vervangen door: € 1.400,00.

2. In het tweede lid, onderdeel b, wordt ‘€ 7,79’ telkens vervangen door: ‘€ 7,39’ en wordt ‘€ 7.790,00’ vervangen door: € 7.390,00.

3. In het tweede lid, onderdeel c, wordt ‘€ 0,60’ vervangen door: ‘€ 0,52’, wordt ‘€ 6,00’ vervangen door: ‘€ 5,20’ en wordt ‘€ 600,00’ vervangen door: € 520,00.

4. In het derde lid wordt ‘€ 39,75’ vervangen door: € 34,83.

D

Artikel 3, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt ‘€ 291,48’ vervangen door: € 442,08.

2. In onderdeel b wordt ‘€ 377,64’ vervangen door: € 589,44.

E

In artikel 3a wordt ‘€ 25,45’ vervangen door: € 24,31.

F

In artikel 4 wordt ‘€ 165,10’ vervangen door: € 183,19.

G

In artikel 5 wordt ‘€ 63,60’ vervangen door: € 62,59.

H

Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. Voor de behandeling en afhandeling van een aanvraag van een goedkeuring als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van richtlijn 2008/61/EG wordt de aanvrager € 400,00 per aanvraag in rekening gebracht, vermeerderd met € 737,95 indien een risicobeoordeling is uitgevoerd.

2. In het tweede lid wordt ‘€ 194,32’ vervangen door: ‘€ 294,72’ en wordt ‘€ 1,62’ vervangen door: € 1,64.

3. In het derde lid wordt ‘€ 242,90’ vervangen door: € 245,60.

4. In het vierde lid wordt ‘€ 165,10’ vervangen door: € 183,19.

5. In het vijfde lid wordt ‘€ 1.125,44’ vervangen door: € 1.137,95.

6. In het zesde lid wordt ‘€ 111,72’ vervangen door: € 106,73.

7. In het zevende lid wordt ‘€ 111,72’ vervangen door: ‘€ 106,73’ en wordt ‘€ 54,88’ vervangen door: € 52,43.

I

Artikel 7a wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt ‘€ 150,00’ vervangen door: € 239,41.

2. In het derde lid wordt ‘€ 75,00’ vervangen door: € 213,91.

3. In het vierde lid wordt ‘€ 75,00’ vervangen door: € 213,91.

4. In het vijfde lid wordt ‘€ 150,00’ vervangen door: € 214,41.

J

Artikel 8 komt te luiden:

Artikel 8

  • 1. Indien een factuur voor door de NVWA verrichte werkzaamheden niet binnen 6 weken na bekendmaking is betaald, kan de minister besluiten om werkzaamheden als bedoeld in hoofdstuk 2 van deze regeling voor dezelfde betalingsplichtige slechts dan uit te voeren nadat is betaald.

  • 2. Indien het eerste lid is toegepast en de verwachte retributies over een periode van 12 weken na hervatting van de werkzaamheden naar verwachting meer bedragen dan € 5.000,00, kan de minister van de betalingsplichtige het stellen van zekerheid eisen voor de betaling van die verwachte retributies over een periode van 12 weken na hervatting van de werkzaamheden, alvorens de werkzaamheden worden hervat.

  • 3. Indien het eerste lid is toegepast en de verwachte retributies over een periode van 12 weken na hervatting van de werkzaamheden naar verwachting minder bedragen dan € 5.000,00 kan de minister van de betalingsplichtige eisen dat het totale bedrag van die verwachte retributies over een periode van 12 weken als voorschot wordt betaald, alvorens de werkzaamheden worden hervat.

ARTIKEL III

In de Dierproevenregeling 2014 vervalt artikel 2, tweede lid.

ARTIKEL IV

De Regeling gewasbeschermingsmiddelen en biociden wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 4.5 komt te luiden:

Artikel 4.5 Leges

  • 1. Voor de behandeling en afhandeling van een aanvraag tot een erkenning als bedoeld in artikel 4.1 is een vergoeding verschuldigd van € 5.108,48.

  • 2. De houder van de erkenning, bedoeld in het eerste lid, is een vergoeding van € 1.178,88 verschuldigd voor de werkzaamheden die gericht zijn op het onderzoek of aan de eisen van de erkenning is voldaan.

B

Artikel 8.12 komt te luiden:

Artikel 8.12 Tarief voor vrijstellingen gewasbeschermingsmiddelen

Het verschuldigde tarief voor een aanvraag tot vrijstelling van een gewasbeschermingsmiddel als bedoeld in artikel 38 van de wet bedraagt:

  • a. indien advies aan de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit wordt gevraagd: € 1.284,60;

  • b. indien ook advies wordt gevraagd aan het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden wordt het onder a. bedoelde bedrag verhoogd met: tot 30 uren een tarief van €3.840, van 30 tot 45 uren een tarief van €5.760, van 45 tot 60 uren een tarief van €7.680 en van 60 tot 75 uren een tarief van €9.600.

ARTIKEL V

De Regeling zekerheidstelling en betaling van NVWA-keurlonen vervalt.

ARTIKEL VI

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2017.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 16 november 2016

De Staatssecretaris van Economische Zaken, M.H.P. van Dam

TOELICHTING

1. Inleiding

Deze regeling strekt tot herziening van de tarieven voor keurings- en controlewerkzaamheden die ambtenaren van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (hierna: NVWA) en de officiële assistenten van de Kwaliteitskeuring Dierlijke Sector (hierna: KDS) verrichten in het kader van veterinaire en hygiëneregelgeving (NVWA en KDS), de Dierproevenregeling 2014, de Regeling gewasbeschermingsmiddelen en biociden en de Regeling tarieven Plantenziektenwet (NVWA). Het betreft werkzaamheden die de NVWA en KDS uitvoeren op grond van de Europese wetgeving, dan wel op verzoek van en in het belang van het bedrijfsleven.

Onderstaand worden de belangrijkste veranderingen door deze wijzigingsregeling toegelicht.

1.1 Gemiddelde tariefdaling 1% door indexatie

Deze tariefdaling is het saldo effect van verschillende oorzaken. Enerzijds is de NVWA efficiënter gaan werken en anderzijds zijn de kosten gestegen. Voorbeelden van kostenstijgingen zijn stijging van de salariskosten en stijging van de ICT-kosten voor het technische beheer van CLIENT. Door deze stijging van de ICT-kosten zijn ook de kosten voor het technisch beheer van CLIENT gestegen van € 5,28 naar € 6,80 per exportcertificaat. Deze kosten maken onderdeel uit van verschillende retributietarieven. Het effect hiervan is beperkt, omdat bij certificering op afstand deze stijging wordt gecompenseerd door andere kostendalingen. Alleen bij de export van levende dieren en de export van vlees stijgen de kosten van de retributies hierdoor met € 150.000. Dit is een stijging van 0,8% van de retributies voor de exportsector levende dieren en vlees.

1.2 Kostendekkend maken tarieven

Voor een beperkt aantal tarieven betreft deze wijziging een verdere stap in de realisatie van het door het kabinet vastgestelde uitgangspunt (herziening retributiestelsel NVWA, Kamerstukken II 2013/14, nr. 33 835, 2) om de werkelijke kosten in rekening te brengen bij het bedrijfsleven. Dit heeft betrekking op de volgende werkzaamheden.

Het starttarief voor fytosanitaire inspecties stijgt met 50%. De totale kosten voor het bedrijfsleven nemen hierdoor met ongeveer € 50.000,- toe.

De tarieven voor ontheffingen van teeltvoorschriften die betrekking hebben op akkerbouw stijgen gemiddeld met 65%. De totale kosten voor het bedrijfsleven nemen hierdoor met ongeveer € 17.000,- toe.

De tarieven voor het verlenen en onderhouden van erkenningen voor onderzoek met gewasbeschermingsmiddelen stijgen met gemiddeld 50%. De totale kosten voor het bedrijfsleven nemen hierdoor met ongeveer € 10.000,- toe.

Het staffeltarief certificering op afstand stijgt met 24%. De totale kosten voor het bedrijfsleven nemen hierdoor met ongeveer € 250.000,- toe.

Het tarief voor de post mortem keuringswerkzaamheden, verricht door een officiële assistent van KDS in het kader van de uitvoering van het Convenant Roodvleeskeuring stijgt met deze wijziging met gemiddeld 11%. De totale kosten voor het bedrijfsleven nemen hierdoor met ongeveer € 1,6 miljoen toe. Dit is nodig om het weerstandsvermogen van KDS op peil te brengen. Het weerstandsvermogen is de afgelopen jaren te laag geworden. Dat vermogen is bedoeld om in tijden van tijdelijke vraaguitval (bijvoorbeeld als slachterijen stil liggen als gevolg van een dierziekte-uitbraak, of als er slachterijen sluiten door herstructurering of faillissement) toch de salarissen door te kunnen betalen, opdat er geen mensen moeten afvloeien die daarna weer nodig zijn. Daarnaast is de tariefstijging noodzakelijk in verband met gestegen lonen en prijzen. Sinds 1 januari 2011 heeft geen inflatiecorrectie op dit tarief plaatsgevonden.

Het verhogen van het weerstandsvermogen gebeurt in twee stappen. Ten eerste is per 1 oktober 2016 de tijdelijke korting op de tarieven ongedaan gemaakt en ten tweede wordt met deze wijzigingsregeling het tarief verhoogd.

1.3 Nieuw tarief

De schriftelijke aanvullende officiële controle is een nieuw tarief. Hiermee wordt onderscheid gemaakt tussen een ‘echte’ digitale aanvullende controle en een schriftelijke aanvullende officiële controle. Het nieuwe tarief is 40% (€ 26) duurder dan de digitale schriftelijke aanvullende controle, omdat de administratieve verwerking van een schriftelijke aanvullende officiële controle meer tijd kost.

1.4 Maat Houden

De tariefswijzigingen zijn in overeenstemming met het rapport Maat Houden (Kamerstukken II 2013/14, nr. 24 036, 407) en, voor zover relevant, in overeenstemming met verordening (EG) 882/2004. Deze verhogingen vallen, met uitzondering van de schriftelijke aanvullende controle, onder de categorie toelating. De schriftelijke aanvullende officiële controle valt onder de categorie naleving. Op basis van artikel 28 van verordening (EG) 882/2004 wordt een kostendekkende retributie geheven voor de laatstgenoemde werkzaamheid.

Voor de andere verhogingen is het profijtbeginsel van toepassing, omdat die werkzaamheden plaatsvinden op verzoek van een (rechts)persoon met het doel om toestemming te krijgen om iets te doen dat in beginsel verboden is. Gezien de relatief beperkte wijzigingen bij import en export hebben de tariefwijzigingen naar verwachting geen gevolgen voor de concurrentiepositie. De tariefswijzigingen op het gebied van plantgezondheid, deels gerelateerd aan import en export, leiden naar verwachting eveneens niet tot een substantiële aantasting van de concurrentiepositie van het bedrijfsleven.

Voor de stijging van het tarief voor KDS zijn geen negatieve gevolgen voor de concurrentiepositie te verwachten, omdat de huidige retributiekosten bij slacht en verwerking relatief laag zijn ten opzichte van de ons omringende landen.

2. Regeldrukeffecten

De regeling heeft geen effect op de regeldruk. Het betreft hier een wijziging van tarieven en retributies. Dit zijn financiële lasten en die vallen als zodanig buiten de definitie van regeldruk.

3. Vaste verandermomenten

De regeling treedt in werking per 1 januari 2017. Na 1 november 2016 is deze regeling in de Staatscourant gepubliceerd. Hiermee is niet voldaan aan de publicatietermijn van het kabinetsbeleid inzake vaste verandermomenten (Kamerstukken II 2009/10, 29 515, nr. 309). Vanwege de aard van de wijzigingen, indexering en reparatie van onvolkomenheden, wordt afgeweken van de minimale publicatietermijn van twee maanden.

4. Artikelen

Artikel I, onderdelen A en F

Door de wijziging worden in het starttarief de kosten verdisconteerd van reistijd en niet specifiek toerekenbare tijd. Dit laatste betreft tijd voor bijvoorbeeld het lezen van instructies of het deelnemen aan een overleg of een opleiding over een specifieke keurings- of toezichtsactiviteit. In het tarief voor de werkzaamheden (zogenaamde kwartiertarief) zijn de kosten verdisconteerd van de tijd die wordt besteed aan onderzoeken, keuringen, administratieve voorbereiding van de specifieke inspectie en de administratieve afwikkeling daarvan.

Artikel I, onderdelen B, D en I, onder 4

Het tarief voor de beoordeling van teksten van certificaten heeft betrekking op zogenaamde verzoekscertificaten. Het betreft hier de export van producten naar derde landen waarvoor geen bindende schriftelijke afspraken zijn gemaakt tussen de Nederlandse Chief Veterinary Officer en de bevoegde autoriteit van het derde land. De NVWA beoordeelt de eisen in de certificaatteksten van het ontvangende land. Het tarief dekt de kosten van de beoordeling en administratieve handelingen. Als een derde land exact dezelfde eisen stelt aan een product als een ander derde land dan is geen inhoudelijk beoordeling van de tekst van het certificaat nodig. De werkzaamheden die door de NVWA worden verricht hebben uitsluitend betrekking op administratieve handelingen en communicatie met aanvrager nodig. Voor deze werkzaamheden wordt een aangepast tarief in rekening gebracht.

Artikel I, onderdeel D, onder 5

In sommige situaties kan een ondernemer bij niet naleving een herinspectie of herbemonstering voorkomen, door digitaal of schriftelijk aan te tonen welke acties zijn ondernomen om de overtreding op te heffen. De digitale bewijzen moeten via e-herkenning worden aangeleverd. Dit is reeds in artikel 5 van de Regeling NVWA-tarieven geregeld. Indien ondernemer daar geen gebruik van wenst te maken kan bewijsmateriaal ook schriftelijk worden aangeleverd. Hiervoor geldt dan een hoger tarief, omdat de NVWA meer werk heeft aan het afhandelen van schriftelijk bewijs.

Artikel I, onderdelen I, onder 7 en Y, onder 2

In verband met de invoering van het Export Kanalisatie Systeem (EKS) is een nieuw tarief nodig voor certificering op afstand, dit betreft het nieuwe zevende lid in artikel 8 van de Regeling NVWA-tarieven.

Daarnaast zullen door de NVWA steekproeven worden uitgevoerd op de afgegeven certificaten op afstand. Dit is noodzakelijk voor een goede werking van het EKS in verband met het verhogen of het verlagen van de steekproeffrequentie bij goed respectievelijk minder goed presteren van het bedrijf (bonus/malus). Mede door deze financiële incentive worden bedrijven gestimuleerd zo optimaal mogelijk te presteren. De kosten van de keuring als een partij in de steekproef valt is het reguliere exporttarief van artikel 3 van de Regeling NVWA-tarieven.

Tot slot voert de NVWA audits bij bedrijven zodat beoordeeld kan worden of die bedrijven kunnen (blijven) deelnemen aan EKS. Dit tarief wordt geretribueerd, op grond van in artikel 3 en bijlage A, onderdeel r (nieuw), van de Regeling NVWA-tarieven.

Artikel I, onderdeel M

De werkwijze van de NVWA is gewijzigd voor de behandeling en afhandeling van een aanvraag tot toestemming voor de verzending van andere lidstaten naar Nederland van dierlijke bijproducten of afgeleide producten als bedoeld in artikel 48, eerste lid, van verordening (EG) nr. 1069/2009. Hierdoor is het tarief verlaagd. De afhandeling van de overige aanvragen (artikel 13, tweede lid, onder c, van de Regeling NVWA-tarieven) is duurder dan de afhandeling van aanvragen in onderdelen a en b van artikel 13, tweede lid, Regeling NVWA-tarieven, omdat de beoordeling van overige aanvragen meer tijd vergt.

Artikel I, onderdelen M, Q, S, Y, onder 1, Z en BB

Met de wijzigingen in deze onderdelen worden onvolkomenheden in de Regeling NVWA-tarieven gerepareerd.

Artikel I, onderdeel R

Het tarief voor een instellingsvergunning als bedoeld in artikel 2 van de Dierproevenregeling 2014 wordt hiermee overgeheveld van de Dierproevenregeling 2014 naar de Regeling NVWA-tarieven, omdat die regeling zoveel mogelijk betrekking moet hebben op alle tarieven.

Artikel I, onderdeel X, artikel II, onderdeel J en artikel V

De Regeling zekerheidsstelling en betaling van NVWA-keurlonen komt met deze wijzigingsregeling te vervallen. Deze regeling was gedateerd en sloot niet aan op titel 4.4 van de Algemene wet bestuursrecht. In aanvulling op titel 4.4 van de Algemene wet bestuursrecht wordt met de bepalingen in deze wijzigingsregeling geregeld dat de Inspecteur-Generaal van de NVWA de beslissing kan nemen om geen werkzaamheden uit te voeren indien de betalingsplichtige na 6 weken de openstaande factuur aan de NVWA niet heeft betaald. Het besluit om werkzaamheden niet uit te voeren kan alleen indien de wettelijke grondslag van die werkzaamheden ligt in artikel 94 en 94a van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren (zie artikel 28a van de Regeling NVWA-tarieven), of indien het gaat om werkzaamheden die ingevolge in hoofdstuk 2 van de Regeling tarieven Plantenziektenwet in rekening worden gebracht (zie artikel 8 Regeling tarieven Plantenziektenwet).

Afhankelijk van de hoogte van de te verwachten retributies over een komende periode van 12 weken kan de NVWA aan de betalingsplichtige vragen om zekerheid te stellen of een voorschot te voldoen. De zekerheidstelling geschiedt door middel van een bankgarantie. Hiermee wordt voorkomen dat bepaalde werkzaamheden gefinancierd moeten worden uit de algemene middelen, terwijl die eigenlijk ten laste zouden moeten komen van degene die vraagt om het verrichten van werkzaamheden door de NVWA.

De betalingstermijn van facturen van de NVWA wijzigt van 30 dagen in 6 weken en sluit daarmee aan op titel 4.4 van de Algemene wet bestuursrecht. Ten overvloede wordt opgemerkt dat titel 4.4 van de Algemene wet bestuursrecht, naast artikel 28a Regeling NVWA-tarieven en artikel 8 Regeling tarieven Plantenziektenwet ook van toepassing is op de betaling van een retributie.

Artikel I, onderdeel Y, onder 2

Dit betreft werkzaamheden voor toestemmingen aan inrichtingen die bepaalde dierlijke producten kunnen gebruiken in bepaalde diervoeder met inachtneming van de regelgeving die betrekking heeft op BSE. Door wijziging van de Regeling diervoeders 2012 is de grondslag voor deze retributie komen te vervallen. Door nu rechtstreeks te verwijzen naar artikel 7 en bijlage IV van Vo 999/2001 is de wettelijke grondslag hersteld.

Artikel I, onderdeel AA

In tabel F is de omschrijving van de diersoorten verbeterd en de omrekeningsfactor voor klein vrij wild wordt hiermee verlaagd naar 0,0014.

Artikel II, onderdeel H, onder 1

In artikel 7, eerste lid, van de Regeling tarieven Plantenziektenwet is een tarief opgenomen voor de behandeling en afhandeling van aanvragen van een goedkeuring als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van richtlijn 2008/61/EG. Met deze wijzigingsregeling wordt hiervoor een forfaitair tarief vastgesteld. Het eerste tarief van € 400,00 wordt in rekening gebracht voor de toets op de volledigheid van de aanvraag. Vervolgens wordt dit bedrag vermeerderd met € 737,95 indien een risicobeoordeling is uitgevoerd.

Met betrekking tot de toets op volledigheid van de aanvraag kunnen zich de volgende situaties voordoen.

  • 1) Een aanvraag is niet volledig bevonden en wordt ook niet, na daartoe in de gelegenheid te zijn gesteld, door de aanvrager binnen de daarvoor gestelde redelijke termijn aangevuld. Ingevolge artikel 4:5, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht hoeft de aanvraag dan niet in behandeling te worden genomen.

  • 2) Tijdens de volledigheidsbeoordeling van de aanvraag blijkt direct al dat de aanvraag niet kan worden toegewezen.

Bij de afhandeling van desbetreffende (onvolledige) aanvragen worden kosten gemaakt. Dit betreft het uitvoeren van de administratieve toets op volledigheid van de aanvraag en de administratieve handelingen die nodig zijn om de aanvrager in de gelegenheid te stellen om de aanvraag aan te vullen. Hiervoor wordt de aanvrager een kostendekkend tarief van € 400,00 per aanvraag in rekening gebracht. Dit geldt ook wanneer reeds bij de volledigheidsbeoordeling blijkt dat de aanvraag niet kan worden toegewezen.

Voor de daadwerkelijke behandeling van de aanvraag stelt de NVWA vast of aan de bepalingen van Bijlage I van richtlijn 2008/61/EG is voldaan. Dit gebeurt door middel van een risicobeoordeling en zo nodig wordt ook een initiële risicoanalyse uitgevoerd. Onder het uitvoeren van een risicobeoordeling wordt in het kader van deze regeling verstaan de risicobeoordeling van de aanvraag met betrekking tot bekende fytosanitaire risico’s op basis van de Eisentabel R&D Fyto. Voor deze beoordeling is de aanvrager, naast het tarief van € 400,00, ook het tarief van € 737,95 verschuldigd. De initiële risicoanalyse zoals bedoeld in artikel 7, tweede lid, Regeling tarieven Plantenziektenwet is een aanvullende beoordeling.

Artikel IV, onderdeel A

Voor werkzaamheden zowel in het kader van de erkenning van proeven en analyses met gewasbeschermingsmiddelen als bedoeld in artikel 29, derde lid, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 als in het kader van artikel 37, tweede lid, van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden zijn in artikel 4.5 van de regeling vaste forfaitaire tarieven opgenomen. Er is afgestapt van een systematiek gebaseerd op een tarief per tijdseenheid. Hiermee wordt meer consistentie en uniformiteit met betrekking tot tarieven in het domein gewasbeschermingsmiddelen beoogd. Daarnaast zijn de tarieven met het oog op kostendekkendheid geïndexeerd.

Artikel IV, onderdeel B

Het tarief van de NVWA is op basis van een nieuwe kosteninschatting bepaald op € 1.284,60 per landbouwkundige onderbouwing. Ook het tarief van het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (hierna: Ctgb) is beoordeeld op kostendekkendheid. Daarbij is de toegenomen urenbesteding van het Ctgb bij vrijstellingsaanvragen en een prijsindexatie in de afgelopen jaren in aanmerking genomen. Een tarief wordt toegepast afhankelijk van het verwachte aantal door het Ctgb te besteden uren tegen een uurtarief van € 128. Bij een standaardaanvraag waarbij Ctgb advies benodigd is, zullen maximaal 30 uren zijn gemoeid, dit zal in circa 40% van de aanvragen het geval zijn. Bij 20% zal sprake zijn van 30 á 45 uren, bij nog eens 20% van alle aanvragen 45 á 60 uren en bij de resterende 20% van de aanvragen zal er sprake zijn van 60 á 75 uren. Afhankelijk van de gestaffeld te berekenen uren zullen de totale advieskosten bij een vrijstellingsaanvraag aldus € 1.284,60, respectievelijk € 5.124,60, € 7.044,60, € 8.964,60 of maximaal € 10.884,60 bedragen. De volgende factoren zijn van invloed op het aantal uren dat het Ctgb besteedt bij de beoordeling van een aanvraag: het aantal toepassingen per vrijstelling, het feit of een vrijstelling al eerder voor dezelfde toepassing is verleend, de bekendheid met het gewasbeschermingsmiddel of de stof, de samenstelling van een middel, de vereiste in- en externe afstemming, de kwaliteit en volledigheid van het aanvraagdossier, de benodigde expertise en door het Ctgb te formuleren aanvullende mitigerende maatregelen om een veilige toepassing te bereiken.

Indien de NVWA een negatief advies geeft en het Ctgb geen risicobeoordeling uitvoert is een bedrag van € 1.284,60 verschuldigd (artikel 8.12, onderdeel a).

De Staatssecretaris van Economische Zaken, M.H.P. van Dam

Naar boven