Regeling van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 14 november 2016, kenmerk 1033544-157326-I-LZ, houdende wijziging van de Subsidieregeling eerstelijns verblijf 2016 in verband met de tweede verhoging van het budget

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 11.1.5 van de Wet langdurige zorg;

Besluit:

ARTIKEL I

Na hoofdstuk 5 van de Subsidieregeling eerstelijns verblijf 2016 wordt een hoofdstuk ingevoegd, luidende:

HOOFDSTUK 5A. TWEEDE VERHOGING

Artikel 5a.1

Het Zorginstituut verhoogt ambtshalve nogmaals het bedrag van de verleende subsidie.

Artikel 5a.2

Het bedrag van de verhoging, bedoeld in artikel 5a.1, voor een Wlz-uitvoerder is gelijk aan de som van de volgende bedragen per regio waarvoor de Wlz-uitvoerder is aangewezen als zorgkantoor:

  • Amstelland en de Meerlanden € 123.956;

  • Amsterdam € 911.699;

  • Apeldoorn, Zutphen e.o. € 488.006;

  • Arnhem € 1.484.342;

  • Drenthe € 2.037.624;

  • Flevoland € 186.447;

  • Friesland € 5.327.246;

  • ‘t Gooi € 1.266.860;

  • Groningen € 264.461;

  • Haaglanden € 1.294.782;

  • Kennemerland € 1.037.753;

  • Midden-Brabant € 197.005;

  • Midden-Holland € 565.528;

  • Midden IJssel € 794.101;

  • Nijmegen € 0;

  • Noord- en Midden-Limburg € 530.352;

  • Noord-Holland Noord € 1.444.998;

  • Noordoost Brabant € 490.181;

  • Rotterdam € 621.290:

  • Twente € 1.101.721;

  • Utrecht € 2.673.041;

  • Waardenland € 657.056;

  • West-Brabant € 816.911;

  • Westland Schieland Delfland € 335.074;

  • Zaanstreek/Waterland € 0;

  • Zeeland € 1.766.873;

  • Zuid-Holland Noord € 698.554;

  • Zuid-Hollandse Eilanden € 330.390;

  • Zuid-Limburg € 662.829;

  • Zuidoost Brabant € 883.074;

  • Zwolle € 507.847.

Artikel 5a.3

De artikelen 5.3 en 5.4 zijn van overeenkomstige toepassing op de verhoging, bedoeld in artikel 5a.1.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 september 2016.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn

TOELICHTING

Algemeen

Om te voorkomen dat er wachtlijsten voor medisch noodzakelijk opnames ontstaan is in 2016 de uitputting van de subsidiemiddelen voor eerstelijns verblijf nauwgezet gevolgd in samenwerking met het Zorginstituut Nederland (hierna: Zorginstituut).

In 2016 is reeds € 33,6 miljoen extra beschikbaar gesteld ten behoeve van het eerstelijns verblijf in 2016. Hierover is gecommuniceerd met de brief die op 13 juni 2016 aan de Tweede Kamer is gezonden (Kamerstukken II 2015/16, 34 104, nr. 130). Deze verhoging van het budget is vastgelegd in een wijziging van de Subsidieregeling eerstelijns verblijf 2016 (Stcrt. 2016, nr. 51483).

Wlz-uitvoerders, Zorginstituut en VWS hebben deze zomer signalen van zorgaanbieders gekregen dat het budgettaire kader van € 213,6 miljoen ondanks de eerdere verhoging ontoereikend was om gedurende het hele jaar continuïteit van eerstelijns verblijf te kunnen bieden Een toereikend budget is van belang omdat eerstelijns verblijf onnodige ziekenhuisopname voorkomt en omdat deze zorgvorm een goede uitstroom uit het ziekenhuis bevordert. Tevens stelt eerstelijns verblijf mensen in staat langer thuis te blijven wonen en zorgt het voor een soepele overgang naar de langdurige zorg.

Op 20 september 2016 is vervolgens aangekondigd dat er € 29,5 miljoen extra beschikbaar wordt gesteld ten behoeve van eerstelijns verblijf in 2016 (Kamerstukken II 2016/17, 34 104, nr. 139). Het totale budgettaire kader voor eerstelijns verblijf 2016 bedraagt daarmee € 243,1 miljoen.

Met onderhavige wijziging van de Subsidieregeling eerstelijns verblijf 2016 wordt de inzet van deze extra middelen geregeld. Ingevolge de artikelen 1.3 en 5.2 van de subsidieregeling is € 213,6 miljoen verdeeld over de Wlz-uitvoerders. Het Zorginstituut is op 14 september 2016 schriftelijk verzocht tot het zo spoedig mogelijk verdelen van de additionele € 29,5 miljoen over de Wlz-uitvoerders.

Na 2016 wordt eerstelijns verblijf onder de reikwijdte van de Zorgverzekeringswet (Zvw) gebracht en wordt de tijdelijke subsidiëring beëindigd. In artikel 7.1 is reeds neergelegd dat de subsidieregeling met ingang van 1 januari 2017 vervalt.

Over de onderbrenging van het eerstelijns verblijf in de Zvw per 2017 is de Tweede Kamer op 30 mei 2016 geïnformeerd (Kamerstukken II 2015/16, 34 104, nr. 125).

Artikelsgewijs

Artikel I

De tweede verhoging van de verleende subsidies is opgenomen in een afzonderlijk hoofdstuk van de subsidieregeling.

Artikel 5a.1

Voor de verhoging van de subsidieverlening is geen aanvraag vereist. Het bedrag van de verhoging is vastgelegd in de subsidieregeling.

Artikel 5a.2

De hoogte van het extra budget ad € 29,5 miljoen is gebaseerd op een prognose van de in 2016 benodigde middelen voor eerstelijns verblijf. Maandelijks leveren Wlz-uitvoerders aan het Zorginstituut productiegegevens over eerstelijns verblijf. Voor de prognose voor 2016 is gebruik gemaakt van de gegevens die betrekking hebben op de periode januari tot en met juni 2016.

De basis voor de verdeling van de aanvullende middelen over de regio’s waarvoor de Wlz-uitvoerders zijn aangewezen als zorgkantoor, komt uit de septembermonitor 2016 van het Zorginstituut. Deze rapportage van september 2016 bevat een opgave van het bedrag dat is betaald voor eerstelijns verblijf zoals verleend in de periode januari tot en met juli 2016. Uit deze septembermonitor is het totaal van de betalingen over de periode januari tot en met juli 2016 genomen als verdeelsleutel voor verdeling van de € 29,5 miljoen over de regio’s. De voorgenomen verdeling is voorgelegd aan de Wlz-uitvoerders. Dit heeft tot een wijziging geleid waarbij rekening is gehouden met een gecorrigeerde opgave van betalingsgegevens en met openstaande declaraties vanwege uitputting van een verleende subsidie in juli 2016. Voor een paar regio’s heeft de verdeling niet geleid tot extra middelen. Maar omdat elke Wlz-uitvoerder is aangewezen voor één of meer regio's waarvoor extra middelen beschikbaar gesteld zijn, is de subsidie voor alle Wlz-uitvoerders verhoogd.

Voor de berekening van de ophoging van de subsidieverlening is het totale subsidiekader van € 243,1 miljoen op bovenstaande wijze verdeeld onder de Wlz-uitvoerders. Indien het reeds eerder aan de Wlz-uitvoerder verleende subsidiebedrag lager is dan de nieuwe verdeling, dan is het verleende subsidiebedrag verhoogd. Het Zorginstituut heeft de desbetreffende subsidieverleningen gewijzigd.

Artikel 5a.3

Het Zorginstituut is op 14 september 2016 schriftelijk verzocht tot het zo spoedig mogelijk verdelen van de extra € 29,5 miljoen over de Wlz-uitvoerders. Op basis van deze informatie hebben zorgkantoren inmiddels aanvullende afspraken met zorgaanbieders gemaakt. In de beschikking tot verhoging is het nieuwe maximum subsidiebedrag vermeld en is de bevoorschotting aangepast.

Artikel II

Voor de tweede verhoging van de subsidie dient de wijziging van de subsidieregeling ten minste terug te werken tot het moment waarop het Zorginstituut de desbetreffende besluiten heeft genomen. Aangezien de onderhavige wijziging begunstigend is voor alle subsidieontvangers is er geen beletsel om aan de wijziging van de subsidieregeling terugwerkende kracht te verlenen.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn

Naar boven