Besluit van de Minister van Infrastructuur en Milieu, van 15 november 2016, nr. IENM/BSK-2016/259290, tot wijziging van bijlage 2 bij het besluit van de Minister van Infrastructuur en Milieu, van 21 januari 2013, nr. IENM/BSK 2013/6117, tot goedkeuring van de examenreglementen en examenprogramma’s voor de binnenvaart 2013

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op artikel 7.21, tweede lid, van de Binnenvaartregeling;

BESLUIT:

ARTIKEL I

Bijlage 2 ‘examenreglementen en examenprogramma's van de Stichting VAMEX als bedoeld in artikel 2 van het besluit tot goedkeuring van de examenreglementen en examenprogramma's voor de binnenvaart 2013’ wordt als volgt gewijzigd:

1. Artikel A, onderdeel 6, komt als volgt te luiden:

  • 6. Scheepvaartreglement voor het Kanaal van Gent naar Terneuzen (SRKGT), Scheepvaartreglement Gemeenschappelijke Maas (SRGM), Scheepvaartreglement Westerschelde 1990 (SRW), Internationale Bepalingen ter voorkoming van Aanvaringen op Zee (BVA) en Scheepvaartreglement Eemsmonding (SRE)

Toepassingsgebied

2. Artikel E, onderdeel 3, komt als volgt te luiden:

  • 3. Binnenvaartpolitiereglement (BPR)

Toepassingsgebied

De specifieke vaarregels die gelden met betrekking tot betonde vaargeulen en op ruim water (Waddenzee, IJsselmeer, Markermeer, IJmeer en Oosterschelde).

3. Aan artikel E wordt een nieuw onderdeel 4 toegevoegd, luidende:

  • 4. Scheepvaartreglement voor het Kanaal van Gent naar Terneuzen (SRKGT).

Toepassingsgebied

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 december 2016.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, Namens deze, DE DIRECTEUR MARITIEME ZAKEN B.C.M. Gijsbers

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kan een belanghebbende tegen dit besluit binnen zes weken na de dag, waarop dit bekend is gemaakt, een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan de Minister van In frastructuur en Milieu, ter attentie van de Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken, sector Algemeen Bestuurlijk-Juridische Zaken, postbus 20906, 2500 EX Den Haag. Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en ten minste het volgende te bevatten:

  • a. naam en adres van de indiener

  • b. de dagtekening

  • c. vermelding van de datum en het nummer of het kenmerk van het besluit waar tegen het bezwaarschrift zich richt;

  • d. een opgave van de redenen waarom men zich met het besluit niet kan verenigen.

TOELICHTING

Het Examenprogramma bij het examenreglement ten behoeve van de examens Klein Vaarbewijs 1 (KVB1) en Klein Vaarbewijs 2 (KVB2) van de Stichting Vaarbewijs en Marifoon Examens wordt met dit besluit gewijzigd. Op grond van artikel 7.21, tweede lid, van de Binnenvaartregeling dient een examenreglement en examenprogramma door de minister te worden goedgekeurd. Met deze wijziging van het eerdere goedkeuringsbesluit van 21 januari 2013, wordt het examenprogramma zowel gewijzigd als goedgekeurd. De wijzigingen betreffen het invoegen van een aantal reglementen in artikel A, onderdeel 6. Hiermee wordt een omissie in het besluit uit 2013 hersteld.

Over de wijzigingen van artikel E, onderdelen 3 en 4 kan nog het volgende worden opgemerkt. Bij besluit van 21 januari 2013 is het Examenprogramma voor onder andere KVB 1 en 2 vastgesteld. Destijds werd besloten de inhoud van de Bepalingen ter voorkoming van aanvaringen op zee en de inhoud van het Scheepvaartreglement Eemsmonding niet langer als examenstof op te nemen. Wel moesten de kandidaten het toepassingsgebied van die reglementen kennen. Dat laatste is destijds echter niet in het examenprogramma opgenomen. Voor het KVB2 ontbrak nog het toepassingsgebied van het Scheepvaartreglement Gemeenschappelijke Maas. Deze omissies zijn nu hersteld.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, Namens deze, DE DIRECTEUR MARITIEME ZAKEN B.C.M. Gijsbers

Naar boven