De Minister van Infrastructuur en Milieu,
Gelet op artikel 22, zesde lid, van de Wegenverkeerswet 1994;
BESLUIT:
Artikel 1
In deze regeling wordt verstaan onder:
- reglement 22:
-
‘Uniform provisions concerning the approval of protective helmets and of their visors
for drivers and passengers of motor cycles and mopeds’ behorende bij het Verdrag betreffende
het aannemen van eenvormige goedkeuringsvoorwaarden en de wederzijdse erkenning van
goedkeuring van uitrustingsstukken en onderdelen van motorvoertuigen, gesloten te
Genève op 20 maart 1958 (Trb. 1959, 83);
- speed-pedelec:
-
speed-pedelec als bedoeld in artikel 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens
1990.
Artikel 2
-
1. Helmen die op grond van artikel 60 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens
1990 worden gedragen, zijn voorzien van een goedkeuringsmerk:
-
a. overeenkomstig het merk dat in bijlage I behorende bij deze regeling als model 1 is
weergegeven en dat op de helm is aangebracht naar aanleiding van goedkeuring op grond
van de bepalingen van reglement 22, of
-
b. overeenkomstig voorschriften of normen die door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn
en Sport zijn gelijkgesteld met het veiligheidsniveau van reglement 22.
-
2. In afwijking van het eerste lid kan de helm van de bestuurder van een speed-pedelec
zijn voorzien van een markering overeenkomstig NTA 8776:2016.
Artikel 3
De regeling van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 21 september 1992, kenmerk
RVR131860 (Stcr. 1992,186) wordt ingetrokken.
Artikel 4
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2017.
Artikel 5
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling aanduiding motor- en bromfietshelmen.
TOELICHTING
Inleiding
Deze ministeriële regeling actualiseert de regels voor de aanduiding van motor- en
bromfietshelmen. Deze regeling geeft daarnaast uitvoering aan de motie van de leden
Visser en Hoogland van 2 juli 2015 (Kamerstukken II 2015/2016, 29 398, nr. 472), door een verwijzing op te nemen naar NTA 8776:2016, de nieuwe helmnorm voor speed-pedelecs.
Actualisering
Op grond van artikel 60 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 moeten
de bestuurder en de passagiers van bromfietsen, brommobielen zonder gesloten carrosserie,
motorfietsen en driewielige motorvoertuigen zonder gesloten carrosserie een goed passende
helm dragen. De regeling van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 21 september
1992 (Stcr. 1992,186) stelde regels aan de aanduiding die op de helmen moesten zijn
aangebracht. De daarin opgenomen verwijzingen waren verouderd. Deze regeling trekt
de regeling van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 21 september 1992 (Stcr.
1992,186) in. Verder zijn de verwijzingen geactualiseerd en is de regeling meer in
lijn gebracht met het Warenwetbesluit motor- en bromfietshelmen. Op deze wijze sluit
de regelgeving ten aanzien van de gebruiksfase aan op de regels ten aanzien van de
handelsfase. De helmen die gedragen moeten worden volgens deze regeling zijn tevens
de helmen die volgens het Warenwetbesluit motor- en bromfietshelmen verhandeld mogen
worden.
Geschikte helmen
Artikel 2 schrijft limitatief voor welke helmen op motor- en bromfietsen gedragen
mogen worden. Op grond van artikel 2, eerste lid, onder a, van deze regeling, mogen
helmen worden gedragen die zijn voorzien van het in reglement 22 van de Economische
Commissie voor Europa van de Verenigde Naties beschreven goedkeuringsmerk (ECE 22.05).
Verder mogen op grond van artikel 2, eerste lid, onderdeel b, helmen worden gedragen
die zijn voorzien van een goedkeuringsmerk overeenkomstig voorschriften of normen
die door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport zijn gelijkgesteld met
het veiligheidsniveau van ECE 22.05.
Volgens artikel 2, tweede lid, mogen bestuurders van speed-pedelecs ook helmen dragen
die zijn voorzien van een markering overeenkomstig NTA 8776:2016, naast de helmen
die voldoen aan ECE 22.05. Speed-pedelecs zijn gemotoriseerde tweewielers die elektrische
trapondersteuning bieden tot maximaal 45 km/u. Vanaf 1 januari 2017 worden deze voertuigen
gekentekend als bromfiets. Vanwege de fysieke inspanning van de bestuurder van een
speed-pedelec is het van belang dat de helm licht van gewicht is en voldoende ventilatie
biedt. Er zijn speciale bromfietshelmen op de markt die aan de norm ECE 22.05 voldoen
en ook nog eens minder zwaar zijn en meer ventilatie bieden dan de gemiddelde bromfietshelm.
Daarnaast heeft de motie Visser/Hoogland (Kamerstukken II 2015/2016, 29 398, nr. 472) de regering verzocht samen met betrokken partijen een nieuwe helmnorm vast te leggen
die voldoet aan de eisen ter bescherming van berijders van gemotoriseerde tweewielers
met snelheden tussen de 25 en 45 km/u en te stimuleren dat deze nieuwe helmen zo snel
als mogelijk op de markt gebracht kunnen worden.
NEN, RAI Vereniging en TNO hebben samen gewerkt aan een nieuwe helmnorm, de NTA 8776:2016.
Helmen die voldoen aan deze norm bieden de speed-pedelec bestuurder bij hogere snelheden
meer bescherming dan helmen die voldoen aan de huidige fietshelmnorm (EN:1078). De
helm is te herkennen aan een markering aangebracht in de helm. Alleen de bestuurders
van speed-pedelecs mogen deze helm dragen, aangezien NTA 8776:2016 alleen voor deze
doelgroep is opgesteld. Andere bromfietsbestuurders en speed-pedelec passagiers dienen
een helm goedgekeurd volgens ECE 22.05 te dragen of een helm waarvan het veiligheidsniveau
daarmee gelijk is gesteld.
Inwerkingtreding
Deze ministeriële regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2017. Dit is
tevens het moment waarop de wijziging van het Warenwetbesluit motor- en bromfietshelmen
in werking treedt, waardoor ook helmen die voldoen aan NTA 8776:2016 als bromfietshelm
verhandeld mogen worden.
Op grond van het kabinetsbeleid inzake vaste verandermomenten treden ministeriële
regelingen in werking met ingang van 1 januari, 1 april, 1 juli of 1 oktober. Bekendmaking
geschiedt uiterlijk twee maanden voor inwerkingtreding. In deze regeling wordt afgeweken
van deze termijn van twee maanden. Dit vanwege het feit dat het doorschuiven van de
inwerkingtreding naar het volgende vaste verandermoment (1 april 2017) zou leiden
tot aanmerkelijke publieke nadelen.
De Minister van Infrastructuur en Milieu,
M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus