Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 8 november 2016, nr. WJZ/16006279, houdende enkele technische wijzigingen van de Regeling paardensperma 2015 met betrekking tot het gebruik van bokmerries op nationale paardenspermawincentra

De Staatssecretaris van Economische Zaken;

Gelet op de artikelen 15 en 18 van het Besluit eisen dierlijk sperma en spermawincentra;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling paardensperma 2015 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 27 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt na ‘vertegenwoordiger’ ingevoegd: ieder jaar, ten minste dertig dagen.

2. In het vierde lid wordt ‘CEM- of EVA-onderzoek’ vervangen door: CEM-onderzoek.

3. Na het vierde lid worden twee leden toegevoegd, luidende:

  • 5. Indien het EVA-onderzoek van de betrokken hengst positief uitvalt, is het vierde lid van overeenkomstige toepassing.

  • 6. Indien het EVA-onderzoek van de betrokken bokmerrie negatief uitvalt, wordt de betrokken bokmerrie van het wincentrum verwijderd.

B

Bijlage 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In punt 2, onderdeel b, wordt ‘serumnautralisatietest’ vervangen door ‘serumneutralisatietest’ en wordt ‘seronegatief’ vervangen door: seropositief.

2. In punt 3, onderdeel b, laatste volzin, wordt ‘positief’ vervangen door: negatief.

ARTIKEL II

De tabel van Bijlage 1 van de Regeling bestuurlijke boetes GWWD wordt als volgt gewijzigd:

A

In de vierde kolom van de rij betreffende artikel 27, vierde lid, vervalt: of EVA.

B

Na de rij betreffende artikel 27, vierde lid, wordt een rij ingevoegd, luidende:

Regeling paardensperma 2015

27, vijfde en zesde lid

de eigenaar of exploitant van het paardensperma-wincentrum dan wel diens vertegenwoordiger

Bij een positief uitgevallen onderzoek op EVA bij een hengst of een negatief uitgevallen onderzoek op EVA bij een bokmerrie, is niet de procedure uit artikel 27, vierde lid, gevolgd, onderscheidenlijk niet voldaan aan artikel 27, zesde lid.

Ernstige overtreding

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2017.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 8 november 2016

De Staatssecretaris van Economische Zaken, M.H.P. van Dam

TOELICHTING

1. Algemeen

Als gevolg van nieuwe veterinaire inzichten rond de inzet van bokmerries bij nationale paardenspermawincentra, die alleen voor de Nederlandse markt winnen, is de Regeling paardensperma 2015 gewijzigd. Voorheen was op een nationaal paardenspermawincentrum slechts het gebruik van EVA-negatieve bokmerries toegestaan. Het gebruik van EVA-positieve bokmerries was verboden en EVA-positieve bokmerries moesten van het centrum worden verwijderd.

Echter, op nationale paardenspermawincentra worden – in tegenstelling tot op paardenspermawincentra die ook voor het buitenland produceren – bokmerries wel voorafgaande aan, maar niet tijdens het dekseizoen getest op EVA. Als een seronegatieve bokmerrie tijdens het dekseizoen wordt geïnfecteerd met het EVA-virus kan ze in de periode tot een volgende EVA-test andere paardachtigen gaan besmetten.

Om dit verspreidingsrisico uit te sluiten mogen op een nationaal paardenspermawincentrum alleen nog maar EVA-positieve bokmerries worden ingezet die geen virusuitscheider zijn. EVA-positieve bokmerries kunnen niet meer door het virus worden geïnfecteerd, omdat ze de infectie al hebben doorgemaakt, en kunnen ongeveer 30 dagen na de besmetting geen andere paardachtigen meer besmetten. Daarom moeten bokmerries op nationale paardenspermawincentra voortaan ten minste 30 dagen voorafgaande aan het dekseizoen worden bemonsterd en getest. Op die manier wordt verzekerd dat op nationale paardenspermawincentra alleen seropositieve bokmerries worden gebruikt en dat de kans op EVA-besmettingen wordt geminimaliseerd.

2. Notificatie

Artikel I, onderdeel A, van deze regeling bevat mogelijk een technisch voorschrift in de zin van Richtlijn nr. 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende diensten van de informatiemaatschappij (PbEG L 2014). De ontwerpregeling is op 12 mei 2016, ingevolge artikel 8, eerste lid, van voornoemde Richtlijn, voorgelegd aan de Europese Commissie. De standstillperiode die samenhangt met deze kennisgeving is verlopen op 16 augustus 2016. Er zijn geen reacties binnengekomen.

3. Regeldruk

Deze wijziging van de regeling heeft geen effecten op de regeldruk. In plaats van het niet meer mogen gebruiken en het verwijderen van positieve bokmerries mogen nu de negatieve bokmerries niet meer worden gebruikt en moeten deze worden verwijderd.

4. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2017. Daarmee wordt aangesloten bij het beleid van vaste verandermomenten voor regelgeving. Dit beleid houdt in dat ministeriële regelingen slechts in werking treden op 1 januari, 1 april, 1 juli of 1 oktober; aan het beleid dat bekendmaking in de Staatscourant minimaal twee maanden voordien plaatsvindt kon niet geheel worden voldaan.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, M.H.P. van Dam

Naar boven