Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 8 november 2016, nr. WJZ / 16150798, tot wijziging van de Regeling Europese EZ-subsidies in verband met enkele verduidelijkingen in onder andere de subsidiemodule Jonge vissers

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

Gelet op:

  • Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PbEU 2013, L347);

  • Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 2328/2003, (EG) nr. 861/2006, (EG) nr. 1198/2006 en (EG) nr. 791/2007 van de Raad en Verordening (EU) nr. 1255/2011 van het Europees Parlement en de Raad (PbEU 2014, L 149), en

  • artikel 3 van de Kaderwet EZ-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling Europese EZ-subsidies wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 3.1.1 wordt in de alfabetische volgorde een begripsomschrijving ingevoegd, luidende:

binnenwateren:

binnenwateren als bedoeld in artikel 1, onderdeel e, van de Uitvoeringsregeling visserij;.

B

Artikel 3.1.7 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het opschrift komt te luiden:

Artikel 3.1.7. Instandhouding van investeringen

2. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. Indien subsidie wordt verstrekt voor een vaartuig dat uitsluitend in binnenwateren actief is als bedoeld in artikel 3, tweede lid, onderdeel 15, van verordening 508/2014, wordt de beschikking tot subsidievaststelling, onverminderd het eerste lid en artikel 4:49 van de Algemene wet bestuursrecht, ingetrokken of ten nadele van de subsidieontvanger gewijzigd, indien het vaartuig binnen vijf jaar te rekenen vanaf de datum van de laatste betaling niet uitsluitend actief is in binnenwateren.

C

In artikel 3.2.9 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een puntkomma, een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • d. de subsidieaanvraag betrekking heeft op de aanschaf van een aandeel in een vissersvaartuig waarbij een gedeelte van het vissersvaartuig in eigendom blijft van degene of degenen die voorafgaand aan de aanschaf van dit aandeel eigenaar van het vissersvaartuig is respectievelijk zijn.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2017.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 8 november 2016

De Staatssecretaris van Economische Zaken, M.H.P. van Dam

TOELICHTING

1. Inhoud van de regeling

a. Algemeen

Met deze regeling wordt een tweetal verduidelijkingen in de Regeling Europese EZ-subsidies (hierna: REES) aangebracht. Ten eerste wordt artikel 3.1.7 aangepast. Dit artikel is van toepassing op alle subsidiemodules uit hoofdstuk 3 van de REES die uitvoering geven aan de subsidieverlening op grond van Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 2328/2003, (EG) nr. 861/2006, (EG) nr. 1198/2006 en (EG) nr. 791/2007 van de Raad en Verordening (EU) nr. 1255/2011 van het Europees Parlement en de Raad (PbEU 2014, L 149) (hierna: verordening 508/2014). De tweede verduidelijking betreft het toevoegen van een afwijzingsgrond aan de subsidiemodule Jonge vissers.

b. Aanvulling van artikel 3.1.7 van de REES

Aan artikel 3.1.7, dat van toepassing is op subsidieverstrekking in het kader van het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV), wordt een lid toegevoegd. Dit nieuwe lid betreft een verduidelijking van de regels betreffende de instandhouding van investeringen. Het gaat hier om een nadere uitwerking van artikel 2.19, eerste lid, onderdeel c, van de REES dat van toepassing is op alle subsidiemodules uit de REES en dat gebaseerd is op artikel 71, eerste lid, aanhef en onderdeel c, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PbEU 2013, L 347). Hieruit volgt dat de subsidie terugbetaald moet worden, indien een substantiële verandering in de aard, de doelstellingen of de uitvoeringsvoorwaarden plaatsvindt, waardoor de oorspronkelijke doelstellingen van de subsidieverlening worden ondermijnd. In verordening 508/2014 wordt voor subsidies die zijn verstrekt voor de binnenvisserij in artikel 44, zevende lid, geëxpliciteerd dat dit onder meer het geval is als vaartuigen die krachtens dit artikel steun ontvangen niet meer uitsluitend actief zijn in binnenwateren. In die zin wordt ook het nieuwe tweede lid van artikel 3.1.7 geformuleerd, waardoor tevens het verband tussen de betreffende bepalingen van de REES en de bepalingen van Europese verordeningen ter zake verduidelijkt wordt.

c. Wijziging in de subsidiemodule Jonge vissers

In titel 3.2 van de REES is de subsidiemodule Jonge vissers opgenomen. Deze subsidiemodule maakt gebruik van de mogelijkheid die de artikelen 31 en 44, tweede lid, van verordening 508/2014 bieden om jonge vissers te ondersteunen bij de eerste aanschaf van een vissersvaartuig. In overweging 34 van verordening 508/2014 wordt bepaald dat het EFMZV zich op de financiële uitdaging richt voor jonge vissers om nieuwe economische activiteiten in de visserijsector te creëren en te ontwikkelen. Hieruit volgt impliciet dat de eerste aanschaf van een vissersvaartuig op grond van artikel 31 van verordening 508/2014 niet voor subsidie in aanmerking komt, indien de vervreemder of vervreemders als mede-eigenaar of mede-eigenaren een aandeel in het vissersvaartuig blijft respectievelijk blijven houden. Hetzelfde geldt in de situatie dat een vaartuig meerdere eigenaren heeft en na overdracht van het aandeel van één of meer eigenaren er in ieder geval nog één van deze eigenaren een aandeel in het vaartuig in eigendom blijft houden. In deze gevallen wordt er geen nieuwe economische activiteit gecreëerd. Overweging 34 van verordening 508/2014 is abusievelijk niet vertaald richting titel 3.2 van de REES, hetgeen bij de beoordeling van subsidieaanvragen tot onduidelijkheden kan leiden. Daarom wordt, in overeenstemming met verordening 508/2014, deze voorwaarde alsnog expliciet als afwijzingsgrond opgenomen in artikel 3.2.9 van de REES.

2. Staatssteun

Op grond van artikel 8, tweede lid, van verordening 508/2014 zijn de artikelen 107, 108 en 109 betreffende steunmaatregelen van de staten van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) niet van toepassing op betalingen die de lidstaten doen op grond van en in overeenstemming met deze verordening en die binnen de werkingssfeer van artikel 42 VWEU vallen. De steun die op grond van artikel 31 en 44, tweede lid, van verordening 508/2014 gegeven kan worden aan jonge vissers voor de eerste aanschaf van een vissersvaartuig, valt binnen deze categorie. De regeling voldoet aan en reikt niet verder dan wat de bepalingen van verordening 508/2014 mogelijk maken. De betalingen die op grond van deze regeling plaatsvinden, dienen ter uitvoering van verordening 508/2014 en het operationeel programma dat gebaseerd is op deze verordening en is goedgekeurd door de Europese Commissie. Bovendien vallen de subsidiabele activiteiten binnen het toepassingsgebied en de doelstellingen van verordening 1380/2013 (zie de artikelen 1 en 2 van deze verordening), wat maakt dat zij binnen de werkingssfeer van artikel 42 VWEU vallen. Dit is door de goedkeuring van het Operationeel Programma bevestigd. De wijziging van de subsidiemodule Jonge vissers brengt geen verandering in de staatssteunaspecten van de regeling.

3. Regeldruk

De in deze regeling opgenomen wijzigingen zijn juridisch-technisch van aard en hebben geen gevolgen voor de regeldruk.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, M.H.P. van Dam

Naar boven