Besluit van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 3 november 2016, kenmerk 1025876-155862-WJZ, houdende verlening van machtiging aan het CAK voor de afgifte van schriftelijke verklaringen als bedoeld in artikel 6a van de Opiumwet

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 6a van de Opiumwet;

Besluit:

Artikel 1

Als het bestuursorgaan, bedoeld in artikel 6a Opiumwet, wordt aangewezen het CAK, genoemd in artikel 6.1.1. van de Wet langdurige zorg.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 augustus 2016.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn

TOELICHTING

Artikel 6a Opiumwet geeft de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport de bevoegdheid een bestuurorgaan aan te wijzen dat belast is met de afgifte van een schriftelijke verklaring inhoudende dat de aanvrager uitsluitend ten behoeve van zijn eigen geneeskundig gebruik een Opiumwetmiddel mag vervoeren of aanwezig hebben. Deze verklaringen worden doorgaans aangeduid als ‘Schengenverklaringen’. Opgemerkt dient echter te worden dat niet alleen Schengenverklaringen zullen worden afgegeven door het CAK, maar ook verklaringen van dezelfde strekking ten behoeve van reizen naar landen buiten het Schengengebied. Een aanvrager dient een dergelijke verklaring aan te vragen, indien hij aan een aandoening lijdt en daarvoor een Opiumwetmiddel op voorschrift gebruikt en dit mee wil nemen op reis. Met deze verklaring kan de aanvrager aan de autoriteiten van andere landen aantonen dat hij of zij gerechtigd is tot het aanwezig hebben en vervoeren van dit Opiumwetmiddel. In de verklaring worden een aantal gegevens opgenomen, te weten: de naam van de aanvrager, de aandoening waar hij of zij aan lijdt, de naam van het voorgeschreven middel, de internationale benaming van de stof en de gebruikshoeveelheid en -frequentie.

Met dit besluit wijst de minister het CAK aan als bevoegd bestuursorgaan tot afgifte van de verklaringen. Voorheen werden deze verklaringen verstrekt door de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ). Door middel van een uitvoeringstoets is geconcludeerd dat het CAK deze taak succesvol kan en wil uitvoeren. In de praktijk is de bevoegdheid reeds overgeheveld van de IGZ naar het CAK. Dit is de reden om dit besluit met terugwerkende kracht tot en met 1 augustus 2016 in werking te laten treden. Op dat moment is het nieuwe artikel 6a opgenomen in de Opiumwet.

De bevoegdheid tot de afgifte van verklaringen is een uitwerking van de in 1990 te Schengen tot stand gekomen Overeenkomst. Deze Overeenkomst geeft uitvoering aan het Akkoord betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn

Naar boven