Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Autoriteit Consument en Markt | Staatscourant 2016, 59466 | Overig |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Autoriteit Consument en Markt | Staatscourant 2016, 59466 | Overig |
De Autoriteit Consument en Markt,
Gelet op artikel 55 van de Elektriciteitswet 1998 en artikel 23 van de Gaswet;
Besluit:
De Informatiecode elektriciteit en gas wordt gewijzigd als volgt:
A
In artikel 2.1.3 wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel r door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
s. een kenmerk dat de allocatiemethode op de aansluiting weergeeft.
B
In artikel 2.1.4 wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel f, onder 6°, door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
g. in geval van een aansluiting die is voorzien van een kleinverbruikmeetinrichting die op afstand uitleesbaar is: een kenmerk dat weergeeft of de kleinverbruikmeetinrichting gelet op externe factoren van technische aard al dan niet op afstand uitleesbaar is.
C
Artikel 2.2.1, onderdeel b komt te luiden:
2.2.1
b. de aanduiding van het desbetreffende mutatieproces, indien het betreft:
(i) een leverancierswitch, een inhuizing, of een switch van programmaverantwoordelijke;
(ii) een meterwissel, of
(iii) een verzoek tot wijziging van de allocatiemethode;
D
In artikel 2.6.2, onderdeel b, wordt “5.2.2.3 en 5.3.4.3” vervangen door: 5.2.2.3, 5.3.4.3, 5.3.4.3a en 5.3.4.3b
E
In artikel 3.1.1.1 worden onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel h door een puntkomma, twee onderdelen toegevoegd, luidende:
i. indien de leverancier de naam van de aangeslotene overeenkomstig 3.1.1.1, onderdeel g, heeft opgegeven, en hierover beschikt: de geboortedatum van de aangeslotene;
j. indien de leverancier de naam van de aangeslotene overeenkomstig 3.1.1.1, onderdeel g, heeft opgegeven, en hierover beschikt: het KvK-nummer van de aangeslotene.
F
Na artikel 3.1.3.3 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
3.1.3.4 Indien de allocatiemethode van de aansluiting, bedoeld in 2.1.3 onderdeel s, de waarde “slimme-meter-allocatie” heeft, muteert de regionale netbeheerder de allocatiemethode naar de waarde “profielallocatie”.
G
Na artikel 3.2.3.3 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
3.2.3.4 Indien de allocatiemethode van de aansluiting, bedoeld in 2.1.3 onderdeel s, de waarde “slimme-meter-allocatie” heeft, muteert de regionale netbeheerder de allocatiemethode naar de waarde “profielallocatie”.
H
In artikel 3.3.1.1 worden onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel i door een puntkomma, twee onderdelen toegevoegd, luidende:
j. indien de leverancier hierover beschikt: de geboortedatum van de aangeslotene;
k. indien de leverancier hierover beschikt: het KvK-nummer van de aangeslotene.
I
Na artikel 3.3.3.4 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
3.3.3.5 Indien de allocatiemethode van de aansluiting, bedoeld in 2.1.3 onderdeel s, de waarde “slimme-meter-allocatie” heeft, muteert de regionale netbeheerder de allocatiemethode naar de waarde “profielallocatie”.
J
Na artikel 3.4.4.1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
3.4.4.2 Indien de allocatiemethode van de aansluiting, bedoeld in 2.1.3 onderdeel s, de waarde “slimme-meter-allocatie” heeft, muteert de regionale netbeheerder de allocatiemethode naar de waarde “profielallocatie”.
K
In artikel 3.6.3.2 wordt “uiterlijk de werkdag na ontvangst” vervangen door: uiterlijk drie werkdagen na ontvangst
L
In artikel 3.6.3.3 wordt “uiterlijk de werkdag na ontvangst” vervangen door: uiterlijk drie werkdagen na ontvangst
M
In artikel 3.6.3.4 wordt “uiterlijk de werkdag na ontvangst” vervangen door: uiterlijk drie werkdagen na ontvangst
N
In artikel 3.6.3.5 wordt “uiterlijk de werkdag na ontvangst” vervangen door: uiterlijk drie werkdagen na ontvangst
O
In artikel 3.6.3.6 wordt “uiterlijk de werkdag na ontvangst” vervangen door: uiterlijk drie werkdagen na ontvangst
P
Na artikel 3.11.1.1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
3.11.1.1a Indien de allocatiemethode van de aansluiting, bedoeld in 2.1.3 onderdeel s, de waarde “slimme-meter- allocatie” heeft, en de regionale netbeheerder stelt vast dat de meetinrichting niet op afstand uitleesbaar is, muteert de regionale netbeheerder de allocatiemethode onmiddellijk naar de waarde “profielallocatie”.
Q
In artikel 3.11.1.2 wordt na “bedoeld in 3.11.1.1” ingevoegd: en in voorkomende gevallen over de mutatie bedoeld in 3.11.1.1a
R
Na artikel 3.13.1.1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
3.13.1.1a Indien de allocatiemethode van de aansluiting, bedoeld in 2.1.3 onderdeel s, de waarde “slimme-meter-allocatie” heeft, en het verzoek van de aangeslotene inhoudt dat de kleinverbruikmeetinrichting administratief uit wordt gezet, collecteert de regionale netbeheerder de dan geldende meterstand(en) en stelt deze vast. Vervolgens muteert de regionale netbeheerder de allocatiemethode naar de waarde “profielallocatie” met inachtneming van 2.1.8.
S
In artikel 3.13.1.2 wordt na “bedoeld in 3.13.1.1” ingevoegd: en in voorkomende gevallen over de mutatie bedoeld in 3.13.1.1a
T
Na artikel 3.13.1.2 wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:
3.13a.1.1 Indien de regionale netbeheerder constateert dat de kleinverbruikmeetinrichting vanwege externe factoren van technische aard niet op afstand uitleesbaar is, dan wijzigt de regionale netbeheerder het kenmerk als bedoeld in 2.1.4, onderdeel g dienovereenkomstig met inachtneming van 2.1.8.
3.13a.1.2 Indien de allocatiemethode van de aansluiting, bedoeld in 2.1.3, onderdeel s, de waarde “slimme-meter-allocatie” heeft en de regionale netbeheerder de uitleesbaarheid van de kleinverbruikmeetinrichting, zoals bedoeld in 2.1.4, onderdeel g wijzigt naar “niet op afstand uitleesbaar”, dan:
(i) collecteert de regionale netbeheerder de dan geldende meterstand overeenkomstig 5.2.2, of indien zulks onmogelijk is,
(ii) berekent de regionale netbeheerder de dan geldende meterstand overeenkomstig 5.1.3.3
en stelt deze vast. Vervolgens muteert de regionale netbeheerder de allocatiemethode naar de waarde “profielallocatie” met inachtneming van 2.1.8.
3.13a.1.3 De regionale netbeheerder informeert de leverancier en de programmaverantwoordelijke die voor de aansluiting in het aansluitingenregister vermeld staan overeenkomstig paragraaf 2.2 over de mutatie bedoeld in 3.13a.1.1 en in voorkomende gevallen over de mutatie bedoeld in 3.13a.1.2.
U
Na artikel 3.14.5.4 wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:
3.15.1.1 De actuele leverancier die beschikt over een machtiging van de aangeslotene om de allocatiemethode te wijzigen, stuurt de betreffende wijziging van de allocatiemethode op de gewenste mutatiedatum naar de regionale netbeheerder. De melding “wijziging allocatiemethode” bevat:
a. de EAN-code van de aansluiting;
b. de mutatiedatum;
c. de gewenste allocatiemethode;
d. de bedrijfs-EAN-code van de regionale netbeheerder;
e. de bedrijfs-EAN-code van de actuele leverancier;
f. indien de leverancier dat wenst op te geven: het referentienummer van de leverancier.
3.15.2.1 Naar aanleiding van het verzoek tot wijziging van de allocatiemethode controleert de regionale netbeheerder of:
a. het verzoek tot wijziging van de allocatiemethode volledig en syntactisch correct is;
b. de EAN-code van de aansluiting voorkomt in het aansluitingenregister;
c. de aansluiting een elektriciteitsaansluiting betreft;
d. de gewenste mutatiedatum gelijk is aan datum indiening wijzigingsverzoek;
e. de wijziging van de allocatiemethode wordt ingediend door de actuele leverancier;
f. de allocatiemethode is toegestaan;
g. de aansluiting op afstand uitleesbaar is;
h. de gewenste allocatiemethode niet reeds van toepassing is.
3.15.2.2 Als alle controles uit 3.15.2.1 een positief resultaat geven, wordt de procedure vervolgd vanaf 3.15.3. Als dat niet het geval is, wordt de wijziging niet uitgevoerd en wordt de procedure na 3.15.2.3 beëindigd.
3.15.2.3 De regionale netbeheerder bericht het niet uitvoeren van de wijziging van de allocatiemethode naar aanleiding van 3.15.2.2 uiterlijk de werkdag na ontvangst van het verzoek tot wijziging van de allocatiemethode aan de leverancier die het verzoek tot wijziging van de allocatiemethode heeft ingediend en vermeldt daarbij:
a. de EAN-code van de aansluiting;
b. de bedrijfs-EAN-code van de regionale netbeheerder;
c. de bedrijfs-EAN-code van de leverancier;
d. de reden van het niet uitvoeren van de wijziging van de allocatiemethode:
1° het verzoek tot wijziging van de allocatiemethode is onvolledig of syntactisch onjuist;
2° de EAN-code van de aansluiting is onbekend;
3° de aansluiting betreft geen elektriciteitsaansluiting;
4° de gewenste mutatiedatum voldoet niet aan de gestelde indientermijn;
5° de indienende leverancier is onjuist;
6° de allocatiemethode is niet toegestaan
7° de aansluiting is niet op afstand uitleesbaar;
8° de gewenste allocatiemethode wordt reeds toegepast;
e. indien aangeleverd in het verzoek tot wijziging van de allocatiemethode: het referentienummer van de leverancier.
3.15.3.1 De regionale netbeheerder muteert het veld, zoals bedoeld in 2.1.3 onderdeel s, in het aansluitingenregister met de door de leverancier aangeleverde gegevens overeenkomstig 2.1.8.
3.15.3.2 De regionale netbeheerder informeert de leverancier en de programmaverantwoordelijke die voor de aansluiting in het aansluitingenregister vermeld staan overeenkomstig paragraaf 2.2. over de mutatie, bedoeld in 3.15.3.1.
3.15.4.1 De leverancier collecteert de meterstand behorende bij de wijziging van de allocatiemethode, stelt deze vast en distribueert deze overeenkomstig hoofdstuk 5 indien de fysieke status van de aansluiting, bedoeld in 2.1.3 onderdeel h, de waarde “in bedrijf” heeft.
3.15.4.2 De leverancier stelt geen meterstand vast indien de fysieke status van de aansluiting, bedoeld in 2.1.3 onderdeel h, niet de waarde “in bedrijf” heeft.
V
In artikel 4.1.1.1 worden onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel g door een puntkomma, twee onderdelen toegevoegd, luidende:
h. indien de leverancier de naam van de aangeslotene overeenkomstig 4.1.1.1, onderdeel f, heeft opgegeven, en hierover beschikt: de geboortedatum van de aangeslotene;
i. indien de leverancier de naam van de aangeslotene overeenkomstig 4.1.1.1, onderdeel f, heeft opgegeven, en hierover beschikt: het KvK-nummer van de aangeslotene.
W
In artikel 4.3.1.1 worden onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel i door een puntkomma, twee onderdelen toegevoegd, luidende:
j. indien de leverancier hierover beschikt: de geboortedatum van de aangeslotene;
k. indien de leverancier hierover beschikt: het KvK-nummer van de aangeslotene.
X
In artikel 5.1.2.1 wordt “De leverancier collecteert voor een” vervangen door: Indien de allocatiemethode van een kleinverbruikaansluiting, bedoeld in 2.1.3 onderdeel s, de waarde “profielallocatie” heeft, collecteert de leverancier voor deze
Y
Na artikel 5.1.2.1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
5.1.2.1a Indien de allocatiemethode van een kleinverbruikaansluiting, bedoeld in 2.1.3 onderdeel s, de waarde “slimme-meter-allocatie” heeft, collecteert de leverancier voor deze kleinverbruikaansluiting maandelijks een op afstand uitleesbare meterstand van de eerste kalenderdag van de desbetreffende maand.
Z
In artikel 5.1.2.2 wordt na “in paragrafen 3.1 tot en met 3.4” ingevoegd: en 3.15
AA
In artikel 5.1.3.1 wordt na “bedoeld in 5.1.2,” ingevoegd: met uitzondering van de meterstand zoals bedoeld in artikel 5.1.2.1a,
AB
Na artikel 5.1.3.4 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
5.1.3.4a De leverancier stelt de gecollecteerde meterstand als bedoeld in 5.1.2.1a vast op uiterlijk de vijftiende werkdag van de desbetreffende maand.
AC
In artikel 5.1.4.1 wordt na “bedoeld in 5.1.3.4” ingevoegd: en 5.1.3.4a
AD
Artikel 5.3.4.3 komt te luiden:
5.3.4.3 De regionale netbeheerder collecteert een op afstand uitleesbare meterstand namens de leverancier, indien de leverancier in gebreke blijft en de regionale netbeheerder geen tijdig vastgestelde meterstand van de leverancier, bedoeld in 5.1.4.1, heeft ontvangen:
a. binnen vijftien werkdagen na de mutatiedatum van het betreffende mutatieproces, bedoeld in 3.1 tot en met 3.4 en 3.15, of;
b. binnen veertien maanden na de laatst vastgestelde meterstand, waarbij een meterstand wordt berekend en vastgesteld voor de datum van één jaar na de opnamedatum van de laatst vastgestelde meterstand, of
c. binnen vijftien werkdagen na het begin van de maand waarop de meterstand, zoals bedoeld in 5.1.2.1a, betrekking heeft.
AE
Na artikel 5.3.4.3a wordt een artikel ingevoegd, luidende:
5.3.4.3b Indien de leverancier in gebreke blijft en de regionale netbeheerder geen tijdig vastgestelde meterstand zoals bedoeld in 5.1.4.1 van de leverancier heeft ontvangen, noch een op afstand uitleesbare meterstand kon verkrijgen zoals bedoeld in 5.3.4.3, berekent de regionale netbeheerder een meterstand namens de leverancier overeenkomstig 5.1.3.3:
a. binnen vijftien werkdagen na de mutatiedatum van het betreffende mutatieproces, bedoeld in 3.1 tot en met 3.4 en 3.15, of
b. binnen veertien maanden na de laatst vastgestelde meterstand, waarbij een meterstand wordt berekend en vastgesteld voor de datum van één jaar na de opnamedatum van de laatst vastgestelde meterstand.
AF
In artikel 5.3.4.4 wordt “De regionale netbeheerder bepaalt” vervangen door: Indien de allocatiemethode van de aansluiting, bedoeld in 2.1.3 onderdeel s, de waarde “profielallocatie” heeft, bepaalt de regionale netbeheerder
AG
Na artikel 5.3.4.4 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
5.3.4.5 Indien de allocatiemethode van de aansluiting, bedoeld in 2.1.3 onderdeel s, de waarde “slimme-meter-allocatie” heeft, bepaalt de regionale netbeheerder het verbruik overeenkomstig 5.3.2, op basis van:
(i) de overeenkomstig 5.1.3.4a vastgestelde meterstanden;
(ii) de overeenkomstig 5.3.4.3, onderdeel c gecollecteerde meterstanden;
(iii) de overeenkomstig 5.3.4.3a vastgestelde meterstanden, of
(iv) de overeenkomstig 5.3.4.3b berekende meterstanden.
AH
In artikel 5.3.5.1 wordt “meterstand heeft vastgesteld, bedoeld in 5.3.4.3” vervangen door: meterstand heeft bepaald en vastgesteld, bedoeld in 5.3.4.3, 5.3.4.3a en 5.3.4.3b
AI
Artikel 6.3.5.7 komt te luiden:
6.3.5.7 De netbeheerder verzamelt ten behoeve van iedere programmaverantwoordelijke de hoeveelheid met zijn net uitgewisselde energie per programmatijdseenheid:
a. voor de aansluitingen waarvoor de desbetreffende programmaverantwoordelijke programmaverantwoordelijkheid draagt en waarvan de allocatiemethode van de aansluiting, bedoeld in 2.1.3 onderdeel s, de waarde “telemetrie” heeft: per aansluiting;
b. voor de aansluitingen waarvoor de desbetreffende programmaverantwoordelijke programmaverantwoordelijkheid draagt en waarvan de allocatiemethode van de aansluiting, bedoeld in 2.1.3, onderdeel s, de waarde “profielallocatie” heeft: per profielcategorie en per leverancier;
c. voor de aansluitingen waarvoor de desbetreffende programmaverantwoordelijke programmaverantwoordelijkheid draagt en waarvan de allocatiemethode van de aansluiting, bedoeld in 2.1.3 onderdeel s, de waarde “slimme-meter-allocatie” heeft: per leverancier.
Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
’s-Gravenhage, 27 oktober 2016
De Autoriteit Consument en Markt, namens deze: F.J.H. Don bestuurslid
Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na bekendmaking beroep instellen bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven, Postbus 20021, 2500 EA, ’s-Gravenhage.
1. De Informatiecode elektriciteit en gas (hierna: Informatiecode) bevat regels over het registreren en uitwisselen van gegevens door ondernemingen in de energiesector. Dit besluit wijzigt de Informatiecode op de volgende drie onderwerpen: individuele slimme-meter-allocatie, verstrekking gegevens aangeslotene aan netbeheerder, en grootschalige overdracht van programmaverantwoordelijkheid.
2. Leveranciers werken momenteel voor de toerekening van ingekochte energie met gemiddelde verbruikspatronen van kleinverbruikers, de zogenoemde profielen. Wanneer deze patronen afwijken van het daadwerkelijke verbruik, worden kosten gemaakt die over alle kleinverbruikers worden verdeeld. Met behulp van de gegevens uit de slimme meter, die op grote schaal wordt uitgerold in Nederland, wordt het ook binnen het kleinverbruikerssegment mogelijk meer te werken met het daadwerkelijke verbruik. Dit is nu al mogelijk voor de telemetrisch bemeten grootverbruikaansluitingen.
3. Dit besluit maakt individuele slimme-meter-allocatie mogelijk voor die kleinverbruikers die hun leverancier daarvoor toestemming hebben gegeven. Deze kleinverbruikers geven daarmee ook toestemming dat de kwartierwaarden van hun elektriciteitsverbruik hiervoor worden gebruikt door de leverancier. Hierdoor worden processen voor afrekeningen van kleinverbruikers efficiënter, kunnen leveranciers nieuwe vormen van energiecontracten aanbieden en worden minder kosten verdeeld over de kleinverbruikers.
4. De regionale netbeheerders spelen een faciliterende rol in verschillende marktprocessen. Om die rol goed te kunnen vervullen, moet de netbeheerder soms in contact treden met een aangeslotene. Dit besluit legt vast dat een leverancier enkele aanvullende gegevens aan de regionale netbeheerder verstrekt zodat deze beter in staat is de aangeslotene te identificeren. Hierdoor kunnen netbeheerders beter hun faciliterende rol vervullen in processen.
5. Een leverancier kan de programmaverantwoordelijkheid zelf uitvoeren of bij een andere partij beleggen. Als een leverancier ervoor kiest de verantwoordelijkheid aan een andere partij over te dragen, worden alle kleinverbruikaansluitingen van de leverancier door de regionale netbeheerder geswitcht naar een andere programmaverantwoordelijke, een zogenoemde bulk-PV switch. Met dit besluit krijgt de regionale netbeheerder meer tijd om een bulk-PV switch uit te voeren, omdat de vorige termijn in veel gevallen niet haalbaar bleek.
6. De Autoriteit Consument en Markt (ACM) stelt op grond van artikel 12f van de Gaswet en artikel 36 van de Elektriciteitswet 1998 regelgeving vast voor de energiemarkt. Dit besluit is tot stand gekomen op basis van twee voorstellen van NEDU die ACM op respectievelijk 21 januari 2016 en 19 mei 2016 heeft ontvangen, en bevat de volgende wijzigingen:
• Invoering van individuele slimme-meter-allocatie: met deze wijziging wordt naast de bestaande profielallocatie een nieuwe allocatiemethode voor kleinverbruikaansluitingen toegevoegd aan de Informatiecode. Leveranciers kunnen deze allocatiemethode gebruiken voor kleinverbruikers die beschikken over een slimme meter en die toestemming hebben gegeven aan de leverancier. Om deze allocatiemethode mogelijk te maken, moeten enkele centrale registers en processen voor gegevensuitwisseling worden uitgebreid en moeten meer kenmerken over de kleinverbruikmeetinrichting met marktpartijen gedeeld worden. Het betreft hier het vastleggen van situaties waarin een kleinverbruikmeetinrichting door externe factoren niet meer op afstand uitleesbaar is. (Artikel 1, onderdelen A-D, F, G, I, J, P t/m U, X t/m AI)
• Uitbreiding verstrekking gegevens van aangeslotene aan de netbeheerder: met deze wijziging krijgt de regionale netbeheerder de beschikking over enkele extra gegevens van de aangeslotene. Hiermee kan de regionale netbeheerder beter voldoen aan haar verplichtingen zoals vermeld in de aansluit- en transportovereenkomst. (Artikel 1, onderdeel E, H, V, W)
• Verlenging van de termijn voor regionale netbeheerders om een bulk-PV switch uit te voeren. (Artikel 1, onderdeel K t/m O).
7. ACM heeft op 23 mei 2016 aan NEDU opdracht gegeven een gewijzigd voorstel in te dienen voor het voorstel van 21 januari 2016. Deze wijzigingen hadden betrekking op verduidelijking van de betekenis van de kenmerken die weergeven of een kleinverbruikmeetinrichting op afstand uitleesbaar is. Daarnaast heeft ACM aangegeven dat enkele verwijzingen naar andere artikelen noodzakelijk zijn, zodat duidelijker is welke methodiek en procedure in voorkomende gevallen moeten worden gehanteerd.
8. ACM heeft op 23 mei 2016 ook aanvullende vragen gesteld over:
• De werking van de individuele slimme-meter-allocatie.
• De noodzaak voor het verkrijgen van aanvullende informatie over de aangeslotene door de regionale netbeheerder.
• Het collecteren, valideren en vaststellen van meterstanden door de regionale netbeheerder in sommige processen betreffende de slimme-meter-allocatie.
• De methodiek die een regionale netbeheerder gebruikt bij het berekenen van meterstanden bij slimme-meter-allocatie.
9. NEDU heeft na opdracht van ACM op 17 juni 2016 een gewijzigd voorstel ingediend. Dit gewijzigde voorstel bevatte ook antwoorden op de door ACM gestelde vragen.
10. Als onderdeel van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure heeft ACM het ontwerpbesluit en de daarop betrekking hebbende stukken ter inzage gelegd en gepubliceerd op haar internetpagina. Van de terinzagelegging is kennis gegeven in de Staatscourant van 5 augustus 2016. ACM heeft belanghebbenden in de gelegenheid gesteld binnen zes weken hun zienswijzen op het ontwerp kenbaar te maken.
11. ACM is van mening dat de voorstellen geen technische voorschriften bevat als bedoeld in de Notificatierichtlijn. Om die reden zijn de voorwaarden in dit besluit niet in ontwerp ter notificatie aangeboden.
12. ACM stelt vast dat de voorstellen die ACM op 21 januari 2016 en 19 mei 2016 ontvangen heeft, zijn aangenomen in de algemene ledenvergadering van NEDU van 4 november 2015, respectievelijk 9 maart 2016 en dat daarbij geen van de (aspirant-)leden een ander standpunt heeft ingenomen. ACM stelt daarnaast vast dat per marktrol binnen NEDU de stemgerechtigde leden het overgrote deel van de markt vertegenwoordigen. ACM stelt daarom vast dat beide voorstellen tot wijziging van de Informatiecode zijn ingediend namens een representatief deel van de ondernemingen die zich bezighouden met transporteren, leveren of meten van elektriciteit of gas.
13. ACM constateert op grond van de voorstellen dat op 26 november 2015, respectievelijk 14 april 2016 een overleg met representatieve organisaties heeft plaatsgevonden als bedoeld in artikel 33, eerste lid en artikel 54, tweede lid van de Elektriciteitswet 1998 (hierna: E-wet) en artikel 22, tweede lid, van de Gaswet. In beide voorstellen is een verslag opgenomen van dit overleg en tevens is aangegeven welke gevolgtrekkingen zijn verbonden aan de zienswijzen die organisaties naar voren hebben gebracht.
14. Naar het oordeel van ACM voldoen beide voorstellen daarmee aan het vereiste bepaald in artikel 33, tweede lid, en artikel 54, derde lid, van de E-wet, en artikel 22, derde lid van de Gaswet.
15. ACM is van mening dat de voorstellen van NEDU op de volgende punten voorzien in een beter functionerende energiemarkt:
• Invoering van individuele slimme-meter-allocatie: met deze alternatieve allocatiemethodiek waarbij gebruik gemaakt wordt van kwartierwaarden, sluit de toerekening van de inkoop nauwkeuriger aan op het werkelijke afnamepatroon. Hierdoor vloeien er minder kosten voort uit afwijkingen van het standaardprofiel en worden er minder kosten gesocialiseerd over alle kleinverbruikers. Daarnaast krijgen kleinverbruikers de mogelijkheid hun verbruik te sturen naar goedkopere tijdseenheden, waardoor zij direct invloed kunnen uitoefenen op hun energierekening. Door het opnemen van een nieuw kenmerk over de status van een kleinverbruikmeetinrichting is voor alle marktpartijen centraal dezelfde informatie beschikbaar. Hierdoor hoeven geen decentrale systemen te worden bijgehouden en worden minder fouten gemaakt bij de aanvraag van een energiecontract of slimme meter. De invoering van individuele slimme-meter-allocatie voor kleinverbruikaansluitingen maakt het mogelijk om in de toekomst een goede afweging te maken of deze vorm van allocatie ook ingevoerd zou kunnen worden voor andere aansluitingen die nu nog met verbruiksprofielen worden gealloceerd.
• Uitbreiding verstrekking gegevens van aangeslotene aan de netbeheerder: met deze gegevens is de regionale netbeheerder beter in staat aan haar verplichtingen uit de aansluit- en trasportovereenkomst te voldoen. Door de invoering van het leveranciersmodel beschikken netbeheerders over minder gegevens van de aangeslotene dan vroeger. Dit bemoeilijkt het contact in voorkomende gevallen, zoals bijvoorbeeld verzoeken tot aanpassing, bij leegstand of fraude. Met deze wijzigingen worden de processen in deze gevallen efficiënter, omdat de netbeheerder beter kan controleren of zij in contact treedt met de aangeslotene.
• Verlenging van de termijnen voor regionale netbeheerders om een bulk-PV switch uit te voeren: de huidige termijnen van één werkdag blijkt voor de regionale netbeheerders niet haalbaar. Door de termijnen te verlengen, ontstaat meer zekerheid dat berichten tijdig, juist en volledig zullen zijn. De verlenging van termijnen heeft geen invloed op de daadwerkelijke datum van de bulk-PV switch en derhalve geen nadelige gevolgen voor andere belanghebbenden.
16. ACM komt tot het oordeel dat de wijzigingen die NEDU voorstelt niet in strijd zijn met de belangen, regels en eisen bedoeld in artikel 55 van de E-wet en artikel 23 van de Gaswet.
17. Ten opzichte van de codevoorstellen van NEDU heeft ACM grammatica, spelling en interpunctie waar nodig gecorrigeerd.
18. Op 16 september 2016 heeft ACM een zienswijze ontvangen van de Vereniging voor Energie, Milieu en Water (VEMW) op het ontwerpbesluit. In haar zienswijze gaat VEMW uitsluitend in op het onderwerp van de individuele slimme meter allocatie.
19. VEMW vindt het een goed idee dat mogelijk word gemaakt dat kleinverbruikers niet langer per definitie gealloceerd worden op basis van een zogenaamd profiel. VEMW betreurt het dat deze mogelijkheid niet ook gecreëerd wordt voor bedrijven die beschikken over meerdere kleinverbruikaansluitingen met een op afstand uitleesbare meter en zou graag zien dat het besluit op dat punt wordt gewijzigd. Daarnaast zou VEMW graag zien dat in het definitieve besluit meer duiding en toelichting wordt gegeven over dit onderwerp.
20. ACM constateert dat VEMW voorstander is van allocatie op basis van gegevens uit een slimme meter en daarmee het belang van het beoogde besluit onderkent. Het is de wens van VEMW om deze mogelijkheid ook beschikbaar te stellen voor bedrijven die beschikken over meerdere kleinverbruikaansluitingen met een op afstand uitleesbare meter. Echter, ACM kan op korte termijn niet overzien welke wijzigingen in de Informatiecode hiervoor noodzakelijk zijn en wat de gevolgen van deze wijzigingen zijn. Daarnaast leidt een aanpassing, ambtshalve of via een wijzigingsopdracht aan NEDU, tot een uitstel van de invoering van individuele slimme-meter-allocatie bij kleinverbruikaansluitingen. ACM is van mening dat geen van de betrokken partijen gebaat is bij een dergelijk uitstel. Bovendien wordt een eventuele latere uitbreiding van de individuele slimme-meter-allocatie tot andere aansluitingen niet onmogelijk gemaakt door het vaststellen van het onderhavige besluit.
21. ACM stelt het besluit daarom ongewijzigd vast met meer duiding en toelichting en zal zich over een uitbreiding van de individuele slimme-meter-allocatie buigen als een representatief deel van de ondernemingen die zich bezighouden met transporteren, leveren of meten van elektriciteit of gas daarover een codevoorstel bij ACM indient.
’s-Gravenhage, 27 oktober 2016
De Autoriteit Consument en Markt, namens deze: F.J.H. Don bestuurslid
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2016-59466.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.