ARTIKEL I
De Regeling lerarenbeurs voor scholing, zij-instroom en bewegingsonderwijs 2009–2017
wordt als volgt gewijzigd:
A
De opschriften van paragrafen 1 tot en met 6 van hoofdstuk 3 vervallen.
B
In artikel 26 wordt ‘De minister beslist’ vervangen door: De subsidie wordt direct
vastgesteld.
C
Artikel 27 komt te luiden:
Artikel 27. Verplichting subsidieontvanger
-
1. De subsidieontvanger spant zich in om de zij-instromer in staat te stellen zijn onderwijsbevoegdheid
te behalen.
-
2. De subsidieontvanger werkt mee aan de door of namens de minister ingestelde onderzoekingen
die erop gericht zijn de minister inlichtingen te verschaffen ten behoeve van de ontwikkeling
van het beleid.
D
Artikel 28 komt te luiden:
Artikel 28. Betaling
De minister betaalt het subsidiebedrag binnen vier weken na de vaststelling, bedoeld
in artikel 26.
E
Artikel 29 komt te luiden:
Artikel 29. Niet behalen onderwijsbevoegdheid
Indien de zij-instromer het traject niet met goed gevolg afrondt en geen onderwijsbevoegdheid
haalt, wordt de subsidie lager vastgesteld. Bij de vaststelling worden de kosten in
acht genomen die de subsidieontvanger heeft gemaakt in het kader van zijn inspanningsverplichting,
bedoeld in artikel 27, eerste lid, voor zover die kosten zijn te verantwoorden.
F
Artikel 30 komt te luiden:
Artikel 30. Besteding niet aangewende deel
Het niet aangewende deel van de subsidie kan, mits de zij-instromer het traject met
goed gevolg heeft afgerond en een onderwijsbevoegdheid heeft behaald, worden besteed
aan andere activiteiten van de instelling waarvoor bekostiging wordt verstrekt.
G
Artikel 31 komt te luiden:
Artikel 31. Verantwoording en controle
-
1. De verantwoording van de subsidie geschiedt in de jaarverslaggeving overeenkomstig
de Regeling jaarverslaggeving onderwijs met model G, onderdeel 1.
-
2. De subsidieontvanger toont op verzoek van de minister aan dat de activiteiten waarvoor
subsidie is verstrekt, zijn verricht en dat is voldaan aan de verplichtingen die aan
de subsidie zijn verbonden.
ARTIKEL II
Alle subsidies die op grond van artikel 26 van de Regeling lerarenbeurs voor scholing,
zij-instroom en bewegingsonderwijs 2009–2017 zijn verstrekt voor inwerkingtreding
van deze regeling, worden geacht te zijn vastgesteld, voor zover ze niet reeds zijn
vastgesteld bij beschikking.
ARTIKEL III
De Regeling subsidies voortgezet onderwijs wordt ingetrokken.
ARTIKEL IV
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
TOELICHTING
Algemeen
Met de onderhavige regeling wordt de Regeling lerarenbeurs voor scholing, zij-instroom
en bewegingsonderwijs 2009–2017 (de Regeling) gewijzigd. De wijziging heeft betrekking
op de subsidie voor zij-instroom, die is bedoeld voor personen die nog geen onderwijsbevoegdheid
hebben en in het onderwijs (willen) werken. Om in het onderwijs te kunnen (blijven)
werken, dienen ze een zij-instroomtraject te volgen dat binnen twee jaar leidt tot
een onderwijsbevoegdheid. De subsidie wordt verstrekt aan de werkgever van de zij-instromer.
Deze wijziging betreft het technisch herstel van enkele onjuistheden in de Regeling.
In de praktijk wordt de subsidie voor zij-instroom direct vastgesteld, zonder voorafgaande
verlening. In de Regeling was echter een aantal bepalingen opgenomen dat daarmee niet
overeenstemde, te weten de voorschriften over voorschotten (artikel 28), de ambtshalve
vaststelling (artikel 29) en terugvordering van resterende subsidie (artikel 30, tweede
lid).
Daarnaast is de betekenis van het voorschrift dat de onderwijsbevoegdheid moet worden
behaald, onduidelijk. Dit voorschrift was niet alleen geformuleerd als inspanningsverplichting
(artikel 27, eerste lid), maar ook als subsidievoorwaarde (artikel 30, tweede lid).
Uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid
Deze regeling is getoetst op uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid. De voorgestelde
wijzigingen zijn uitvoerbaar en handhaafbaar.
Administratieve lasten
Met deze wijzigingen worden geen extra informatieverplichtingen opgelegd aan de subsidieontvangers.
De administratieve lasten blijven ongewijzigd.
Vaste verandermomenten en inwerkingtreding
Omdat deze regeling technisch herstel van enkele onjuistheden betreft, is het wenselijk
de wijzigingen zo snel mogelijk in werking te doen treden. Daarmee wordt dus afgeweken
van de systematiek van vaste verandermomenten bij regelgeving.
Artikelsgewijs
Artikel I, onderdeel A
De opschriften van de paragrafen van hoofdstuk 3 van de Regeling vervallen. De huidige
opschriften zijn deels onjuist en de paragrafen zijn daarnaast in alle gevallen dusdanig
kort dat een opschrift overbodig is.
Artikel I, onderdeel B
In artikel 26 stond dat de minister ‘beslist’, terwijl in andere artikelen sprake
was van voorschotten en van ambtshalve vaststelling. Dit stemt niet overeen met de
uitvoeringspraktijk, aangezien het bij de bedragen waar deze regeling op ziet, gaat
om directe vaststelling zonder voorafgaande verlening.
Artikel I. onderdeel C
In artikel 27 is de meldingsplicht geschrapt. Deze plicht volgt immers reeds uit artikel
5.7 van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS.
Artikel I, onderdeel D
In de oude tekst van artikel 28 wordt gesproken van verlening van voorschotten. Hiervan
is bij de subsidie zij-instroom nooit sprake, nu direct wordt vastgesteld en verstrekt,
zonder voorafgaande verlening. Om deze reden is de bepaling geherformuleerd naar de
betaling van de subsidie, hetgeen de betreffende bepaling beoogde te regelen.
Artikel I, onderdeel E
De oude tekst van artikel 29 vervalt, omdat er geen sprake is van ambtshalve vaststelling,
maar van directe vaststelling. De nieuwe tekst bepaalt dat als een zij-instromer er
onverhoopt niet in slaagt om de onderwijsbevoegdheid te behalen, de subsidie aan de
school lager wordt vastgesteld (en eventueel wordt teruggevorderd). Omdat de subsidie
reeds is vastgesteld, is sprake van toepassing van artikel 4:49 van de Algemene wet
bestuursrecht, op grond waarvan de subsidievaststelling kan worden ingetrokken of
ten nadele van de ontvanger gewijzigd.
Daarbij wordt rekening gehouden met de kosten die de school ten behoeve van de zij-instromer
heeft gemaakt. Terugvordering van het gehele subsidiebedrag zou kwalijke gevolgen
voor de school – die zich wel heeft ingespannen – en daarmee voor de aantrekkelijkheid
van de zij-instroomsubsidie met zich brengen. Gezien het belang van scholen om bevoegde
leraren voor de klas te laten staan, is het waarschijnlijk dat zij hun inspanningsverplichting
zullen nastreven.
Artikel I, onderdeel F
Het eerste lid van artikel 30 ging ervan uit dat middelen die voor een ander doel
worden gebruikt of niet worden besteed, worden teruggevorderd. Dit is alleen mogelijk
op basis van verantwoording over de aanwending van de middelen. Dit stemt niet overeen
met de uitvoeringspraktijk. Mede om de administratieve lasten zo laag mogelijk te
houden, wordt de subsidie namelijk direct vastgesteld. Wel moet de subsidie worden
verantwoord overeenkomstig de voorschriften voor de jaarverslaggeving, met model G,
onderdeel 1. Dit model betreft een prestatieverklaring op basis waarvan verrekening
van niet bestede middelen niet mogelijk is. Om deze reden vervalt het eerste lid.
Artikel I, onderdeel G
De oude tekst van artikel 31 verwees naar de Regeling OCW-subsidies. Deze regeling
is per 1 april 2016 ingetrokken en vervangen door de Kaderregeling subsidies OCW,
SZW en VWS. Om deze reden wordt in de huidige tekst direct verwezen naar de Regeling
jaarverslaggeving onderwijs.
Artikel II
In de oorspronkelijke regeling werd uitgegaan van een systematiek van verlening, bevoorschotting
en vaststelling. Dit zou inhouden dat er twee beschikkingen zijn per subsidie, namelijk
een verleningsbeschikking en een vaststellingsbeschikking. In de praktijk is er echter,
vanwege de directe vaststelling zonder voorafgaande verlening, slechts sprake van
één beschikking. Om ieder misverstand omtrent rechtmatigheid van de subsidieverstrekking
weg te nemen is ervoor gekozen overgangsrecht op te nemen. Met deze bepaling worden
alle reeds verzonden beschikkingen geacht tevens vaststellingsbeschikkingen te zijn.
Wel is een uitzondering gemaakt voor de gevallen waarin reeds een vaststelling bij
beschikking heeft plaatsgevonden, bijvoorbeeld daar waar de subsidie op een lager
bedrag is vastgesteld.
Artikel III
De Regeling subsidies voortgezet onderwijs bestond sinds 1999 en was ooit bedoeld
als algemeen subsidiekader voor het voortgezet onderwijs. Deze regeling werd overbodig
door de inwerkingtreding van de Regeling OCW-subsidies, die in 2016 is vervangen door
de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS. De Regeling subsidies voortgezet onderwijs
is per abuis niet eerder ingetrokken.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
S. Dekker