Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 19 oktober 2016, nr. VO/940415, tot wijziging van de Regeling lerarenbeurs voor scholing, zij-instroom en bewegingsonderwijs 2009–2017 in verband met enkele technische aanpassingen

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

Gelet op artikel 2, eerste lid, jo artikel 4, eerste lid, van de Wet overige OCW-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling lerarenbeurs voor scholing, zij-instroom en bewegingsonderwijs 2009–2017 wordt als volgt gewijzigd:

A

De opschriften van paragrafen 1 tot en met 6 van hoofdstuk 3 vervallen.

B

In artikel 26 wordt ‘De minister beslist’ vervangen door: De subsidie wordt direct vastgesteld.

C

Artikel 27 komt te luiden:

Artikel 27. Verplichting subsidieontvanger

  • 1. De subsidieontvanger spant zich in om de zij-instromer in staat te stellen zijn onderwijsbevoegdheid te behalen.

  • 2. De subsidieontvanger werkt mee aan de door of namens de minister ingestelde onderzoekingen die erop gericht zijn de minister inlichtingen te verschaffen ten behoeve van de ontwikkeling van het beleid.

D

Artikel 28 komt te luiden:

Artikel 28. Betaling

De minister betaalt het subsidiebedrag binnen vier weken na de vaststelling, bedoeld in artikel 26.

E

Artikel 29 komt te luiden:

Artikel 29. Niet behalen onderwijsbevoegdheid

Indien de zij-instromer het traject niet met goed gevolg afrondt en geen onderwijsbevoegdheid haalt, wordt de subsidie lager vastgesteld. Bij de vaststelling worden de kosten in acht genomen die de subsidieontvanger heeft gemaakt in het kader van zijn inspanningsverplichting, bedoeld in artikel 27, eerste lid, voor zover die kosten zijn te verantwoorden.

F

Artikel 30 komt te luiden:

Artikel 30. Besteding niet aangewende deel

Het niet aangewende deel van de subsidie kan, mits de zij-instromer het traject met goed gevolg heeft afgerond en een onderwijsbevoegdheid heeft behaald, worden besteed aan andere activiteiten van de instelling waarvoor bekostiging wordt verstrekt.

G

Artikel 31 komt te luiden:

Artikel 31. Verantwoording en controle

  • 1. De verantwoording van de subsidie geschiedt in de jaarverslaggeving overeenkomstig de Regeling jaarverslaggeving onderwijs met model G, onderdeel 1.

  • 2. De subsidieontvanger toont op verzoek van de minister aan dat de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt, zijn verricht en dat is voldaan aan de verplichtingen die aan de subsidie zijn verbonden.

ARTIKEL II

Alle subsidies die op grond van artikel 26 van de Regeling lerarenbeurs voor scholing, zij-instroom en bewegingsonderwijs 2009–2017 zijn verstrekt voor inwerkingtreding van deze regeling, worden geacht te zijn vastgesteld, voor zover ze niet reeds zijn vastgesteld bij beschikking.

ARTIKEL III

De Regeling subsidies voortgezet onderwijs wordt ingetrokken.

ARTIKEL IV

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker

TOELICHTING

Algemeen

Met de onderhavige regeling wordt de Regeling lerarenbeurs voor scholing, zij-instroom en bewegingsonderwijs 2009–2017 (de Regeling) gewijzigd. De wijziging heeft betrekking op de subsidie voor zij-instroom, die is bedoeld voor personen die nog geen onderwijsbevoegdheid hebben en in het onderwijs (willen) werken. Om in het onderwijs te kunnen (blijven) werken, dienen ze een zij-instroomtraject te volgen dat binnen twee jaar leidt tot een onderwijsbevoegdheid. De subsidie wordt verstrekt aan de werkgever van de zij-instromer.

Deze wijziging betreft het technisch herstel van enkele onjuistheden in de Regeling.

In de praktijk wordt de subsidie voor zij-instroom direct vastgesteld, zonder voorafgaande verlening. In de Regeling was echter een aantal bepalingen opgenomen dat daarmee niet overeenstemde, te weten de voorschriften over voorschotten (artikel 28), de ambtshalve vaststelling (artikel 29) en terugvordering van resterende subsidie (artikel 30, tweede lid).

Daarnaast is de betekenis van het voorschrift dat de onderwijsbevoegdheid moet worden behaald, onduidelijk. Dit voorschrift was niet alleen geformuleerd als inspanningsverplichting (artikel 27, eerste lid), maar ook als subsidievoorwaarde (artikel 30, tweede lid).

Uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid

Deze regeling is getoetst op uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid. De voorgestelde wijzigingen zijn uitvoerbaar en handhaafbaar.

Administratieve lasten

Met deze wijzigingen worden geen extra informatieverplichtingen opgelegd aan de subsidieontvangers. De administratieve lasten blijven ongewijzigd.

Vaste verandermomenten en inwerkingtreding

Omdat deze regeling technisch herstel van enkele onjuistheden betreft, is het wenselijk de wijzigingen zo snel mogelijk in werking te doen treden. Daarmee wordt dus afgeweken van de systematiek van vaste verandermomenten bij regelgeving.

Artikelsgewijs

Artikel I, onderdeel A

De opschriften van de paragrafen van hoofdstuk 3 van de Regeling vervallen. De huidige opschriften zijn deels onjuist en de paragrafen zijn daarnaast in alle gevallen dusdanig kort dat een opschrift overbodig is.

Artikel I, onderdeel B

In artikel 26 stond dat de minister ‘beslist’, terwijl in andere artikelen sprake was van voorschotten en van ambtshalve vaststelling. Dit stemt niet overeen met de uitvoeringspraktijk, aangezien het bij de bedragen waar deze regeling op ziet, gaat om directe vaststelling zonder voorafgaande verlening.

Artikel I. onderdeel C

In artikel 27 is de meldingsplicht geschrapt. Deze plicht volgt immers reeds uit artikel 5.7 van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS.

Artikel I, onderdeel D

In de oude tekst van artikel 28 wordt gesproken van verlening van voorschotten. Hiervan is bij de subsidie zij-instroom nooit sprake, nu direct wordt vastgesteld en verstrekt, zonder voorafgaande verlening. Om deze reden is de bepaling geherformuleerd naar de betaling van de subsidie, hetgeen de betreffende bepaling beoogde te regelen.

Artikel I, onderdeel E

De oude tekst van artikel 29 vervalt, omdat er geen sprake is van ambtshalve vaststelling, maar van directe vaststelling. De nieuwe tekst bepaalt dat als een zij-instromer er onverhoopt niet in slaagt om de onderwijsbevoegdheid te behalen, de subsidie aan de school lager wordt vastgesteld (en eventueel wordt teruggevorderd). Omdat de subsidie reeds is vastgesteld, is sprake van toepassing van artikel 4:49 van de Algemene wet bestuursrecht, op grond waarvan de subsidievaststelling kan worden ingetrokken of ten nadele van de ontvanger gewijzigd.

Daarbij wordt rekening gehouden met de kosten die de school ten behoeve van de zij-instromer heeft gemaakt. Terugvordering van het gehele subsidiebedrag zou kwalijke gevolgen voor de school – die zich wel heeft ingespannen – en daarmee voor de aantrekkelijkheid van de zij-instroomsubsidie met zich brengen. Gezien het belang van scholen om bevoegde leraren voor de klas te laten staan, is het waarschijnlijk dat zij hun inspanningsverplichting zullen nastreven.

Artikel I, onderdeel F

Het eerste lid van artikel 30 ging ervan uit dat middelen die voor een ander doel worden gebruikt of niet worden besteed, worden teruggevorderd. Dit is alleen mogelijk op basis van verantwoording over de aanwending van de middelen. Dit stemt niet overeen met de uitvoeringspraktijk. Mede om de administratieve lasten zo laag mogelijk te houden, wordt de subsidie namelijk direct vastgesteld. Wel moet de subsidie worden verantwoord overeenkomstig de voorschriften voor de jaarverslaggeving, met model G, onderdeel 1. Dit model betreft een prestatieverklaring op basis waarvan verrekening van niet bestede middelen niet mogelijk is. Om deze reden vervalt het eerste lid.

Artikel I, onderdeel G

De oude tekst van artikel 31 verwees naar de Regeling OCW-subsidies. Deze regeling is per 1 april 2016 ingetrokken en vervangen door de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS. Om deze reden wordt in de huidige tekst direct verwezen naar de Regeling jaarverslaggeving onderwijs.

Artikel II

In de oorspronkelijke regeling werd uitgegaan van een systematiek van verlening, bevoorschotting en vaststelling. Dit zou inhouden dat er twee beschikkingen zijn per subsidie, namelijk een verleningsbeschikking en een vaststellingsbeschikking. In de praktijk is er echter, vanwege de directe vaststelling zonder voorafgaande verlening, slechts sprake van één beschikking. Om ieder misverstand omtrent rechtmatigheid van de subsidieverstrekking weg te nemen is ervoor gekozen overgangsrecht op te nemen. Met deze bepaling worden alle reeds verzonden beschikkingen geacht tevens vaststellingsbeschikkingen te zijn. Wel is een uitzondering gemaakt voor de gevallen waarin reeds een vaststelling bij beschikking heeft plaatsgevonden, bijvoorbeeld daar waar de subsidie op een lager bedrag is vastgesteld.

Artikel III

De Regeling subsidies voortgezet onderwijs bestond sinds 1999 en was ooit bedoeld als algemeen subsidiekader voor het voortgezet onderwijs. Deze regeling werd overbodig door de inwerkingtreding van de Regeling OCW-subsidies, die in 2016 is vervangen door de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS. De Regeling subsidies voortgezet onderwijs is per abuis niet eerder ingetrokken.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker

Naar boven