Besluit van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 28 oktober 2016, 2016-0000228339, tot goedkeuring van de door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen vastgestelde premiepercentages sectorfondsen 2017

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 28, zesde lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen;

Besluit:

Goed te keuren de door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen bij besluit van 11 oktober 2016 op grond van artikel 28, eerste lid, Wet financiering sociale verzekeringen voor het jaar 2017 vastgestelde premiepercentages voor de sectorfondsen.

Dit besluit zal met het besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen van 11 oktober 2016 en de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Hoogachtend,

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher

Besluit vaststelling sectorpremies 2017

Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen,

Gelet op artikel 28, eerste lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen;

Besluit:

Artikel 1

De premies die ten gunste komen van de sectorfondsen, bedoeld in artikel 28, eerste lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen, worden voor het jaar 2017 vastgesteld op de percentages, bedoeld in bijlage 1 en 2 bij dit besluit.

Artikel 2

Dit besluit treedt, onder voorbehoud van goedkeuring door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, in werking met ingang van 1 januari 2017.

Artikel 3

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit vaststelling sectorpremies 2017.

Dit besluit zal met de toelichting en de bijlagen in de Staatscourant worden geplaatst.

Amsterdam, 11 oktober 2016

B.J. Bruins

Voorzitter Raad van Bestuur

BIJLAGE 1 SECTORPREMIES 2017

Premies x 1%

Sector

Sectorpremie

1

Agrarisch bedrijf

0,85

2

Tabakverwerkende industrie

1,27

3

Bouwbedrijf

1,58

4

Baggerbedrijf

0,58

5

Houten emballage-industrie, houtwaren- en borstelindustrie

1,50

6

Timmerindustrie

0,24

7

Meubel- en orgelbouwindustrie

0,79

8

Groothandel in hout, zagerijen, schaverijen en houtbereidingsindustrie

1,19

9

Grafische industrie

1,59

10

Metaalindustrie

0,73

11

Elektrotechnische industrie

1,37

12

Metaal-en technische bedrijfstakken

0,70

13

Bakkerijen

1,22

14

Suikerverwerkende industrie

0,75

15

Slagersbedrijven

1,38

16

Slagers overig

1,50

17

Detailhandel en ambachten

2,06

18

Reiniging

2,00

19

Grootwinkelbedrijf

2,47

20

Havenbedrijven

2,34

21

Havenclassificeerders

1,16

22

Binnenscheepvaart

0,94

23

Visserij

1,61

24

Koopvaardij

0,93

25

Vervoer KLM

0,93

26

Vervoer NS

0,35

27

Vervoer posterijen

2,58

28

Taxivervoer

4,92

29

Openbaar Vervoer

0,54

30

Besloten busvervoer

2,30

31

Overig personenvervoer te land en in de lucht

3,67

32

Overig goederenvervoer te land en in de lucht

0,92

33

Horeca algemeen

1,58

34

Horeca catering

1,78

35

Gezondheid, geestelijke en maatschappelijke belangen

0,94

38

Banken

1,38

39

Verzekeringswezen

1,47

40

Uitgeverij

3,51

41

Groothandel I

1,30

42

Groothandel II

1,45

43

Zakelijke Dienstverlening I

1,01

44

Zakelijke Dienstverlening II

1,22

45

Zakelijke Dienstverlening III

1,48

46

Zuivelindustrie

0,99

47

Textielindustrie

1,98

48

Steen-, cement-, glas- en keramische industrie

0,88

49

Chemische industrie

0,84

50

Voedingsindustrie

0,85

51

Algemene industrie

1,19

52

Uitzendbedrijven

4,07

53

Bewakingsondernemingen

1,42

54

Culturele instellingen

2,18

55

Overige takken van bedrijf en beroep

1,14

56

Schildersbedrijf

3,50

57

Stukadoorsbedrijf

0,88

58

Dakdekkersbedrijf

4,17

59

Mortelbedrijf

0,00

60

Steenhouwersbedrijf

0,52

61 – 66

Overheid

0,83

67

Werk en (re)Integratie

3,84

68

Railbouw

0,60

69

Telecommunicatie

2,20

Gemiddeld

1,36

BIJLAGE 2: SECTORPREMIES PER PREMIEGROEP 2017

Premies x 1%

Premiegroep

Premiepercentage

1

Agrarisch bedrijf

 
 

Kort

2,31

 

Lang

0,59

 

Gemiddeld

0,85

     

3

Bouwbedrijf

 
 

Kort

5,48

 

Lang

1,32

 

Gemiddeld

1,58

     

9

Grafische industrie

 
 

Grafische industrie exclusief fotografen

1,59

 

Fotografen

1,59

 

Gemiddeld

1,59

     

33

Horeca algemeen

 
 

Kort

3,10

 

Lang

0,82

 

Gemiddeld

1,58

     

52

Uitzendbedrijven

 
 

Detachering

3,51

 

Intermediaire diensten

3,40

 

Uitzendbedrijven I A

3,68

 

Uitzendbedrijven II A

4,40

 

Uitzendbedrijven I B en II B

3,96

 

Gemiddeld

4,07

     

54

Culturele instellingen

 
 

Kort

6,13

 

Lang

1,37

 

Gemiddeld

2,18

     

56

Schildersbedrijf

 
 

Kort

12,38

 

Lang

2,81

 

Gemiddeld

3,50

TOELICHTING

De Werkloosheidswet wordt deels gefinancierd via sectorale premies die ten gunste komen van de sectorfondsen en deels via een landelijke premie die ten gunste komt van het Algemeen Werkloosheidsfonds (AWf). Met het onderhavige besluit stelt UWV de sectorpremies voor 2017 vast.

De financieringssystematiek van de sectorfondsen wordt beschreven in de Wet financiering sociale verzekeringen.

De sectoren Uitzendbedrijven, Agrarisch bedrijf, Bouwbedrijf, Horeca algemeen, Culturele instellingen en Schildersbedrijf kennen een differentiatie naar premiegroep. Binnen de vijf laatstgenoemde sectoren vindt deze plaats op basis van het soort contract van de werknemers. Voor werknemers met een contractduur korter dan één jaar betaalt de werkgever de hoge premie en voor werknemers met een contractduur van één jaar of langer betaalt de werkgever de lage premie. De premies binnen de sector Uitzendbedrijven zijn gedifferentieerd naar soort activiteit. Voor de werkgever is de gedifferentieerde premie, die behoort bij de premiegroep, van belang en niet de sectorpremie.

Voor de sector Grafische industrie komt de gedifferentieerde premie naar soort activiteit met ingang van 1 januari 2017 te vervallen. Dit is geregeld met de regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 19 september 2016, 2016-0000192144, tot wijziging van de Regeling Wfsv. De sector heeft aangegeven de scheiding naar activiteit te willen laten vervallen. De premiegroep fotografisch bedrijf betreft een zeer gering aantal werknemers en er wordt geen reden meer gezien voor het maken van onderscheid. Het verschil in premiehoogtes voor 2016 is ook erg gering. Voor 2017 blijven de 2 premiegroepen wel nog bestaan, maar is er geen verschil meer in premiehoogtes. Per 2018 komt ook de indeling in premiegroepen te vervallen.

Dit besluit behoeft op grond van artikel 28, zesde lid, Wet financiering sociale verzekeringen goedkeuring van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

B.J. Bruins Voorzitter Raad van Bestuur

Naar boven