Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 20 oktober 2016, nr. 2016-0000571578, houdende regels inzake bijzondere uitkeringen voor de versterking van het openbaar bestuur in Caribisch Nederland (Regeling bijzondere uitkering versterking openbaar bestuur BES)

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op artikel 92, vijfde lid, van de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba;

Besluit:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

bijzondere uitkering versterking openbaar bestuur:

eenmalige bijzondere uitkering als bedoeld in artikel 2;

minister:

Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Artikel 2 Doel bijzondere uitkering openbaar bestuur

De minister kan aan de openbare lichamen bijzondere uitkeringen versterking openbaar bestuur verstrekken voor activiteiten die de verbetering van het openbaar bestuur in het Caribische deel van Nederland ten doel hebben onder meer door:

  • a. de versterking van de bestuurskracht van de openbare lichamen, of

  • b. de verbetering van de dienstverlening van de openbare lichamen, zowel in de fysieke en sociale leefomgeving als in de verschillende wijken.

Artikel 3 Totale beschikbare bedrag

  • 1. Het totale beschikbare bedrag voor bijzondere uitkeringen versterking openbaar bestuur bedraagt voor 2016 € 620.000 en voor 2017 € 650.000.

  • 2. De bedragen, bedoeld in het eerste lid, worden verdeeld op volgorde van binnenkomst van de aanvragen.

Artikel 4 Aanvraag

  • 1. Een aanvraag voor een bijzondere uitkering versterking openbaar bestuur wordt ingediend door het bestuurscollege van het openbaar lichaam met gebruikmaking van een door de minister beschikbaar gesteld formulier.

  • 2. De aanvraag gaat vergezeld van een activiteitenplan, waarin in ieder geval is opgenomen:

    • a. een beschrijving van de activiteiten, waarvoor de bijzondere uitkering openbaar bestuur wordt aangevraagd;

    • b. de wijze waarop de activiteiten bijdragen aan de doelstelling, bedoeld in artikel 2;

    • c. een sluitende begroting voor het activiteitenplan, en

    • d. de verwachte realisatietermijn, met een beschrijving van het tijdpad en de mijlpalen indien die termijn langer is dan een jaar.

  • 3. Een bestuurscollege kan meerdere aanvragen indienen.

Artikel 5 Beslissing op de aanvraag

  • 1. De minister besluit binnen drie maanden op een aanvraag, maar op een aanvraag die voor 1 november van enig jaar is ingediend, op uiterlijk 31 december van het desbetreffende jaar.

  • 2. De minister besluit uitsluitend tot verlening van een bijzondere uitkering versterking openbaar bestuur indien:

    • a. de activiteiten voldoende bijdragen aan het doel, bedoeld in artikel 2;

    • b. het naar het oordeel van de minister aannemelijk is dat de activiteiten uiterlijk op 31 december 2019 kunnen zijn uitgevoerd;

    • c. de activiteiten doelmatig en doeltreffend zijn;

    • d. de activiteiten redelijkerwijs uitvoerbaar zijn gezien de middelen en de kosten die in het activiteitenplan, bedoeld in artikel 4, tweede lid, zijn begroot; en

    • e. het in artikel 3, eerste lid, genoemde beschikbare bedrag voor het desbetreffende jaar niet wordt overschreden als gevolg van het verlenen van de uitkering.

Artikel 6 Verplichtingen

  • 1. Indien een openbaar lichaam een bijzondere uitkering versterking openbaar bestuur ontvangt:

    • a. bewaakt het bestuurscollege van dat openbaar lichaam de tijdige uitvoering van de activiteiten volgens het activiteitenplan, bedoeld in artikel 4, tweede lid; en

    • b. verzamelt en bewaart het bestuurscollege van dat openbaar lichaam gegevens omtrent de voortgang en kosten van de uitvoering van de activiteiten.

  • 2. Het openbaar lichaam besteedt de bijzondere uitkering versterking openbaar bestuur uitsluitend aan de uitvoering van de activiteiten waarvoor de uitkering is verstrekt.

  • 3. Zodra aannemelijk is dat activiteiten waarvoor een bijzondere uitkering versterking openbaar bestuur is verstrekt niet, niet tijdig of niet geheel zullen worden uitgevoerd of dat niet, niet tijdig of niet geheel aan de aan de verstrekking van de uitkering verbonden voorschriften zal worden voldaan, doet het bestuurscollege daarvan onverwijld melding aan de minister.

Artikel 7 Betaling

  • 1. De minister verstrekt een voorschot op de verleende bijzondere uitkering versterking openbaar bestuur.

  • 2. De hoogte van het voorschot wordt per activiteitenplan vastgesteld op basis van een bevoorschottingsregime dat is vastgesteld bij het besluit, bedoeld in artikel 5, tweede lid.

  • 3. De minister kan op verzoek van het bestuurscollege van het openbaar lichaam besluiten om de hoogte van een voorschot hoger of lager vast te stellen.

  • 4. De minister kan de verstrekking van voorschotten opschorten, indien:

    • a. activiteiten worden uitgevoerd op een wijze die niet voldoet aan het doel, bedoeld in artikel 2, of

    • b. verleende voorschotten zijn besteed aan een ander doel dan waarvoor de bijzondere uitkering versterking openbaar bestuur is verstrekt.

Artikel 8 Intrekken besluit tot verstrekken bijzondere uitkering openbaar bestuur

  • 1. Zolang de bijzondere uitkering versterking openbaar bestuur nog niet overeenkomstig artikel 9, eerste lid, is vastgesteld, kan de minister het besluit, bedoeld in artikel 5, tweede lid, wijzigen of intrekken, indien:

    • a. het openbare lichaam een melding heeft gedaan als bedoeld in artikel 6, derde lid;

    • b. het openbare lichaam onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een ander besluit omtrent de verlening van de uitkering zou hebben geleid;

    • c. het besluit tot verlening van de uitkering onjuist was en het openbaar lichaam dit wist of behoorde te weten;

    • d. activiteiten worden uitgevoerd op een wijze die niet voldoet aan het doel, bedoeld in artikel 2, of

    • e. verleende voorschotten zijn besteed aan een ander doel dan waarvoor de uitkering is verstrekt.

  • 2. De wijziging of intrekking werkt terug tot en met het tijdstip waarop een omstandigheid als bedoeld in het eerste lid, die aanleiding is om tot wijziging of intrekking over te gaan, zich heeft voorgedaan, tenzij bij het besluit tot wijziging of intrekking anders is bepaald.

Artikel 9 Vaststelling en terugvordering

  • 1. De minister stelt de bijzondere uitkering versterking openbaar bestuur vast uiterlijk vier maanden na indiening van de jaarrekening over het laatste uitvoeringsjaar.

  • 2. Voor zover de bijzondere uitkering versterking openbaar bestuur niet op de wijze, bedoeld in artikel 6, tweede lid, is besteed kan de minister het reeds betaalde bedrag terugvorderen.

Artikel 10 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt gepubliceerd en werkt terug tot en met 1 september 2016.

Artikel 11 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling bijzondere uitkering versterking openbaar bestuur BES.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

TOELICHTING

Algemeen

1. Inleiding

De kleinschaligheid van de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba vormt per definitie een beperking in de bestuurskracht. De geringe bestuurskracht zorgt voor problemen in de aansturing van de openbare lichamen, bij de dienstverlening aan de burgers en bij de uitvoering van plannen (zowel die van de openbare lichamen als van de verschillende ministeries). Daarom is er een impuls nodig om het openbaar bestuur in het Caribische deel van Nederland te versterken. Met het oog hierop stelt de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties jaarlijks 1,5 miljoen euro beschikbaar voor de ontwikkeling van het openbaar bestuur in de openbare lichamen. Dit is onder meer vastgelegd in de Meerjarenprogramma’s CN 2016-2018.

Met een doelstelling van ‘continu ontwikkelen’ wordt gestreefd naar het stap voor stap beter laten functioneren van de overheden en zo te komen tot een beter en slagvaardiger openbaar bestuur en een overheid waar de burgers op kunnen vertrouwen. Dit wordt onder meer gedaan door het initiëren en bevorderen van samenwerking met ambtenaren, bestuurders en het maatschappelijk middenveld en het faciliteren van eilandelijke initiatieven ter versterking van het ambtenarenapparaat.

2. Doel van de bijzondere uitkering versterking openbaar bestuur

Overeenkomstig de afspraken tussen de minister en de openbare lichamen is de inzet van de middelen gericht op:

  • a. het sec versterken van het ambtelijk apparaat van de openbare lichamen, enerzijds door gericht te ondersteunen bij het invullen van sleutelposities, anderzijds door het huidige apparaat te professionaliseren door middel van opleidingstrajecten, trainingen, etc.;

  • b. een tweedaagse opleiding voor gedeputeerden, gezaghebbers, eilandsraadsleden, secretarissen, griffiers en directeuren, alsmede gerichte keuzemodules om de kennis te verdiepen;

  • c. de inzet van door het ministerie van BZK, directie Koninkrijksrelaties, geworven medewerkers of Rijkstrainees voor specifieke opgaven in Caribisch Nederland, alsmede het in kaart brengen van high potentials en het organiseren van netwerkbijeenkomsten om het talent ook voor de openbare lichamen op de (middel)lange termijn te kunnen behouden;

  • d. de versterking van controlerende instanties (entameren van de samenwerking tussen diverse hoge colleges van staat en waar nodig versterken van ombudsfunctie);

  • e. verbetering van de transparantie, communicatie en verantwoording, onder meer door trainingen;

  • f. verbetering van inkoop- en aanbestedingsprocedures verbeteren, onder meer door kennisuitwisseling (workshops), procesbeschrijving en het opstellen van een aanbestedingswijzer;

  • g. integrale wijkaanpak. In de wijk komen bestuurlijke, economische en sociale problemen vaak samen. Die problemen hangen samen met het gebrek aan slagkracht bij de openbare lichamen, de achterstanden in de wijken en de huidige verkokerde benadering. Van belang is dat de verbeteringen op integrale wijze plaatsvinden, zodat initiatieven elkaar versterken.

  • h. Corporate governance. Het kabinet heeft aangekondigd voorstellen te zullen doen voor wijziging van de FinBES ten aanzien van onder meer corporate governance in relatie tot de privaatrechtelijke rechtspersonen waarin de openbare lichamen deelnemen. Om de inhoud en reikwijdte van de wijziging te kunnen bepalen is behoefte aan meer informatie over de privaatrechtelijke rechtspersonen waarin de openbare lichamen deelnemen. Daarom zal een inventariserend onderzoek worden uitgevoerd.

Het grootste deel van het beschikbare geld (in totaal € 1.150.000) wordt in overleg en onder voorwaarden aan de openbare lichamen in de vorm van eenmalige bijzondere uitkeringen ter beschikking gesteld; dit is in de onderhavige regeling geregeld. Op grond van deze regeling kan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties bijzondere uitkeringen openbaar bestuur aan de openbare lichamen verstrekken ten behoeve van het versterken van de bestuurskracht en het verbeteren van de dienstverlening van het desbetreffende openbare lichaam.

De regeling bevat een uitwerking van de wijze waarop deze bijzondere uitkeringen aan de openbare lichamen ter beschikking worden gesteld en de wijze waarop de openbare lichamen verantwoording moet afleggen over de besteding van die middelen. Verlening en vaststelling van de bijzondere uitkeringen geschiedt zo veel mogelijk overeenkomstig de systematiek in de Algemene wet bestuursrecht (Awb) voor subsidieverstrekking.

De financiële stromen tussen de rijksoverheid en de openbare lichamen vinden plaats in dollars. De wisselkoersrisico’s komen bij betalingen tussen overheden volgens afspraak voor rekening van de rijksoverheid. De positieve of negatieve gevolgen van wisselkoersfluctuaties voor de rijksbegroting zijn beperkt.

3. Consultatie openbare lichamen

De beschikbaarheid van budget voor bijzondere uitkeringen openbaar bestuur is met de bestuurscolleges van Bonaire, Sint Eustatius en Saba besproken. De bestuurscolleges zijn hiermee akkoord.

Artikelsgewijs

Artikel 2

In artikel 2 is omschreven voor welk type activiteiten een bijzondere uitkering kan worden verstrekt. Het moet gaan om activiteiten die tot doel hebben het openbaar bestuur in Caribisch Nederland te verbeteren. Activiteiten kunnen erop gericht zijn de bestuurskracht van de openbare lichamen te versterken of om de dienstverlening van de openbare lichamen te verbeteren. In paragraaf 2 van het algemeen deel van deze toelichting is dit verder toegelicht.

Artikel 3

In artikel 3 is de hoogte van het beschikbare budget geregeld. Mocht het nodig zijn het beschikbare budget tussentijds te verlagen (hetgeen aan de orde kan zijn wanneer activiteiten door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties worden verricht), dan zal artikel 3 in die zin worden aangepast, dat voor het desbetreffende jaar een kleiner bedrag beschikbaar is. Bij een dergelijke aanpassing zal, overeenkomstig artikel 4:27, tweede lid, van de Awb, uitdrukkelijk worden geregeld dat de verlaging van het beschikbare budget geen gevolgen heeft voor reeds ingediende aanvragen.

In overeenstemming met artikel 4:26, tweede lid, van de Awb is in artikel 3, tweede lid, de wijze van verdeling van het budget geregeld. Gekozen is voor een verdeling op volgorde van binnenkomst van de aanvragen.

Artikel 4

De bestuurscolleges van de openbare lichamen dienen overeenkomstig artikel 4 van de regeling aanvragen in om activiteiten in aanmerking te laten komen voor financiële ondersteuning in de vorm van een bijzondere uitkering. Bij de aanvraag moet een activiteitenplan worden overgelegd, dat onder meer de gegevens moet bevatten die de minister nodig heeft om te beoordelen hoeveel kosten met de activiteiten zijn gemoeid. Een aanvraag moet uiterlijk 31 oktober 2017 zijn ingediend, aangezien er na die tijd onvoldoende tijd resteert om de aanvraag te beoordelen.

Artikel 5

De aanvragen zullen worden beoordeeld op de vraag of de activiteiten waarvoor een bijzondere uitkering wordt gevraagd voldoende invulling geven aan de doelen waarvoor de gelden beschikbaar zijn gesteld.

Overeenkomstig de systematiek in de Awb voor subsidieverstrekking wordt een bijzondere uitkering in beginsel in eerste instantie verleend en pas later, als de activiteiten waarvoor de uitkering is verleend zijn uitgevoerd, definitief vastgesteld.

Artikelen 6, 8 en 9, tweede lid

De bestuurscolleges zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de goedgekeurde activiteiten en voor de besteding van de toegekende middelen. De activiteiten moeten worden uitgevoerd volgens het ingediende activiteitenplan. Bestuurscolleges rapporteren over de besteding van de gelden in de reguliere jaarlijkse rapportage in de jaarrekening, bedoeld in artikel 31, eerste lid, van de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (FinBES) en de artikelen 21, derde lid, onderdeel c, en 47, eerste lid, van het Besluit begroting en verantwoording openbare lichamen BES. Hierdoor zijn extra verantwoordingslasten in verband met de bijzondere uitkeringen beperkt. De jaarrekening wordt ingevolge artikel 31, eerste lid, onderdeel c, van de FinBES twee weken na vaststelling ervan of in ieder geval vóór 15 juli van het jaar volgend op het begrotingsjaar aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties toegestuurd. Met behulp van deze verantwoordingsinformatie kan de definitieve hoogte van de bijzondere uitkering overeenkomstig artikel 9, eerste lid, van de onderhavige regeling worden vastgesteld. Door aan te sluiten bij de reguliere verantwoording worden aparte informatie en controlestromen voorkomen.

Ingevolge artikel 6, derde lid, geldt een meldplicht voor het bestuurscollege. Die hangt samen met de verantwoordelijkheid van de minister voor het toezicht op de goede besteding van de verleende voorschotten. Wordt een activiteit niet uitgevoerd volgens het activiteitenplan, dan kan de minister besluiten om de verdere bevoorschotting op te schorten. In het uiterste geval biedt artikel 8de mogelijkheid om het besluit tot verlening van de uitkering te wijzigen of in te trekken. Dat kan betekenen dat reeds verleende voorschotten op grond van artikel 9, tweede lid, worden teruggevorderd.

Artikel 7

De betaling van de toegekende uitkering vindt plaats in de vorm van voorschotten. De hoogte van de voorschotten wordt van tevoren vastgelegd in het besluit over de verlening, maar de minister kan op verzoek van een bestuurscollege het bevoorschottingsregime aanpassen. Op deze wijze kan, indien nodig, worden ingespeeld op onvoorziene ontwikkelingen in de uitvoering van bepaalde activiteiten. Verder wordt verwezen naar de toelichting op artikel 6.

Artikel 9, eerste lid

De definitieve vaststelling van een bijzondere uitkering openbaar bestuur vindt pas plaats na afloop van de uitvoering van de activiteiten waarvoor de uitkering is verstrekt. Omdat de verantwoording, zoals in de toelichting op artikel 6 al aan de orde kwam, via de jaarrekening verloopt, vindt de definitieve vaststelling altijd pas plaats in het jaar volgend op het jaar waarin de bijzondere uitkering volgens de verleningbeschikking is of uiterlijk had kunnen worden besteed. De vaststelling zal uiterlijk vier maanden na de indiening van de jaarrekening over het laatste uitvoeringsjaar plaatsvinden.

Artikel 10

Aan de regeling wordt terugwerkende kracht verleend tot en met 1 september 2016. De strekking van de regeling is al langer bekend bij de openbare lichamen en vooruitlopend op de regeling is reeds een aanvraag voor een bijzondere uitkering bestuurlijke ontwikkeling ingediend.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

Naar boven