Regeling van de Directie van de RDW (Dienst Wegverkeer), houdende voorwaarden voor het gebruik van het RDW- Tellerstandbeeldmerk, ter bestrijding van fraude met tellerstanden (Regeling gebruik Tellerstandbeeldmerk RDW), 1 november 2016, kenmerk JBZ2016/12200

De directie van de RDW,

Gelet op artikel 4b, eerste lid, onderdeel h. en onderdeel i. van de Wegenverkeerswet 1994;

BESLUIT:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze Regeling wordt verstaan onder:

Tellerstandbeeldmerk:

het beeldmerk opgenomen in de bijlage bij deze regeling.

Tellerstandoordeel:

het oordeel van de RDW omtrent de logica van een tellerstand op grond van de met betrekking tot een voertuig in het kentekenregister geregistreerde tellerstanden, dat kan inhouden het oordeel:

‘Logisch’: de vaststelling door de RDW dat de reeks in het kentekenregister geregistreerde tellerstanden van een voertuig in tijd oplopend en daardoor logisch verklaarbaar is dan wel,

‘Onlogisch’: de vaststelling door de RDW dat de reeks in het kentekenregister geregistreerde tellerstanden van een voertuig niet in tijd oplopend is dan wel,

‘Geen oordeel’: de vaststelling door de RDW dat op grond van ontbrekende informatie over het voertuig niet kan worden beoordeeld of een tellerstand logisch verklaarbaar is.

Toelichting:

de toelichting die bij het tellerstandoordeel door de RDW aan de aanvrager wordt verstrekt.

Artikel 2. Beeldmerk

  • 1. De RDW is rechthebbend op het in de bijlage opgenomen tellerstandbeeldmerk en bij uitsluiting bevoegd om het gebruik door derden toe te staan. Ieder ander gebruik dan bij deze regeling toegestaan is verboden.

  • 2. Het beeldmerk mag uitsluitend worden gebruikt in de in de bijlage voorgeschreven kleuren.

Artikel 3. Aanvraag tellerstandoordeel

  • 1. Iedere aanbieder van een voertuig is gerechtigd om ten behoeve van dat aanbod, bij de RDW en tegen geldend tarief, een tellerstandoordeel op te vragen en dit te presenteren ten behoeve van de verkoop van het voertuig.

  • 2. Het tellerstandoordeel wordt langs digitale weg aangevraagd en aan de aanvrager verstrekt op een door de RDW te bepalen wijze.

  • 3. Bij de aanvraag van een tellerstandoordeel dient de aanvrager de actuele tellerstand van het voertuig bij de RDW op te geven.

Artikel 4. Voorwaarden gebruik beeldmerk en tellerstandoordeel

  • 1. Gebruik van het tellerstandbeeldmerk en vermelding van het tellerstandoordeel ‘logisch’ is uitsluitend in combinatie toegestaan, met vermelding van de op grond van artikel 3, derde lid opgegeven tellerstand en de datum waarop het tellerstandoordeel door de RDW is afgegeven. Indien het tellerstandbeeldmerk en het oordeel worden getoond, wordt tevens de toelichting beschikbaar gesteld.

  • 2. In afwijking van het eerste lid mag bij het ter verkoop aanbieden van voertuigen via een website op een overzichtspagina worden volstaan met het tonen van het beeldmerk en de tellerstand, mits eveneens een detailpagina van het voertuig beschikbaar is waarop de in het eerste lid vermelde informatie wordt getoond.

  • 3. Uit het aanbod blijkt duidelijk op welk voertuig het oordeel betrekking heeft.

  • 4. De tekst van de toelichting wordt aangeboden op de volgende wijze:

    • a. Bij verkoop van een voertuig via een website;

      Op de advertentiewebsite wordt een informatiebutton bij de advertentie geplaatst waarachter de toelichting op het oordeel wordt getoond zoals deze door de RDW is verstrekt, dan wel wordt de mogelijkheid geboden om door te klikken naar RDW website www.rdw.nl/beeldmerk

    • b. Bij fysieke advertentiemedia;

      In de advertentie wordt de toelichting vermeld, dan wel wordt er op gewezen dat de toelichting bij de aanbieder kan worden ingezien.

    • c. Bij fysieke verkoop;

      Bij het beeldmerk wordt de tekst van de toelichting vermeld zoals deze door de RDW is verstrekt.

Artikel 5. Gebruik tellerstandoordeel zonder beeldmerk

De aanbieder van een voertuig mag bij het aanbod het tellerstandoordeel ‘onlogisch’, dan wel het tellerstandoordeel ‘geen oordeel’ vermelden, uitsluitend zonder gebruikmaking van het beeldmerk en mits voorzien van de toelichting op de wijze als bedoeld in artikel 4.

Artikel 6. Intermediairs.

Deze regeling is van overeenkomstige toepassing op intermediairs die voertuigen aanbieden namens derden en daarvoor zelf een tellerstandoordeel opvragen.

Artikel 7. Slotbepalingen

  • 1. De aanvraag van een tellerstandoordeel kan gedurende een door de RDW te bepalen periode worden geweigerd als is gebleken dat de aanvrager de voorschriften van deze regeling verwijtbaar niet heeft nageleefd.

  • 2. Door de aanvraag van een tellerstandoordeel is de RDW gerechtigd om in geval van niet naleving van deze regeling de aanvrager op te nemen in een op zijn website te publiceren lijst van overtreders.

Deze regeling kan worden aangehaald als de Regeling gebruik Tellerstandbeeldmerk RDW, en treedt in werking op de datum van publicatie in de Staatscourant.

Zoetermeer, 1 november 2016

De directie van de Dienst Wegverkeer Namens deze, A. van Ravestein Algemeen Directeur

BIJLAGE

TOELICHTING

Algemeen

Sinds de wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de registratie van tellerstanden1 registreert de RDW de tellerstanden van de in het kentekenregister geregistreerde voertuigen. Voor de overwegingen die hebben geleid tot de wetswijzing zij verwezen naar de daarbij behorende toelichting. Voordat deze taak aan de RDW was opgedragen werden tellerstanden van voertuigen al geruime tijd geregistreerd door de Stichting Nationale Auto Pas (NAP). De stichting NAP ontving de tellerstanden van de bij haar aangesloten voertuigverkopers op grond van een met die verkopers gesloten overeenkomst tot levering van de tellerstanden. Anderzijds konden de aangesloten bedrijven ten behoeve van de verkoop van hun voertuigen gebruikmaken van een NAP-weblabel. Door een voertuig aan te prijzen met een NAP-weblabel gaf het bedrijf aan de consument te kennen dat de tellerstand van het voertuig logisch verklaarbaar was.

Als gevolg van de wetswijziging is ook de beoordeling van de logica van een tellerstand opgedragen aan de RDW (t.a.p. M.v.T, p.7). Nu de stichting NAP de registratie van tellerstanden heeft gestaakt is het aangewezen dat de RDW tevens voorziet in het aanbieden van een dienst die vergelijkbaar is met het voormalige NAP-weblabel, waarmee de verkoper van een voertuig in staat wordt gesteld om op grond van de geregistreerde standen te verklaren dat de actuele tellerstand van dat voertuig logisch verklaarbaar is. Omdat de RDW als zelfstandig bestuursorgaan, anders dan voorheen de stichting NAP, deze dienst zonder onderscheid dient aan te bieden leent zich de overeenkomst niet goed als juridisch kader waarin een en ander wordt geregeld. Bovendien zal naar verwachting de kring van gebruikers toenemen nu de dienst in beginsel openstaat voor iedere aanbieder van voertuigen. Op juridische en praktische gronden is daarom gekozen voor een open publiekrechtelijke regeling.

Doel van Regeling

Overeenkomstig de werking van het voormalige NAP-weblabel biedt de RDW met deze regeling een dienst aan die er in bestaat dat bij de verkoop van een voertuig een beeldmerk mag worden getoond mits de actuele tellerstand van het voertuig logisch verklaarbaar is. Voor de consument wordt daarmee kenbaar dat de aanbieder onderzoek heeft gedaan in het kentekenregister en dat hij een grotere mate van betrouwbaarheid aan de juistheid van de actuele stand kan toekennen. Overigens kan uit het oordeel ‘logisch’ niet met zekerheid worden afgeleid dat de tellerstand juist is. Op grond van raadpleging van het register kan immers enkel worden geconcludeerd dat er sprake is van een al dan niet in tijd oplopende reeks.

Deze Regeling beoogt beleid vast te stellen ten aanzien van de wijze waarop en onder welke voorwaarden van de dienst gebruik mag worden gemaakt. Hierbij staat een zo breed mogelijk gebruik van de dienst voor ogen zodat een zo groot mogelijke bijdrage wordt geleverd aan het tegengaan van fraude met tellerstanden.

Werking van de Regeling

De dienst is gebaseerd op het gereguleerd toestaan van het gebruik van een beeldmerk als herkenningspunt voor de consument. Op grond van het eigendomsrecht op het beeldmerk worden met deze regeling eisen en voorwaarden gesteld aan het gebruik. Voor de betekenis van deze eisen en voorwaarden zij verwezen naar de artikelsgewijze toelichting. Door veelvuldig gebruik zal het beeldmerk door de consument worden herkend als een teken dat met de tellerstand kennelijk niet is geknoeid. Anderzijds zal onterecht gebruik moeten worden tegengegaan. De RDW zal bij een signalering hiervoor zijn eigendomsrecht kunnen inroepen om zodanig gebruik te beletten. Daarnaast zal bij onjuist gebruik van het beeldmerk, bijvoorbeeld wanneer achteraf blijkt dat het kentekenregister niet is geraadpleegd en de tellerstand niet logisch blijkt te zijn, de koper een middel hebben om zijn eventuele vordering tot schadevergoeding of ontbinding van de koopovereenkomst kracht bij te zetten. De handelwijze van de verkoper zal dan immers een vermoeden kunnen opleveren dat de koper bewust is misleid.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

Dit artikel bevat een verklaring van in de regeling gebruikte begrippen. In het bijzonder zij er op gewezen dat voor de werking van deze regeling aan de begrippen ‘logisch’ en ‘onlogisch’ de specifieke betekenis toekomt dat daaruit volgt dat sprake is van een al dan niet oplopende reeks van in het kentekenregister opgenomen tellerstanden.

Artikel 2

Uit artikel 2 volgt dat de RDW eigenaar is van het beeldmerk dat voor dit doel is ontworpen maar waarin de aanduiding ‘NAP’ is gehandhaafd omdat deze term bij het publiek grote bekendheid heeft verworven. Het artikel verbiedt ieder gebruik van het beeldmerk waarbij niet de voorschriften van deze regeling in acht worden genomen.

Artikel 3

Dit artikel regelt dat iedere verkoper van een voertuig gerechtigd is om een tellerstandoordeel te vragen. De hoogte van het tarief dat hiermee gemoeid is zal worden opgenomen in de Regeling tarieven Dienst Wegverkeer. De aanvraag, waarbij de aanvrager de actuele tellerstand van het voertuig moet opgeven, kan uitsluitend worden ingediend indien de aanvrager beschikt over een digitale toegang tot de RDW. De wijze waarop deze toegang kan worden verkregen wordt gepubliceerd op de website van de RDW.

Artikelen 4 en 5

De voorwaarden die in de artikelen 4 en 5 zijn beschreven zien er op dat het beeldmerk uitsluitend mag worden gebruikt als sprake is van een logische tellerstand. Beeldmerk en oordeel moeten in dat geval gecombineerd worden gebruikt. Weliswaar mag een verkoper om hem moverende redenen ook het oordeel ‘onlogisch’ of ‘geen oordeel’ bekend maken, maar daarbij mag niet het beeldmerk worden getoond. De visuele eerste indruk bij het zien van het beeldmerk moet zijn dat de klant ziet dat de tellerstand logisch is. Bovendien moet altijd de actuele tellerstand worden vermeld. Dat is de tellerstand die door de aanvrager aan de RDW is opgegeven als grondslag voor het tellerstandoordeel. Voor verkoop via een website gelden enigszins afwijkende bepalingen. Bij deze wijze van aanbieden wordt doorgaans een overzichtspagina als beginscherm getoond waarop het gehele aanbod wordt getoond. Voor zover vanaf die pagina kan worden doorgeklikt naar een detailpagina waar enkel het gekozen voertuig wordt getoond, hoeft enkel op die pagina de vereiste informatie uit het eerste lid en de informatiebutton te worden getoond. Daarnaast is bepaald dat de verkoper de door de RDW verstrekte toelichting op het tellerstandoordeel aan zijn klant beschikbaar moet stellen. Hij dient dit te doen door aanbieding van de feitelijke tekst zoals die door de RDW is verstrekt.

Artikel 6

Veel aanbieders van voertuigen maken gebruik van bestaande kanalen om via internet hun voertuigen aan te bieden. Dit artikel bepaalt dat deze regeling ook van toepassing is op dergelijke internetsites.

Artikel 7

Dit artikel beschrijft maatregelen die de RDW kan nemen om misbruik te beperken. Door verkopers uit te kunnen sluiten van verstrekking van gegevens zullen ze worden aangespoord om zich aan de voorschriften te houden. Mocht ondanks de uitsluiting de aanbieder het beeldmerk onbevoegd blijven gebruiken dan kan de RDW op grond van het eigendomsrecht op het beeldmerk gebruikers in en buiten rechte aanspreken. Bovendien kan de RDW ten behoeve van de consument misbruikers bekendmaken op de eigen website.


X Noot
1

Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met het wijzigen van de tellerstand van motorrijtuigen. Tweede Kamer, vergaderjaar 2012–2013, 33 424, nr. 2

Naar boven