Beleidsregels UWV subsidieonderzoek IPS

Het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen,

Gelet op artikel 32b van de Wet Structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

aangiftetijdvak:

het tijdvak van vier weken dan wel één maand waarop de aangifte – waarop de ingehouden loonbelasting wordt afgedragen – betrekking heeft. Als de werkgever(s) over een afwijkend tijdvak aangifte doet/doen, dan is het aangiftetijdvak het tijdvak waarover loon is betaald van vier weken of één maand of herleid tot vier weken of één maand;

aanvraagperiode:

periode waarbinnen een aanvraag voor subsidie voor een specifieke trajectstartperiode kan worden ingediend en door UWV moet zijn ontvangen;

datum gestart IPS-traject:

de datum waarop UWV zijn schriftelijk akkoord heeft gegeven dat het IPS-traject in uitvoering kan worden genomen. De dagtekening van het schriftelijk akkoord is hierbij leidend;

datum plaatsing:

de datum gelegen na datum werkhervatting waarop de werkhervatting aan alle vereisten van een plaatsing voldoet;

datum werkhervatting:

de datum waarop de persoon die behoort tot de doelgroep IPS het werk feitelijk heeft hervat bij een of meerdere werkgevers of als zelfstandig ondernemer. De datum werkhervatting ligt uiterlijk op de laatste dag van de duur IPS-traject;

dienstbetrekking:

een arbeidsverhouding waarbij sprake is van een arbeidsovereenkomst in de zin van artikel 7:610 Burgerlijk Wetboek of die op grond van artikel 4 of 5 ZW voor de verzekering voor de werknemersverzekeringen daarmee wordt gelijkgesteld;

doelgroep IPS:

de doelgroep IPS betreft klanten met ernstige psychische aandoeningen die in zorg zijn bij een (behandel)team van een GGz-instelling en die kenbaar hebben gemaakt een wens te hebben om naar werk te worden begeleid;

Ernstige Psychische Aandoening (EPA):

er is sprake van een ernstige psychische aandoening bij:

  • a. een psychische, gedrags- of emotionele stoornis;

  • b. welke op dit moment of gedurende het afgelopen jaar te diagnosticeren is;

  • c. van voldoende duur is om te voldoen aan de diagnostische criteria omschreven in de DSM IV; en,

  • d. resulterend in ernstige functionele beperkingen, die leiden tot substantiële verstoring of Begrenzing van belangrijke levensactiviteiten;

gestart IPS-traject:

IPS-traject waarvoor UWV schriftelijk akkoord heeft gegeven dat het in uitvoering genomen kan worden en waarbij de datum gestart IPS-traject ligt binnen de trajectstartperiode waarop de subsidie ziet;

GGz-instelling:

een rechtspersoon die voldoet aan de navolgende voorwaarden:

Geestelijke gezondheidszorg biedt, onder onafhankelijk toezicht staat en een Toelating Zorginstelling heeft voor geestelijke gezondheidszorg;

of,

Geestelijke gezondheidszorg biedt, onder onafhankelijk toezicht staat en gefinancierd wordt op basis van een of meerdere van volgende wetten:

  • Wet Maatschappelijke Ondersteuning;

  • Wet Langdurige Zorg;

  • Jeugdwet;

  • Zorgverzekeringswet;

  • Interim Besluit Forensische Zorg totdat de Wet Forensische Zorg in werking treedt;

IPS:

Individuele Plaatsing en Steun;

IPS-traject:

een traject dat het totaal aan ondersteuningsactiviteiten bevat gericht op het vinden en behoud van werk die een persoon die behoort tot de doelgroep IPS doorloopt;

IPS-trajectbegeleider:

een persoon die in het bezit is van een geldig Certificaat IPS-opleiding, verstrekt door Kenniscentrum Phrenos;

klant:

een persoon die van UWV een uitkering ontvangt op grond van de Wet WIA, de WAO, de WAZ, of de ZW, waarvoor geen werkgever als eigenrisicodrager het risico van betaling draagt, en de persoon die recht heeft op arbeidsondersteuning of een arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de Wajong;

duur IPS-traject:

de tijdsperiode van 36 maanden vanaf datum gestart IPS-traject;

plaatsing IPS:

Een werkhervatting tenminste 3 aaneengesloten maanden heeft geduurd. Voor zover het werk is hervat in een dienstbetrekking geldt dat de persoon die behoort tot de doelgroep IPS:

  • ieder aangiftetijdvak verloonde uren heeft genoten; én

  • gedurende de gehele periode van 3 maanden verloonde uren heeft genoten over minimaal 12 uur met een loonwaarde van minimaal 35% van het minimumloon, ongeacht het aantal uren dat de persoon per week kan werken op basis van de maatman. De werkgever of de inhoudingsplichtige heeft van dat loon opgave gedaan;

In geval van zelfstandig ondernemerschap gaat het erom dat in ieder aangiftetijdvak inkomsten uit het zelfstandig ondernemerschap zijn verkregen.

De termijn van 3 maanden wordt verlengd met perioden van onderbrekingen ten gevolge van ziekte;

plaatsingspercentage IPS:

het totaal aantal plaatsingen IPS gedeeld door het totaal aantal gestarte IPS-trajecten in de trajectstartperiode x 100%;

Relevante wetgeving:

WAO: Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering;

WAZ: Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen;

Wajong: Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten;

WGA:Werkhervattingsuitkering gedeeltelijk arbeidsgeschikten;

WIA:Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen;

ZW: Ziektewet;

UWV:

het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen;

trajectstartperiode:

periode van 6 maanden die loopt van 1 januari tot en met 30 juni en van 1 juli tot en met 31 december;

werkhervatting:

de persoon die behoort tot de doelgroep IPS heeft het werk hervat waarbij is voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • het gaat om werk in dienstbetrekking bij een of meer werkgevers dan wel als zelfstandig ondernemer; én

  • de dag waarop de persoon die behoort tot de doelgroep IPS het werk hervat, ligt binnen de duur IPS-traject;

zelfstandig ondernemer:

een natuurlijk persoon die voor eigen rekening en risico deelneemt aan het economisch verkeer.

Artikel 2. Doel subsidieverstrekking

  • 1. Het doel van de subsidieverstrekking is door onderzoek inzicht te krijgen in de (omvang van) activiteiten op het terrein van re-integratie en jobcoaching die een IPS-trajectbegeleider uitvoert en in het verloop van een IPS-traject. Subsidie wordt verleend voor het ten behoeve van het onderzoek uitvoeren van IPS-trajecten door GGz-instellingen voor klanten met een Ernstige Psychische Aandoening (EPA) en het monitoren van de uitgevoerde trajecten. Het doel van het onderzoek is om op basis van de uitgevoerde trajecten te komen tot een voorstel om IPS structureel te financieren en inzicht te krijgen in de effectiviteit voor onze klantgroepen.

  • 2. UWV verstrekt tussen 1 januari 2017 tot en met 31 december 2021, telkens voor een periode van 6 maanden, subsidie ten behoeve van de GGz-instelling als bedoeld onder artikel 1 om IPS-trajecten uit te voeren ten einde de onderzoeksdoelen te behalen.

Artikel 3. Te verrichten werkzaamheden

  • 1. Na toekenning van de subsidie, meldt een GGz-instelling een kandidaat aan bij UWV. Indien het een klant betreft die geen lopend re-integratietraject heeft dan geeft UWV binnen een week schriftelijk akkoord.

  • 2. Indien schriftelijk akkoord wordt er gestart met de activiteiten behorende tot het IPS-traject.

  • 3. De datum gestart IPS-traject moet liggen binnen de trajectstartperiode waarop de subsidie betrekking heeft.

  • 4. De activiteiten behorende tot het IPS-traject behelzen:

    • a. re-integratie: het ondersteunen van de klant bij het vinden van werk;

    • b. jobcoaching: het na een werkhervatting ondersteunen van de klant bij het verrichten van de aan hem opgedragen taken. De ondersteuning biedt een compensatie voor de beperkingen van de klant. De activiteiten en handelingen die in dit kader worden verricht zijn er op gericht om de klant zelfstandig(er) zijn werkzaamheden uit te laten voeren;

    • c. acquisitie van vacatures en contacten onderhouden met werkgevers;

    • d. nauwe samenwerking met het (behandel)team gedurende het gehele traject

    • e. het monitoren van en rapporteren over de uitgevoerde trajecten;

  • 5. De GGz-instelling verstrekt per kwartaal per IPS-traject aan UWV de volgende gegevens:

    • a. uren tijdsbesteding IPS-trajectbegeleider;

      • per klant;

      • algemeen (bijv. vacature-acquisitie);

    • b. verloop IPS-traject;

      • gewerkte aantal uren tijdens het IPS-traject door klant;

      • aantal uren verzuim;

      • aantal dienstverbanden tijdens het IPS-traject door klant;

      • uitval (staken van het IPS-traject);

    • c. resultaat IPS-traject (duurzame plaatsing).

      De GGZ-instelling maakt hierbij gebruik van de door UWV verstrekte vragenlijst.

  • 6. De GGz-instelling overlegt één keer per periode van 12 maanden een tussentijds voortgangsverslag aan het UWV, conform een door UWV vastgesteld stramien.

Artikel 4. Subsidieaanvrager

  • 1. De subsidie wordt aangevraagd door een natuurlijk persoon of een rechtspersoon die gemachtigd is om de GGz-instelling ten behoeve waarvan de subsidie wordt aangevraagd, te vertegenwoordigen.

  • 2. De subsidie wordt verstrekt aan de GGz-instelling.

Artikel 5. Subsidieaanvraag

  • 1. De GGz-instelling dient per trajectstartperiode een aanvraag in voor het totale subsidiebedrag waarvoor zij in de betreffende trajectstartperiode in aanmerking wenst te komen.

  • 2. De GGz-instelling dient de subsidieaanvraag in door middel van een volledig ingevuld en rechtsgeldig ondertekend aanvraagformulier. De GGz-instelling maakt hierbij gebruik van het door UWV beschikbaar gestelde aanvraagformulier.

  • 3. Bij het aanvraagformulier, bedoeld in het vorige artikellid, overlegt de GGz-instelling de volgende documenten en gegevens:

    • a. een bewijs waaruit blijkt dat de ondertekenaar van het aanvraagformulier gemachtigd is om de GGz-instelling te vertegenwoordigen;

    • b. indien aan de orde, een opgave van de organisatie(s) waarmee de GGz-instelling een samenwerkingsverband heeft en die in onderaanneming activiteiten in het kader van de uitvoering van IPS-trajecten verrichten;

    • c. geldig verslag IPS Modelgetrouw of geldige Verklaring Implementatietraject IPS Gestart, afgegeven door Phrenos.

      Tijdens de periode dat deze regeling van kracht is kan maximaal tweemaal een geldige Verklaring Implementatietraject IPS Gestart overlegd worden in plaats van een Verslag IPS Modelgetrouw;

    • d. een opgave van het aantal IPS-trajectbegeleiders en de FTE dat de IPS-trajectbegeleiders in Dienstbetrekking bij de GGZ-instelling werkzaam zijn en/of in Dienstbetrekking werkzaam is bij een of meerdere onderaannemers, waarmee de GGz-instelling een samenwerkingsverband voor de uitvoering van IPS heeft, zoals bedoeld in onderdeel b. van dit artikel. Dit dient aangetoond te worden door overlegging van (kopieën) van door Kenniscentrum Phrenos afgegeven geldige Certificaten IPS-Trajectbegeleider als mede de arbeidsoverkomsten van deze medewerkers. Peildatum is 1 januari van het jaar van aanvraag voor de trajectstartperiode juli tot met december en 1 juli voorafgaand aan de trajectperiode januari tot met juni.

  • 4. De kalenderjaren waarop deze Beleidsregels betrekking hebben kennen twee trajectstartperioden. De eerste trajectstartperiode betreft de periode van 1 januari 2017 tot en met 30 juni 2017. De laatste trajectstartperiode betreft de periode van 1 juli 2021 tot en met 31 december 2021. In totaal wordt voor tien trajectstartperioden een subsidie verstrekt.

  • 5. Een aanvraag om subsidie wordt op een zodanig tijdstip verzonden dat deze zes weken voor aanvang van de trajectperiode in het bezit is van UWV. UWV geeft een beschikking tot subsidieverlening binnen zes weken na ontvangst van de aanvraag.

    Voor aanvraag voor de eerste trajectenstartperiode (januari 2017 tot 30 juni 2017) geldt dat de aanvraag vier weken voor aanvang van deze trajectperiode in bezit is van UWV. UWV geeft een beschikking voor de eerste trajectenstartperiode (januari 2017 tot 30 juni 2017) tot subsidieverlening binnen vier weken na ontvangt van de aanvraag

Artikel 6. Weigering subsidieverlening

  • 1. De subsidieverlening wordt geweigerd, indien:

    • a. de GGz-instelling niet een door Kenniscentrum Phrenos afgegeven geldig Verslag Modeltrouwmeting of geldige Verklaring Implementatietraject IPS Gestart kan overleggen;

    • b. de GGz-instelling bij eerdere subsidieaanvragen reeds tweemaal een geldige Verklaring Implementatietraject heeft overlegt en geen door Kenniscentrum Phrenos afgegeven Verslag Modeltrouwmeting kan overleggen;

    • c. het gevraagde subsidiebedrag lager is dan € 32.000 inclusief BTW.

  • 2. Indien het gevraagde subsidiebedrag hoger is dan € 400.000 inclusief BTW dan wordt over het deel boven de € 400.000 geen subsidie verleend.

Artikel 7. Subsidiehoogte/Subsidieplafond

  • 1. UWV verleent per IPS-traject een subsidie van € 8.000,– inclusief BTW.

  • 2. Per trajectstartperiode bedraagt het subsidieplafond € 2 miljoen inclusief BTW.

Artikel 8. Verdeling beschikbare subsidie over aanvragers

  • 1. Na het verstrijken van de aanvraagperiode, bedoeld in artikel 5, vijfde lid, worden de aanvragen beoordeeld.

  • 2. Alleen tijdig ingediende aanvragen worden in behandeling genomen. De aanvragen worden behandeld ongeacht de volgorde van binnenkomst. Indien het totaal gevraagde subsidiebedrag het per trajectstartperiode gestelde subsidieplafond te boven gaat, wordt de subsidie naar rato verdeeld over de aanvragers.

  • 3. Voor de naar verdeling wordt allereerst het voor die periode beschikbare subsidiebedrag gedeeld door het aantal aanvragers. Iedere GGz-instelling komt ten minste in aanmerking voor het aldus berekende gemiddelde subsidiebedrag, tenzij de subsidie-aanvraag betrekking heeft op een lager bedrag dan het aldus berekende gemiddelde subsidiebedrag. In dat geval ontvangt de GGz-instelling het door haar gevraagde bedrag.

  • 4. Het resterende subsidiebedrag wordt naar rato verdeeld over de overige aanvragende GGz-instellingen die boven het gemiddelde hebben aangevraagd op basis van het aantal FTE aan IPS-trajectbegeleiders, dat bij de GGz-instelling en/of bij een of meer onderaannemers waarmee de GGz-instelling voor de uitvoering van IPS samenwerkt, in dienst is.

    Grondslag daarvoor is het totaal aantal FTE aan IPS-trajectbegeleiders, waarbij het resterende subsidiebedrag naar rato van het aantal FTE dat bij een GGz-instelling en/of bij een of meer onderaannemers waarmee de GGz-instelling samenwerkt in dienst is ten opzichte van het totaal aantal FTE dat bij de aanvragende GGz-instellingen en/of bij een of meer onderaannemers waarmee de GGz-instellingen samenwerken in dienst is wordt verdeeld. Daarbij zal zodanige afronding van de bedragen plaatsvinden dat daarmee altijd volledige IPS-trajecten uitgevoerd kunnen worden.

Artikel 9. Beschikking subsidieverlening/voorschot

  • 1. Indien de gevraagde subsidie geheel of gedeeltelijk wordt verleend, geeft UWV aan de GGz-instelling een beschikking tot subsidieverlening, waarbij per trajectstartperiode ambtshalve een voorschot van 40% van de verleende subsidie voor die specifieke trajectstartperiode wordt verleend.

  • 2. Na ommekomst van 18 maanden gerekend vanaf de datum van de initiële bevoorschotting zoals bedoeld in het eerste lid, wordt, indien door de GGz-instelling is voldaan aan zijn verplichting genoemd in artikel 3, door het UWV ambtshalve een voorschot verleend. Het voorschot bedraagt 40% van de verleende subsidie voor die specifieke trajectstartperiode.

    Indien het aantal gestarte IPS-trajecten minder is dan waarvoor subsidie is verleend dan wordt het voorschot, bedoeld in dit lid, naar rato verlaagd tot het bedrag dat correspondeert met het aantal gestarte IPS-trajecten.

  • 3. Het bedrag dat op grond van het eerste en tweede lid als voorschot tezamen wordt verstrekt is nooit hoger dan 80% van het bedrag dat correspondeert met het aantal gestarte IPS-trajecten.

Artikel 10. Geen aanspraak vervolgsubsidie

Verstrekking van subsidie door het UWV op grond van deze beleidsregels kan geen aanspraken doen ontstaan op verlening van een subsidie voor een volgende trajectstartperiode.

Artikel 11. Administratie

  • 1. De GGz-instelling draagt zorg voor een inzichtelijke en controleerbare administratie. Deze administratie bestaat uit een administratie van deelnemers aan het IPS-traject en een financiële administratie, waarin alle voor de subsidieverlening en de subsidievaststelling noodzakelijke gegevens tijdig, juist en volledig zijn vastgelegd en zijn te verifiëren met bewijsstukken. De administratie biedt voldoende mogelijkheden voor een goede accountantscontrole.

  • 2. De GGz-instelling draagt er zorg voor dat de in het eerste lid bedoelde administratie bewaard blijft tot en met vijf jaren na het jaar waarin de subsidie is vastgesteld.

Artikel 12. Meldingsplicht

  • 1. De GGz-instelling doet onverwijld een schriftelijke melding aan UWV zodra aannemelijk is dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend niet, niet tijdig of niet geheel zullen worden verricht of dat niet, niet tijdig of niet geheel aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen zal worden voldaan.

  • 2. De in het vorige lid bedoelde omstandigheid doet zich in ieder geval, doch niet uitsluitend, voor indien er sprake is van een substantieel minder aantal gestarte IPS-trajecten dan waarop de door UWV afgegeven beschikking tot subsidieverlening is gebaseerd.

Artikel 13. Verantwoording en subsidievaststelling

  • 1. De GGz-instelling dient per trajectstartperiode een aanvraag tot subsidievaststelling in.

  • 2. De aanvraag tot subsidievaststelling dient door UWV te zijn ontvangen uiterlijk dertien weken na afloop van de datum waarop alle gestarte IPS-traject beëindigd dienen te zijn. Op aanvraag kan de termijn worden verlengd met ten hoogste dertien weken.

  • 3. De aanvraag, bedoeld in het eerste lid, wordt ingediend onder gebruikmaking van een door UWV daartoe verstrekt formulier.

  • 4. Indien van de GGz-instelling niet binnen de termijn, bedoeld in het tweede lid, een aanvraag tot subsidievaststelling is ontvangen, dan verzendt UWV eenmalig een rappel met een redelijke termijn om alsnog een aanvraag tot subsidievaststelling in te dienen. Indien ook niet binnen laatstgenoemde termijn een aanvraag tot subsidievaststelling wordt ingediend, dan stelt UWV de subsidie binnen acht weken na afloop van de desbetreffende termijn ambtshalve vast op basis van de gegevens die in het bezit zijn van UWV.

Artikel 14. Wijze subsidievaststelling

De subsidie wordt als volgt vastgesteld:

  • 1. De subsidie wordt vastgesteld op basis van 80% van het per trajectstartperiode verleende subsidiebedrag indien het aantal gestarte IPS-trajecten gelijk is aan het aantal IPS-trajecten waarvoor de GGz-instelling op grond van artikel 8 subsidie is verleend. Indien sprake is van een lager aantal gestarte IPS-trajecten, dan wordt de subsidie vastgesteld op 80% van het bedrag dat correspondeert met het aantal gestarte IPS-trajecten.

  • 2. In aanvulling op de vaststelling, bedoeld in het eerste lid, wordt de subsidie verhoogd met 20% van de per trajectstartperiode gestarte IPS-trajecten, indien het plaatsingspercentage IPS tenminste 20% bedraagt.

  • 3. In aanvulling op de vaststelling, bedoeld in het eerste lid, wordt de subsidie, indien het plaatsingspercentage minder dan 20% bedraagt, verhoogd met 20% van het subsidiebedrag van een traject voor elk in de trajectstartperiode gestart IPS-traject dat heeft geleid tot een plaatsing IPS.

  • 4. In afwijking op de voorgaande leden wordt de subsidie vastgesteld op 40% als niet wordt voldaan aan de verplichtingen zoals neergelegd in dit Besluit.

Artikel 15. Inwerkingtreding

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

  • 2. Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2022, met dien verstande dat de regeling van toepassing blijft op voor die datum reeds verstrekte subsidies.

Artikel 16. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Beleidsregels subsidieonderzoek IPS

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Amsterdam, 11 oktober 2016

B.J. Bruins, Voorzitter Raad van bestuur UWV

TOELICHTING BELEIDSREGELS UWV SUBSIDIEONDERZOEK IPS

Algemeen

Sinds 2012 hebben GGZ-Nederland en UWV een convenant. Het doel van het convenant is om zodanig samen te werken dat voor uitkeringsgerechtigde van UWV met een (ernstige) psychisch of psychische aandoening, behoud van werk dan wel een effectieve re-integratie wordt bevorderd waardoor deze mensen betaald werk kunnen verrichten of kunnen blijven verrichten als onderdeel van gelijkwaardig burgerschap.

Eén van de activiteiten binnen het convenant is te komen tot structurele financiering van de methode Individuele Plaatsing en Steun (IPS). Hiertoe is onderzoek nodig om inzicht te krijgen in het verloop van een IPS-traject om vervolgens een voorstel te kunnen doen om dit mogelijk te maken. De wettelijke verankering van de Beleidsregels is artikel 32b van de Wet structuur Uitvoering Werk en Inkomen (SUWI).

In dit artikel is geregeld dat UWV in het belang van de arbeidsintegratie van personen met een structureel functionele beperking, subsidie kan verstekken aan instellingen of organisatie met het oog op onderzoek naar en het bevorderen van maatregelen, die strekken tot behoud, herstel of bevordering van de mogelijkheid tot het verrichten van arbeid.

De Beleidsregels UWV-subsidieonderzoek IPS hebben betrekking op de arbeidsintegratie van personen met een uitkering van UWV en die gediagnosticeerd zijn met een Ernstig Psychische Aandoening (EPA) middels Individuele Plaatsing en Steun (IPS) ten einde het blijvend kunnen verrichten van betaald werk.

Methode Individuele Plaatsing en Steun (IPS)

De methode Individuele Plaatsing en Steun (IPS) is een methode -startend vanuit de GGZ- om mensen met een ernstige psychische aandoening (waaronder mensen met een vroeg psychose) naar werk toe te leiden.

IPS is bijzonder omdat het integrale aanpak is (evidicence based) van zorg, re-integratie en jobcoaching.

IPS is een uit de Verenigde Staten afkomstige interventie met de volgende kenmerken:

  • Iedere cliënt die een reguliere baan wil, kan meedoen aan IPS (‘zero exclusion’).

  • Er wordt snel gezocht naar een echte baan.

  • De arbeidswensen van de cliënt staan centraal.

  • Er wordt langdurige ondersteuning geboden, zowel aan de persoon als aan de werkomgeving.

  • IPS is geïntegreerd met behandeling: de trajectbegeleider IPS is lid van of werkt samen met het -(behandel)team van een GGz-instelling waar de cliënt in zorg is.

In Nederland is kenniscentrum Phrenos licentiehouder van IPS. Phrenos bewaakt de kwaliteit van de uitvoer van de IPS-trajecten door middel van modeltrouwmetingen (audits).

Onderzoek

IPS is een bijzondere methode omdat het een integraal traject is van zorg, re-integratie en jobcoaching startend vanuit een GGz-instelling. Dit maakt deze methode uniek en is er nog niet veel ervaring met de financiering van deze regeling. Onlangs heeft Zorginstituut Nederland (ZIN) een duidingsonderzoek, in opdracht van het ministerie van VWS, verricht. In dit duidingsonderzoek wordt ook verwezen naar het onderzoek van UWV omdat dit inzicht moet gaan verschaffen in het verloop van een IPS-traject.

Het doel van het onderzoek is om een voorstel te formuleren hoe IPS in de toekomst structureel gefinancierd kan worden.

Middels onderzoek worden deze trajecten gemonitord: welke werkzaamheden voert een IPS-trajectbegeleider uit voor een klant en het aantal bestede uren aan deze werkzaamheden. Ook wordt het verloop van een IPS-traject gevolgd: hoeveel dienstverbanden heeft een klant tijdens een IPS-traject, hoeveel uren heeft de klant gewerkt, de hoogte van het verzuim. En welk resultaat (duurzame plaatsing) is bereikt met een IPS-traject.

Subsidiesystematiek

De subsidie voorziet in bekostiging van de integrale kosten voor arbeidsintegratie en het verlenen van persoonlijke ondersteuning (re-integratie en jobcoaching). De zorg binnen een IPS-traject worden bekostigd via de Zorgverzekeringswet.

Door UWV is een vast subsidiebedrag per IPS-traject vastgesteld, zijnde € 8.000 inclusief BTW. Daar zijn de door de GGz-instelling te maken kosten in verband met het onderzoek bij inbegrepen. Voor het verstrekken van subsidie is gedurende de onderzoeksperiode een bedrag van € 20 miljoen inclusief BTW beschikbaar. Hiermee kunnen per trajectenstartperiode (steeds 6 maanden) 250 IPS-trajecten worden bekostigd.

Artikelsgewijs

Artikel 1

De methode Individuele Steun en Plaatsing is een integraal traject van zorg, re-integratie en jobcoaching. De subsidie voorziet in bekostiging van de kosten voor re-integratie en jobcoaching, niet van het zorg deel. De zorg binnen een IPS-traject worden bekostigd via de Zorgverzekeringswet.

De duur van een IPS-traject is 3 jaar en dan wordt het traject beëindigd, dus niet op het moment dat er sprake is van een Plaatsing IPS.

Artikel 2

In artikel 2 is het doel van de subsidieverstrekking neergelegd. Daarnaast is vastgelegd dat uitsluitend GGz-instellingen in aanmerking komen voor een subsidie. Alleen GGz-instellingen kunnen aan de eis van modelgetrouwheid voldoen.

Artikel 3

Alleen klanten kunnen door de GGz-instelling worden voorgedragen voor een IPS-traject. Onder klanten wordt blijkens artikel 1 verstaan een persoon die van UWV een uitkering ontvangt op grond van de Wet WIA, de WAO, de WAZ, of de ZW, waarvoor geen werkgever als eigenrisicodrager het risico van betaling draagt, en de persoon die recht heeft op arbeidsondersteuning of een arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de Wajong.

Alvorens de GGz-instelling een IPS-traject kan starten, dient hij daarvoor een schriftelijk akkoord te hebben van UWV. De start van het IPS-traject moet liggen binnen de trajectstartperiode waarop de subsidie betrekking heeft.

In artikel 3 worden de werkzaamheden beschreven die de GGz-instelling moet verrichten voor de verleende subsidie.

De IPS-trajectbegeleider ondersteunt mensen met een ernstige psychische aandoening middels re-integratie en jobcoachingsactiviteiten met het vinden en behouden van een betaalde betaalde baan. De IPS-trajectbegeleider begeleidt de cliënt gedurende het gehele traject in samenwerking

Met een (behandel)team. De wens van de cliënt is richtinggevend waarbij zo snel mogelijk de cliënt in contakt worden gebracht met een werkgever. De IPS-trajectbegleieder werkt modelgetrouw volgens de richtlijnen van de IPS-methodiek. Acquisities van vacatures bij werkgevers is een belangrijk onderdeel van het werk.

Artikel 4

Artikel 4 bepaalt wie de subsidie op grond van deze regeling kan aanvragen en aan wie de subsidie wordt verstrekt. Dit artikel beoogt onduidelijkheid te voorkomen met betrekking tot wie de subsidieaanvrager is. Een dergelijke onduidelijkheid zou bijvoorbeeld kunnen ontstaan wanneer de subsidie is aangevraagd door een bestuurder van een GGz-instelling die op enig moment dat is gelegen vóór de subsidievaststelling niet langer aan de betreffende instelling is verbonden.

Daarnaast is vastgelegd dat uitsluitend instellingen, die voldoen aan artikel 1 neergelegde definitie van GGz-instelling, in aanmerking komen voor subsidie. Dit heeft te maken met de eis van modelgetrouwheid die gesteld wordt aan de uitvoerders van de IPS-methodiek. Uitsluitend GGz-instellingen kunnen aan deze eis voldoen.

Artikel 5

Het is de verantwoordelijkheid van de subsidieaanvrager om een aanvraag in te dienen waar UWV direct op kan beslissen. Indien de bij de aanvraag verstrekte gegevens en bescheiden onvoldoende zijn voor de beoordeling van de aanvraag of voor de voorbereiding van de beschikking kan UWV, op grond van artikel 4:5 van de Awb, besluiten de aanvraag niet te behandelen, mits de aanvrager de gelegenheid heeft gehad binnen een door UWV gestelde termijn de aanvraag aan te vullen.

Een GGz-instelling kan op twee manieren aantonen dat het modelgetrouw werkt. De eerste manier is door overlegging van een door Kenniscentrum Phrenos afgegeven geldig Verslag IPS Modeltrouwmeting. De score op het verslag dient Voorbeeldig, Goed of Redelijk te zijn. Indien er geen sprake is van IPS (score: geen IPS), dan voldoet de GGz-instelling niet aan de eis van modelgetrouw werken.

De tweede manier is door overlegging van een door Kenniscentrum Phrenos afgegeven geldige Verklaring Implementatietraject IPS Gestart. Deze verklaring wordt verstrekt aan GGz-instellingen die gestart zijn met het benodigde implementatietraject, maar waarbij de meting om een modelgetrouwe uitvoering van IPS te toetsen nog niet kan plaatsvinden. Daarmee wil UWV stimuleren dat ook GGz-instellingen die recent zijn gestart om IPS in hun organisatie te implementeren toch subsidie kunnen aanvragen.

Kenniscentrum Phrenos zal in genoemde Verklaring Implementatietraject IPS Gestart ten behoeve van de Beleidsregels UWV-subsidieonderzoek IPS verklaren dat instelling X per datum XX-XX-XX van start gaat/is gegaan met het implementatietraject IPS.

  • In deze verklaring zal worden opgenomen dat voldaan is aan de volgende criteria:

  • Een getekende overeenkomst en vastgestelde planning van het implementatietraject IPS (inclusief de training tot IPS trajectbegeleider).Een ingeplande IPS Modeltrouwmeting 8 maanden na de start van het implementatietraject IPS om vanaf de derde trajectenstartperiode het ‘Verslag IPS modeltrouw’ te kunnen overleggen als bewijs dat sprake is van modelgetrouwheid.

  • De aanwezigheid van de randvoorwaarden voor het modelgetrouw uitvoeren van IPS binnen een organisatie.

  • De aanwezigheid van de randvoorwaarden voor het starten van training voor IPS-trajectbegeleider en het verkrijgen van het Certificaat Training IPS-trajectbegeleider.

Gelet op de benodigde doorlooptijd om tot een audit en daarmee tot afgifte van een Verslag Modeltrouwmeting te komen, is het een GGz-instelling toegestaan om gedurende de periode dat de regeling van kracht is (tot 1 januari 2022) tweemaal een Verklaring Implementatietraject IPS Gestart te overleggen als bewijs dat sprake is van modelgetrouwheid. Als de GGz-instelling voor een derde maal een Verklaring Implementatietraject IPS Gestart in plaats van een geldig Verslag Modeltrouwmeting overlegt, dan leidt dit tot weigering van een subsidie-aanvraag.

Hierbij wordt er op gewezen dat als de subsidie-aanvraag genoemde gegevens in artikel 2, tweede lid, niet bevat UWV de aanvraag niet kan beoordelen en derhalve (zie ook artikel 4:5 van de Awb) om aanvullende gegevens zal verzoeken.

Artikel 6

In artikel 6 zijn de weigeringsgronden voor subsidieverstrekking opgesomd. Deze weigeringsgronden gelden alle blijkens het woord ‘of’. De aanwezigheid van één grond zal dus al tot weigering van de subsidie te leiden.

Het maximale subsidiebedrag dat een GGz-instelling kan aanvragen is € 400.000,– inclusief BTW per trajectstartperiode. Indien een GGz-instelling toch meer aanvraagt dan zal over het gevraagde subsidiebedrag hoger dan € 400.000,– geen subsidie worden verleend.

Artikel 7

Omdat deze subsidieregeling een budget kent, en geen zogenaamde ‘open-einderegeling’ is, wordt op grond van artikel 7 een subsidieplafond vastgesteld.

Per trajectstartperiode bedraagt het subsidieplafond € 2 miljoen inclusief BTW. UWV heeft ten behoeve van het verlenen van subsidie voor de kalenderjaren 2017 tot en met 2021 € 20 miljoen inclusief BTW beschikbaar. In totaal kunnen met het ter beschikking gestelde subsidiebedrag 2500 IPS-trajecten worden uitgevoerd, dat betekent 250 IPS-trajecten per trajectstartperiode.

Het subsidiebedrag voor de uitvoering van een IPS-traject en het leveren van de daarbij behorende gegevens is € 8.000,– inclusief BTW.

Artikel 8

Omdat voor deze regeling een subsidieplafond is vastgesteld, is het nodig dat uiteengezet wordt volgens welke methode het beschikbare budget wordt verdeeld.

Een voorbeeld van een naar rato berekening, bedoeld in artikel 8, vierde lid:

Instelling

Gevraagde subsidie

Subsidietoedeling na 1e beoordeling

Aantal FTE IPS-trajectbegeleider

Toegekende Subsidie voor afronding

Toegekende bedragen na afronding

Totaal toegekende subsidie

Aantal IPS-trajecten

A

€ 320.000

10

€ 261.935

€ 264.000

€ 264.000

33

B

€ 320.000

9

€ 235.742

€ 240.000

€ 240.000

30

C

€ 240.000

8

€ 209.548

€ 208.000

€ 208.000

26

D

€ 32.000

€ 32.000

€ 32.000

4

E

€ 64.000

€ 64.000

€ 64.000

8

F

€ 120.000

€ 120.000

€ 120.000

15

G

€ 400.000

12

€ 314.323

€ 312.000

€ 312.000

39

H

€ 160.000

€ 160.000

€ 160.000

20

I

€ 256.000

8

€ 209.548

€ 208.000

€ 208.000

26

J

€ 400.000

15

€ 392.903

€ 392.000

€ 392.000

49

TOTAAL

€ 2.312.000

€ 376.000

62

€ 1.623.999

 

€ 2.000.000

250

Met de totaal gevraagde subsidie wordt het maximum bedrag per trajectenstartperiode

(€ 2.000.000) overschreden. Het gevraagde bedrag wordt eerst door het aantal aanvragers gedeeld, in dit geval tien instellingen. Het gemiddelde gevraagde bedrag komt daarmee uit op € 231.200. Alle instellingen die een lager bedrag aan subsidie hebben gevraagd dan dit gemiddelde bedrag krijgen het gevraagde subsidiebedrag toegekend. Dit geldt in dit voorbeeld dus voor de instellingen D, E, F en H. Van alle instellingen die meer dan dit gemiddelde bedrag aan subsidie hebben gevraagd wordt het aantal FTE IPS-trajectbegeleiders bij elkaar opgeteld. In dit voorbeeld komt het totaal uit op 62 FTE. Vervolgens wordt de resterende subsidie (€ 2.000.000 – € 376.000 = € 1.624.000) naar rato van het aantal FTE verdeeld. Voor instelling A geldt dat het aan hen toe te kennen subsidiebedrag 10/62 x € 1.624.000 = € 261.935 bedraagt. Hiervoor kunnen 32,7 IPS-trajecten (€ 261.935/€ 8.000) worden uitgevoerd. Omdat het wenselijk is om subsidie toe te kennen naar ‘hele’ uit te voeren IPS-trajecten vindt afronding van bedragen plaats (vanaf ,5 naar boven, voor lager dan ,5 naar beneden).

Artikel 9

Op grond van artikel 9 verleent UWV een initieel voorschot van 40% van de verleende subsidie. Daarnaast zal UWV na 18 maanden na het moment van de initiële bevoorschotting nogmaals een voorschot van 40% van de verleende subsidie te verstrekken. Bij dit tweede moment van bevoorschotting wordt rekening gehouden met het aantal IPS-trajecten dat in de trajectenstartperiode daadwerkelijk van start is gegaan en wordt als voorwaarde gesteld dat de GGz-instelling zich aan de verplichtingen houdt behorende bij dit besluit. Op deze wijze wil UWV voorkomen dat er een te hoog voorschot wordt verstrekt waardoor er in een later stadium, bij de subsidievaststelling, terugvordering moet plaatsvinden.

Artikel 11

In artikel 11 worden regels gesteld met betrekking tot de administratie van de subsidieontvanger. De regels hebben ten doel de subsidievaststelling in het kader waarvan onder andere wordt bezien of aan de gestelde voorwaarden is voldaan en of het beoogde subsidiedoel is behaald, goed te kunnen laten plaatsvinden.

Artikel 13

De vaststelling van de subsidie dient te worden aangevraagd. Artikel 13, tweede lid, bepaalt binnen welke termijn dit dient te gebeuren. Die termijn kan worden verlengd, maar niet dan nadat hiertoe een aanvraag is ingediend.

De aanvraag om subsidievaststelling dient te geschieden door gebruikmaking van een door UWV daartoe verstrekt formulier.

Voor het geval de subsidieontvanger geen aanvraag om subsidievaststelling indient, bepaalt het vierde lid binnen welke termijn UWV de subsidie ambtshalve vaststelt op basis van de gegevens die in het bezit zijn van UWV.

Artikel 14

In het eerste lid wordt geregeld dat de subsidievaststelling altijd gebaseerd wordt op het bedrag dat correspondeert met het daadwerkelijke aantal in dat trajectenstartperiode gestarte IPS-trajecten, tot het maximum aantal IPS-trajecten waarvoor de subsidie conform artikel 8 is verleend.

In het tweede lid wordt geregeld dat, in aanvulling op het eerste lid, de subsidie wordt verhoogd met 20% van het bedrag dat correspondeert met het aantal in dat trajectenstartperiode gestarte IPS-trajecten, indien het Plaatsingspercentage, zoals bedoeld in artikel 1, is behaald.

In het derde lid wordt geregeld dat, indien het Plaatsingspercentage, zoals bedoeld in artikel 1, niet is behaald, vaststelling van het resterende subsidiebedrag plaatsvindt op basis van het aantal in dat trajectenstartperiode gestarte IPS-trajecten, dat geresulteerd heeft in een Plaatsing. De vergoeding per Plaatsing bedraagt dan 20% van de prijs per IPS-traject dat heeft geleid tot een plaatsing.

Als de aanvrager niet voldoet aan de verplichtingen zoals beschreven in dit besluit zal de subsidie worden vastgesteld op 40%.

Rekenvoorbeeld:

Een GGz-instelling vraagt voor € 80.000 subsidie aan. Hiervoor kunnen 10 IPS-trajecten worden gestart. Het gemiddelde gevraagde subsidiebedrag voor dat trajectenstartperiode is € 100.000. Dit houdt in dat de GGz-instelling de door haar gevraagde subsidie ook verleend wordt. Nadat de subsidiebeschikking is toegezonden volgt uitbetaling van het eerste voorschot ad 40% van het verleende bedrag = € 32.000. Na 18 maanden blijkt dat in de trajectenstartperiode 9 IPS-trajecten van start zijn gegaan. Het subsidiebedrag dat correspondeert met 9 gestarte IPS-trajecten is € 72.000. Omdat de bevoorschotting nooit meer bedraagt dan 80% van het bedrag dat correspondeert met het aantal in de trajectenstartperiode gestarte IPS-trajecten (= € 57.600), wordt op het tweede moment van bevoorschotting een bedrag van € 25.600 overgemaakt.

Bij de vaststelling van de subsidie is het behaalde plaatsingspercentage van groot belang. De GGz-instelling heeft in ieder geval recht op 80% van het bedrag dat correspondeert met het aantal daadwerkelijk gestarte IPS-trajecten in betreffende trajectenstartperiode. In dit geval dus € 57.600.

Het door de GGz-instelling behaalde plaatsingspercentage is 10% (= 1 plaatsing). Hiermee wordt niet voldaan aan het minimaal te behalen plaatsingspercentage van 20%. Bij berekening van het behaalde plaatsingspercentage vindt afronding altijd naar beneden plaats.

Indien het plaatsingspercentage niet is behaald, dan wordt de resterende subsidie vastgesteld op 20% van de trajectprijs per behaalde plaatsing. In dit voorbeeld gaat het om een IPS-traject waarvoor een plaatsing is gerealiseerd = 20% van € 8.000 = € 1600.

De subsidie wordt daarmee vastgesteld op een bedrag van € 57.600 + € 1.600 = € 59.200.

Als het plaatsingspercentage wel behaald zou zijn, dan zou de subsidie zijn vastgesteld op basis van het aantal gestarte IPS-trajecten x de trajectprijs = 9 x € 8.000 = € 72.000.

B.J. Bruins, Voorzitter Raad van bestuur UWV

Naar boven