Stap-3 besluit Interimwet Stad- en Milieubenadering voor het plangebied Deelplan 20, Ypenburg in Den Haag

Vastgesteld

Burgemeester en wethouders van Den Haag maken bekend dat de gemeenteraad bij besluit van 29 september 2016 het stap-3 besluit Interimwet Stad- en Milieubenadering voor het plangebied Deelplan 20 heeft vastgesteld. Het stap-3 besluit houdt in dat afgeweken wordt van de maximale waarde van geluidbelasting die op grond van de Wet geluidhinder is toegestaan ten gevolge van de snelwegen A4 en A12. In het stap-3 besluit worden compenserende maatregelen genomen om woningbouw in Deelplan 20 mogelijk te maken.

Terinzagelegging

Met ingang van 13 oktober 2016 ligt het stap-3 besluit met bijbehorende Stappenrapport Stad en Milieubenadering Deelplan 20, gedurende een termijn van zes weken op de volgende wijzen ter inzage:

- op de gemeentelijke website: www.denhaag.nl/bestemmingsplannen -> onder stadsdeel Leidschenveen-Ypenburg -> Stap-3 besluit Deelplan 20;

- digitaal en op papier bij het Den Haag Informatiecentrum, Spui 70 (maandag t/m vrijdag van 09.00 tot 16.00 uur en donderdagavond ook alleen op afspraak van 16.00 tot 20.00 uur).

Beroepsmogelijkheid

Vanaf 14 oktober tot en met 24 november 2016 kan beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State door een belanghebbende die tijdig zijn zienswijze over het ontwerp stap-3 besluit heeft ingediend, alsmede een belanghebbende die kan aantonen daartoe redelijkerwijs niet in staat te zijn geweest.

Het beroep moet worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag. Naast beroep kan, indien sprake is van spoedeisendheid, tevens een verzoek om voorlopige voorziening worden ingediend bij de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Crisis- en herstelwet

Op het besluit is afdeling 2 van hoofdstuk 1 van de Crisis- en herstelwet van toepassing. Deze afdeling beperkt het beroepsrecht en stelt striktere eisen aan het beroepschrift. Dit brengt onder meer met zich mee dat alle beroepsgronden in het beroepschrift dienen te worden opgenomen en deze na afloop van de beroepstermijn niet meer kunnen worden aangevuld.