Besluit van de inspecteur-generaal der mijnen van 6 september 2016, houdende verlening van ondermandaat, volmacht en machtiging voor het Staatstoezicht op de Mijnen (Besluit ondermandaat, volmacht en machtiging inspecteur-generaal der mijnen van het Ministerie van Economische Zaken 2016)

De inspecteur-generaal der mijnen,

Gelet op artikel 18 van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging EZ 2015;

Besluit:

§ 1. Algemene bepalingen

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. de inspecteur-generaal:

de inspecteur-generaal der mijnen;

b. de directeuren:

de directeuren van de directies Ondergrond en Boren, Engineering en Netbeheer, Toezichtsbeleid en Bestuurszaken;

c. het DT-SodM:

het collectief van de onder a en b bedoelde functionarissen;

d. de managers:

de managers van de teams Ondergrond, Boren, Engineering, Operaties, Netbeheer, Bedrijfsvoering en Informatiemanagement;

e. operationele kosten:

kosten welke direct verband houden met het werkterrein van de directeuren, niet zijnde kosten voor de werkterreinen genoemd in artikel 3, vijfde en zesde lid.

f. het bedrag:

het bedrag inclusief de verschuldigde omzetbelasting (btw).

§ 2. Taakverdeling

Artikel 2

Aan de inspecteur-generaal is voorbehouden: het nemen van besluiten, het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen en het verrichten van andere handelingen dan een besluit of een privaatrechtelijke rechtshandeling betreffende de volgende aangelegenheden:

  • a. onderwerpen waarover in het DT-SodM geen overeenstemming is;

  • b. onderwerpen, die een of meer directies van zijn dienstonderdeel raken, tenzij daarover tussen de betrokken directeuren overeenstemming bestaat;

  • c. aangelegenheden:

    • 1°. ten aanzien waarvan de inspecteur-generaal in een incidenteel geval mededeling heeft gedaan dat zij door hem zullen worden behandeld, of

    • 2°. die door een directeur aan de inspecteur-generaal ter afhandeling worden voorgelegd, tenzij zij naar het oordeel van de inspecteur-generaal door een andere directeur moeten worden afgehandeld.

Artikel 3

  • 1. Aan de directeuren wordt, ieder voor zich, volmacht en machtiging verleend ten aanzien van extern gerichte brieven en andere stukken, niet zijnde besluiten, en het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen op hun werkterrein.

  • 2. Aan de directeuren wordt tevens, ieder voor zich, volmacht en machtiging verleend voor het aangaan van operationele kosten op hun werkterrein tot en met een bedrag van € 10.000 per verplichting.

  • 3. Aan de directeuren wordt voorts, ieder voor zich, voor de onder hen ressorterende medewerkers, ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor:

    • a. het verlenen van verlof en kort buitengewoon verlof;

    • b. het verlenen van zwangerschaps-, bevallings- en ouderschapsverlof;

    • c. het accorderen van P-Direkt aanvragen;

    • d. het accorderen van aanvragen voor binnenlandse en buitenlandse dienstreizen en het goedkeuren van reiskostendeclaraties tot en met een bedrag van € 10.000 per verplichting.

  • 4. Aan de directeur Engineering en Netbeheer wordt tevens ondermandaat en machtiging verleend voor het nemen van besluiten en het verrichten van feitelijke handelingen met betrekking tot de artikelen 97, eerste lid, 99, derde en vierde lid, 101, eerste lid, 104, tweede en derde lid van het Mijnbouwbesluit en hoofdstuk 9 van de Mijnbouwregeling.

  • 5. Aan de directeur Ondergrond en Boren wordt tevens ondermandaat en machtiging verleend voor het nemen van besluiten en het verrichten van feitelijke handelingen met betrekking tot hoofdstuk 8 van de Mijnbouwregeling.

  • 6. Aan de directeur Bestuurszaken wordt tevens volmacht en machtiging verleend voor het aangaan van financiële verplichtingen op het gebied van opleidingen, tijdelijk personeel, huisvesting en bureaukosten, waaronder begrepen documentatie, literatuur, hardware, software en telefonie, tot en met een bedrag van € 10.000 per verplichting.

Artikel 4

  • 1. Aan de managers wordt, ieder voor zich, voor de onder hen ressorterende medewerkers, ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor:

    • a. het verlenen van verlof en kort buitengewoon verlof;

    • b. het verlenen van zwangerschaps-, bevallings- en ouderschapsverlof;

    • c. het accorderen van P-Direkt aanvragen;

    • d. het accorderen van aanvragen voor binnenlandse dienstreizen en het goedkeuren van reiskostendeclaraties tot en met een bedrag van € 5.000 per verplichting.

  • 2. Aan de manager Bedrijfsvoering wordt voorts volmacht en machtiging verleend ten aanzien van brieven op financieel en administratief gebied en op het gebied van huisvesting, personeel & organisatie, met uitzondering van correspondentie gericht aan de minister, de secretaris-generaal, de hoofddirecteur Interne Organisatie en Uitvoering, en de hoofden van dienst van het Ministerie van Economische Zaken.

  • 3. Aan de manager Bedrijfsvoering wordt tevens volmacht en machtiging verleend voor het aangaan van financiële verplichtingen op het gebied van opleidingen, tijdelijk personeel, huisvesting en bureaukosten, tot en met een bedrag van € 5.000 per verplichting.

  • 4. Aan de manager Informatiemanagement wordt tevens volmacht en machtiging verleend op het gebied van documentatie, literatuur, hardware, software en telefonie tot en met een bedrag van € 5.000 per verplichting.

§ 3. Vervanging

Artikel 5

De uit dit besluit voor een directeur voortvloeiende bevoegdheden op grond van artikel 3, eerste, tweede en derde lid, gaan in geval van afwezigheid van die directeur over op een der andere directeuren.

§ 4. Slotbepalingen

Artikel 6

Het Besluit mandaat, volmacht en machtiging inspecteur-generaal der mijnen 2015 wordt ingetrokken.

Artikel 7

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 mei 2016.

Artikel 8

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit ondermandaat, volmacht en machtiging inspecteur-generaal der mijnen 2016.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 6 september 2016

H.A.J.M. van der Meijden, inspecteur-generaal der mijnen

Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken binnen 6 weken na de dag van dagtekening van deze Staatscourant een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Economische Zaken, directie Wetgeving en Juridische Zaken, Postbus 20401, 2500 EK ’s‑Gravenhage.

TOELICHTING

Op 1 mei 2016 trad de wijziging op het Besluit mandaat, machtiging en volmacht EZ 2015 in werking. Deze wijziging had o.a. betrekking op de organisatie van het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM). Het Staatstoezicht op de Mijnen bestaat thans uit een viertal directies: de directie Toezichtsbeleid, de directie Bestuurszaken, de directie Ondergrond en Boren en de directie Engineering en Netbeheer.

Dit Besluit regelt het mandaat van de inspecteur-generaal der Mijnen aan de directeuren van de genoemde directies en aan een aantal afdelingsmanagers. De eerstgenoemde functionarissen worden gemandateerd voor aangelegenheden op hun specifieke werkterrein, waaronder o.a. de afhandeling van brieven en operationele kosten. De directeuren Ondergrond en boren en Engineering en netbeheer worden tevens gemandateerd voor het ondertekenen van besluiten met betrekking tot een aantal artikelen uit het Mijnbouwbesluit en de hoofdstukken 8 en 9 van de Mijnbouwregeling. Het betreft hier instemmingen met de ingebruikname van (herstelde) pijpleidingen, aanwijzingen met betrekking tot periodiek onderzoek aan pijpleidingen en ontheffingen ten behoeve van bepaalde booractiviteiten en voor het gebruik en de lozing van chemicaliën in de offshore.

De afdelingsmanagers worden gemandateerd voor de afhandeling van personeelsgerelateerde aangelegenheden, zoals het verlenen van verlof en het accorderen van reiskosten. Aan de hoofden Bedrijfsvoering en Informatiemanagement en hun leidinggevende, de directeur Bestuurszaken, wordt tenslotte een aantal specifieke taken gemandateerd waaraan financiële verplichtingen zijn gerelateerd tot een bepaald maximum, met name op het terrein van de huisvesting, documentatie, bedrijfsvoering, ICT en telefonie.

Dit nieuwe besluit vervangt het oude Besluit ondermandaat volmacht en machtiging inspecteur-generaal der mijnen 2015, zoals gepubliceerd in de Staatscourant van 6 januari 2015, nr. 511.

Naar boven