Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Gelderland | Staatscourant 2016, 52698 | Instelling gemeenschappelijke regelingen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Gelderland | Staatscourant 2016, 52698 | Instelling gemeenschappelijke regelingen |
Bekendmaking van het besluit van 20 september 2016 - zaaknummer 2015-013950
De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Arnhem, Doesburg, Duiven, Lingewaard, Overbetuwe, Renkum, Rheden, Rozendaal, Rijnwaarden, Westervoort en Zevenaar en het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland, hierna te noemen de deelnemers, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;
- de Wet gemeenschappelijke regeling is gewijzigd. Deze gewijzigde wet is bij Koninklijk besluit in werking getreden per 1 januari 2015. Het is noodzakelijk om de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Regio Arnhem vanwege deze wetswijziging op onderdelen aan te passen en aan te vullen en tevens enkele overige wijzigingen daarin mee te nemen;
- bij de gemeenten Arnhem, Lingewaard, Doesburg en Renkum is sprake van een wijziging van inbreng. Ook de VVGB-centralisatie per 1 januari 2014 heeft invloed gehad op de inbreng, doordat een deel van het takenpakket is verschoven van bevoegd gezag provincie naar gemeente. De gewijzigde inbreng heeft gevolgen voor de stemverhoudingen. In de onderhavige wijziging, waarvan bekend was dat deze dit jaar zou worden voorgelegd, is de gewijzigde stemverhouding meegenomen;
- Met oog op de incorporatie van de MRA in ODRA is de regeling zo aangepast dat de regeling mede de belangen van de MRA kan omvatten.
Gelet op artikel 51 Wet gemeenschappelijke regelingen, de verkregen toestemming van de gemeenteraden en Provinciale Staten van de deelnemers,
de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Regio Arnhem, in werking getreden op 12 november 2012, als volgt te wijzigen:
I De Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Regio Arnhem wordt als volgt gewijzigd.
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
a. actualisatie van de begroting: hiervan is sprake als het Algemeen Bestuur de begroting budget-neutraal vaststelt. Er mag wel sprake zijn van aanpassingen in de programma’s of andere aanpassingen mits er niet sprake is van wijziging in de bijdrage van de deelnemers of van nieuwe uitgangspunten die nog niet eerder onder de aandacht zijn gebracht van Raden en Staten;.
n. wijziging van de begroting: er is sprake van een wijziging van de begroting op het moment dat het Algemeen Bestuur wijzigingen door voert die niet budget neutraal zijn en dit in de begroting opneemt. Het moet gaan om items die niet eerder aan de orde zijn geweest in de begroting en om die reden ook nog niet onder de aandacht zijn gebracht bij de gemeenteraden en Provinciale Staten.
In artikel 2 wordt de zinsnede “ter zake van vergunningverlening, toezicht en handhaving in het kader van” vervangen door: ter zake van vergunningverlening, toezicht, handhaving en advisering in het kader van.
In artikel 3 wordt in het eerste lid de zinsnede “genaamd openbaar lichaam Omgevingsdienst regio Arnhem.”, vervangen door: genaamd Omgevingsdienst Regio Arnhem, afgekort ODRA.
Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:
2. Overige taken zijn in ieder geval de Wabo-taken voor zover niet behorend tot de in artikel 4 genoemde basistaken, taken betreffende de Huisvestingswet, de Leegstandswet, de Algemene Plaatselijke Verordening dan wel de daarvoor in de plaats getreden regelgeving.
In artikel 7 wordt in het eerste lid “versie 2.0” vervangen door: versie 2.1.
In artikel 8 wordt voor de punt aan het slot van het tweede lid ingevoegd: , waarbij zoveel mogelijk uniformiteit wordt nagestreefd.
Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 13 wordt “algemeen bestuur” telkens vervangen door: Algemeen Bestuur.
2. Het Algemeen Bestuur kan bevoegdheden overdragen aan het Dagelijks Bestuur met uitzondering van de bevoegdheden tot het vaststellen van de begroting en wijziging daarvan en de vaststelling en actualisatie van de jaarrekening.
In artikel 15 wordt “dagelijks bestuur” telkens vervangen door: Dagelijks Bestuur en wordt “algemeen bestuur” vervangen door: Algemeen Bestuur.
Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:
5. Na het vierde lid worden drie leden toegevoegd, luidende:
Artikel 19 wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 20 wordt “algemeen bestuur” telkens vervangen door: Algemeen Bestuur, en “dagelijks bestuur” door: Dagelijks Bestuur.
2. De voorzitters wijzen uit hun midden een voorzitter van het overleg aan.
In artikel 22, 23 en 24 wordt “algemeen bestuur” telkens vervangen door: Algemeen Bestuur en wordt “dagelijks bestuur” telkens vervangen door: Dagelijks Bestuur.
Artikel 25 wordt als volgt gewijzigd:
2. De directeur is ambtelijk secretaris van het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur en staat het Algemeen Bestuur, het Dagelijks Bestuur en de voorzitter bij de uitoefening van hun taak terzijde.
4. De directeur ondertekent als ambtelijk secretaris mede de stukken die van het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur uitgaan.
In artikel 26 wordt na het eerste lid een tweede lid ingevoegd, luidende:
2. De directeuren wijzen uit hun midden een voorzitter van het overleg aan.
9. Bij een actualisatie van de begroting wordt de begroting door het Algemeen Bestuur vastgesteld. Actualisaties worden ter informatie verstuurd naar de gemeenteraden en Provinciale Staten.
10. Het Algemeen Bestuur stelt vast of er sprake is van een wijziging of actualisering.
11. De leden 1 tot en met 8 zijn, met uitzondering van de daarin genoemde data, van overeenkomstige toepassing op besluiten tot wijziging van de begroting.
Artikel 29 wordt als volgt gewijzigd:
3. Het Dagelijks Bestuur zendt de vastgestelde jaarrekening binnen twee weken na de vaststelling doch in ieder geval vóór 15 juli aan de minister.
Artikel 30 wordt als volgt gewijzigd:
2. Voor specifieke doeleinden kan het Algemeen Bestuur besluiten tot het instellen van een bestemmingsreserve.
Artikel 31 wordt als volgt gewijzigd:
a. De zinsnede “zijn de voorschriften van de gemeente Arnhem van toepassing, tenzij het” vervalt;
b. de zinsnede “Algemeen Bestuur een archiefverordening vaststelt” wordt vervangen door: stelt het Algemeen Bestuur een archiefverordening vast.
Artikel 32 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 33 wordt als volgt gewijzigd:
3. Onder wijziging als bedoeld in het eerste lid wordt niet verstaan een wijziging van inbreng van een deelnemer, tenzij het Dagelijks Bestuur dit als een wijziging bestempelt of als sprake is van een of meer van de volgende situaties:
- invloed op de continuïteit van de bedrijfsvoering of
- invloed op het algemene bedrijfsbelang of
- bij consequenties voor de stemverhouding van meer dan 1 staffel.
Het Dagelijks Bestuur stelt voor de situaties als bedoeld in dit artikellid nadere spelregels op, welke ter kennisgeving aan het Algemeen Bestuur worden voorgelegd.
4. Het Dagelijks Bestuur stelt het Algemeen Bestuur in kennis van de situaties die niet als wijziging worden beschouwd als bedoeld in het derde lid.
In artikel 35 wordt “algemeen bestuur” vervangen door “Algemeen Bestuur”.
In artikel 37 vervalt de zinsnede “met ingang van 1 januari 2013, of zoveel later als het aanvangt zijn taken uit te voeren,”.
Artikel 38 wordt als volgt gewijzigd:
In het eerste lid wordt de zinsnede “met ingang van de dag na de dag waarop Gedeputeerde Staten haar op grond van artikel 52, eerste lid, aanhef en onder j, in samenhang met artikel 27 van de Wet in het register hebben opgenomen” vervangen door: een dag nadat deze op de voorgeschreven wijze bekend is gemaakt.
3. Het eerste en tweede lid zijn van toepassing op besluiten tot wijziging, of opheffing van de regeling, alsmede op besluiten tot toetreding en uittreding.
In artikel 41 wordt “gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst regio Arnhem” vervangen door: Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Regio Arnhem.
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Doesburg, in de vergadering van 8 december 2015, met toestemming van de raad van de gemeente Doesburg, verleend in de vergadering van 28 januari 2016;
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lingewaard, in de vergadering van 1 december 2015, met toestemming van de raad van de gemeente Lingewaard, verleend in de vergadering van 4 februari 2016;
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Overbetuwe, in de vergadering van 22 december 2015, met toestemming van de raad van de gemeente Overbetuwe, verleend in de vergadering van 16 februari 2016;
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rheden, in de vergadering van 10 november 2015, met toestemming van de raad van de gemeente Rheden, verleend in de vergadering van 15 december 2015;
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rozendaal, in de vergadering van 1 december 2015, met toestemming van de raad van de gemeente Arnhem, verleend in de vergadering van 15 december 2015;
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zevenaar, in de vergadering van 5 april 2016, met toestemming van de raad van de gemeente Zevenaar, verleend in de vergadering van 25 mei 2016;
het college van Gedeputeerde Staten van Gelderland, in de vergadering van 18 januari 2016, met toestemming van Provinciale Staten van Gelderland, verleend in de vergadering van 16 december 2015.
Namens Gedeputeerde staten van Gelderland,
TOELICHTING OP DE EERSTE WIJZIGING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING OMGEVINGSDIENST REGIO ARNHEM
De Wet gemeenschappelijke regelingen is gewijzigd en bij Koninklijk besluit op 1 januari 2015 in werking getreden. Deze wetswijziging heeft ook gevolgen voor de tekst van de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Regio Arnhem. De meeste in de Wet gewijzigde artikelen hebben rechtstreekse werking en gelden vanaf de dag van inwerkingtreding. Het is van belang de tekst van de Gemeenschappelijke regeling ODRA hierop aan te passen om onduidelijkheid en misverstanden te voorkomen.
Verder is sprake van een wijziging in inbreng, zowel ten gevolge van de “VVGB-decentralisatie als bij de deelnemers Lingewaard, Arnhem, Renkum en Doesburg om andere redenen. De consequenties voor de stemverhoudingen van deze wijzigingen in inbreng zijn meegenomen in de nu voorliggende wijziging van de Gemeenschappelijke regeling.
Aan de regeling is een duidelijke titel toegevoegd: Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Regio Arnhem.
De versie is bijgewerkt onder vermelding van de meest recente, vast te stellen versie.
Aangezien het een wijziging van de eerste regeling betreft is voor de duidelijkheid op de eerste pagina vermeld op welke datum de eerste regeling in werking is getreden.
Bij het besluit tot wijziging is de citeertitel zoals genoemd in artikel 39 aangehaald. De afkorting is verwijderd, deze komt niet in de citeertitel voor.
Om eenduidig de namen van het Algemeen en het Dagelijks Bestuur (afgekort AB en DB) met hoofdletters te schrijven (zoals in de meeste regelingen het geval is) is dit ook consequent doorgevoerd in de tekst van de Gr. Verder is Omgevingsdienst regio Arnhem veranderd in Omgevingsdienst Regio Arnhem, conform de in gebruik zijnde afkorting ODRA en gelijk aan de schrijfwijze van de andere omgevingsdiensten, zie ook de toelichting hierover bij artikel 3. De Gemeenschappelijke regeling wordt met één hoofdletter geschreven om aan te geven dat het de naam van de regeling betreft: Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Regio Arnhem.
Toegevoegd zijn de begrippen ‘actualisatie van de begroting’ (onder a) en ‘wijziging van de begroting’ (onder n). Voor een actualisatie van de begroting is niet de volledige begrotingsprocedure van toepassing maar vindt vaststelling plaats door het Algemeen Bestuur. Actualisaties worden ter informatie verstuurd aan de gemeenteraden en Provinciale Staten. Ook is de definitie ‘wijziging van de begroting’ toegevoegd om het onderscheid tussen wijzigingen (waarvoor de uitgebreide procedure geldt) en actualisatie duidelijk te maken. Meer hierover staat in het op dit punt aangepaste artikel 28.
In de definitie zijn de woorden “In Gelderland” geschrapt om onbedoelde en onnodige beperking tegen te gaan. Er vindt immers ook samenwerking plaats met o.a. Overijssel.
Om incorporatie van de MRA-taken mogelijk te maken is het woord “advisering” opgenomen bij het verwoorde belang. Deze toevoeging doet ook recht aan de door de provincie Gelderland ingebrachte adviestaken buiten de MRA om.
Binnen het Gelders stelsel zijn de afkortingen van de namen van de diensten op elkaar afgestemd, waarbij wordt aangesloten op de afkorting van het woord omgevingsdienst (OD) aangevuld met de afkorting van de regionaam. Hierdoor is het voorheen gebruikte ORA verworden tot ODRA. Verder is het woord openbaar lichaam voor de naamgeving verwijderd met oog op het gebruiksgemak.
In het eerste lid is de zinsnede “bij het treffen van de regeling” verwijderd, aangezien de regeling sinds 12 november 2012 in werking is getreden.
Met het oog op de incorporatie van de MRA-taken is aangegeven wat onder overige taken wordt verstaan en door de toevoeging van de woorden ‘in ieder geval’ wordt voorkomen dat een onbedoelde beperkende werking uitgaat van dit artikel.
Het artikel is geactualiseerd: versie 2.0 is vervangen door versie 2.1.
Met oog op de aan en door het bestuur opgelegde doelstellingen van verhoging van de kwaliteit en de efficiëntie is meer uniformiteit een vereiste. Om het belang hiervan te benadrukken is dit toegevoegd aan het tweede lid van dit artikel.
Uitgangspunt voor de bijdrage van de deelnemers bij de totstandkoming van de Gr was volgens het Bedrijfsplan de bijdrage van de deelnemers die is gerelateerd aan de omvang in 2012 van de door hen bij de omgevingsdienst ingebrachte taken.
Per 1 januari 2014 is ten gevolge van een wetswijziging een verschuiving in inbreng opgetreden doordat voor een deel van de taken (de zogeheten VVGB-taken) een verschuiving van bevoegd gezag van provincie naar gemeenten plaats vond. Om recht te doen aan de huidige inbreng van taken heeft een correctie plaatsgevonden op de inbreng ter grootte van de gevolgen van de decentralisatie in 2014. Deze correctie is toegevoegd aan het eerste lid van het artikel. Zonder de toevoeging zou bijdrage van de deelnemers niet overeen komen met de daadwerkelijke inbreng ten gevolge van de wetswijziging.
Door de decentralisatie VVGB-bedrijven ten gevolge van de wetswijziging van 1 januari 2014 is de inbreng van de meeste deelnemers gewijzigd door een verschuiving van bevoegd gezag van provincie naar gemeenten. Verder is bij de deelnemers Arnhem, Lingewaard, Renkum en Doesburg sprake van een structurele wijziging in inbreng.
De inbreng en daarmee de stemverhoudingen zijn aangepast als volgt.
In de regeling van november 2012 is de inbreng van Fte van de deelnemers als uitgangspunt genomen, waarbij de volgende weging is toegepast: milieu 2/3 en bouwen 1/3. Deze weging vond zijn oorsprong in de gedachte dat de verplichte inbreng zwaarder zou moeten wegen dan de aanvankelijk niet bedoelde inbreng van de bouwtaken. Een concrete onderbouwing van de reden waarom voor 2/3 versus 1/3 is gekozen in plaats van b.v. ¼ versus ¾ is niet te geven. De stemmentoedeling vond plaats via een staffel, waarin alle partijen zich konden vinden
Bij de wijziging van de stemverhoudingen is géén weging toegepast tussen de milieu- en de overige taken. De gedachte die ten grondslag lag aan het toepassen van de weging (waarbij verplichte inbreng zwaarder zou moeten wegen dan vrijwillig ingebrachte taken) is niet langer te onderbouwen. Bovendien is zoals al eerder aangegeven niet te motiveren waarom voor een bepaalde weging wordt gekozen. Wel is het stemmental weer toegedeeld via een staffel.
Hieronder het overzicht van inbreng van de deelnemers met daaraan gekoppelde stemmental:
Deelnemer Inbreng Fte 2013 Inbreng fte 2016 Stemmen huidige Gr Versie 3.3
Prov. Gelderland 33,11 24,55 21 16
Staffel bij 3.3 Stemmen Totaal
De eerste vergadering heeft inmiddels plaatsgevonden, reden waarom het eerste lid over aanwijzing van leden van het Algemeen Bestuur tijdens de eerste vergadering vervalt. In het laatste lid wordt de verwijzing aangepast aan de vernummering ten gevolge van het vervallen eerste lid.
In de Wet is per 1 januari 2015 het nodige gewijzigd voor wat betreft de bevoegdheidstoedeling. Deze rechtstreeks werkende bepalingen zijn voor de duidelijkheid overgenomen in de tekst van de regeling, om deze zelfstandig leesbaar te houden. Door de wijziging worden meer bevoegdheden toegewezen aan het Dagelijks Bestuur in plaats van het Algemeen Bestuur om de organisatie van een gemeenschappelijke regeling meer in overeenstemming te brengen met het dualisme dat al is ingevoerd bij de gemeenten en provincies. Daarmee vervallen verscheidene bevoegdheden die eerst aan het Algemeen Bestuur waren toegekend. Zie ook artikel 18 over de bevoegdheden van het Dagelijks Bestuur. Tevens is nu in overeenstemming met de Wet in het tweede lid een algemene bepaling opgenomen die het mogelijk maakt dat het Algemeen Bestuur bevoegdheden (zij het met een concrete beperking) overdraagt aan het Dagelijks Bestuur. Onder de oude wet mocht dit alleen voor bevoegdheden die in de tekst zelf werden genoemd.
Deze bepaling is gewijzigd omdat de regeling inmiddels in werking is getreden en de aanwijzing van de leden niet meer plaatsvindt in de eerste vergadering na de inwerkingtreding.
Het woord ‘andere’ is toegevoegd om het artikellid in overeenstemming te brengen met artikel 15, eerste lid, van de regeling.
Het derde lid van artikel 17 is door de vervanging van de woorden ‘ten minste’ door ‘meer dan’ in overeenstemming gebracht met de formulering in de Provinciewet. Bij alle omgevingsdiensten luidt het artikellid nu het zelfde. In het vierde lid stond een onjuiste verwijzing die nu is gecorrigeerd conform hetgeen bedoeld is met de verwijzing. In het vijfde lid staat de verwijzing juist.
In het eerste lid onder e is het woord ‘eigendom’ vervangen door het woord ‘bezit’, dit conform artikel 57, tweede lid van de Wet. Bezit is ruimer dan eigendom.
Verder is het artikel aangepast op hetgeen voor de bevoegdheden van het Dagelijks Bestuur is opgenomen in de Wet.
Deze bepaling is gewijzigd omdat de regeling inmiddels in werking is getreden en de aanwijzing van de leden niet meer plaats vindt in de eerste vergadering na de inwerkingtreding.
Voorts is toegevoegd dat ook de voorzitter ontslag kan nemen. Deze bepaling ontbrak.
Met toevoeging van een tweede artikellid wordt de grondslag geregeld voor de bestuurlijke afspraken omtrent aanwijzing van een voorzitter van dit overleg. Dit in overeenstemming met hetgeen ook bij de andere OD’s is geregeld en om deze bestuurlijke afspraak te borgen. Zo ook in artikel 26 van de regeling.
Dit artikel is in overeenstemming gebracht met de gangbare praktijk en hetgeen bij de andere omgevingsdiensten is geregeld over de bevoegdheden van de directeur.
Aan het huidige artikel dat uit een enkel artikellid bestond is een tweede artikellid toegevoegd om de bestuurlijke afspraken vast te leggen. Dit in overeenstemming met hetgeen ook bij de andere omgevingsdiensten is geregeld en om deze bestuurlijke afspraak te borgen. Zo ook in artikel 21 van de regeling.
Door wijziging van het artikel over de bevoegdheden van de directeur als ambtelijk secretaris is hoofdstuk 8 (oud) met als enig artikel 27 (oud), die alleen bij ODRA gold en niet werd toegepast, overbodig geworden en daarom geschrapt.
Het artikel is aangepast op de in de Wet aangepaste termijnen. Zo mag de begroting op grond van artikel 59 van de Wet niet eerder dan na 8 weken nadat de begroting is opgestuurd worden vastgesteld door het Algemeen Bestuur. In de oude bepaling stond vermeld dat de begroting vóór 1 april moest worden opgestuurd. Conform de Wet is de datum gesteld op 15 april. Door de financiële kaders voor het volgende jaar uiterlijk voor 15 april aan te bieden aan de raden van de deelnemers is deze informatie beschikbaar tijdens de behandeling van de voorjaarsnota.
Ook de datum waarop de begroting moet worden opgestuurd aan het ministerie is verschoven en gesteld op 1 augustus in plaats van 15 juli. Dit om de raden en de staten twee weken langer in de gelegenheid te stellen hun zienswijzen in te dienen.
Verder wordt het begrip actualisatie van de begroting geïntroduceerd. Voor een omschrijving van het begrip wordt verwezen naar artikel 1 lid 1 onderdeel a van de regeling en met oog op het verschil met de wijziging naar onderdeel n. Het wordt door toevoeging van deze twee begrippen mogelijk om beperkte wijzigingen binnen de begroting die niet leiden tot een wijziging van de bedragen van de deelnemers of tot nieuwe inzichten (verder actualisatie te noemen) door het Algemeen Bestuur te laten vaststellen zonder de brede procedure van zienswijzen. Met oog op een borging van de juiste toepassing van dit artikel stelt het Algemeen Bestuur vast of sprake van een wijziging of een actualisering. De actualisaties worden ter kennisgeving aan de raden en staten toegezonden.
Doordat het begrip actualisatie van de begroting wordt ingevoerd is niet heel artikel 28 van toepassing op wijzigingen van de begroting. Dit is verwoord in artikel 28 lid 11.
Ook ten aanzien van de procedure rond de jaarrekening zijn wat data veranderd. Gelijk aan de termijnen die van toepassing zijn bij de begroting is sprake van een verruiming van de termijnen. Doordat de jaarrekening wel vóór 15 juli moet worden opgestuurd aan het ministerie is de verwijzing naar lid 8 van artikel 28 vervallen. Daarvoor in de plaats is een nieuw lid 3 van artikel 29 opgesteld.
In het eerste lid is voor het woord ‘reserve’ het woord ‘Algemene’ toegevoegd, om een onderscheid mogelijk te maken in Algemene reserve versus bestemmingsreserves. Om het instellen van bestemmingsreserves mogelijk te maken is een tweede artikellid toegevoegd.
In 2014 heeft het Algemeen Bestuur bij de resultaatbestemming 2013 besloten om naast de Algemene Reserve een aantal bestemmingsreserves in te stellen. Dit om voorziene kosten met deze concrete bestemmingsreserves te kunnen dekken. Het totaalbedrag van de toen ingestelde reserves kwam daarmee boven de in de Gemeenschappelijke regeling van € 500.000. Met de voorgestelde wijziging wordt de mogelijkheid geboden om de naast de Algemene Reserve met een maximaal van € 500.000 ook Bestemmingsreserves in te stellen.
Het artikel is aangepast aan de actuele stand van zaken. Voor de bedrijfsvoering van ODRA zijn eigen regelingen opgesteld. Door het Algemeen Bestuur is voor ODRA in 2014 een Archiefverordening vastgesteld. Op grond daarvan is door het Dagelijks Bestuur het Besluit informatiebeheer voor ODRA vastgesteld. Ook heeft het Algemeen Bestuur een archivaris en een archiefbewaarplaats aangewezen voor ODRA. In deze regelingen zijn de voorzieningen omtrent de zorg voor de archiefbescheiden vastgelegd. De verwijzing naar de voorschriften en archiefbewaarplaats van gemeente Arnhem kan hiermee vervallen.
Om te voorkomen dat de termijn van 5 jaar na iedere nieuwe inwerkingtreding van de regeling (ook bij wijzigingen) blijft doorlopen wordt hier, conform de bedoeling van het artikellid, gesteld dat de termijn van vijf jaar ziet op de eerste inwerkingtreding van de regeling eind 2012.
In het kader van het grote belang van een flexibele bedrijfsvoering is het wenselijk wijziging van inbreng van deelnemers mogelijk te maken zonder daarvoor de tijdrovende en veel om het lijf hebbende procedure van de wijziging van de Gr te moeten volgen, terwijl de Gr zelf tekstueel niet verandert. Hiervoor is een extra artikellid ingevoegd, met ook een aantal waarborgen. Achtergrond van de wijzigingsbepaling is het beschermen van de belangen van de Gr, dit mede bezien in het licht van de belangen van alle deelnemers die ook via de eigenaarsrol een rol spelen.
Met de nader door het Dagelijks Bestuur op te stellen spelregels kan dit belang worden geborgd, waarbij tevens flexibiliteit van de deelnemers wordt nagestreefd. Bij nadere regels wordt ingegaan op een verschil in spelregels bij in inbreng van fte en terug halen van fte en het in te dienen voorstel bij wijziging van fte.
Bij de begrippen in artikel 1 staat de vindplaats genoemd. Het artikel is daarmee overbodig en kan vervallen.
Inmiddels is de omgevingsdienst operationeel. Om die reden is de passage over de datum 1 april verwijderd, als actualisatieslag.
Per 1 januari 2015 is in de Wet de wijze van bekendmaken en daarmee de inwerkingtreding gewijzigd. De regeling dient in de Staatscourant te worden gepubliceerd om in werking te kunnen treden. Tevens dient de regeling te worden ingeschreven in de daartoe bestemde registers. Dit geldt voor zowel de wijziging, de verlenging en de opheffing, als het besluit tot toe- en uittreding aldus artikel 53 vierde lid van de Wet. Volledigheidshalve is dit overgenomen in het derde lid van artikel 38.
Dit artikel is verwijderd aangezien het niet meer van toepassing is: ODRA is op 14 november 2012 in werking getreden en de eerste begroting is al opgesteld en vastgesteld.
Namens Gedeputeerde Staten van Gelderland
Provincieloket, telefoonnummer (026) 359 99 99, e-mailadres: post@gelderland.nl.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2016-52698.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.