Besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 20 september 2016, nr. 2016-0000557720, tot vaststelling van de hoogte van de vergoedingen van de voorzitter en overige leden van de Kiesraad (Besluit vergoeding leden Kiesraad)

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op artikel 2 van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies;

Besluit:

Artikel 1

De voorzitter van de Kiesraad ontvangt een vaste vergoeding, waarbij de salarisschaal wordt vastgesteld op schaal 18 van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984 en de arbeidsduurfactor op 0,3.

Artikel 2

De overige leden van de Kiesraad ontvangen een vergoeding per vergadering van 3% van het maximum van salarisschaal 18 van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984.

Artikel 3

Wanneer een van de overige leden van de Kiesraad een vergadering niet heeft bijgewoond, maar aan een tijdens deze vergadering vastgesteld advies wel zijn noodzakelijk zijnde bijdrage heeft geleverd, bedraagt de vergoeding de helft van het op grond van artikel 2 te vergoeden bedrag.

Artikel 4

De Regeling vergoeding leden Kiesraad 2006 wordt ingetrokken.

Artikel 5

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2016.

Artikel 6

Deze regeling wordt aangehaald als: Besluit vergoeding leden Kiesraad.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst en in afschrift worden gezonden aan de Kiesraad.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

TOELICHTING

Sinds 2006 ontvangen de leden van de Kiesraad, niet zijnde de voorzitter, een vergadervergoeding van € 235. De hoogte van deze vergoeding is sindsdien nooit aangepast. Dit besluit herstelt het evenwicht tussen enerzijds het tijdsbeslag van de werkzaamheden en anderzijds de hoogte van de vergoeding. Voorts wordt niet langer uitgegaan van een gefixeerde vergadervergoeding; met ingang van 1 januari 2016 wordt de vergoeding vastgesteld op 3% van het maximum van salarisschaal 18 van het BBRA, zulks langs de lijnen van artikel 2 van het Besluit vergoedingen adviescolleges en commissies (artikel 2).

Verder wordt een regeling getroffen voor de situatie waarbij ter vergadering een advies wordt vastgesteld waaraan een lid dat niet ter vergadering aanwezig is, wel een noodzakelijke bijdrage heeft geleverd. In dat geval bedraagt de vergoeding de helft van het op grond van artikel 2 te vergoeden bedrag (artikel 3).

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

Naar boven