Regeling van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 22 september 2016, kenmerk 1019638-155215-II-LZ, houdende regels voor het verhogen van subsidies ten behoeve van eerstelijns verblijf in 2015 (Subsidieregeling eerstelijns verblijf 2015 plus)

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 11.1.5 van de Wet langdurige zorg;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

subsidie:

subsidie als bedoeld in artikel 1.2, eerste lid, van de subsidieregeling;

subsidieregeling:

Subsidieregeling eerstelijns verblijf 2015 zoals deze luidde op 31 december 2015;

verleende subsidie:

bedrag van de verleende subsidie met inbegrip van verhogingen op grond van hoofdstuk 5 van de subsidieregeling en op grond van artikel 2 van de Subsidieregeling eerstelijns verblijf 2015 extra.

Artikel 2

  • 1. Indien voor een of meer subsidieontvangers de subsidie op grond van artikel 6.5, eerste lid, van de subsidieregeling wordt vastgesteld op een bedrag dat lager is dan het maximumbedrag van de verleende subsidie, verhoogt het Zorginstituut ambtshalve met de som van het verschil tussen voornoemde bedragen de subsidies die zijn verleend aan de subsidieontvangers waarvoor het bedrag, berekend overeenkomstig artikel 6.5, eerste lid, van de subsidieregeling hoger is dan het maximumbedrag van de verleende subsidie. De verdeling van deze middelen geschiedt naar rato van de overschrijding van het maximumbedrag van de verleende subsidie, met dien verstande dat de subsidie niet meer bedraagt dan het bedrag, bedoeld in artikel 6.5, eerste lid, van de subsidieregeling. De subsidie wordt vastgesteld op het aldus verhoogde bedrag van de verleende subsidie.

  • 2. Het Zorginstituut vermeldt in het besluit tot verhoging van de verleende subsidie in ieder geval het maximumbedrag dat als gevolg van de verhoging aan subsidie wordt verleend.

Artikel 3

De subsidieregeling is van toepassing op de subsidie die met inachtneming van deze regeling is verhoogd.

Artikel 4

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

  • 2. Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2017, met dien verstande dat deze regeling van toepassing blijft op subsidies die op grond van deze regeling zijn verstrekt.

Artikel 5

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling eerstelijns verblijf 2015 plus.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn

TOELICHTING

Algemeen

Deze regeling voorziet in een herverdeling van de middelen bij de vaststelling van de subsidies die ten behoeve van 2015 zijn verstrekt voor eerstelijns verblijf. Dat kan aan de orde zijn wanneer één of meer subsidies op een lager bedrag worden vastgesteld dan het maximum verleende subsidie. De middelen die aldus overblijven, worden verdeeld onder de Wlz-uitvoerders die in 2015 meer eerstelijns verblijf hebben gerealiseerd dan waarvoor subsidie is verleend.

Aangezien de Subsidieregeling eerstelijns verblijf 2015 met ingang van 2016 is vervallen, kunnen de regels voor de verdeling van de extra middelen niet worden gesteld door een wijziging van de subsidieregeling. In plaats daarvan is de onderhavige separate regeling vastgesteld om een grondslag te bieden voor de verhoging van de uit hoofde van de subsidieregeling verleende subsidies.

Artikelsgewijs

Artikel 1

In deze bepaling zijn enkele begrippen gedefinieerd, vaak door middel van een verwijzing naar de subsidieregeling. Zo is de verleende subsidie het bedrag dat op grond van de subsidieregeling reeds was verleend. Dat is inclusief de verhoging die op aanvraag is verstrekt in het kader van de eerste twee tranches als bedoeld in hoofdstuk 5 van de subsidieregeling en inclusief de verhoging op grond van artikel 2 van de Subsidieregeling eerstelijns verblijf 2015 extra.

Artikel 2

Voor de onderhavige verhoging is geen aanvraag vereist. Of een Wlz-uitvoerder in aanmerking komt voor verhoging van de verleende subsidie en zo ja, hoeveel de verhoging bedraagt, bepaalt het Zorginstituut Nederland aan de hand van de aanvragen tot vaststelling van de subsidies.

Eerst wordt het bedrag van de subsidie berekend aan de hand van het aantal verrichte prestaties. Vervolgens wordt dat bedrag vergeleken met de verleende subsidie. Als het berekende bedrag lager is dan de verleende subsidie, wordt de subsidie op dat lagere bedrag vastgesteld. Het verschil is dan beschikbaar voor herverdeling onder Wlz-uitvoerders waarvoor het berekende bedrag hoger is dan de verleende subsidie. Het totaal van de voor herverdeling beschikbare middelen wordt verdeeld evenredig aan het tekort van de Wlz-uitvoerder op de verleende subsidie. Daartoe wordt de verlening opgehoogd tot een nieuw maximum. De opgehoogde subsidie wordt echter nooit meer dan het aan de hand van het aantal verrichte prestaties berekende bedrag.

Artikelen 3 en 5

De onderhavige regeling biedt de grondslag om subsidies te verhogen die uit hoofde van de subsidieregeling zijn verstrekt. De bepalingen van de subsidieregeling gelden ook voor de aldus verhoogde subsidies. Zo dienen deze subsidies nog vastgesteld te worden. Dat zal met inachtneming van de subsidieregeling geschieden. Omdat bijvoorbeeld ter beschrijving van de opbouw van de verleende subsidie in een beschikking tot vaststelling verwezen moet kunnen worden naar deze regeling, is voorzien in een citeertitel. De citeertitel geeft uitdrukking aan de samenhang met de subsidieregeling.

Artikel 4

De onderhavige verhogingen zullen worden toegepast ten tijde van de vaststelling van de subsidies die ten behoeve van 2015 zijn verstrekt voor eerstelijns verblijf. Deze subsidies zijn nog niet vastgesteld. Het Zorginstituut neemt in de periode tot 1 januari 2017 de besluiten tot verhoging en vaststelling van de subsidies. Daarna vervalt de onderhavige regeling.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn

Naar boven