Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 20 september 2016, kenmerk 1016043-154205-PG, houdende wijziging van de Subsidieregeling publieke gezondheid in verband met de werkingsduur, aanpassing van de berekeningssystematiek bij het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker en aanpassing van de subsidiebedragen voor 2017 met verlenging van de werkingsduur, aanpassing van de berekeningssystematiek bij het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker en aanpassing van de subsidiebedragen voor 2017

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 3 van de Kaderwet VWS-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Subsidieregeling publieke gezondheid wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 41 wordt gewijzigd als volgt:

1. Onderdeel b komt te luiden:

b. screeningslaboratorium:

een laboratorium dat in opdracht van een screeningsorganisatie vaginaal materiaal onderzoekt;

2. Onderdeel c komt te luiden:

c. primair uitstrijkje:

het naar aanleiding van een uitnodiging in het kader van het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker in de huisartsenpraktijk afnemen van vaginaal materiaal van een vrouw, dat in een screeningslaboratorium wordt getest op hrHPV en waarop in geval van een positieve hrHPV-test vervolgens ook een cytologische beoordeling plaatsvindt;

3. Aan artikel 41 worden zeven onderdelen toegevoegd, luidende:

d. hrHPV:

hoogrisico Humaan Papilloma Virus;

e. hrHPV-test:

een test op hoogrisico Humaan Papilloma Virus;

f. cytologische beoordeling:

een microscopisch onderzoek van vaginaal materiaal op afwijkende cellen;

g. zelfafnameset (ZAS):

een afnameset waarmee de vrouw in het kader van het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker zelf vaginaal materiaal afneemt en opstuurt naar een screeningslaboratorium, dat dit test op hrHPV;

h. controle-uitstrijkje:

het, indien het onderzoek van vaginaal materiaal afgenomen door een primair uitstrijkje of zelfafnameset resulteert in een positieve hrHPV-test en een negatieve cytologische beoordeling, in de huisartsenpraktijk zes maanden later afnemen van vaginaal materiaal van de desbetreffende vrouw, waarop in een screeningslaboratorium een cytologische beoordeling plaatsvindt;

i. uitstrijkje na hrHPV-positieve ZAS:

het, indien het vaginaal materiaal uit een ZAS resulteert in een positieve hrHPV-test, in de huisartsenpraktijk afnemen van vaginaal materiaal van de desbetreffende vrouw, waarop in een screeningslaboratorium een cytologische beoordeling plaatsvindt;

j. overige organisatiekosten:

de overige indirecte kosten die de screeningsorganisaties maken in het kader van het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker en die niet direct aan de onderzoeken bedoeld in onderdeel c, f, g, h en i te koppelen zijn.

B

Artikel 46 komt te luiden:

Artikel 46

In afwijking van artikel 4 bestaat de subsidie, bedoeld in artikel 42, voor het jaar 2017 uit het bedrag dat wordt berekend overeenkomstig de volgende formule:

(Qpu x Ppu) + (Qcpu x Pcpu) + (Qzas x Pzas) + (Qcuzm x Pcuzm) + (Quzas x Puzas) + (Qoo x Poo)

waarbij wordt verstaan onder:

Qpu. het aantal beoordeelde hrHPV-testen dat, naar aanleiding van primaire uitstrijkjes, in het jaar 2017 is verricht in het kader van het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker van de desbetreffende screeningsorganisatie, waarbij sprake is van een uitslag naar de desbetreffende vrouw of aansluitende cytologische beoordeling;

Ppu. een bedrag van € 36,19 per beoordeelde hrHPV-test naar aanleiding van een primair uitstrijkje;

Qcpu. het aantal cytologische beoordelingen dat, naar aanleiding van primaire uitstrijkjes, in het jaar 2017 heeft plaatsgevonden in het kader van het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker van de desbetreffende screeningsorganisatie waarbij sprake is van een uitslag naar de desbetreffende vrouw;

Pcpu. een bedrag van € 24,66 per cytologische beoordeling naar aanleiding van een positieve hrHPV-test bij een primair uitstrijkje;

Qzas. het aantal zelfafnamesets dat in het jaar 2017 is beoordeeld op hrHPV in het kader van het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker van de desbetreffende screeningsorganisatie waarbij sprake is van een uitslag naar de desbetreffende vrouw;

Pzas. een bedrag van € 21,60 per beoordeelde ZAS op hrHPV;

Qcuzm. het aantal controle-uitstrijkjes dat in het jaar 2017 is beoordeeld in het kader van het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker van de desbetreffende screeningsorganisatie waarbij sprake is van een uitslag naar de desbetreffende vrouw;

Pcuzm. een bedrag van € 50,02 per beoordeeld controle-uitstrijkje;

Quzas. het aantal uitstrijkjes naar aanleiding van een hrHPV-positieve test van vaginaal materiaal verkregen door de vrouw met een zelfafnameset, dat in het jaar 2017 is beoordeeld in het kader van het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker van de desbetreffende screeningsorganisatie waarbij sprake is van een uitslag naar de desbetreffende vrouw;

Puzas. een bedrag van € 48,89 per beoordeeld uitstrijkje na een hrHPV-positieve test van vaginaal materiaal uit een ZAS;

Qoo. het aantal beoordeelde hrHPV-testen dat, naar aanleiding van primaire uitstrijkjes, in het jaar 2017 is verricht in het kader van het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker van de desbetreffende screeningsorganisatie, waarbij sprake is van een uitslag naar de desbetreffende vrouw of aansluitende cytologische beoordeling (wordt gebruikt als rekeneenheid voor de vergoeding van de overige organisatiekosten);

Poo. een bedrag van € 18,58 per beoordeelde hrHPV-test naar aanleiding van een primair uitstrijkje.

C

Artikel 51 wordt gewijzigd als volgt:

1. Het jaartal ‘2016’ wordt telkens vervangen door: 2017

2. Het bedrag van ‘€ 63,36’ wordt vervangen door: € 64,13.

D

Artikel 63 wordt gewijzigd als volgt:

1. In de aanhef wordt ‘1 mei 2015 tot en met 30 april 2016’ vervangen door: 1 mei 2016 tot en met 30 april 2017.

2. Het bedrag van ‘€ 10,77’ wordt vervangen door: € 11,20.

E

Artikel 71 komt te luiden:

Artikel 71

De instellingssubsidie bedraagt in 2017 jaarlijks ten hoogste:

  • € 12.201.574,– voor de GGD van de gemeente Amsterdam,

  • € 4.753.074,– voor de GGD Regio Gelderland Zuid,

  • € 1.935.745,– voor de GGD Groningen,

  • € 3.083.642,– voor de afdeling GGD van de Dienst OCW van de gemeente Den Haag,

  • € 4.233.348,– voor de GGD Rotterdam-Rijnmond,

  • € 3.953.890,– voor de GGD van het openbaar lichaam Hart voor Brabant,

  • € 2.136.728,– voor de GGD Zuid-Limburg,

  • € 1.515.444,– voor de GGD Regio Utrecht.

F

Artikel 78 komt te luiden:

Artikel 78

Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2022.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2017.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers

TOELICHTING

Algemeen

De onderhavige regeling strekt tot wijziging van de Subsidieregeling publieke gezondheid (hierna: de Subsidieregeling). De wijziging is allereerst ingegeven door de ophanden zijnde vervaldatum (hoofdstuk II, paragrafen 2, 3 en 4) van de Subsidieregeling met ingang van 1 januari 2017. Daarnaast is hoofdstuk II, paragraaf 2 (het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker) aangepast en zijn de in de Subsidieregeling genoemde tarieven geactualiseerd ten behoeve van subsidiëring in het jaar 2017.

De Subsidieregeling is van toepassing op de te verstrekken subsidies met betrekking tot de programmatische preventie. Hierbij gaat het om de bevolkingsonderzoeken naar borstkanker, baarmoederhalskanker, darmkanker, het nationaal programma grieppreventie en aanvullende seksuele gezondheidszorg.

Artikel I

A en B

In hoofdstuk II, paragraaf 2 zijn de bepalingen over de subsidiëring van het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker aangepast in verband met de vernieuwde opzet voor dit bevolkingsonderzoek. In het vervolg stelt niet de NZa maar het ministerie van VWS de tarieven voor dit bevolkingsonderzoek vast.

De Subsidieregeling onderscheidt voortaan meerdere typen van onderzoek die screeningsorganisaties in het kader van dit bevolkingsonderzoek verrichten, om op basis hiervan het subsidiebedrag te berekenen. Artikel 41 en 46 zijn hiertoe aangepast.

C, D en E

Met de onderhavige wijzigingsregeling is het tarief voor de borstkankerscreening in artikel 51 van de Subsidieregeling geïndexeerd op basis van de loon- en prijsbijstelling ten behoeve van het jaar 2017.

Het tarief voor de kosten van de huisarts in het kader van de vaccinatiecampagne (Nationaal programma grieppreventie) in artikel 63 is geïndexeerd op basis van de loon- en prijsbijstelling ten behoeve van de vaccinatiecampagne (griepseizoen) van 2016–2017.

Ook het jaarlijks te verstrekken bedrag aan instellingssubsidie aan de betreffende coördinerende GGD’en in artikel 71 is geïndexeerd op basis van de loon- en prijsbijstelling ten behoeve van het jaar 2017.

F

Met de onderhavige wijzigingsregeling is verder de werkingsduur van de Subsidieregeling met vijf jaar verlengd, als gevolg waarvan de Subsidieregeling per 1 januari 2022 vervalt.

Voorafgaand aan deze verlenging van de werkingsduur heeft geen evaluatie plaatsgevonden. De Subsidieregeling is in 2012 geëvalueerd in opdracht van het Centrum voor Bevolkingsonderzoek van het RIVM. Uit deze evaluatie bleek dat de Subsidieregeling het beoogde effect bereikt, wordt uitgevoerd zoals beschreven in de regeling en aansluit bij het beoogde doel van de preventieprogramma’s. In 2015 heeft een Beleidsdoorlichting ziektepreventie plaatsgevonden, waaruit bleek dat de bevolkingsonderzoeken doeltreffend en doelmatig zijn en zorgen voor gezondheidswinst. Ook de Subsidieregeling is bij deze beleidsdoorlichting meegenomen.

Het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet publieke gezondheid (hierna: Wpg) onder meer in verband met het opnemen daarin van een aanbod van de overheid van vaccinaties en bevolkingsonderzoek en nieuwe regels voor de bestrijding van invasieve exotische vectoren, is erop gericht de mogelijkheid om bevolkingsonderzoeken zoals het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker, borstkanker en darmkanker via de Wpg te financieren. Met de beoogde aanpassing van de Wpg zal de financiering van de thans op basis van de Subsidieregeling gesubsidieerde activiteiten met betrekking tot de bevolkingsonderzoeken een ander, wettelijk kader krijgen. Voornoemd wetsvoorstel ligt momenteel ter behandeling in de Tweede Kamer (Kamerstukken II 2015/16, 34 363, nr. 2.). Beoogd wordt om de wijzigingen van de Wpg per 1 januari 2018 in werking te doen treden.

In afwachting hiervan zal de werkingsduur van de Subsidieregeling zekerheidshalve worden verlengd met vijf jaar, om de activiteiten in het kader van de bevolkingsonderzoeken naar borst- en baarmoederhalskanker, darmkanker, het nationaal programma grieppreventie en aanvullende seksuele gezondheidszorg voort te zetten.

Artikel II

De regeling treedt in werking per 1 januari 2017. De regeling wordt al eerder gepubliceerd in de Staatscourant met het oog op de subsidieaanvragen ten behoeve van 2017, die vóór 1 oktober 2016 moeten worden ingediend.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers

Naar boven