Besluit van de Minister van Veiligheid en Justitie van 19 september 2016, nummer WBN-CM 2016/4, houdende wijziging van de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap 2003 toegespitst op het gebruik in Curaçao en Sint Maarten

De Minister van Veiligheid en Justitie,

Gelet op de Rijkswet op het Nederlanderschap, het Besluit verkrijging en verlies Nederlanderschap (BvvN), het Besluit optie- en naturalisatiegelden 2002, het Wijzigingsbesluit Besluit optie- en Naturalisatiegelden 2002, de Regeling verkrijging en verlies Nederlanderschap (RvvN);

Besluit:

ARTIKEL I

De Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap 2003 toegespitst op het gebruik in Curaçao en Sint Maarten wordt als volgt gewijzigd:

A

13-1 Toelichting ad artikel 13, eerste lid, HRWN-CM komt te luiden:

13-1 Toelichting ad artikel 13, eerste lid

Bij algemene maatregel van rijksbestuur worden regelen gesteld betreffende het recht dat verschuldigd is voor het afleggen en de behandeling van de verklaring van optie en van het verzoek tot verlening van het Nederlanderschap, de gevallen en de mate waarin daarvan ontheffing kan worden verleend en de wijze waarop het moet worden voldaan.

De te betalen bedragen voor het afleggen van een optieverklaring en voor het indienen van een verzoek om naturalisatie zijn vastgelegd in het Besluit optie- en naturalisatiegelden 2002.

Met het oog op de jaarlijkse indexering van de optie- en naturalisatiegelden (zie artikel 9, eerste lid, BON) wordt verwezen naar de in onderstaande tabel vermelde tariefgroepen en de daarbij behorende tariefcodes en bedragen (in Nederlands-Antilliaanse gulden).

Tariefgroep

Tarief(code)

Bedrag

optie; enkelvoudig

A

Naf. 366

optie; gemeenschappelijk

B

Naf. 624

optie; medeopterende minderjarige

C

Naf. 42

naturalisatie; enkelvoudig; standaard

D

Naf. 1720

naturalisatie; gemeenschappelijk; standaard

E

Naf. 2195

naturalisatie; enkelvoudig; verlaagd

F

Naf. 1280

naturalisatie; gemeenschappelijk; verlaagd

G

Naf. 1757

naturalisatie; meenaturaliserende minderjarige

H

Naf. 254

B

Paragraaf 4/13-1 Toelichting ad artikel 13, eerste lid, HRWN-CM komt te luiden:

Paragraaf 4 Afdracht naturalisatiegelden

De Gouverneur hoeft de ontvangen optiegelden niet af te dragen aan Onze Minister.

De behandeling van en de beslissing op de optieverklaring liggen immers geheel in handen van de ontvangende instantie.

Artikel 8 BON bepaalt dat een gedeelte van de ontvangen naturalisatiegelden moet worden afgedragen aan de rijksoverheid. De Gouverneur draagt zorg voor een rechtstreekse afdracht aan Onze Minister. Tevens regelt artikel 8 BON de hoogte van het bedrag dat de Gouverneur behoudt en op welke wijze de afdracht aan Onze Minister geschiedt. Over de wijze van afdracht van de ontvangen naturalisatiegelden door de Gouverneur aan Onze Minister, wordt de Gouverneur nader geïnformeerd met een brief van de IND.

De Gouverneur behoudt per enkelvoudig verzoek om naturalisatie Naf. 366, ongeacht of betrokkene het standaard of het verlaagde tarief betaalt. Het resterende bedrag dat aan leges is ontvangen, wordt afgedragen aan Onze Minister (Naf. 1354 bij standaard tarief en Naf.914 bij verlaagd tarief).

Bij een gemeenschappelijk verzoek of een gelijktijdig verzoek om naturalisatie van meerdere kinderen binnen één gezin behoudt de Gouverneur Naf. 624 eveneens ongeacht of standaard of verlaagd tarief is betaald. Het resterende bedrag dat aan leges is ontvangen wordt afgedragen Onze Minister (Naf. 1571 bij het standaard tarief en Naf.1133 bij het verlaagd tarief). In het geval van een verzoek tot medeverlening als bedoeld in artikel 11, eerste lid, RWN behoudt de Gouverneur Naf. 42 per kind. Het resterende bedrag dat aan leges is ontvangen (Naf. 212) wordt afgedragen aan Onze Minister. Als de verzoeker tijdens de naturalisatieprocedure verhuist, behoudt de Gouverneur die de leges geïnd heeft het bedrag dat niet afgedragen hoeft te worden en draagt zorg voor de afdracht van het resterende bedrag.

De afdracht geschiedt rechtstreeks aan Onze Minister zonder tussenkomst van de landen Curaçao of Sint Maarten.

Vanaf 1 januari 2017 gelden de volgende afdrachtcodes:

Tariefgroep

af te dragen bedrag

afdrachtcode

optie; enkelvoudig

nvt

nvt

optie; gemeenschappelijk

nvt

nvt

optie; medeopterende minderjarige

nvt

nvt

naturalisatie; enkelvoudig; standaard

Naf. 1354

170-NA

naturalisatie; enkelvoudig; verlaagd

Naf. 914

171-NA

naturalisatie; gemeenschappelijk; standaard

Naf. 1571

173-NA

naturalisatie; gemeenschappelijk; verlaagd

Naf. 1133

174-NA

naturalisatie; meenaturaliserende minderjarige

Naf. 212

175-NA

In geval van ontheffing van betaling van de naturalisatiegelden kan de Gouverneur verzoeken om een vergoeding (artikel 8, tweede lid, BON). Een dergelijk schriftelijk verzoek moet worden gericht aan het Team Financiële Administratie van de Directie Bedrijfsvoering, afdeling Financiën en Business Informatie van de IND, Postbus 1821, 2280 DV te Rijswijk. Als het verzoek van de Gouverneur door de IND wordt gehonoreerd, ontvangt de Gouverneur een bedrag van Naf. 366 voor een enkelvoudig verzoek en Naf. 624 voor een gemeenschappelijk verzoek.

C

Het model 1.25 HRWN-CM behorende bij de optieprocedure HRWN-CM komt te luiden als aangegeven in bijlage 1.

D

Het model 2.8 HRWN-CM behorende bij de naturalisatieprocedure HRWN-CM komt te luiden als aangegeven in bijlage 2.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2017.

Dit besluit zal (met de toelichting) in de Staatscourant, de Curaçaosche Courant en de Landscourant van Sint Maarten worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 19 september 2016

De Minister van Veiligheid en Justitie, namens deze, J.C. Goet Directeur-generaal Vreemdelingenzaken

BIJLAGE 1

Model 1.25 HRWN-CM: Verklaring ‘Ingelicht over betaling van optiegelden’ tevens inverzuimstelling;

alsook: Verklaring vrijgesteld van optiegelden

BIJLAGE 2

Model 2.8 HRWN-CM: Verklaring ‘Ingelicht over betaling van naturalisatiegelden’ tevens inverzuimstelling;

alsook: Verklaring vrijgesteld van naturalisatiegelden

TOELICHTING

Algemeen

Elk jaar worden de optie- en naturalisatiegelden geïndexeerd. Dit gebeurt op grond van artikel 9 van het Besluit Optie- en Naturalisatiegelden (BON 2002). Op grond van de beschikking wijzigingspercentage optie- en naturalisatiegelden 2017 van 20 augustus 2016, Staatscourant 2016, nr. 46737, worden de optie- en naturalisatiegelden per 1 januari 2017 verhoogd met 1,792%. Afronding op tienden van een procent betekent dit een verhoging van de leges per 1 januari 2017 met 1,8%. Echter, de verschuldigde optie- en naturalisatiegelden in Curaçao en Sint Maarten wijzigen per saldo niet exact met 1,8% per 1 januari 2017. Dit heeft te maken met de hoogte van de koers tussen de euro en de Antilliaanse gulden op 1 juli.

Met dit WBN-CM worden de legestarieven zoals deze gelden per 1 januari 2017 in de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap, toegespitst op het gebruik in Curaçao en Sint Maarten opgenomen. Ook zijn de bedragen die het Kabinet van de Gouverneur zelf behouden en het deel dat zij afdragen aan de IND aangepast. Voorts zijn de relevante modelformulieren aangepast.

De Minister van Veiligheid en Justitie, namens deze, J.C. Goet Directeur-generaal Vreemdelingenzaken

Naar boven