Verkeersbesluit verkeersmaatregelen Verspronckweg - Meester Cornelisstraat

Nr. 2016/427803

Burgemeester en wethouders van Haarlem,

gelet op de Wegenwet, de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: WVW 1994), het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (hierna: RVV 1990), het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (hierna: BABW) en de Uitvoeringsvoorschriften van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (hierna: Uitvoeringsvoorschriften BABW).

Overwegende:

dat de Verspronckweg en de Meester Cornelisstraat gelegen zijn binnen de bebouwde kom van Haarlem;

dat deze wegen in beheer zijn bij de gemeente Haarlem;

dat de Verspronckweg en de Meester Cornelisstraat wegen zijn zoals bedoeld in artikel 18, lid 1 onder d van de WVW 1994;

dat gelet op dit artikel het college van burgemeester en wethouders van Haarlem bevoegd is verkeersbesluiten te nemen voor de genoemde wegen;

dat de bevoegdheid voor het nemen van verkeersbesluiten door het college van burgemeester en wethouders van Haarlem in het collegebesluit d.d. 26 november 2013 (nr. 2013/383676) is gemandateerd aan het afdelingshoofd Openbare Ruimte, Groen en Verkeer;

dat de categorisering van het wegennet van de gemeente Haarlem is opgenomen in het Haarlems Verkeers- en Vervoersplan (hierna: HVVP);

dat de Verspronckweg in het HVVP gecategoriseerd is als een gebiedsontsluitingsweg;

dat de verkeersfunctie op een gebiedsontsluitingsweg centraal staat;

dat de Meester Cornelisstraat in het HVVP gecategoriseerd is als een erftoegangsweg en tevens deel uitmaakt van een verblijfsgebied waar een 30 kilometer per uur zone van kracht is;

dat de verkeersfunctie in een verblijfsgebied ondergeschikt is aan de verblijfsfunctie;

dat op kruispunt Verspronckweg - Meester Cornelisstraat een verkeersveiligheidsaudit heeft plaatsgevonden naar aanleiding van een ongeval met dodelijke afloop;

dat vervolgens op basis van de uitkomsten van de verkeersveiligheidsaudit een verkeerskundig ontwerp is gemaakt waarbij, ter hoogte van het kruispunt van Verspronckweg - Meester Cornelisstraat, een tweetal middengeleiders op Verspronckweg is gerealiseerd;

dat door het realiseren van de middengeleiders aan fietsers en voetgangers de mogelijkheid wordt geboden om in twee etappes over te kunnen steken;

dat een oversteek in etappes het voordeel biedt dat de oversteeklengte voor voetgangers en fietsers wordt verkleind;

dat daarnaast per etappe slechts een rijrichting hoeft te worden overgestoken waardoor er minder risico bestaat op inschattingsfouten bij het door langzaam verkeer oversteken van Verspronckweg ter hoogte van Meester Cornelisstraat;

dat de middengeleiders tevens zorgen dat de snelheid van autoverkeer dat stad-uit rijdt enigszins wordt afgeremd ten gevolge van de uitbuiging;

dat ten gevolge van het realiseren van de middengeleiders op Versproncweg gebodsborden worden geplaatst die besturuders verplichten te passeren aan de zijde die de pijl aangeeft (rechterzijde);

dat om het realiseren van de middengeleiders mogelijk te maken de bestaande fietsstrook aan de zuidoostzijde van de Verspronckweg wordt opgeschoven in zuidoostelijke richting;

dat om het opschuiven van de fietsstrook aan de zuidoostzijde van de Verspronckweg mogelijk te maken een tweetal parkeerplaatsen moeten worden opgeheven die direct ten noordoosten en zuidoosten van de aansluiting met Meester Cornelisstraat zijn gelegen;

dat de hiervoor benoemde verkeersmaatregelen kunnen worden uitgevoerd door middel van het plaatsen van de verkeersborden D2 van bijlage 1 van het RVV 1990 en het verplaatsen van een fietsstrook zoals bedoeld in artikel 1 van het RVV 1990;

dat gelet op artikel 12 van het BABW voor het plaatsen van de verkeersbord D2 van bijlage 1 van het RVV 1990 - en het verplaatsen van fietsstroken - een verkeersbesluit is vereist;

dat gelet op artikel 2 van de WVW 1994 de hiervoor benoemde verkeersmaatregelen strekken tot het verzekeren van de veiligheid op de weg, het beschermen van weggebruikers en passagiers en het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;

dat gelet op artikel 24 van het BABW overleg is gevoerd met de gemandateerde van de politie;

dat de politie heeft ingestemd met de hierna genoemde maatregel.

Het besluit:

Het college van burgemeester en wethouders van Haarlem besluit:

- door middel van het plaatsen van het verkeersbord D2 van bijlage 1 van het RVV 1990 op Verspronckweg ter hoogte van aansluiting Meester Cornelisstraat een gebod voor alle bestuurders in te stellen om het bord voorbij te gaan aan de zijde die de pijl aangeeft (rechts);

- door middel van het verplaatsen van een fietsstrook zoals bedoeld in artikel 1 van het RVV 1990, de bestaande fietsstrook - ten zuidoosten van de Verspronckweg, nabij de aansluiting met Meester Cornelisstraat - over een afstand van 3 meter op te schuiven in zuidoostelijke richting.

Situatieschets:

Aldus vastgesteld op 21 09 2016 te Haarlem

Namens het college van burgemeester en wethouders van gemeente Haarlem,

R. Koning

Hoofd afdeling Openbare Ruimte, Groen en Verkeer

Dit besluit treedt in werking na bekendmaking in de Staatscourant. Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na publicatie van dit besluit in de Staatscourant bezwaar maken bij burgemeester en wethouders van Haarlem, Postbus 511, 2003 PB te Haarlem. Het bezwaarschrift moet de naam en het adres vermelden van degene die bezwaar maakt, zijn ondertekend en de datum vermelden waarop het is opgesteld. In het bezwaarschrift moet ook worden aangegeven tegen welk besluit bezwaar wordt gemaakt en waarom het bezwaar wordt gemaakt. Door het indienen van het bezwaarschrift wordt dit besluit niet opgeschort. Bij een spoedeisend belang kan degene die een bezwaarschrift heeft ingediend een voorlopige voorziening vragen aan de voorzieningenrechter van de rechtbank, sector bestuursrecht, postbus 1621, 2003 BR te Haarlem. Bij het indienen van een verzoek om voorlopige voorziening moeten griffierechten worden betaald.