De als bijlage bij het Besluit uitvoeringsregels ontslag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid
2015 behorende Uitvoeringsregels ontslag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid vormen
een nadere uitwerking van, en toelichting op, bepalingen uit het Burgerlijk Wetboek,
de Ontslagregeling en de Regeling UWV ontslagprocedure. In verband met de Verzamelwet
SZW 2016 (Stb. 2015, 464), de Wet werken na de AOW-gerechtigde leeftijd (Stb. 2015, 376) en technische aanpassingen, wijzigen met ingang van 1 januari 2016, naast een aantal
bepalingen in het Burgerlijk Wetboek, de Ontslagregeling en de Regeling UWV ontslagprocedure
(Stcrt. 2015, 45451). Deze wijzigingen zorgen ervoor dat de Uitvoeringsregels ontslag wegens langdurige
arbeidsongeschiktheid (versie november 2015) gewijzigd dienen te worden.
Deze wijzigingen zijn verwerkt in de nieuwe Uitvoeringsregels ontslag wegens langdurige
arbeidsongeschiktheid (versie januari 2016), behorende bij dit besluit, die de versie
van november 2015 vervangt. De gewijzigde regelgeving met toelichting is in de uitvoeringsregels
opgenomen. De wijzigingen worden hierna kort toegelicht.
Op grond van artikel 7:669, lid 3, onderdeel b BW geldt dat bij ontslag wegens ziekte
van de werknemer, de werkgever aannemelijk moet maken dat binnen 26 weken geen herstel
zal optreden en de bedongen arbeid niet in aangepaste vorm zal kunnen worden verricht.
Deze termijn is voor werknemers die de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt verkort
tot 13 weken. Dit is in de Uitvoeringsregels verwerkt in paragraaf 1.1.
Bij herplaatsing worden ook de arbeidsplaatsen van oproepkrachten betrokken. Dit bleek
al uit de toelichting bij artikel 9 Ontslagregeling en is nu in lid 1 onderdeel b
van artikel 9 Ontslagregeling expliciet opgenomen. In de uitvoeringsregels is deze
wijziging in paragraaf 2.2 verwerkt.
Op grond van artikel 7:669, lid 1 BW moet de werkgever aannemelijk maken dat de werknemer
niet binnen een redelijke termijn herplaatsbaar is op een andere passende functie
binnen de organisatie van de werkgever, al dan niet met behulp van scholing. Die redelijke
termijn is gelijk aan de wettelijke opzegtermijn. Deze is voor werknemers die worden
ontslagen na het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd verkort tot een maand. Dit
is in de Uitvoeringsregels verwerkt in paragraaf 2.5.
De bepaling dat geen toestemming mag worden verleend bij een aantal opzegverboden
is verplaatst van artikel 7 Regeling UWV ontslagprocedure naar artikel 7:671a, lid
11 BW. Inhoudelijk is de bepaling niet gewijzigd. In de uitvoeringsregels is dit verwerkt
in paragraaf 6.1.
De nieuwe uitvoeringsregels worden na publicatie van het besluit in de Staatscourant
op de website www.uwv.nl geplaatst en ter inzage gelegd bij de locaties van de afdeling Arbeidsjuridische
dienstverlening van UWV WERKbedrijf.