Besluit tot wijziging van het Besluit uitvoeringsregels ontslag om bedrijfseconomische redenen 2015

Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen,

Gelet op artikel 32d, eerste lid van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, de artikelen 671a lid 1 en 669, leden 1, 3, onderdeel a, en 5 van boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, de Ontslagregeling en de artikelen 4:4 en 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

ARTIKEL I

De bij het Besluit uitvoeringsregels ontslag om bedrijfseconomische redenen 2015 behorende bijlage Uitvoeringsregels ontslag om bedrijfseconomische redenen (versie november 2015) wordt vervangen door de nieuwe bijlage Uitvoeringsregels ontslag om bedrijfseconomische redenen (versie januari 2016).

ARTIKEL II

De nieuwe bijlage, bedoeld in artikel I, ligt ter inzage bij de locaties van de afdeling Arbeidsjuridische dienstverlening van UWV WERKbedrijf en is te raadplegen op de website www.uwv.nl.

ARTIKEL III

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit wordt met de toelichting in de Staatscourant geplaatst.

Amsterdam, 26 januari 2016

B.J. Bruins Voorzitter Raad van Bestuur UWV

TOELICHTING

De als bijlage bij het Besluit uitvoeringsregels ontslag om bedrijfseconomische redenen 2015 behorende Uitvoeringsregels ontslag om bedrijfseconomische redenen vormen een nadere uitwerking van, en toelichting op, bepalingen uit het Burgerlijk Wetboek, de Ontslagregeling en de Regeling UWV ontslagprocedure. In verband met de Verzamelwet SZW 2016 (Stb. 2015, 464), de Wet werken na de AOW-gerechtigde leeftijd (Stb. 2015, 376) en technische aanpassingen, wijzigen met ingang van 1 januari 2016, naast een aantal bepalingen in het Burgerlijk Wetboek, de Ontslagregeling en de Regeling UWV ontslagprocedure (Stcrt. 2015, 45451). Deze wijzigingen zorgen ervoor dat de Uitvoeringsregels ontslag om bedrijfseconomische redenen (versie november 2015) op een aantal punten gewijzigd dienen te worden.

Deze wijzigingen zijn verwerkt in de nieuwe Uitvoeringsregels ontslag om bedrijfseconomische redenen (versie januari 2016), behorende bij dit besluit, die de versie van november 2015 vervangt. De gewijzigde regelgeving met toelichting is in de uitvoeringsregels opgenomen. De wijzigingen worden hierna kort toegelicht.

Bij herplaatsing worden ook de arbeidsplaatsen van oproepkrachten betrokken. Dit bleek al uit de toelichting bij artikel 9 Ontslagregeling en is nu in lid 1 onderdeel b van artikel 9 Ontslagregeling expliciet opgenomen. In de uitvoeringsregels is deze wijziging in paragraaf 3.2 verwerkt.

De bepaling dat eerst afscheid genomen moet worden van AOW-gerechtigde werknemers is verplaatst van art. 11 lid 2 Ontslagregeling naar artikel 7:671a lid 5 onderdeel d BW. Inhoudelijk is de bepaling niet gewijzigd. In de uitvoeringsregels is deze wijziging in paragraaf 2.1 verwerkt.

In verband hiermee zijn in artikel 11 lid 1 Ontslagregeling de leeftijdsgroepen gewijzigd. De AOW-gerechtigden behoren vanaf 1 januari 2016 tot de leeftijdsgroep vanaf 55 jaar en worden om die reden meegenomen in de afspiegelingsberekening. Om ongewenste effecten rondom 1 januari 2016 te voorkomen is er overgangsrecht vastgesteld. In de uitvoeringsregels zijn deze wijzigingen verwerkt in paragraaf 2.5 en de rekenvoorbeelden van paragraaf 2.7.2.

In artikel 11 lid 2 Ontslagregeling is een rangorde bij ontslag tussen AOW’ers, oproepkrachten en tijdelijke werknemers toegevoegd. De uitvoeringsregels (versie november 2015) kenden een rangorde in vier groepen. Deze rangorde is gewijzigd en kent nu 5 groepen waarvan achtereenvolgens afscheid moet worden genomen. Daarbij is het begrip oproepkracht nader toegelicht. Dit leidt in de uitvoeringsregels tot wijzigingen in onder meer de paragrafen 2.4, 2.5, 2.6.1 en 2.7.1. In paragraaf 2.7.2 is een rekenvoorbeeld toegevoegd zodat helder wordt hoe de gewijzigde regels over rangorde bij de afspiegelingsberekening moeten worden toegepast.

Artikel 17 Ontslagregeling gaat over arbeidsrelaties die niet eerst hoeven te worden beëindigd. Dit wordt niet langer beoordeeld naar de situatie op de datum waarop het verzoek om toestemming is ingediend, maar naar de situatie op de datum waarop de beslissing op het verzoek om toestemming wordt genomen. In de uitvoeringsregels is deze wijziging in paragraaf 2.3 verwerkt.

De uitvoeringsregels bevatten in paragraaf 2.7.1 een Stappenplan toepassing afspiegelingsbeginsel. Dit stappenplan is aangepast aan bovengenoemde wijzigingen.

Het afspiegelingsbeginsel wordt toegepast per onderneming of bedrijfsvestiging, als er meerdere bedrijfsvestigingen zijn. In paragraaf 2.12.1 is een toelichting toegevoegd voor de situatie dat een werknemer in meerdere bedrijfsvestigingen werkzaam is.

De sector zorg kent in artikel 14 lid 4 en 5 Ontslagregeling een aparte regeling voor het bij afspiegeling in acht te nemen personeelsbestand, namelijk de werknemers werkzaam binnen een gemeente. Artikel 14 lid 4 bevat een tweetal mogelijkheden om daarvan af te wijken. In lid 4 is verduidelijkt dat het gaat om twee op zichzelf staande mogelijkheden. Daarnaast is een toelichting op lid 5 opgenomen voor de situatie waarin werknemers in meerdere gemeenten tegelijk werkzaam zijn. In de uitvoeringsregels zijn deze wijzigingen in paragraaf 2.12.2 verwerkt.

Op grond van artikel 7:669, lid 1 BW moet de werkgever aannemelijk maken dat de werknemer niet binnen een redelijke termijn herplaatsbaar is op een andere passende functie binnen de organisatie van de werkgever, al dan niet met behulp van scholing. Die redelijke termijn is gelijk aan de wettelijke opzegtermijn. Deze is voor werknemers die worden ontslagen na het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd verkort tot een maand. Dit is in de Uitvoeringsregels verwerkt in paragraaf 3.5.

De bepaling dat geen toestemming mag worden verleend bij een aantal opzegverboden is verplaatst van artikel 7 Regeling UWV ontslagprocedure naar artikel 7:671a lid 11 BW. Inhoudelijk is de bepaling niet gewijzigd. In de uitvoeringsregels is dit verwerkt in paragraaf 4.1.

Op grond van art. 7:670, lid 1 BW is het opzegverbod bij ziekte verkort van twee jaar tot zes weken wanneer het een werknemer betreft die de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt. Dit is in de Uitvoeringsregels verwerkt in paragraaf 4.1.

Artikel 7:673d BW is aangepast. Daardoor wordt voor de bepaling of een werkgever een kleine werkgever is met gemiddeld minder dan 25 werknemers niet meer gekeken naar het jaar voorafgaand aan de datum waarop de arbeidsovereenkomst eindigt, maar naar het jaar voorafgaand aan de datum waarop de ontslagaanvraag wordt ingediend. Die wijziging is eveneens doorgevoerd in artikel 24 lid 1 van de Ontslagregeling. In de uitvoeringsregels zijn deze wijzigingen in de paragrafen 6.1 en 6.2 verwerkt.

De nieuwe uitvoeringsregels worden na publicatie van het besluit in de Staatscourant op de website www.uwv.nl geplaatst en ter inzage gelegd bij de locaties van de afdeling Arbeidsjuridische dienstverlening van UWV WERKbedrijf.

B.J. Bruins Voorzitter Raad van Bestuur UWV

Naar boven