Richtlijn voor strafvordering vuurwerkdelicten

Rechtskarakter: Aanwijzing in de zin van art. 130, lid 4 Wet RO

Van: College van procureurs-generaal

Aan: Hoofden van parketten

Registratienummer: 2016R011

Datum inwerkingtreding: 01-10-2016

Publicatie in Stcrt.:

Vervallen: Richtlijn voor strafvordering vuurwerkdelicten (2012R006)

Relevante beleidsregels OM: Richtlijn en kader voor strafvordering jeugd en adolescenten, inclusief strafmaten Halt (2016R008)

Wetsbepalingen: Wetboek van strafrecht, artikelen 173a, 173b, 174, 175

Wet milieubeheer, artikelen 8.40, 9.2.1.2, 9.2.2.1, 9.2.1.4, 9.2.3.2 en 18.18

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, artikelen 2.1 en 2.3

Vuurwerkbesluit, artikelen 1.2.2, 1.2.3, 1.2.4 t/m 1.2.7, 1.3.1, 1.3.2, 1.4.1 t/m 1.4.3, 2.1.2, 2.1.3, 2.1.4, 2.2.1 t/m 2.2.4, 2.3.1 t/m 2.3.6, 3.1.1 3.2.1 t/m 3.2.3, 3.3.1, 3B.1 t/m 3B.6

Bijlage(n): –

Beschrijving

Deze richtlijn ziet op vuurwerkovertredingen en -misdrijven, waaronder misdrijven met betrekking tot het zelf maken van vuurwerkexplosieven, gepleegd door meerderjarigen1. De overtredingen van het Vuurwerkbesluit zijn economische delicten.

De richtlijn is niet van toepassing op delicten die zijn te beschouwen als zware milieucriminaliteit.

Hierbij valt te denken aan zeer grote partijen (handelsindicatie) of flinke handel. Er is dan sprake van illegale opslag en illegale handel.

Indien mogelijk worden in het proces-verbaal de omstandigheden aangegeven waaronder het vuurwerk is aangetroffen in verband met de gevaarzetting. Voor onderbouwing van de strafeis kan gedacht worden aan het laten opstellen van een rapport (door het RIVM) over de gevolgen voor de omgeving, als het bij zo’n illegale opslag zou mis gaan.

Bijkomende straffen

Niet expliciet opgenomen in deze richtlijn, maar wel van toepassing bij economische delicten zijn de wettelijke mogelijkheden tot het aan vuurwerkbedrijven of personen die worden veroordeeld voor betrokkenheid bij de handel in professioneel vuurwerk ten behoeve van de particuliere markt, ontzeggen van het recht om gedurende een bepaald aantal jaren in vuurwerk te handelen, het intrekken van vergunningen, het verbod tot het uitoefenen van een bepaald beroep en het stilleggen van de onderneming. Dit kan bijdragen aan sanering van de vuurwerkbranche.

Recidive

Deze richtlijn kent een eigen recidiveregeling. Van recidive is sprake als vanaf de pleegdatum minder dan 5 jaar zijn verlopen na een eerdere veroordeling wegens een soortgelijk misdrijf.

Lijsten

Bij het minder gevaarlijke vuurwerk wordt uitgegaan van het wegen van het aangetroffen vuurwerk (lijst I en II). Het brutogewicht wordt gewogen, dus inclusief de verpakkingen.

Lijst I Verboden handelingen met consumentenvuurwerk

Het gaat dan om de volgende situaties:

  • Binnen de toegestane tijd meer dan 25 kilo consumentenvuurwerk voorhanden hebben op een voor het publiek toegankelijke plaats/ter beschikking stellen/afleveren aan particulier

  • Buiten de toegestane tijd voorhanden hebben/ter beschikking stellen/afleveren aan een particulier van consumentenvuurwerk (met uitzondering het voorhanden hebben van maximaal 25 kilo op een niet voor het publiek toegankelijke plaats)

  • Niet voor de detailhandel. Zie daarvoor de bijlage bij de Richtlijn bestuurlijke strafbeschikking milieu- en keurfeiten.

De toegestane tijd is gedefinieerd in art. 2.3.2 lid 2 Vuurwerkbesluit (Vwb)

Consumentenvuurwerk

Voorhanden hebben**

Ter beschikking stellen/afleveren

Ter beschikking stellen/afleveren aan personen jonger dan 16 jaar onderscheidenlijk 18 jaar***

t/m 25 kg (buiten toegestane tijd)*

GB € 100

GB € 225

GB € 325

26 tot 50 kg

GB € 250

GB € 550

GB € 700

50 tot 100 kg

GB € 500

GB € 1.000

GB € 1.200

100 kg of meer

GB vanaf € 750

GB vanaf € 1.500

GB vanaf € 1.800

Afsteken buiten toegestane tijd

GB € 100

* Art. 1.2.4 Vwb lid 2 stelt dat het verbod niet van toepassing is in de periode dat consumentenvuurwerk o.g.v. art. 2.3.2 ter beschikking mag worden gesteld of ingevolge art. 2.3.6 tot ontbranding mag worden gebracht.

** Bij voorhanden hebben t/m 25 kg geldt dat het moet zijn op een voor publiek toegankelijke plaats.

*** Voor consumentenvuurwerk welke is ingedeeld in cat.3.

Lijst II (Lichter) professioneel vuurwerk en niet-gedefinieerd vuurwerk2 dat niet is genoemd in lijst III.

Professioneel/niet-gedefinieerd vuurwerk niet vallend onder lijst III en IV. Voor wat betreft knalvuurwerk gaat het om knalvuurwerk met minder dan 6 gram Netto Explosieve Massa (NEM) of knalvuurwerk zonder opschriften en met een lengte van maximaal 55 mm.

Knalvuurwerk met meer dan 6 gram NEM of knalvuurwerk zonder opschriften en langer dan 55 mm valt onder lijst III!

Het Vuurwerkbesluit wordt als de aangewezen grondslag beschouwd voor het voorhanden hebben of aan een ander ter beschikking stellen van zwaar vuurwerk ter vermaak (art. 1.2.2, strafbedreiging: max. 6 jaar gevangenisstraf).

 

Voorhanden hebben

Ter beschikking stellen/afleveren

Ter beschikking stellen/ afleveren aan personen jonger dan 18 jaar

tot 25 kg

GB € 200 tot € 400

GB € 400 tot € 600

GS 1 tot 2 weken

25 tot 50 kg

GB € 400 tot € 600

GS 1 tot 2 weken

GS 2 tot 3 weken

50 tot 100 kg

GB € 600 tot € 1.000

GS 2 tot 4 weken

GS 3 tot 5 weken

100 kg of meer

GS vanaf 1 maand

GS vanaf 6 weken

GS vanaf 2 maanden

Tot ontbranding brengen; per stuk

GB 200*

* Uitgangspunt is dat een stuk vuurwerk tot ontbranding brengen hetzelfde is als een stuk vuurwerk voorhanden hebben, maar de omstandigheden waaronder het vuurwerk tot ontbranding wordt gebracht (bijv. in een voetbalstadion) maakt het maatwerk.

Lijst III Specifieke soorten professioneel vuurwerk en niet-gedefinieerd vuurwerk3 die zodanig zwaar zijn dat het in handen van particulieren (levens)gevaarlijk is.

Onder het zwaardere professionele/niet-gedefinieerde vuurwerk vallen onder andere cakeboxen (batterijen), Romeinse kaarsen, fonteinen en shells (mortierbommen). Deze vuurwerkartikelen worden illegaal aan consumenten verhandeld. Het meest risicovolle type hiervan is de mortierbom (shell) die bij ondeskundig gebruik veel risico met zich meebrengt. De mortierbommen dienen met behulp van een mortierpijp te worden afgestoken. In de illegaliteit worden de mortierbommen zonder een dergelijke pijp verhandeld waardoor de kans op ongelukken aanzienlijk toeneemt. Verschillende van de mortierbommen vallen eveneens in de transportgevarenklasse ‘risico op massa-explosie’ (1.1G) vanwege de explosieve lading.

Bij het oneigenlijke (zware) professionele/niet-gedefinieerde vuurwerk gaat het om artikelen met als belangrijkste en/of enige effect een luide knal. Dit zijn vuurpijlen met uitsluitend knaleffect, zoals lawinepijlen, en ‘bangers’ zoals vlinders, nitraten en strijkers. De lading bestaat uit zogenoemd flitspoeder, een type lading dat heftiger reageert dan zwart buskruit. Voor de Nederlandse situatie is vrijwel geen tot geen professioneel gebruik bekend van dit type vuurwerk. Feitelijk is daarom sprake van oneigenlijk professioneel vuurwerk. Vanwege de explosieve lading wordt dit knalvuurwerk op grond van de ‘defaultclassificatie’ van de vervoerswetgeving voor gevaarlijke stoffen ingedeeld in de zwaarste gevarenklasse, namelijk in de gevarenklasse ‘risico op massa-explosie’ (1.1G).

Het Vuurwerkbesluit wordt als de aangewezen grondslag beschouwd voor het voorhanden hebben of aan een ander ter beschikking stellen van zwaar vuurwerk ter vermaak (art. 1.2.2, strafbedreiging: max. 6 jaar gevangenisstraf).

Flowerbeds met pijpen meer dan 35 mm diameter en/of meer dan 15 kg, Romeinse kaarsen meer dan 35 mm diameter

First offender

Recidive

1 tot 21 stuks

TS 60 uur

GS 6 weken tot 3 maanden ov

21 tot 41 stuks

TS 90 uur

GS 4 tot 6 maanden ov

41 tot 61 stuks

TS 90 uur + 2 weken vw

GS 6 tot 9 maanden ov

61 tot 100 stuks

TS 120 uur + 6 weken vw

GS 9 tot 12 maanden ov

100 tot 200 stuks

GS 6 maanden

GS vanaf 12 maanden ov

200 stuks of meer

GS 9 maanden

GS vanaf 15 maanden ov

Ter beschikking stellen (per aflevering)

GS 2 maanden

GS 3 maanden ov

Ter beschikking stellen aan pers. jonger dan 18jr. (per aflevering)

GS 3 maanden

GS 4 maanden ov

Tot ontbranding brengen; per stuk

TS 60 uur*

* Uitgangspunt is dat een stuk vuurwerk tot ontbranding brengen hetzelfde is als een stuk vuurwerk voorhanden hebben, maar de omstandigheden waaronder het vuurwerk tot ontbranding wordt gebracht (bijv. in een voetbalstadion) maakt het maatwerk.

Shells (mortierbommen), lawinepijlen (vuurpijlen met alleen knaleffect), zwaar knalvuurwerk*

First offender

Recidive

1 tot 21 stuks

TS 120 uur

GS 3 tot 6 maanden ov

21 tot 41 stuks

TS 180 uur

GS 9 tot 12 maanden ov

41 tot 61 stuks

TS 200 uur + 1 maand vw

GS vanaf 12 maanden ov

61 tot 100 stuks

TS 240 uur + 3 maanden vw

GS vanaf 12 maanden ov

100 tot 200 stuks

GS 6 maanden

GS vanaf 12 maanden ov

200 stuks of meer

GS 9 maanden

GS vanaf 15 maanden ov

Ter beschikking stellen (per aflevering)

GS 2 maanden

GS 3 maanden ov

Ter beschikking stellen aan pers. jonger dan 18jr. (per aflevering)

GS 3 maanden

GS 4 maanden ov

Tot ontbranding brengen; per stuk

TS 120 uur**

* Knalvuurwerk met meer dan 6 gram NEM of knalvuurwerk zonder opschriften en langer dan 55 mm valt onder lijst III.

** Uitgangspunt is dat een stuk vuurwerk tot ontbranding brengen hetzelfde is als een stuk vuurwerk voorhanden hebben, maar de omstandigheden waaronder het vuurwerk tot ontbranding wordt gebracht (bijv. in een voetbalstadion) maakt het maatwerk.

Lijst IV Geïmproviseerd vuurwerk (zelfgemaakt vuurwerk of vuurwerk waaraan geknutseld is)

Uitgangspunten:

  • 1. Onder geïmproviseerd vuurwerk vallen gemodificeerde vuurwerkartikelen en projectielen waarvan de lading afkomstig is uit – veelal illegaal – vuurwerk; Het betreft dan een aan een bom of explosief soortgelijk voorwerp dat is bestemd voor het veroorzaken van brand of ontploffing.

  • 2. De Wet wapens en munitie wordt als de aangewezen grondslag beschouwd voor:

    • a. het vervaardigen, voorhanden hebben of overdragen van een geïmproviseerd vuurwerkexplosief;

    • b. het voorhanden hebben of overdragen van zwaar vuurwerk, indien blijkt dat dit is bestemd voor het treffen van personen of zaken door middel van ontploffing (d.i. wapen categorie II, 7°) (art. 55, derde lid: strafbedreiging max. 4 jaar gevangenisstraf voor categorie II wapens).

  • 3. Het Vuurwerkbesluit wordt als de aangewezen grondslag beschouwd voor het voorhanden hebben of aan een ander ter beschikking stellen van zwaar vuurwerk ter vermaak (art. 1.2.2, strafbedreiging: max. 6 jaar gevangenisstraf);

  • 4. Het Wetboek van Strafrecht is het aangewezen wettelijk kader voor het tot ontbranding brengen van een vuurwerkexplosief (art. 157, eerste lid, en art. 170, eerste lid: strafbedreiging max. 12 jaar gevangenisstraf, bij strafverzwarende omstandigheden hoger).

Voorgeleiden en dagvaarden
 

Zonder erkenning vervaardigen

Voorhanden hebben

Aan een ander overdragen/ter beschikking stellen

Tot ontbranding brengen

Geïmproviseerd vuurwerkexplosief

GS 6 tot 9 maanden

GS 6 tot 9 maanden

GS 7 tot 9 maanden

GS tenminste 15 maanden *

* Omstandigheden waaronder of de veroorzaakte gevolgen leiden tot een hogere eis.

Legenda

Afkortingen

GB = Geldboete

TS = Taakstraf

GS = gevangenisstraf

vw = voorwaardelijk

ov = onvoorwaardelijk


X Noot
1

De vuurwerkovertredingen door minderjarigen en de tabellen voor Halt staan in de richtlijn en kader voor strafvordering jeugd en adolescenten, inclusief strafmaten Halt.

X Noot
2

Niet-gedefinieerd vuurwerk is vuurwerk dat niet is ingedeeld in categorie 1, 2, 3 of 4 en dat gelet op type en/of lading niet als consumentenvuurwerk kan worden ingedeeld.

X Noot
3

Zie voetnoot 2.

Naar boven