Gemeenschappelijke orgaan openbaar primair onderwijs Noord Groningen

Logo Eemsmond

De raden van de gemeenten De Marne, Eemsmond en Winsum, ieder voor zover zij voor de eigen gemeente bevoegd zijn;

 

overwegende dat coördinatie en samenwerking gewenst is ten aanzien van de uitoefening van de bevoegdheden van de gemeenteraad als bedoeld in artikel 48 van de Wet op het primair onderwijs en als bedoeld in de statuten van Schoolbestuur voor primair en voortgezet onderwijs tussen Lauwers en Eems-stichting, laatstelijk gewijzigd op 29 december 2010;

 

gelet op:

- de Wet gemeenschappelijke regelingen, zoals deze luidt na wijziging door de Wet van 9 juli 2014 (Stb. 2014, 306)

- artikel 8, tweede lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen;

 

besluiten:

 

de gemeenschappelijke regeling “Gemeenschappelijk orgaan openbaar primair onderwijs Noord Groningen” te wijzigen, waarna deze als volgt luidt:

 

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. de regeling: deze gemeenschappelijke regeling;

b. het gemeenschappelijk orgaan: het gemeenschappelijk orgaan in artikel 2 van de regeling;

c. het bestuur: het bestuur van het Gemeenschappelijk orgaan;

d. de deelnemende raden: de gemeenteraden die aan deze regeling deelnemen;

e. gedeputeerde staten: het college van gedeputeerde staten van de provincie Groningen;

f. de wet: de Wet gemeenschappelijke regelingen;

g. de Stichting: Schoolbestuur voor primair en voortgezet onderwijs tussen Lauwers en Eems-stichting;

h. de scholen: de openbare scholen die de Stichting in standhoudt binnen het grondgebied van de gemeenten van de deelnemende raden.

Artikel 2. Gemeenschappelijk orgaan

  • 1.

    Voor de uitvoering van deze regeling is een gemeenschappelijk orgaan ingesteld, genaamd “Gemeenschappelijk orgaan openbaar primair onderwijs Noord Groningen”.

  • 2.

    Het gemeenschappelijk orgaan is gevestigd te Uithuizen.

Artikel 3. Doelstelling en belang

Het gemeenschappelijk orgaan coördineert en oefent bevoegdheden van de raden uit als bedoeld in artikel 48 van de Wet op het primair onderwijs, alsmede in de statuten van de Stichting gelet op het belang te voldoen aan de grondwettelijke plicht zorg te dragen voor voldoend openbaar onderwijs in een genoegzaam aantal scholen.

Artikel 4. Bestuur

  • 1.

    Het bestuur bestaat uit 6 leden.

  • 2.

    De raden wijzen voor het bestuur elk twee leden aan uit hun midden, met uitzondering van de voorzitter. De aanwijzing vindt plaats tijdens de eerste vergadering van de raden in de nieuwe samenstelling, na gehouden verkiezingen.

  • 3.

    De leden van het bestuur worden voor een periode van vier jaar aangewezen met dien verstande dat de zittingsperiode gelijk is aan de zittingsperiode van de raden.

  • 4.

    Het lid dat ophoudt lid te zijn van één van de raden, houdt tevens op lid van het bestuur te zijn.

  • 5.

    Een lid van het bestuur kan te allen tijde ontslag nemen. De voorzitter en de raad die hem hebben aangewezen, worden hiervan op de hoogte gesteld.

  • 6.

    In een vacature wordt zo spoedig mogelijk voorzien.

Artikel 5. Taak en bevoegdheden bestuur

Het bestuur oefent de bevoegdheden als bedoeld in artikel 3 van de regeling uit, voor zover daarvan in deze regeling niet wordt afgeweken.

Artikel 6. Taakverdeling en tekenbevoegdheid

  • 1.

    Het bestuur kiest uit zijn midden voor een periode van vier jaar een voorzitter, een plaatsvervangend voorzitter, een secretaris en een penningmeester.

  • 2.

    De voorzitter en de secretaris tekenen alle stukken die van het bestuur uitgaan.

  • 3.

    De voorzitter, de secretaris en de penningmeester zijn belast met de voorbereiding en de uitvoering van de besluiten van het bestuur, alsmede met het financieel beheer van het gemeenschappelijk orgaan.

Artikel 7. Vergaderfrequentie

  • 1.

    Het bestuur vergadert jaarlijks ten minste twee keer en voorts zo dikwijls als de voorzitter dit nodig acht.

  • 2.

    Het bestuur vergadert bovendien indien ten minste twee leden hiertoe schriftelijk en met opgaaf van redenen aan de voorzitter hun wens daartoe kenbaar maken. De vergadering vindt vervolgens plaats binnen twee weken nadat de voorzitter het verzoek heeft ontvangen.

Artikel 8. Oproeping

  • 1.

    De voorzitter bepaalt dag, uur en plaats van de vergadering.

  • 2.

    De voorzitter roept de leden schriftelijk tot de vergadering op.

  • 3.

    De oproepingsbriefjes worden, spoedeisende gevallen uitgezonderd, ten minste 48 uur voor het houden van de vergadering aan de leden toegezonden. Zij vermelden de zaken waarvoor de vergadering is belegd. Behoudens het bepaalde in het derde lid van artikel 9 kan het bestuur besluiten om ook over andere onderwerpen te beraadslagen en te besluiten.

  • 4.

    De op de agenda betrekking hebbende stukken worden samen met de oproepingen verzonden aan de leden.

Artikel 9. Quorum

  • 1.

    De vergadering vindt geen doorgang indien niet ten minste de helft van het aantal leden aanwezig is.

  • 2.

    In geval een vergadering op grond van het bepaalde in het vorige lid geen doorgang kan vinden, belegt de voorzitter binnen 14 dagen een nieuwe vergadering.

  • 3.

    Indien wegens onvoltalligheid op grond van het bepaalde in het tweede lid een nieuwe vergadering is belegd, beraadslagen en besluiten de aanwezigen over de onderwerpen die voor de eerste vergadering aan de orde waren gesteld, ongeacht het aantal leden dat aanwezig is.

Artikel 10. Besluitvorming

  • 1.

    Tenzij deze regeling anders bepaalt, worden besluiten bij volstrekte meerderheid van stemmen genomen. Een blanco uitgebrachte stem geldt als een niet uitgebrachte stem.

  • 2.

    Over personen wordt schriftelijk gestemd, over zaken mondeling.

  • 3.

    Indien de stemmen staken bij een stemming, niet een benoeming betreffende, wordt het nemen van een besluit tot een volgende vergadering uitgesteld, waarin de beraadslagingen kunnen worden heropend. Indien bij herstemming de stemmen staken, wordt het voorstel geacht te zijn verworpen.

  • 4.

    Wordt bij stemming over personen, een benoeming betreffende, de vereiste meerderheid niet verkregen, dan vindt herstemming plaats over de personen die de meeste stemmen op zich verenigd hebben. Indien bij deze stemming de stemmen opnieuw staken, dan beslist terstond het lot.

Artikel 11. Openbaarheid van vergaderingen

  • 1.

    De vergaderingen van het bestuur zijn openbaar.

  • 2.

    De deuren worden gesloten wanneer ten minste twee aanwezige leden daarom verzoeken of de voorzitter dit nodig acht. Het bestuur besluit vervolgens op grond van de aard van de aan de orde zijnde aangelegenheid of met gesloten deuren zal worden vergaderd.

  • 3.

    In een besloten vergadering kan niet worden beraadslaagd of besloten over de vaststelling en wijziging van de begroting en de vaststelling van de rekening van het gemeenschappelijk orgaan.

Artikel 12. Geheimhouding van stukken

  • 1.

    Het bestuur kan op grond van een belang genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, omtrent het in een besloten vergadering behandelde en omtrent de inhoud van de stukken die aan het bestuur worden voorgelegd, geheimhouding opleggen. De geheimhouding wordt door hen die van het behandelde of de stukken kennis dragen, in acht genomen, totdat het bestuur haar opheft.

  • 2.

    De verplichting tot geheimhouding als bedoeld in het vorige lid vervalt indien de oplegging niet door het bestuur in zijn eerstvolgende vergadering, waarin blijkens de presentielijst meer dan de helft van de leden aanwezig is, wordt bekrachtigd.

Artikel 13. Informatie en verantwoording bestuur

  • 1.

    Het bestuur geeft de raden alle informatie die een of meer leden van die raden schriftelijk verlangen.

  • 2.

    Het lid van het bestuur verschaft aan de raad die hem als lid heeft aangewezen, alle informatie die een of meer leden van die raad verlangen.

  • 3.

    Het lid van het bestuur is aan de raad die hem heeft aangewezen, verantwoording verschuldigd over het door hem in het bestuur gevoerde beleid. De verantwoording geschiedt volgens door de raad nader vast te stellen regels.

  • 4.

    De raad kan een door hem aangewezen lid van het bestuur uit zijn functie ontheffen, indien dit lid niet langer het vertrouwen van de raad heeft.

Artikel 14. Ambtelijke secretaris en kostenverdeling

  • 1.

    Het bestuur wordt in al zijn werkzaamheden bijgestaan door een ambtelijk secretaris, zijnde een ambtenaar van de gemeente Eemsmond. De ambtelijk secretaris is bij de vergaderingen van het bestuur aanwezig.

  • 2.

    Het bestuur besluit over de wijze waarop de kosten van de ambtelijk secretaris en de overige uit deze regeling voortvloeiende kosten worden verdeeld over de raden.

Artikel 15. Kadernota en voorlopige jaarrekening

Het bestuur zendt vóór 15 april van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient de algemene financiële en beleidsmatige kaders en de voorlopige jaarrekening aan de deelnemende raden.

Artikel 16. Begroting

  • 1.

    Het boekjaar valt samen met het kalenderjaar.

  • 2.

    Het gemeenschappelijk orgaan stelt de begroting vast in het jaar voorafgaande aan dat waarvoor zij dient.

  • 3.

    Het gemeenschappelijk orgaan zendt de ontwerpbegroting acht weken voordat zij door het gemeenschappelijk orgaan wordt vastgesteld, toe aan de deelnemende raden.

  • 4.

    De deelnemende raden kunnen bij het bestuur van het gemeenschappelijk orgaan hun zienswijze over de ontwerpbegroting naar voren brengen.

  • 5.

    Nadat deze is vastgesteld, zendt het gemeenschappelijk orgaan de begroting, zo nodig, aan de deelnemende raden, die ter zake bij gedeputeerde staten hun zienswijze naar voren kunnen brengen.

  • 6.

    Het gemeenschappelijk orgaan zendt de begroting binnen twee weken na de vaststelling, doch in ieder geval vóór 1 augustus van het jaar voorafgaande dat waarvoor de begroting dient, aan gedeputeerde staten.

Artikel 17. Wijziging begroting

Bij wijziging van de begroting is in het bepaalde in artikel 16 niet van toepassing. Tot een wijziging van de begroting kan, op voorstel van het bestuur, worden besloten, indien de deelnemende raden hiermee instemmen.

Artikel 18. Rekening en verantwoording

  • 1.

    Het gemeenschappelijk orgaan stelt de jaarrekening vast in het jaar volgende op het jaar waarop deze betrekking heeft.

  • 2.

    Het gemeenschappelijk orgaan zendt de jaarrekening binnen twee weken na de vaststelling, doch in ieder geval vóór 15 juli van het jaar volgende op het jaar waarop de jaarrekening betrekking heeft, aan gedeputeerde staten.

Artikel 19. Toetreding en uittreding

  • 1.

    De raad van een gemeente op wiens grondgebied de Stichting een school in stand houdt, die wil toetreden tot deze regeling dient hiertoe een verzoek in bij het bestuur. Het bestuur informeert de raden en willigt het verzoek binnen een maand na ontvangst in en stelt de toegetreden raad en de Stichting hiervan in kennis.

  • 2.

    Een raad treedt uit de regeling op het moment dat de Stichting niet langer een school op het grondgebied van die gemeente in stand houdt.

  • 3.

    Het bestuur regelt de financiële gevolgen, alsmede de overige gevolgen van de uittreding.

  • 4.

    Het bestuur zendt een besluit tot toetreding of uittreding aan gedeputeerde staten.

Artikel 20. Wijziging van de regeling

  • 1.

    Wijziging van deze regeling is slechts mogelijk indien de deelnemende raden hiermee instemmen.

  • 2.

    Indien het bestuur voorstelt om de regeling te wijzigen, zendt het bestuur dit voorstel aan de deelnemende raden, die hierover een besluit nemen en dit terstond aan het bestuur mededelen.

  • 3.

    Indien een of meer raden voorstellen de regeling te wijzigen, zenden zij dit voorstel aan het bestuur, dat dit vervolgens, voorzien van zijn commentaar, binnen drie maanden aan de deelnemende raden zendt, waarna verder wordt gehandeld als in het voorgaande lid.

  • 4.

    Het gemeentebestuur van de plaats van vestiging zendt een wijziging van de regeling aan gedeputeerde staten.

  • 5.

    Het bestuur stelt de raden in kennis van het resultaat van de in dit artikel bedoelde voorstellen en besluiten.

Artikel 21. Opheffing en liquidatie

  • 1.

    De regeling wordt opgeheven indien de Stichting ophoudt te bestaan dan wel indien de Stichting nog slechts in één gemeente één of meer openbare scholen in stand houdt.

  • 2.

    De regeling kan worden opgeheven indien de deelnemende raden hiermee instemmen.

  • 3.

    Indien de regeling wordt opgeheven, besluit het bestuur tot liquidatie en stelt hiervoor de nodige regels. Hierbij kan het bestuur van de bepalingen van deze regeling afwijken.

  • 4.

    Het bestuur stelt het liquidatieplan vast, de deelnemende raden gehoord.

  • 5.

    Het liquidatieplan voorziet in de verplichting van de deelnemende raden tot deelneming in de financiële gevolgen van de opheffing.

Artikel 22. Inwerkingtreding

De besluiten tot wijziging of opheffing van deze regeling, de besluiten tot toetreding of uittreding treden in werking met ingang van de eerste dag van de maand na de dag van bekendmaking.

Artikel 23. Geschillen

  • 1.

    In het geval van een geschil over de toepassing van de regeling, zoals bedoeld in artikel 28 van de wet, beslissen gedeputeerde staten.

  • 2.

    Bestuur en stichting kunnen overeen komen om gezamenlijk een geschillencommissie op te richten die in voorkomende gevallen adviseert.

Artikel 24. Duur van de regeling

De regeling wordt getroffen voor onbepaalde tijd.

Artikel 25. Overgangs- en slotbepalingen

  • 1.

    Het eerste boekjaar loopt van de dag van inwerkingtreding van de regeling tot 31 december daaropvolgend.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in het tweede en derde lid van artikel 4 van deze regeling worden de leden van het eerste bestuur aangewezen in de eerst volgende vergadering van de raden na de inwerkingtreding van de gewijzigde regeling.

  • 3.

    In alle zaken de gemeenschappelijke regeling betreffend waarin de regeling niet voorziet, beslist het bestuur.

Artikel 26. Naamgeving

Deze regeling kan worden aangehaald als “Gemeenschappelijk orgaan openbaar primair onderwijs Noord Groningen”.

Naar boven