ARTIKEL I
De Regeling particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus wordt als volgt
gewijzigd:
A
In het opschrift van paragraaf 11b en in de artikelen 1, 5, 7 tot en met 11a, 23b,
23f en 23k, wordt ‘EG-beroepskwalificaties’ telkens vervangen door: EU-beroepskwalificaties.
B
In artikel 10, derde lid, wordt ‘de de Nederlandse Veiligheidsbranche’ vervangen door:
de Nederlandse Veiligheidsbranche.
C
In artikel 23b, tweede lid, onderdeel b, wordt ‘gewaarmerkte kopie’ vervangen door:
kopie.
D
Artikel 23d komt te luiden:
Artikel 23d. (erkenning)
De beroepskwalificaties worden erkend indien is voldaan aan de vereisten van artikel
6 van de Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties.
E
Artikel 23e wordt als volgt gewijzigd:
1. In het derde lid wordt ‘compenserende maatregel’ vervangen door: compenserende maatregel
als bedoeld in artikel 11 van de Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties.
2. Onder vernummering van het vierde tot en met zesde lid tot vijfde tot en met zevende
lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
-
4. Indien de minister voornemens is de aanvraag af te wijzen, maar hij van mening is
dat op grond van artikel 12 van de Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties
gedeeltelijk toegang moet worden verleend tot het gereglementeerd beroep, doet de
minister hier in het voornemen een mededeling over.
F
Artikel 23g wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
2. In het derde lid wordt ‘compenserende maatregel’ vervangen door: compenserende maatregel
als bedoeld in artikel 11 van de Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties.
3. Het vierde lid komt te luiden:
-
4. Ten aanzien van de compenserende maatregel komt de keuze tussen een aanpassingsstage
en een proeve van bekwaamheid toe aan de aanvrager, behoudens de gevallen genoemd
in artikel 11, vijfde lid, van de Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties.
4. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
-
5. Indien de minister de aanvraag afwijst, maar op grond van artikel 12 van de Algemene
wet erkenning EU-beroepskwalificaties gedeeltelijk toegang moet worden verleend tot
het gereglementeerd beroep, deelt hij in de afwijzing mee welke beroepswerkzaamheden
de aanvrager onder welke voorwaarden gerechtigd is uit te oefenen.
G
Artikel 23h, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. ‘artikel 23e, zesde lid’ wordt vervangen door: artikel 23e, zevende lid.
2. ‘EG-kwalificaties’ wordt vervangen door: EU-beroepskwalificaties.
H
Artikel 23j wordt als volgt gewijzigd:
1. De aanhef komt te luiden:
Een dienstverrichter worden geen beperkingen wegens beroepskwalificaties opgelegd
indien de dienstverrichter voorafgaand aan de eerste dienstverrichting in Nederland
een schriftelijke verklaring als bedoeld in artikel 23, eerste lid, van de Algemene
wet EU-beroepskwalificaties doet toekomen aan Justis, met informatie over welk gereglementeerd
beroep op welke tijdelijke of incidentele wijze zal worden verricht en:
2. In onderdeel a wordt ‘het beroep of de opleiding’ vervangen door: het beroep, het
onderwijs of de opleiding.
3. In onderdeel b wordt ‘twee jaar’ vervangen door: één jaar.
4. Aan het slot van onderdeel b wordt ‘; en’ vervangen door een punt.
I
In artikel 23k, eerste lid, wordt ‘artikel 23j onder c’ vervangen door: artikel 23j.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 18 januari 2016.
TOELICHTING
Deze regeling behelst een aantal wijzigingen in de Regeling particuliere beveiligingsorganisaties
en recherchebureaus die voortvloeien uit de wijziging van de Algemene wet erkenning
EG-beroepskwalificaties. Deze wet is gewijzigd vanwege de totstandkoming van Richtlijn
2013/55/EU van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 20 november
2013 tot wijziging van Richtlijn 2005/36/EG betreffende de erkenning van beroepskwalificaties
en Verordening (EU) nr. 1024/2012 betreffende de administratieve samenwerking via
het Informatiesysteem interne markt (‘de IMI-verordening’) (PbEU 2013, L 354).
De wijziging van de Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties heeft als gevolg
dat op grond van verschillende artikelen in deze wet een beroepskwalificatie moet
worden erkend, waar dit voorheen niet het geval was. Sommige criteria voor erkenning
van de beroepskwalificatie zijn vervallen of gewijzigd. Zo kan om maximaal één jaar
beroepservaring worden gevraagd waar dit voorheen twee jaar was. Ingevolge de gewijzigde
Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties (nieuwe citeertitel) moet voorts in
sommige gevallen gedeeltelijk toegang worden verleend tot het gereglementeerd beroep.
Tenslotte zijn in de Regeling particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus
enkele onderdelen toegevoegd die regelen wanneer en op welke wijze de aanvrager over
de gedeeltelijke toegangverlening wordt geïnformeerd.
Artikelsgewijs
Artikel I
Onderdeel A
De citeertitel van de Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties is gewijzigd
naar Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties omdat de Europese Gemeenschap
(EG) sinds het Verdrag van Lissabon in de Europese Unie (EU) is opgegaan. Om deze
reden is de aanduiding van de EG-beroepskwalificaties in verschillende artikelen van
de regeling gewijzigd naar EU-beroepskwalificaties.
Onderdeel B
Het woord ‘de’ in artikel 10, derde lid van de regeling, is verwijderd omdat dit per
abuis twee keer was opgenomen.
Onderdeel C
De aanvrager kan enkel worden gevraagd de in artikel 13 van de Algemene wet erkenning
EU-beroepskwalificaties genoemde documenten te verstrekken. In dit artikel wordt niet
de eis gesteld dat de kopie van de bekwaamheidsattesten of van de opleidingstitels
is gewaarmerkt. Aangezien het stellen van aanvullende eisen niet is toegestaan, is
deze eis in artikel 23b, tweede lid, onder b, van de regeling komen te vervallen.
Onderdeel D
In de Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties worden de gronden voor erkenning
van een EU-beroepskwalificatie uitputtend opgesomd. In eerste instantie moet voor
de beoordeling of een aanvrager in aanmerking komt voor erkenning zijn voldaan aan
de voorwaarden genoemd in artikel 6 van deze wet. In de daaropvolgende artikelen,
de artikelen 7 tot en met 12, zijn aanvullende regels gesteld. Hieruit blijkt in welke
gevallen men toch voor erkenning in aanmerking kan komen, wanneer niet aan de criteria
van artikel 6 is voldaan.
Voorheen waren de voorwaarden voor erkenning van de EG-beroepskwalificatie in de regeling
opgenomen. Deze waren overgenomen uit de Algemene wet erkenning EG-kwalificaties.
Nu de criteria voor erkenning en afwijzing door de wijziging van de Algemene wet erkenning
EG-kwalificaties complexer zijn geworden, zijn deze onderdelen uit de regeling verwijderd
en is een verwijzing naar artikel 6 van de Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties
in artikel 23d van de regeling opgenomen. Deze wijziging dient de volledigheid en
juistheid van de toetsing van een beroepskwalificatie te bevorderen. Aangezien voor
de particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus niet van de Algemene
wet erkenning EU-beroepskwalificaties wordt afgeweken, ligt het voorts voor de hand
om met een verwijzing naar dit artikel te volstaan. Indien van toepassing worden de
artikelen 7 tot en met 12 van de Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties gebruikt
bij de beoordeling of een beroepskwalificatie moet worden erkend.
Onderdeel E
De Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties verplicht tot het gedeeltelijk verlenen
van toegang tot gereglementeerde beroepen indien de aanvrager hiervoor in aanmerking
komt. Aan artikel 23e is daarom een onderdeel toegevoegd waaruit blijkt dat de minister
de aanvrager hierover informeert in de mededeling van het voornemen tot afwijzing
van de aanvraag.
In de regeling was niet omschreven wat met een ‘compenserende maatregel’ wordt bedoeld.
In het derde lid is dan ook een verwijzing naar artikel 11 van de Algemene wet erkenning
EU-beroepskwalificaties opgenomen, dat een expliciete omschrijving bevat van wat een
compenserende maatregel is, in welke gevallen een compenserende maatregelen kan worden
geëist en op welke wijze de compenserende maatregel moet worden ingevuld.
Onderdeel F
In artikel 23g, eerste lid, van de regeling is evenals in artikel 23d verwezen naar
de Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties om hiermee te voorkomen dat niet
alle voorwaarden uit deze wet op juiste wijze worden toegepast. Ook voor de compenserende
maatregel is naar de Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties verwezen omdat
uit artikel 11 van de wet blijkt wat een compenserende maatregel is en op welke wijze
deze kan worden vormgegeven.
Aangezien artikel 23g gaat over de afwijzing van de aanvraag om erkenning van een
beroepskwalificatie, is een onderdeel toegevoegd over de inhoud van de afwijzing in
het geval de minister de aanvrager wel gedeeltelijk toegang tot het gereglementeerd
beroep verleent. Hierin wordt aan de aanvrager medegedeeld welke beroepswerkzaamheden
deze onder welke voorwaarden gerechtigd is uit te oefenen. De aanvrager wiens aanvraag
wordt afgewezen, is hierdoor direct geïnformeerd over de mogelijkheden die hij op
grond van de aanvraag en de documenten die hierbij zijn verstrekt in Nederland wel
heeft.
Onderdeel G
De verwijzing naar artikel 23e, zesde lid, in het eerste lid van artikel 23h is aangepast,
omdat aan artikel 23e een nieuw zesde lid is toegevoegd.
Onderdeel G wijzigt daarnaast de aanduiding van EG-kwalificaties naar EU-beroepskwalificaties
omdat in de overige artikelen het woord beroepskwalificaties wordt gebruikt in plaats
van kwalificaties en hiermee verwarring kan worden voorkomen. Ook is ‘EG’ gewijzigd
in ‘EU’ conform de aangepaste citeertitel van de Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties.
Onderdeel H
In artikel 23j is bepaald aan welke voorwaarden moet zijn voldaan om in Nederland
tijdelijk of incidenteel als particuliere beveiliger of recherche werkzaamheden te
verrichten zonder beperkingen. De voorwaarde die voorheen werd genoemd in sub c van
dit artikel is naar de aanhef van artikel 23j verplaatst omdat in alle gevallen aan
deze voorwaarden moet zijn voldaan om hiervoor in aanmerking te komen. Indien tevens
één van de voorwaarden genoemd in sub a en b van toepassing is, worden aan de tijdelijke
of incidentele dienstverrichter geen beperkingen wegens beroepskwalificaties opgelegd.
Doordat nu alleen de alternatieve voorwaarden als aparte onderdelen in het artikel
zijn opgenomen, wordt onduidelijkheid over de voorwaarden die van toepassing zijn,
voorkomen.
De voorwaarden genoemd in sub a en b zijn beiden gewijzigd omdat deze voorwaarden
in artikel 22 van de Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties zijn aangepast.
Onderdeel I
De voorwaarde voorheen genoemd in artikel 23j onder c is verplaatst naar de aanhef
van artikel 23j, daarom is de verwijzing naar dit onderdeel in artikel 23k ook aangepast.
Artikel II
De implementatietermijn voor de Richtlijn 2013/55/EU van het Europees Parlement en
de Raad van de Europese Unie van 20 november 2013 tot wijziging van Richtlijn 2005/36/EG
betreffende de erkenning van beroepskwalificaties en Verordening (EU) nr. 1024/2012
betreffende de administratieve samenwerking via het Informatiesysteem interne markt
(‘de IMI-verordening’) (PbEU 2013, L 354) loopt af op 18 januari 2016. Deze regeling,
die dient ter implementatie van deze richtlijn, treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt
geplaatst en werkt terug tot en met de einddatum van de implementatietermijn.
’s-Gravenhage, 26 januari 2016
De Minister van Veiligheid en Justitie,
G.A. van der Steur