TOELICHTING
Algemeen
Sommige mensen schamen zich zodanig voor hun psychische klachten of verslaving dat
zij geen (professionele) hulp durven of willen zoeken. Het inschakelen van hulp in
een vroegtijdig stadium kan voorkomen dat klachten zich verergeren en tot een zwaardere
zorgvraag leiden. Voor patiënten met psychische aandoeningen blijken vroegtijdige
herkenning, adequate triage en preventieve behandeling met kortdurende interventies
met zelfmanagement als uitgangspunt, veel waarde toe te voegen. Om deze categorie
mensen toch een vorm van zorg te bieden dan wel naar de reguliere zorg toe te geleiden,
is het van belang dat er laagdrempelig aanbod beschikbaar is. Het aanbod van anonieme
e-mental health kan hierin voorzien.
Tot 2008 werd anonieme e-mental health aangeboden en uitgevoerd in het kader van de
Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten. Bij de overheveling van de geestelijke gezondheidszorg
(GGZ) naar de Zorgverzekeringswet bleek dat anonieme e-mental health interventies
niet langer gefinancierd konden worden omdat de zorg niet te herleiden is tot een
individuele verzekerde.
Om deze vorm van zorg toch te kunnen bekostigen, is op grond van de Kaderwet VWS-subsidies
bij besluit van 13 oktober 2011 een tijdelijke subsidiefaciliteit gecreëerd: het Beleidskader
subsidiering anonieme e-mental health (verder: beleidskader; Stcrt. 2011, nr. 18936). Het beleidskader is later verlengd (Stcrt. 2013, nr. 26229 en Stcrt. 2014, nr. 34385). Voor deze subsidiëring is jaarlijks € 2.000.000 beschikbaar gesteld. Op basis van
het beleidskader zijn vanaf 2012 tot en met 2016 interventies op het terrein van anonieme
e-mental health gesubsidieerd door het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en
Sport (VWS). Tegelijkertijd is een voorstel voor een wijziging van de Zorgverzekeringswet
teneinde de bekostiging van anonieme e-mental health structureel te regelen voorbereid.
Het wetsvoorstel is op 29 maart 2016 aangenomen, op 22 april 2016 gepubliceerd (Stb. 2016, 143) en zal 1 januari 2017 in werking treden.
Zorginstituut Nederland heeft op grond van artikel 70a van de Zorgverzekeringswet
met ingang van 1 januari 2017 de bevoegdheid om subsidies te verlenen voor anonieme
e-mental health. Het beleidskader is, zoals reeds aangekondigd, per dezelfde datum
ingetrokken en daarmee komt een einde aan de subsidieverlening door het Ministerie
van VWS op basis van dit beleidskader.
De onderhavige regeling komt grotendeels overeen met de subsidiëring op grond van
de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS en het beleidskader. De belangrijkste wijzigingen
zijn als volgt. Het minimaal te verlenen subsidiebedrag is verlaagd van € 100.000
naar € 50.000. De verdeling van de middelen wanneer het subsidieplafond wordt bereikt,
is sterk vereenvoudigd. Dat geschiedt nu naar rato van de aanvragen voor zover deze
voor subsidie in aanmerking komen. Overigens is in de afgelopen jaren het subsidieplafond
nimmer bereikt. Indien er verschillende interventies worden geboden, wordt bij de
vaststelling niet meer per type interventie strikt de hand gehouden aan het aantal
interventies waarvoor subsidie is verleend. De subsidieontvanger kan de inzet van
de subsidie zogezegd verschuiven van de ene soort interventie naar de andere soort.
Uiteraard rust op de subsidieontvanger wel de plicht om belangrijke verschuivingen
direct te melden aan het Zorginstituut en er zal in totaal niet een hogere subsidie
worden vastgesteld dan het bedrag dat bij beschikking door het Zorginstituut is verleend.
Artikelsgewijs
Artikel I
De subsidie voor anonieme e-mental health is de enige subsidie ten laste van het Zorgverzekeringsfonds.
De algemene bepalingen over verschillende soorten specifieke subsidies in paragraaf
2 zijn overbodig. Paragraaf 2 van de Regeling zorgverzekering kan daarom geheel vervangen
worden door de regels voor de subsidiëring van e-mental health op grond van artikel
70a van de Zorgverzekeringswet.
Artikel 6.2.1
Anonieme e-mental health is zorg via internet voor anonieme personen. Zo'n behandeling
wordt een interventie genoemd. Interventies bestaan in de regel uit een of meerdere
sessies met de cliënt die gedurende een bepaalde periode plaatsvinden. Tijdens de
sessies verloopt de communicatie tussen zorgaanbieder en cliënt schriftelijk en digitaal.
Voordat met een interventie gestart wordt, zal de zorgaanbieder eerst moeten nagaan
of de interventie passend is en de cliënt redelijkerwijs is aangewezen op de betreffende
zorg. Er zal een intake of screening moeten plaatsvinden waarmee nagegaan wordt of
de zorgbehoefte aansluit bij het zorgaanbod en ook overigens wordt voldaan aan de
eisen die worden gesteld aan de subsidiëring van de interventie. Een dergelijke intake
of screening valt niet onder het begrip interventie en komt derhalve niet voor subsidie
in aanmerking.
De subsidie wordt per kalenderjaar verstrekt. Dit is het subsidiejaar. Het is mogelijk
dat een interventie niet volledig wordt uitgevoerd in het subsidiejaar. De interventie
kan worden afgebroken, bijvoorbeeld omdat de cliënt gebruik is gaan maken van reguliere
zorg. Ook kan de interventie aan het einde van het subsidiejaar nog niet volledig
zijn afgerond. Een interventie die in het kalenderjaar voorafgaand aan het subsidiejaar
is begonnen, kan tijdens het subsidiejaar worden afgemaakt. In deze gevallen is voor
de toepassing van de regeling sprake van een onvolledige interventie.
Een interventie die in het kalenderjaar voorafgaand aan het subsidiejaar is begonnen
en tijdens het subsidiejaar is voortgezet maar niet wordt voltooid, komt in het subsidiejaar
niet voor subsidie in aanmerking. Dit is een onvolledige interventie in het kalenderjaar
voorafgaand aan het subsidiejaar.
Artikel 6.2.2
Anonieme e-mental health is zorg voor personen met psychische problemen of verslavingsproblemen.
Het omvat zorg in verband met lichte tot matig ernstige, niet complexe psychische
problematiek, zoals geboden wordt in de generalistische basis-GGZ, met uitzondering
van chronische problematiek. Behandeling van complexe psychische aandoeningen zoals
geboden wordt in de gespecialiseerde GGZ valt buiten anonieme e-mental health. Verder
moet het voor de cliënt psychisch noodzakelijk zijn om anoniem te blijven; het ontlopen
van betaling van de eigen bijdrage of het eigen risico is geen relevante reden voor
anonimiteit. Voor bepaalde doelgroepen is anonieme e-mental health bij uitstek van
belang omdat zij zich anders niet of in mindere mate tot andere vormen van zorg wenden
voor hun problemen.
De interventies bestaan uit geneeskundige geestelijke gezondheidszorg zoals klinisch-psychologen
plegen te bieden (GGZ), niet zijnde gespecialiseerde geestelijke gezondheidszorg.
De zorg is gericht op geïndiceerde preventie, zorggerelateerde preventie of behandeling
van een psychische stoornis of een vorm van verslaving, zoals bedoeld in het handboek
DSM 51, of is gericht op toegeleiding naar die zorg. Ook de diagnostiek valt onder een interventie.
Anonieme e-mental health is bedoeld voor personen die de stap naar de reguliere GGZ
of verslavingszorg nog niet hebben gezet, maar waarvoor die zorg wel geïndiceerd is.
Inhoudelijk valt de zorg onder de ingevolge de Zorgverzekeringswet te verzekeren prestaties
van de zorgverzekering. Het belangrijkste vereiste daarvoor is dat het voldoet aan
het criterium dat geldt voor alle uit hoofde van de Zorgverzekeringswet te verzekeren
zorg, namelijk dat het behoort tot de stand van de wetenschap en de praktijk (artikel
2.1, tweede lid, van het Besluit zorgverzekering). Deze eis is opgenomen in het onderhavige
artikel; de andere eisen in het Besluit zorgverzekering gelden overigens niet voor
de onderhavige subsidie. De interventie kan echter niet uit de zorgverzekering vergoed
worden aangezien de cliënt anoniem is. Algemene informatie en interventies die behoren
tot universele preventie, vallen niet onder de zorgverzekering en zijn alleen al daarom
uitgesloten van subsidie.
De interventies worden verleend door organisaties die reeds geestelijke gezondheidszorg
of verslavingszorg, verlenen en daarnaast anonieme e-mental health aanbieden. Deze
inbedding bevordert een verantwoorde besteding van de subsidie, zowel inhoudelijk
en organisatorisch, als financieel en administratief. Binnen zo'n organisatie wordt
anonieme e-mental health verzorgd onder verantwoordelijkheid van beroepsbeoefenaren
met een geldige inschrijving in het register dat op grond van de Wet op de beroepen
in de individuele gezondheidszorg is ingesteld. Gelet op de aard van de interventies
zal het daarbij veelal gaan om klinisch-psychologen. Wellicht ten overvloede wordt
nog opgemerkt dat de bepalingen over de geneeskundige behandelingsovereenkomst in
het Burgerlijk Wetboek ook van toepassing zijn op anonieme e-mental health.
Artikel 6.2.4
Er wordt onderscheid gemaakt tussen het totale bedrag van de subsidie en het bedrag
per interventie.
Er zijn verschillende soorten interventies. De subsidiëring is niet beperkt tot bepaalde
typen interventies. Bovendien kan één subsidie worden verstrekt voor meerdere soorten
interventies. Het bedrag per interventie wordt bij de verlening bepaald op basis van
de informatie in de subsidieaanvraag over de kosten van de interventie. Bij de subsidieaanvraag
zal de indiener de hoogte van het bedrag per interventie moeten onderbouwen. Het bedrag
per interventie is gemaximeerd op € 330 euro voor een volledige interventie en de
helft daarvan voor een onvolledige interventie.
Het totale bedrag van de subsidie die aan een organisatie kan worden verstrekt voor
alle (soorten) interventies is ten minste € 50.000 en ten hoogste € 700.000. Aanvragen
van minder dan € 50.000 worden afgewezen. Aanvragen van meer dan € 700.000 kunnen
niet volledig gehonoreerd worden: alleen het maximum subsidiebedrag van € 700.000
kan worden toegekend.
Artikel 6.2.5
Jaarlijks is ten hoogste € 2.000.000 beschikbaar voor het verlenen van subsidies.
Dit is het subsidieplafond. Indien na behandeling van de aanvragen blijkt dat er meer
dan € 2.000.000 aan subsidie verleend zou worden, wordt niet tot volledige honorering
overgegaan. De beschikbare middelen worden dan toegekend naar rato van de hoogte van
de honorabele aanvragen.
Artikel 6.2.7
Vanwege het subsidieplafond kan een situatie ontstaan waarin de beschikbare middelen
verdeeld moeten worden over een aantal aanvragers. Het is dan ook van belang de aanvragen
tijdig te ontvangen. Daarom is de aanvraagtermijn een fatale termijn. Aanvragen die
te laat bij het Zorginstituut binnen komen, worden afgewezen. Hier wordt strikt de
hand aan gehouden.
Indieners van aanvragen die weliswaar binnen de aanvraagtermijn zijn ontvangen, maar
onvolledig zijn, krijgen van het Zorginstituut een termijn om de aanvraag aan te vullen
(artikel 6.2.10).
Artikel 6.2.8
In deze bepaling staat welke specifieke informatie over de interventies bij de aanvraag
van de subsidie dient te worden verstrekt. De aanvrager moet een omschrijving geven
van de verschillende soorten interventies waarvoor hij subsidie aanvraagt. Uit deze
omschrijving moet blijken dat de interventies voldoen aan de vereisten van de regeling.
Ook moet blijken welke doelstellingen met de interventies worden nagestreefd.
Verder moet de aanvrager aanduiden hoeveel volledige en onvolledige interventies er
per type interventie in het subsidiejaar zullen plaatsvinden. Eveneens per soort interventie
wordt verlangd dat de aanvrager inzicht geeft in de kosten. Het gaat niet alleen om
de hoogte van de kosten, maar ook om de opbouw daarvan (bijvoorbeeld aan de hand van
het aantal sessies per interventie en het tijdsbeslag voor de behandelaar).
Ook moet in de subsidieaanvraag uiteen worden gezet op welke wijze de subsidieontvanger
verifieert of anonieme e-mental health geïndiceerd is en of anonimiteit psychisch
noodzakelijk is.
Van de aanvrager wordt ook duidelijkheid verwacht over de wijze waarop het beveiligingsbeleid
is vormgegeven en hoe de anonimiteit van de cliënt wordt gewaarborgd.
Bij de aanvraag wordt vermeld onder de verantwoordelijkheid van welke beroepsbeoefenaren
de interventies worden verleend. Daarbij dient ook opgave te worden gedaan van de
inschrijving in het register van deze beroepsbeoefenaren uit hoofde van de Wet op
de beroepen in de individuele gezondheidszorg.
Artikel 6.2.10
Om de redenen zoals uiteengezet in de toelichting op artikel 6.2.7 zal strikt de hand
worden gehouden aan de termijn voor het aanvullen van de aanvraag. Wanneer de aanvulling
niet tijdig en volledig is ontvangen, wordt de aanvraag buiten behandeling gesteld.
Artikel 6.2.12
In de verleningsbeschikking stelt het Zorginstituut het subsidiebedrag per soort interventie
vast op basis van de informatie over de kosten die met de aanvraag is verstrekt. Op
dit bedrag vindt geen nacalculatie plaats.
In de verleningsbeschikking wordt ook het maximumbedrag vermeld dat in totaal aan
subsidie wordt verstrekt. Dit wordt niet onderverdeeld naar soorten interventies dan
wel naar volledige of onvolledige interventies.
Artikel 6.2.14
Onder een verantwoorde wijze van uitvoering van interventies vallen in ieder geval
de kwaliteit van de behandeling, het waarborgen van de anonimiteit van de cliënt en
de beveiliging van gegevens.
Artikel 6.2.16
De subsidieontvanger is gehouden het Zorginstituut direct op de hoogte te stellen
van belangrijke wijzigingen ten opzichte van de subsidieverlening. Het kan daarbij
onder meer gaan om de organisatie zelf, de beroepsbeoefenaren onder wiens verantwoordelijkheid
de interventies worden verleend of het daadwerkelijk verrichten van de interventies.
Zo kunnen er bijvoorbeeld meer of minder interventies van een bepaalde soort worden
verleend, hetgeen voor het Zorginstituut aanleiding kan zijn de hoogte van de subsidie
aan te passen.
Artikel 6.2.17
Het Zorginstituut kan het nodig achten onderzoek te verrichten om tot een besluit
te komen over het verstrekken van de subsidie. In dat geval is de subsidieontvanger
gehouden daaraan medewerking te verlenen. Dat kan, zeker indien de subsidie € 125.000
of meer bedraagt, betekenen dat de subsidieontvanger zijn accountant opdraagt te assisteren
bij het onderzoek.
Artikel 6.2.22
Bij de vaststelling wordt de subsidie berekend aan de hand van het aantal interventies
dat in het subsidiejaar daadwerkelijk is verleend. Dit aantal wordt vermenigvuldigd
met het voor de desbetreffende interventie toepasselijke bedrag. Welk bedrag van toepassing
is, hangt af van de soort interventie en of het een volledige dan wel onvolledige
interventie betreft. Het bedrag voor een volledige interventie is per type interventie
vermeld in de beschikking tot verlening van de subsidie. Het bedrag voor een onvolledige
interventie is de helft daarvan.
De subsidie wordt vastgesteld op het aldus berekende bedrag, tenzij daardoor het in
de subsidieverlening vermelde maximumbedrag van de totale subsidie overschreden zou
worden. In dat geval wordt de subsidie vastgesteld op het maximumbedrag.
Deze wijze van berekening impliceert dat het aantal interventies per soort interventie
kan verschuiven ten opzichte van de subsidieaanvraag. Ook kan er in de loop van het
subsidiejaar een andere verhouding tussen volledige en onvolledige interventies worden
gerealiseerd dan verwacht. Dergelijke onderlinge compensaties zijn mogelijk binnen
het maximumbedrag van de totale subsidie.
Artikel II
Zoals uiteengezet in het algemeen deel van deze toelichting komt hiermee een eind
aan de subsidieverlening door het Ministerie van VWS op basis van het beleidskader.
Met artikel II wordt het beleidskader ingetrokken. Ingevolge artikel 11.3 van de Kaderregeling
subsidies OCW, SZW en VWS berust het beleidskader op artikel 1.3 van die regeling.
Dat is tevens de grondslag voor de intrekking van het beleidskader.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E.I. Schippers