Besluit van de Minister van Veiligheid en Justitie van 17 augustus 2016, nr. 785458, tot instelling van de Taskforce overvallen (Instellingsbesluit Taskforce overvallen)

De Minister van Veiligheid en Justitie,

Besluit:

Artikel 1

Er is een Taskforce overvallen, hierna te noemen de Taskforce.

Artikel 2

De Taskforce heeft tot taak:

  • a. het signaleren van knelpunten bij de integrale aanpak van overvallen, straatroven en uitgaansgeweld en het formuleren van maatregelen om deze knelpunten op te lossen;

  • b. het periodiek monitoren van de aanpak van de onder a bedoelde delicten en waar nodig wegnemen van obstakels in de uitvoering en formuleren van aanvullende maatregelen;

  • c. het onderhouden van contacten met relevante partijen in het veld die niet in de Taskforce vertegenwoordigd zijn;

  • d. het informeren van de Minister van Veiligheid en Justitie over de voortgang van de werkzaamheden van de Taskforce, jaarlijks vóór 1 november;

  • e. het formuleren van een voorstel voor de borging van de aanpak van onder a bedoelde delicten nadat de Taskforce zijn werkzaamheden heeft voltooid.

Artikel 3

De Taskforce bestaat uit de volgende leden:

  • a. de heer ing. A. Aboutaleb, burgemeester van Rotterdam, lid commissie Bestuur en Veiligheid van de VNG, tevens voorzitter van de Taskforce;

  • b. de heer G.J.G. van Breen MBA, lid van het bestuur van Detailhandel Nederland;

  • c. de heer L.J.H.M. van der Grinten, directeur Koninklijke Horeca Nederland;

  • d. mevrouw L.M.P. de Bie, directeur Beschermen, Aanpakken en Voorkomen van het Ministerie van Veiligheid en Justitie;

  • e. de heer F.J. Heeres MPSM, politiechef Oost-Brabant, portefeuillehouder gewelddadige vermogenscriminaliteit Politie;

  • f. mevrouw. mr. H.E. Hoogendijk, hoofdofficier van justitie te Midden -Nederland en portefeuillehouder gewelddadige vermogenscriminaliteit OM;

  • g. de heer mr. A.Th.H. van Dijk, voorzitter van Transport en Logistiek Nederland en tevens lid van het dagelijks en algemeen bestuur van VNO-NCW;

  • h. de heer C. Oudshoorn, algemeen directeur MKB Nederland en VNO-NCW.

Artikel 4

De Minister van Veiligheid en Justitie voorziet in het secretariaat van de Taskforce.

Artikel 5

Voor zover dat voor de verwezenlijking van zijn taak noodzakelijk is, kan de Taskforce werkgroepen instellen, waarin ook personen van buiten de Taskforce zitting hebben.

Artikel 6

De Taskforce evalueert jaarlijks zijn werkzaamheden en doet aanbevelingen aan de Minister van Veiligheid en Justitie.

Artikel 7

De archiefbescheiden van de Taskforce worden na zijn opheffing of, zo de omstandigheden daartoe aanleiding geven, zoveel eerder als nodig, overgebracht naar het archief van het Ministerie van Veiligheid en Justitie.

Artikel 8

  • 1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst, en werkt terug tot en met 15 oktober 2015.

  • 2. Dit besluit vervalt met ingang van 31 december 2018.

Artikel 9

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit Taskforce overvallen.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

TOELICHTING

Vanaf 15 oktober 2009 levert de Taskforce overvallen een belangrijke bijdrage aan het terugdringen van het aantal overvallen in Nederland. Dat hij hierin succesvol is blijkt wel uit de cijfers. In 2009 waren er nog een kleine 2.900 overvallen in Nederland, in 2015 is het aantal mede door de inspanningen van de Taskforce Overvallen teruggebracht naar 1.239 overvallen.

Ondanks dat het aantal overvallen in 2015 het laagste niveau in 10 jaar heeft bereikt is het zaak dat de aanpak van High Impact Crimes voldoende aandacht blijft houden. In zijn rapport ‘Overvallen in Nederland’1 signaleerde professor Fijnaut dat er een patroon zichtbaar was in de daling en stijging van het aantal overvallen. Een periode van een dalend aantal overvallen werd doorgaans gevolgd werd door een periode van een stijgend aantal overvallen doordat de aandacht te vroeg verslapte. Dit laatste dient voorkomen te worden. De Taskforce Overvallen heeft hierin een belangrijke rol.

Bij deze aanpak is ingezet op een drietal sporen:

  • a. dadergerichte aanpak (opsporing en vervolging en recidivebeperking bij individuen en groepen die zich veelvuldig schuldig maken aan strafbare feiten, de zogenaamde hotshots en hotgroups);

  • b. gebiedsgerichte aanpak (gebiedsgericht toezicht in de openbare ruimte en gelegenheidsbeperkende preventie op locaties en tijden waar veel strafbare feiten worden gepleegd, de zogenaamde hotspots en hottimes);

  • c. slachtoffergerichte aanpak (slachtofferhulp en schadevergoedingsregelingen).

Bijzonder bij de gezamenlijke aanpak zijn de nieuwe vormen van publiek-private samenwerking, die met behulp van de Taskforce Overvallen vorm zijn gegeven.

De in de Taskforce vertegenwoordigde partijen zijn van mening dat de publiek-private samenwerking de sleutel is voor de succesvolle aanpak. De leden achten het hierbij van belang dat er structureel aandacht blijft voor de aanpak van High Impact Crimes.

Aangezien de publiek-private aanpak succesvol is gebleken hebben de leden van de Taskforce aangegeven dat het voor de hand ligt de focus van de Taskforce uit te breiden met twee andere High Impact delicten, namelijk straatroof en uitgaansgeweld. Gemene deler is dat een intensieve publiek-private samenwerking noodzakelijk is om de genoemde fenomenen aan te pakken. Ook bij de aanpak van uitgaansgeweld kan door een versterking van de publiek-private samenwerking meerwaarde worden gecreëerd.

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

Naar boven