Regeling houdende vaststelling kader veiligheid militaire luchtvaart

24 augustus 2016

Nr: BS2016012202

De Minister van Defensie, Directie Juridische Zaken

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. Military Aviation System:

geheel van regels, processen en de daarbij passende organisatiestructuur, waarmee onder inachtneming van de taakstelling van de krijgsmacht, de veiligheid van de militaire luchtvaart systematisch wordt geborgd;

b. MLA:

Militaire Luchtvaart Autoriteit als bedoeld in artikel 22 van het Algemeen organisatiebesluit Defensie 2013.

Artikel 2

  • 1. Het normstellend kader voor de militaire luchtvaart bestaat uit het Military Aviation System.

  • 2. Onder het Military Aviation System zijn mede begrepen de voor de militaire luchtvaart bij instructie van de Directeur van de MLA vastgestelde Militaire Luchtvaart Eisen.

Artikel 3

  • 1. Met het toezicht op de militaire luchtvaart en op de naleving van de voor de militaire luchtvaart geldende wet- en regelgeving, met inbegrip van de Militaire Luchtvaart Eisen, is belast de Directeur van de MLA.

  • 2. De Directeur van de MLA en de door hem met het toezicht belaste ambtenaren van de MLA hebben in het kader van hun taak onbelemmerd toegang tot locaties in beheer bij het Ministerie van Defensie.

  • 3. De Directeur van de MLA en de door hem met het toezicht belaste ambtenaren van de MLA zijn in het kader van hun taak bevoegd zakelijke inlichtingen en inzage in zakelijke gegevens en bescheiden te vorderen.

Artikel 4

De Directeur van de MLA en de door hem aangewezen ambtenaren van de MLA zijn belast met de handhaving van de in artikel 22, onderdelen b en c, van het Algemeen organisatiebesluit Defensie 2013 aan de Directeur van de MLA opgedragen goedkeuringen en autorisaties alsmede besluiten en andere handelingen ter uitvoering van de Luchtvaartwet en de Wet luchtvaart.

Artikel 5

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 oktober 2016.

Artikel 6

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling houdende vaststelling kader veiligheid militaire luchtvaart.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst; de regeling wordt tevens geplaatst op het Intranet publicatieportaal van het Ministerie van Defensie.

´s-Gravenhage, 24 augustus 2016

De Minister van Defensie J.A. Hennis-Plasschaert

TOELICHTING

Algemeen

De voorliggende regeling heeft tot doel de beleidsmatige en juridische context vast te leggen waarmee de veiligheid van de militaire luchtvaart in Nederland gestalte krijgt en wordt geborgd.

Ingevolge de Nederlandse luchtvaartwetgeving zijn de Minister van Infrastructuur en Milieu en de Minister van Defensie verantwoordelijk voor de veiligheid van de luchtvaart.

Binnen het Ministerie van Defensie is de Directeur van de Militaire Luchtvaart Autoriteit (MLA) belast met het nemen van besluiten namens de Minister van Defensie en het verrichten van andere handelingen ter uitvoering van de luchtvaartwetgeving. Daarbij moet worden gedacht aan het verlenen van ontheffingen en vrijstellingen, de afgifte van typecertificaten, bewijzen van luchtwaardigheid en inschrijving, alsmede kwalificaties van defensiepersoneel. Tevens is de Directeur van de MLA belast met het formuleren van richtlijnen en eisen inzake de Nederlandse militaire luchtvaartveiligheid.

Naast deze in artikel 22 van het Algemeen organisatiebesluit Defensie 2013 (AOD 2013) vastgelegde taken belast artikel 24 van het genoemde organisatiebesluit de directeur van de MLA met het houden van toezicht op de naleving van de geldende wet- en regelgeving binnen het domein van de MLA.

De veiligheid van de militaire luchtvaart wordt bepaald door het Military Aviation System (MAS). Het MAS is het geheel van regels, processen en de daarbij passende organisatiestructuur waarmee de veiligheid van de militaire luchtvaart systematisch wordt geborgd. Dit laat onverlet dat de militaire taak en inzet – en daarmee risicomanagement – leidende uitgangspunten zijn. MAS is een internationaal in luchtvaartkringen gehanteerd begrip. De burgerluchtvaart kent een Total Aviation System (TAS). Het Military Aviation System is daarvan de militaire tegenhanger.

De onderhavige ministeriële regeling legt het MAS als kader voor de veiligheid van de militaire luchtvaart vast. Tevens voorziet deze regeling in een basis voor de zogenaamde Militaire Luchtvaart Eisen (MLE) waarmee binnen het Ministerie van Defensie invulling wordt gegeven aan het MAS. De invulling van het MAS geschiedt in nauwe samenwerking met de militaire luchtvaartsector.

Door in de regeling tevens de positie van de MLA als toezichthoudende en handhavende autoriteit vast te leggen, is in de luchtvaartsector de positie van de MLA zowel nationaal als internationaal als betrokken partij helder. Dat draagt bij aan de samenwerking met het directoraat-generaal bereikbaarheid/directeur Luchtvaart van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu op het vlak van Air Traffic Managementbeleid en is tevens van belang voor de samenwerking internationaal en nationaal tussen de diverse toezichthouders in de luchtvaartsector, waaronder de Inspectie Leefomgeving en Transport.

Artikelen

Artikel 2 van de voorliggende ministeriële regeling bepaalt in de eerste plaats dat het MAS het normstellend kader voor de militaire luchtvaart is. Het MAS omvat het totaal aan domeinen van de militaire luchtvaart, te weten techniek, vluchtuitvoering en omgeving.

Voorts bepaalt dit artikel dat tot het MAS behoren de MLE. Deze MLE worden op grond van het Algemeen organisatiebesluit Defensie 2013 geformuleerd en vastgesteld door de MLA. Dergelijke MLE zijn defensiebreed van toepassing op iedereen die een rol vervult in een bepaald functiegebied, ongeacht de hiërarchische lijn.

Artikel 3 concretiseert artikel 24 van het Algemeen organisatiebesluit Defensie 2013 en belast de Directeur van de MLA met het toezicht op de militaire luchtvaart en op de naleving van de daarvoor geldende wet- en regelgeving. Als voorbeeld kan worden genoemd het door de MLA houden van toezicht op het in acht nemen van de geluidsruimte van een militaire luchthaven.

Het tweede en derde lid regelen enkele primaire toezichtbevoegdheden terzake. Die bevoegdheden zijn uiteraard beperkt tot de concrete taakuitvoering van de toezichthouder.

Opgemerkt wordt dat de onderhavige regeling zich qua reikwijdte beperkt tot het Ministerie van Defensie. Dat betekent dat de verhouding tot niet tot Defensie behorende bedrijven en organisaties wordt bepaald door hetgeen daaromtrent contractueel is vastgelegd.

Artikel 4 betreft de handhaving van het MAS en de daartoe behorende MLE. De Directeur van de MLA is met de handhaving belast voor zover het betreft de naleving van door hem namens de minister verrichte handelingen. Daarbij moet worden gedacht aan verleende goedkeuringen, certificaten en bewijzen van luchtwaardigheid. Indien bijvoorbeeld twijfel rijst over de luchtwaardigheid van een luchtvaartuig, kan de Directeur van de MLA namens de minister het bewijs van luchtwaardigheid op basis van artikel 3.18 van de Wet luchtvaart schorsen of intrekken.

Voor het overige zal handhaving van het MAS (waaronder de MLE) geschieden in de hiërarchische lijn. Dat betekent dat de Directeur van de MLA een gebleken misstand via de in artikel 24, derde lid, van het AOD 2013 geregelde rechtstreekse toegang tot de Secretaris-Generaal aan deze functionaris kan rapporteren.

De Minister van Defensie J.A. Hennis-Plasschaert

Naar boven