Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Leiden | Staatscourant 2016, 4623 | Instelling gemeenschappelijke regelingen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Leiden | Staatscourant 2016, 4623 | Instelling gemeenschappelijke regelingen |
Hoofdstuk 1: Begripsbepalingen
Het college van dijkgraaf en hoogheemraden van het Hoogheemraadschap van Rijnland en de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Bodegraven-Reeuwijk, Gouda, Katwijk, Leiden, Oegstgeest, Voorschoten, Waddinxveen, Wassenaar en Zoeterwoude.
het uit overwegingen van kwaliteit, continuïteit en efficiency gewenst is om hun samenwerking bij de beleidsvoorbereiding, heffing en invordering van waterschapsbelastingen en gemeentelijke belastingen, alsmede bij de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken en het beheer en de uitvoering van vastgoedinformatie vorm te geven op basis van een gemeenschappelijke regeling;
het hoogheemraadschap van Rijnland en de gemeenten Gouda, Leiden, Oegstgeest, Voorschoten, Wassenaar en Zoeterwoude sinds 1 januari 2011 op dit gebied samenwerken in de Gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland, de gemeenten Bodegraven-Reeuwijk en Katwijk daarbij per 1 januari 2013 zijn aangesloten en dat de gemeente Waddinxveen wil aansluiten bij deze gemeenschappelijke regeling per 1 januari 2016;
Gelet op de Wet gemeenschappelijke regelingen, de Waterschapswet, de Gemeentewet en de Wet waardering onroerende zaken;
BegripsbepalingenIn deze gemeenschappelijke regeling wordt verstaan onder:
ambtenaar van het samenwerkingsverband: de door het dagelijks bestuur aangewezen ambtenaar van het samenwerkingsverband, als bedoeld in artikel 232, lid 4, sub c, van de Gemeentewet en artikel 124, lid 5, sub c, van de Waterschapswet, bevoegd tot de heffing of de invordering van belastingen, en tot de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken;
belastingdeurwaarder: de door het dagelijks bestuur aangewezen ambtenaar van het samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 232, lid 4, sub d, van de Gemeentewet en artikel 124, lid 5, sub d, van de Waterschapswet, dan wel een als belastingdeurwaarder aangewezen gerechtsdeurwaarder, bedoeld in de Gerechtsdeurwaarderswet;
heffingsambtenaar: de door het dagelijks bestuur aangewezen ambtenaar van het samenwerkingsverband, als bedoeld in artikel 232, lid 4, sub a, van de Gemeentewet en artikel 124, lid 5, sub a, van de Waterschapswet, bevoegd tot het heffen van belastingen en als bedoeld in artikel 30, lid 8 juncto artikel 1, lid 2 van de Wet waardering onroerende zaken, juncto artikel 231, lid 2 sub b van de Gemeentewet, bevoegd tot de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken;
Hoofdstuk 3: Belangen en bevoegdheden
Behartigde belangen1. In het kader van deze gemeenschappelijke regeling worden
de belangen van de deelnemers, elk voor zover het hun grondgebied en hun belangen betreft, behartigd op het gebied van:
Overdracht 1. Het samenwerkingsverband en de bestuursorganen van het
Bevoegdhedensamenwerkingsverband als bedoeld in artikel 3 en artikel 25 komen de bevoegdheden toe die in deze regeling aan het samenwerkingsverband en de bestuursorganen van het samenwerkingsverband zijn toegekend.
2. Aan het samenwerkingsverband wordt overgedragen de bevoegdheid tot heffing en invordering van de volgende belastingen, voor zover de deelnemer de genoemde belasting kent:
Omvang en 1. Aan het hoofd van het samenwerkingsverband staat een
samenstelling algemeen bestuur, bestaande uit zoveel leden als er
algemeen bestuurdeelnemers zijn.
Het aantal stemmen per deelnemer wordt jaarlijks door het algemeen bestuur op de eerste vergadering van het jaar vastgesteld aan de hand van de voor dat jaar vastgestelde begroting van de belastingsamenwerking, met dien verstande dat het stemrecht van een deelnemer altijd minder dan 50% van het totale stemrecht bedraagt. Het aantal stemmen wordt afgerond op 2 cijfers achter de komma.
Onverenigbare1. Het lidmaatschap van het algemeen bestuur is, naast het
betrekkinggestelde in artikel 20 van de Wet,
onverenigbaar met de betrekking van ambtenaar,
aangesteld bij het samenwerkingsverband of bij één van de deelnemers.
1.Met ambtenaar als bedoeld in lid 1 worden voor de toepassing van dit artikel gelijkgesteld zij die in dienst van het samenwerkingsverband of bij één van de deelnemers werkzaam zijn op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht.
Eindiging lidmaatschap1. Het lidmaatschap van het algemeen bestuur eindigt op
algemeen bestuurde dag waarop de zittingsperiode van het college dat het lid
van het algemeen bestuur heeft aangewezen eindigt.
Tussentijdse vacature2. Indien tussentijds een plaats van een lid van het algemeen
bestuur vacant of beschikbaar komt, wijst het college dat het
aangaat, zo spoedig mogelijk een nieuw lid van het
Ontslag nemenontslag nemen. Hij deelt zijn ontslag mede aan de deelnemer die het aangaat en aan de voorzitter van het algemeen bestuur. Het lid houdt zitting in het algemeen bestuur totdat in de opvolging is voorzien.
1.Het algemeen bestuur vergadert jaarlijks ten minste tweemaal en voorts zo vaak als de voorzitter of het
Vergaderingen vandagelijks bestuur dit nodig oordeelt, dan wel ten minste vier
algemeen bestuurtiende van de leden dit, onder opgaaf van redenen, schriftelijk aan de voorzitter verzoekt.
Openbaar2. De vergaderingen van het algemeen bestuur zijn openbaar.
Deuren sluiten3. De deuren worden gesloten wanneer drie tiende gedeelte
van de aanwezigen leden daarom verzoekt of de voorzitter
1.Het algemeen bestuur beslist vervolgens of met gesloten deuren wordt vergaderd.
Geheimhouding5. Met betrekking tot het opleggen van geheimhouding is
Reglement van orde1.Het algemeen bestuur stelt voor zijn vergaderingen een
reglement van orde vast. Dit reglement wordt ter kennis
Besluitvorming bij2. Besluiten worden bij gewone meerderheid van stemmen
gewone meerderheid, genomen, tenzij in deze regeling uitdrukkelijk anders is
1.Een lid van het algemeen bestuur kan een initiatief indienen tot wijziging of intrekking van een door het algemeen bestuur bij gewone meerderheid genomen besluit, wanneer de deelnemer die het lid vertegenwoordigt ernstig in zijn belangen wordt geschaad. Op dit initiatief is artikel 42 van deze regeling van overeenkomstige toepassing.
Verantwoordingsplicht 4. Een lid van het algemeen bestuur is aan het college dat
Bestuur, kaderstellingHet algemeen bestuur is belast met het algemeen bestuur van
en controlehet samenwerkingsverband, waaronder kaderstelling en
BevoegdhedenTot de bevoegdheden van het algemeen bestuur behoren,
algemeen bestuuronverminderd het bepaalde in artikel 66a lid 1 van de wet,
Omvang dagelijks bestuur 1. Het dagelijks bestuur bestaat uit 3 leden te weten:
Aanwijzing2. De leden van het dagelijks bestuur worden
door en uit het midden van het algemeen bestuur
Samenstelling dagelijks bestuur3. Eén lid is afkomstig uit het college van dijkgraaf en
hoogheemraden van het hoogheemraadschap van
Rijnland; één lid is afkomstig uit de colleges van
burgemeester en wethouders van de gemeenten Gouda,
Katwijk of Leiden en één lid is afkomstig uit de colleges
van burgemeester en wethouders van de overige
gemeenten die deel uit maken van het
Einde lidmaatschap4.Het lidmaatschap van het dagelijks bestuur eindigt van
rechtswege, zodra men ophoudt lid te zijn van het
Tussentijdse vacature5. Indien tussentijds een plaats in het dagelijks bestuur
vacant of beschikbaar komt, wijst het algemeen bestuur zo
spoedig mogelijk een nieuw lid van het dagelijks bestuur
1.Gaat het openvallen van een plaats in het dagelijks bestuur gepaard met het openvallen van een plaats in het algemeen bestuur, dan wordt het aanwijzen van een nieuw lid van het dagelijks bestuur uitgesteld totdat de opengevallen plaats in het algemeen bestuur is bezet.
Ontslag7. Conform artikel 19a, lid 3 van de Wet kan een lid van het
dagelijks bestuur door het algemeen bestuur worden
ontslagen, indien dit lid het vertrouwen van het algemeen
1.Een lid van het dagelijks bestuur kan te allen tijde ontslag nemen. Hij doet hiervan mededeling aan het algemeen bestuur. Een lid dat ontslag heeft genomen blijft zijn functie waarnemen, totdat zijn opvolger zijn aanwijzing heeft aanvaard.
Vergaderingen van het1. Het dagelijks bestuur vergadert jaarlijks ten minste vier
dagelijks bestuurmaal en voorts zo dikwijls als de voorzitter dit nodig
oordeelt of een lid van het dagelijks bestuur daarom
1.De leden van het dagelijks bestuur hebben ieder één stem.
BesluitvormingBesluiten worden bij gewone meerderheid van stemmen
Vergaderingen niet5. De vergaderingen van het dagelijks bestuur zijn niet
openbaaropenbaar, voor zover het dagelijks bestuur niet anders heeft
Reglement van orde6. Het dagelijks bestuur stelt een reglement van orde voor zijn
Algemene taken van1. Het dagelijks bestuur is belast met de dagelijkse
het dagelijks bestuuraangelegenheden van het samenwerkingsverband, tenzij
de voorzitter bij of krachtens de wet of krachtens deze
Specifieke taken vanHet dagelijks bestuur is in ieder geval belast met:
Bevoegdheden van hetConform artikel 66b juncto artikel 33b van de Wet is het dagelijks bestuur dagelijks bestuur in ieder geval bevoegd tot:
uitoefening van de bevoegdheden en verplichtingen die bij of krachtens de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de Invorderingswet 1990, de Kostenwet invordering rijksbelastingen, de Gemeentewet, de Waterschapswet, de Wet verontreiniging oppervlaktewateren, de Wet milieubeheer en de Wet waardering onroerende zaken zijn toegekend aan de Minister van Financiën, het bestuur van ‘s Rijksbelastingdienst en de directeur, respectievelijk het college van burgemeester en wethouders of het dagelijks bestuur van de deelnemers;
Informatie aan1. Conform artikel 19a van de Wet verstrekt het dagelijks algemeen bestuur bestuur en elk van zijn leden aan
het algemeen bestuur de door één of meer leden van dit
bestuur gevraagde inlichtingen.
Verantwoording2. Het dagelijks bestuur en elk van zijn leden leggen op
verzoek van het algemeen bestuur verantwoording af over
Verslag van1. Het dagelijks bestuur biedt het algemeen bestuur jaarlijks
werkzaamhedenvóór 1 juli ter vaststelling aan een verslag van de
werkzaamheden van het samenwerkingsverband over het
1.Het dagelijks bestuur zendt het verslag binnen 14 dagen na vaststelling aan de colleges.
Aanwijzing voorzitter1. Het algemeen bestuur wijst uit zijn midden de voorzitter
aan, met inachtneming van artikel 15 van deze regeling.
1.De voorzitter van het algemeen bestuur is tevens voorzitter van het dagelijks bestuur.
Plaatsvervangend3. Het algemeen bestuur wijst uit de in artikel 15 lid 1 sub b voorzitter van deze regelingbedoelde leden van het dagelijks bestuur
Taken en bevoegd-1. De voorzitter is belast met de leiding van de vergaderingen
heden van de voorzittervan het algemeen en het dagelijks bestuur.
Instructie directeur2. De directeur handelt in overeenstemming met de door het
dagelijks bestuur vastgestelde instructie.
Taken directeur 3. De directeur staat het algemeen bestuur, het dagelijks
bestuur en de voorzitter bij de uitoefening van hun taak
terzijde. Hij is bij de vergaderingen van het algemeen
bestuur en het dagelijks bestuur aanwezig.
Tekenen stukken4. Alle stukken die van het algemeen bestuur en het dagelijks
bestuur uitgaan worden door de directeur mede
Vervanging5. Het dagelijks bestuur regelt de vervanging van de directeur.
Hoofdstuk 8: Heffingsambtenaar, Invorderingsambtenaar,
Het samenwerkingsverband heeft één of meer
Bevoegdheden1. De heffingsambtenaar heeft de bevoegdheden en
heffingsambtenaarverplichtingen die bij of krachtens de Algemene wet
inzake rijksbelastingen, de Invorderingswet 1990, de
Kostenwet invordering rijksbelastingen, de Gemeentewet,
de Waterschapswet, de Waterwet, de Wet milieubeheer, de
Wet op de bedrijveninvesteringszones
en de Wet waardering onroerende zaken zijn toegekend
aan de inspecteur, respectievelijk de ambtenaar bevoegd
tot de heffing van belastingen van de deelnemers.
1.Bij de uitoefening van de bevoegdheden als bedoeld in lid 1 neemt de heffingsambtenaar de nadere regels van het dagelijks bestuur in acht en houdt hij rekening met de beleidsregels die het dagelijks bestuur heeft geformuleerd ter zake van de uitoefening van zijn bevoegdheid.
Bevoegdheden1. De invorderingsambtenaar heeft de bevoegdheden en
invorderingsambtenaar verplichtingen die bij of krachtens de Algemene wet inzake
rijksbelastingen, de Invorderingswet 1990, de Kostenwet
invordering rijksbelastingen, de Gemeentewet,
de Waterschapswet, de Waterwet, de
Wet milieubeheer en de Wet op de
bedrijveninvesteringszones zijn toegekend aan de
ontvanger, respectievelijk de ambtenaar bevoegd tot de
invordering van de belastingen van de deelnemers.
Bij de uitoefening van de bevoegdheden als bedoeld in lid 1 en 2 neemt de invorderingsambtenaar de kwijtscheldingsregels van de desbetreffende deelnemer en de nadere regels van het dagelijks bestuur in acht, alsmede houdt hij rekening met de beleidsregels van het dagelijks bestuur ter zake van de uitoefening van zijn bevoegdheid.
Bevoegdheden 1. De ambtenaar van het samenwerkingsverband oefent de
ambtenaar van hetbevoegdheden en verplichtingen uit die bij of krachtens
samenwerkingsverband de Algemene wet inzake rijksbelastingen,
de Invorderingswet 1990, de Kostenwet invordering
rijksbelastingen, de Gemeentewet, de Waterschapswet, de
Waterwet, de Wet milieubeheer, de Wet op de
bedrijveninvesteringszones en de Wet waardering
onroerende zaken zijn toegekend aan de ambtenaren van
de Rijksbelastingdienst, respectievelijk de ambtenaar
bevoegd tot de heffing of invordering van de deelnemers
als bedoeld in artikel 231, lid 2, sub d, van de
Gemeentewet en artikel 123, lid 3, sub d, van de
1.Bij de uitoefening van de bevoegdheden als bedoeld in lid 1 neemt de ambtenaar van het samenwerkingsverband de nadere regels van het dagelijks bestuur in acht, alsmede houdt hij rekening met de beleidsregels van het dagelijks bestuur ter zake van de uitoefening van zijn bevoegdheid.
Bevoegdheden 1. De belastingdeurwaarder oefent de bevoegdheden en
belastingdeurwaarderverplichtingen uit die bij of krachtens de Algemene wet
inzake rijksbelastingen, de Invorderingswet 1990,
de Kostenwet invordering rijksbelastingen,
de Gemeentewet, de Waterschapswet, de Waterwet,
de Wet milieubeheer en de Wet op de
bedrijveninvesteringszones zijn toegekend aan de
1.Bij de uitoefening van de bevoegdheden als bedoeld in lid 1 neemt de belastingdeurwaarder de nadere regels van het dagelijks bestuur in acht en houdt hij rekening met de beleidsregels die het dagelijks bestuur heeft geformuleerd ter zake van de uitoefening van zijn bevoegdheid.
Hoofdstuk 9: Ondernemingsraad & rechtspositionele
Ondernemingsraad1. Het samenwerkingsverband heeft ten behoeve van
de medezeggenschap van de werknemers een
ondernemingsraad op basis van de
1De CAR/UWO is van toepassing op het personeel van het samenwerkingsverband.
1Hoofdstuk 10 : Begroting, rekening, administratie en
Vaststelling1. Het dagelijks bestuur van het samenwerkingsverband zendt
vóór 15 april van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor
de begroting dient de algemene financiële en beleidsmatige
kaders en de voorlopige jaarrekening aan de
vertegenwoordigende organen van de deelnemers.
2.Het algemeen bestuur stelt jaarlijks vóór 15 juli
2.voorafgaande aan het jaar waarvoor deze geldt met ten
2. minste drie vierde meerderheid van stemmen de begroting
Toezending ontwerp3. Het dagelijks bestuur zendt de ontwerpbegroting acht
begroting aan deelnemersweken voordat zij aan het algemeen bestuur wordt
aangeboden toe aan de vertegenwoordigende organen
van de deelnemers. De ontwerpbegroting wordt gelijktijdig
toegezonden aan de leden van het algemeen bestuur.
Ter inzage legging en4. De ontwerpbegroting wordt door de zorg van ieder der
verkrijgbaar stellingdeelnemers voor een ieder ter inzage gelegd en tegen
betaling van kosten algemeen verkrijgbaar gesteld.
Artikel 190, leden 2 en 3, van de Gemeentewet en
artikel 100, leden 2 en 3, van de Waterschapswet zijn van
Zienswijzen5. De vertegenwoordigende organen van de deelnemers
deelnemerskunnen omtrent de ontwerpbegroting aan het dagelijks
bestuur hun zienswijzen naar voren brengen.
Het dagelijks bestuur voegt de commentaren waarin de
zienswijzen zijn vervat bij de ontwerpbegroting, zoals deze
aan het algemeen bestuur wordt aangeboden.
Zienswijze deelnemers6. Nadat de begroting is vastgesteld, zendt het
aan gedeputeerde statenalgemeen bestuur de begroting aan de
vertegenwoordigende organen van de deelnemers,
die ter zake bij gedeputeerde staten hun zienswijzen naar
Inzending begroting7. Het dagelijks bestuur zendt de begroting binnen twee
aan gedeputeerdeweken na vaststelling, doch in ieder geval vóór 1 augustus
statenvanhet jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting
dient, aan gedeputeerde staten.
Begrotingswijzigingen8. Het bepaalde in lid 1, ten aanzien van het gestelde met betrekking tot de meerderheid van stemmen, 2, 4 en 5 is mede van toepassing opbesluiten tot wijziging van
Uitzondering bij9. Het bepaalde in lid 7 is niet van toepassing op besluiten tot
begrotingswijzigingen wijziging van de begroting waarbij in de bijdrage van de
Bijdrage deelnemers1. In de begroting wordt aangegeven de door elke deelnemer
voor het jaar waarop de begroting betrekking heeft
Vaststelling berekeningswijze2. Het algemeen bestuur stelt met ten minste drie vierde
bijdrage meerderheid van stemmen een verordening vast over de
wijze waarop de door de deelnemers verschuldigde
3. De deelnemers betalen bij wijze van voorschot jaarlijks
Voorschotbetalingenvóór 16 januari, vóór 16 april, vóór 16 juli en vóór 16 oktober
telkens een kwart van de in lid 1 bedoelde bijdrage.
4. De deelnemers dragen er zorg voor dat het
samenwerkingsverband te allen tijde over voldoende
middelen beschikt om aan al haar verplichtingen jegens
Garantieverklaring5. De deelnemers staan gezamenlijk garant voor de juiste
betaling van rente, aflossing, boeten en kosten van de door
het samenwerkingsverband af te sluiten langlopende
leningen, kasgeldleningen en in rekening courant op te
nemen gelden, naar verhouding van de in lid 1 bedoelde
Jaarrekening1. Van de inkomsten en uitgaven van het
samenwerkingsverband over het afgelopen jaar
wordt door het dagelijks bestuur verantwoording afgelegd
aan het algemeen bestuur onder overlegging van de
jaarrekening met de daarbij behorende bescheiden.
Accountantsverklaring2. Het dagelijks bestuur voegt bij de jaarrekening een
en verslagaccountantsverklaring en een verslag van bevindingen van
Vaststelling3. Het algemeen bestuur onderzoekt de jaarrekening over het
afgelopen jaar en stelt haar met ten minste drie vierde
Inzending aan4. Het dagelijks bestuur zendt de jaarrekening binnen twee
gedeputeerde staten weken na vaststelling, doch in ieder geval vóór 15 juli van
het jaar volgende op het jaar waarop de jaarrekening
betrekking heeft, aan gedeputeerde staten.
Mededeling aan de5. Van de vaststelling van de jaarrekening doet het
deelnemers dagelijks bestuur mededeling aan de vertegenwoordigende
Décharge6. De vaststelling van de jaarrekening strekt het dagelijks
bestuur tot décharge, behoudens later in rechte gebleken
Definitieve bijdrage1. In de jaarrekening wordt de door elk van de deelnemers
over het betreffende dienstjaar werkelijk verschuldigde
Verrekening definitieve2. Verrekening van het verschil tussen de op grond van
bijdrage artikel 32, lid 1 bepaalde bijdrage en de
Regels m.b.t.1. Het algemeen bestuur stelt regels vast met betrekking tot
administratie de organisatie van de administratie en het beheer van
vermogenswaarden. Deze regels dienen te waarborgen
dat aan de eisen van rechtmatigheid, doelmatigheid,
verantwoording en controle wordt voldaan.
Gescheiden 2. Het samenwerkingsverband houdt de administratie van de
administratiesopgelegde aanslagen en de ingevorderde belastinggelden
gescheiden van de administratie voor de bedrijfsvoering
Gescheiden3. De ingevorderde belastinggelden worden beheerd op
rekeningeneen uitsluitend daartoe bestemde rekening.
Geen verrekening4. Het is het samenwerkingsverband niet toegestaan nog
te ontvangen of reeds ontvangen belastinggelden te
verrekenen met de bijdragen van de deelnemers.
Overmakingstermijn5. Ingevorderde belastinggelden worden periodiek
belastinggeldenovergemaakt naar de rekening van de betreffende
deelnemer. Het algemeen bestuur bepaalt de duur van de
Overzichten6. Het dagelijks bestuur zendt periodiek aan de colleges een
overzicht van de te heffen, geheven, in te vorderen en
ingevorderde belastinggelden. Het algemeen bestuur
bepaalt de duur van de periode.
Beleidsinformatie7. Het samenwerkingsverband verstrekt aan de deelnemers
de informatie die deze opvragen om hun beleid te kunnen
Controleregels1. Het algemeen bestuur stelt regels vast met betrekking tot
de controle op de administratie en op het beheer van de
vermogenswaarden. De regels dienen onder meer te
waarborgen dat de rechtmatigheid en doelmatigheid van de
administratie en het beheer worden getoetst.
Aanwijzing accountant2. De regels, bedoeld in lid 1, voorzien onder meer in de
aanwijzing van een registeraccountant als bedoeld in
artikel 393 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek belast
met het onderzoek van de jaarrekening alsmede het ter
zake uitbrengen van een verslag, dat behalve de verklaring
bij de rekening bevindingen bevat over de vraag of de
Hoofdstuk 11: Toetreding en uittreding
Toetreding1. Het college van een gemeente of een dagelijks bestuur van
een waterschap dat wenst toe te treden dient het verzoek
tot toetreding, met inbegrip van de verkregen toestemming
van de gemeenteraad respectievelijk het algemeen bestuur
van het waterschap, in bij het dagelijks bestuur van het
Uittreding1. Een deelnemer kan uittreden uit de regeling. De deelnemer
die uit de regeling wenst te treden maakt, na verkregen
toestemming van zijn vertegenwoordigend orgaan, zijn
voornemen tot uittreding bij aangetekend schrijven kenbaar
aan het algemeen bestuur van het samenwerkingsverband
Na ontvangst van het in lid 1 vermelde schrijven wordt aan een, in overleg met de uittredende deelnemer aan te wijzen, onafhankelijke registeraccountant opdracht verleend een liquidatieplan op te stellen als ware tot opheffing van de gemeenschappelijke regeling besloten. Het liquidatieplan wordt met ten minste drie vierde meerderheid van stemmen vastgesteld door het algemeen bestuur en de daarin voor de uittredende deelnemer omschreven financiële verplichtingen zijn bindend.
Wijziging1. De regeling kan door de deelnemers worden gewijzigd op
voorstel van het algemeen bestuur. De colleges en het
dagelijks bestuur kunnen het algemeen bestuur oproepen
om een wijzigingsvoorstel vast te stellen.
Opheffing en liquidatie1. De regeling wordt opgeheven bij gelijkluidend besluit
Archief1. Het dagelijks bestuur draagt zorg voor de
archiefbescheiden van het samenwerkingsverband
overeenkomstig het bepaalde bij of krachtens de
Geschillen1. Onverminderd het bepaalde in artikel 28 van de wet worden
geschillen over de toepassing van de regeling, in de ruimste
zin van het woord, onderworpen aan een niet-bindend
Indien het in het lid 2 bedoelde overleg niet tot een oplossing leidt, benoemen het dagelijks bestuur en het college waarmee het geschil bestaat elk een onafhankelijke deskundige. Beide deskundigen benoemen een derde deskundige, die tevens als voorzitter van de adviescommissie optreedt. Het dagelijks bestuur treedt mede namens het betreffende college op als opdrachtgever van de commissie. In de opdracht wordt tenminste het probleem geschetst, worden de te beantwoorden vragen geformuleerd en wordt de termijn genoemd waarbinnen de commissie haar advies dient uit te brengen.
Na ontvangst van het advies treden de in het lid 2 bedoelde afgevaardigden nogmaals in overleg om te trachten tot een oplossing van het geschil te komen. Indien het overleg niet tot een oplossing leidt, is elk der partijen vrij om het geschil overeenkomstig het gestelde in artikel 28 van de wet voor te leggen aan gedeputeerde staten.
Inwerkingtreding1. De wijziging van de gemeenschappelijke regeling
Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland treedt op 1 januari
Eerste aanwijzingBinnen één maand na het tijdstip van inwerkingtreding
bestuursleden van de regeling wijzen de dagelijkse besturen en de colleges op
grond van artikel 7 de leden en plaatsvervangend leden van het
Naam van de regelingDe regeling kan worden aangehaald als ‘Gemeenschappelijke Regeling Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland 2016’.
Aldus vastgesteld op 29 september 2015 in de vergadering van het college van dijkgraaf en hoogheemraden van het hoogheemraadschap van Rijnland,
Aldus vastgesteld op 6 oktober 2015 in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk,
de secretaris, de burgemeester,
Aldus vastgesteld op 13 oktober 2015 in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Gouda,
de secretaris, de burgemeester,
Aldus vastgesteld op 10 november 2015 in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Katwijk,
de secretaris, de burgemeester,
Aldus vastgesteld op 17 november 2015 in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leiden,
de secretaris, de burgemeester,
Aldus vastgesteld op 13 oktober 2015 in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oegstgeest,
de secretaris, de burgemeester,
Aldus vastgesteld op 27 oktober 2015 in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Voorschoten,
de secretaris, de burgemeester,
Aldus vastgesteld op 6 oktober 2015 in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waddinxveen,
de secretaris, de burgemeester,
Aldus vastgesteld op 27 oktober 2015 in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wassenaar,
de secretaris, de burgemeester,
Aldus vastgesteld op 12 januari 2016 in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zoeterwoude,
de secretaris, de burgemeester,
Bijlage bij Gemeenschappelijke Regeling Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland (hierna Reglement) als bedoeld in artikel 6, lid 2 van het Reglement.
Met ingang van 1 januari 2011 gaat het Openbaar Lichaam Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland (hierna BSGR) , naast de in artikel 5, lid 2 van het Reglement genoemde belastingen ook de navolgende belastingen ten behoeve van de genoemde deelnemers uitvoeren:
Ten behoeve van de gemeente Gouda is door het college van burgemeester en wethouders van Gouda bij delegatiebesluit van 14 december 2010 aan de BSGR overgedragen de bevoegdheid tot heffing en invordering van:
Ten behoeve van de gemeente Wassenaar is door het college van burgemeester en wethouders van Wassenaar bij delegatiebesluit van 14 september 2010 aan de BSGR overgedragen de bevoegdheid tot heffing en invordering van:
Ten behoeve van het hoogheemraadschap van Rijnland is door het college van dijkgraaf en hoogheemraden van Rijnland bij delegatiebesluit van 23 november 2010 aan de BSGR overgedragen de bevoegdheid tot heffing en invordering van:
Het Algemeen Bestuur is in zijn vergadering van 22 december 2010 akkoord gegaan met de voornoemde overdacht van heffings- en invorderingsbevoegdheden naar de BSGR.
Ten behoeve van de gemeente Zoeterwoude is door het college van burgemeester en wethouders van Zoeterwoude bij delegatiebesluit van 6 december 2011 aan de BSGR overgedragen de bevoegdheid tot heffing en invordering van:
Het Algemeen Bestuur is in zijn vergadering van 21 december 2011 akkoord gegaan met de voornoemde overdacht van heffings- en invorderingsbevoegdheden naar de BSGR.
Ten behoeve van de gemeente Katwijk is met ingang van 1 januari 2013 door het college van burgemeester en wethouders van Katwijk bij delegatiebesluit van 8 januari 2013 aan de BSGR overgedragen de bevoegdheid tot heffing en invordering van:
Het Algemeen Bestuur is in zijn vergadering van 23 april 2013 akkoord gegaan met de voornoemde overdacht van heffings- en invorderingsbevoegdheden naar de BSGR.
Ten behoeve van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk is met ingang van 1 januari 2015 door het college van burgemeester en wethouders van Bodegraven-Reeuwijk bij delegatiebesluit van 8 juli 2014 aan de BSGR overgedragen de bevoegdheid tot heffing en invordering van:
Het Algemeen Bestuur is in zijn vergadering van 24 november 2014 akkoord gegaan met de voornoemde overdacht van heffings- en invorderingsbevoegdheden naar de BSGR.
Ten behoeve van de gemeente Wassenaar is met ingang van 1 januari 2016 door het college van burgemeester en wethouders van Wassenaar bij delegatiebesluit van 15 september 2015 aan de BSGR overgedragen de bevoegdheid tot heffing en invordering van:
Het Algemeen Bestuur is in zijn vergadering van 17 september 2015 akkoord gegaan met de voornoemde overdacht van heffings- en invorderingsbevoegdheden naar de BSGR.
Ten behoeve van de gemeente Voorschoten is met ingang van 1 januari 2016 door het college van burgemeester en wethouders van Voorschoten bij delegatiebesluit van 14 september 2015 aan de BSGR overgedragen de bevoegdheid tot heffing en invordering van:
Het Algemeen Bestuur is in zijn vergadering van 17 september 2015 akkoord gegaan met de voornoemde overdacht van heffings- en invorderingsbevoegdheden naar de BSGR.
Ten behoeve van de gemeente Oegstgeest is met ingang van 1 januari 2016 door het college van burgemeester en wethouders van Oegstgeest bij delegatiebesluit van 16 september 2015 aan de BSGR overgedragen de bevoegdheid tot heffing en invordering van:
Het Algemeen Bestuur is in zijn vergadering van 17 september 2015 akkoord gegaan met de voornoemde overdacht van heffings- en invorderingsbevoegdheden naar de BSGR.
Ten behoeve van de gemeente Waddinxveen is met ingang van 1 januari 2016 door het college van burgemeester en wethouders van Waddinxveen bij delegatiebesluit van 18 augustus 2015 aan de BSGR overgedragen de bevoegdheid tot heffing en invordering van:
Het Algemeen Bestuur is in zijn vergadering van 17 september 2015 akkoord gegaan met de voornoemde overdacht van heffings- en invorderingsbevoegdheden naar de BSGR.
Aldus vastgesteld op 17 september 2015 in de vergadering van het dagelijks bestuur van de Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland,
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2016-4623.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.