Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Enschede | Staatscourant 2016, 4487 | Instelling gemeenschappelijke regelingen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Enschede | Staatscourant 2016, 4487 | Instelling gemeenschappelijke regelingen |
De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Aalten, Almelo, Berkelland, Borne, Bronckhorst, Dinkelland, Enschede, Haaksbergen, Hellendoorn, Hengelo, Hof van Twente, Lochem, Losser, Montferland, Oldenzaal, Oost Gelre, Oude IJsselstreek, Rijssen-Holten, Tubbergen, Twenterand, Wierden en Winterswijk;
Overwegende, dat de deelnemende gemeenten de behartiging van de belangen van een op zowel maatschappelijk als zakelijk verantwoorde wijze voorzien in de behoefte aan geldkrediet, schuldhulpverlening, budgetbeheer, afgifte van verklaringen ex artikel 285 lid 4 Faillissementswet, de beschikbaarstelling van bewindvoerders ter uitvoering van de bepalingen inzake de wettelijke schuldsanering natuurlijke personen en het beschikbaar stellen van bewindvoerders ter uitvoering van onderbewindstelling ter bescherming van meerderjarigen door de deelnemende gemeenten, als behartiging van een algemeen belang zien dat slechts op deze schaal door die gemeenten in voldoende mate kan geschieden en met inachtneming van de regiefunctie van de deelnemende gemeenten ingevolge de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening;
dat de raden van de deelnemende gemeenten daartoe de Gemeenschappelijke Regeling Stadsbank Oost Nederland 2005 hebben vastgesteld;
dat aan de Gemeenschappelijke Regeling Stadsbank Oost Nederland 2005 uitsluitend collegebevoegdheden zijn overgedragen, zodat het een regeling betreft die door de colleges van burgemeester en wethouders moet worden getroffen;
dat de Gemeenschappelijke regeling Stadsbank Oost Nederland 2005 ook op andere onderdelen moet worden aangepast, teneinde deze in overeenstemming te brengen met het bij of krachtens de Wet gemeenschappelijke regelingen – zoals deze per 1 januari 2015 luidt, bepaalde;
gelezen het voorstel van het algemeen bestuur van de Stadsbank Oost Nederland;
gelet op de toestemming van de raden van de deelnemende gemeenten als bedoeld in artikel 1, tweede lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen,
vast te stellen de Gemeenschappelijke Regeling Stadsbank Oost Nederland 2015
Hoofdstuk 3 Doelstelling, te behartigen belangen en bevoegdheden van de bank
Artikel 4 Doelstelling en te behartigen belangen
De bank is een gemeentelijke kredietbank als bedoeld in de WCK en heeft tot doel, met inachtneming van hetgeen in deze regeling is bepaald om een, zowel vanuit een bedrijfseconomische alsook maatschappelijke optiek bezien, verantwoord pakket van, al dan niet, financiële dienstverlening aan te bieden aan, in het bijzonder, de ingezetenen in haar rechtsgebied.
Artikel 5 Bevoegdheden tot regeling en bestuur
Met betrekking tot de behartiging van de in artikel 4, tweede lid, genoemde belangen behoren aan de bank de volgende bevoegdheden van regeling en bestuur:
schuldbemiddeling op grond van de artikelen 47 en 48 WCK, waarbij, indien deze dienst aan een ingezetene van een deelnemende gemeente zal worden verleend, geen voorafgaande toestemming is vereist van het college van betreffende gemeente. Het in rekening brengen van de kosten voor dienstverlening die door de tussenkomst van deelnemende gemeenten aan klanten van de bank is verleend, vindt achteraf, middels declaratie plaats;
het aanbieden van een dienstenpakket aan de ingezetenen van de deelnemende gemeenten dat, ten eerste, bestaat uit de mogelijkheid een bankrekening te openen genaamd: budgetbeheerrekening, van waaruit de bank, in naam en voor rekening van de rekeninghouder, in het bijzonder, niet incidentele, periodiek terugkerende betalingen verricht. Daarnaast biedt dit dienstenpakket de mogelijkheid om, in die gevallen waarin de bank dit wenselijk acht, de rekeninghouder gedurende een door de bank te bepalen periode op een planmatige wijze te coachen om zo te komen tot een voor rekeninghouder verantwoord inkomsten-uitgavenpatroon. Deze coaching omvat het aanreiken van kennis en het oefenen van vaardigheden en is er op gericht dat de rekeninghouder op termijn, in staat zal zijn om zelfstandig, structureel evenwicht in zijn financiële huishouding aan te brengen en te bewaren.
Het in rekening brengen van de kosten voor dienstverlening die door de tussenkomst van deelnemende gemeenten aan klanten van de bank is verleend, vindt achteraf, middels declaratie plaats. Het in rekening brengen van de kosten voor rekeninghouders dienstverlening aan de overige vindt, middels periodieke afschrijving van de betreffende budgetbeheerrekeningen plaats;
Verklaringen op grond van de Fw:
het in mandaat afgeven van verklaringen als bedoeld in artikel 285 lid 2 juncto artikel 285 lid1 onder f Fw. Het in rekening brengen van de kosten voor dienstverlening die door de tussenkomst van deelnemende gemeenten aan klanten van de bank is verleend, vindt achteraf, middels declaratie plaats.
Bewindvoering en curatele op grond van de Fw:
het aan rechtbanken beschikbaar stellen van in dienst van de bank zijnde bewindvoerders en curatoren en het, voor zover de functie daartoe aanleiding geeft, overdragen van de zeggenschap over deze werknemers aan deze gerechten, ten behoeve van de uitvoering van de relevante bepalingen uit de Fw (wettelijke schuldsaneringsregeling);
Bewindvoering op grond van het BW (onderbewindstelling ter bescherming van meerderjarigen):
het aan kantongerechten beschikbaar stellen van in dienst van de bank zijnde bewindvoerders en het, voor zover de functie daartoe aanleiding geeft, overdragen van de zeggenschap over deze werknemers aan deze gerechten, ten behoeve van de uitvoering van de relevante bepalingen uit Titel 19, boek 1 BW, Onderbewindstelling ter bescherming van meerderjarigen;
Diensten in het kader van de beschikbaarheid/nuttigheid:
het, al dan niet kosteloos, op verzoek van een of meer deelnemende gemeenten of derden verstrekken van informatie of advies ter zake van die aandachtsgebieden waarop de bank zich krachtens haar doelstelling beweegt, dan wel het aan verzoeker ter beschikking stellen van bij de bank aanwezige expertise.
geven van voorlichting en advies met betrekking tot het bovengenoemde onderwerp en aandachtsgebieden waarop de bank zich krachtens haar doelstelling beweegt.
De door de bank in het kader van preventie aan de deelnemende gemeenten of haar ingezetenen geleverde diensten worden om niet verricht. Het algemeen bestuur kan besluiten dat voor deze dienstverlening kosten in rekening zullen worden gebracht.
Harmonische en evenwichtige ontwikkeling van de onderneming:
Met inachtneming van haar doelstelling zoals in artikel 4 lid 1 van deze regeling omschreven, zal de bank:
kunnen overgaan tot het vestigen van agent- of correspondentschappen bij een afdeling of dienst van een gemeente, dan wel op een andere wijze tot samenwerking met een deelnemende gemeente of daaraan gelieerde instantie komen; waarin een financieel-economisch beeld wordt geschetst van de bank en waarin tevens een prognose wordt gegeven met betrekking tot de toekomstige periode;
Artikel 9 Besloten vergadering
Het algemeen bestuur kan op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, omtrent het in een besloten vergadering behandelde en omtrent de inhoud van de stukken die aan het algemeen bestuur worden overgelegd, geheimhouding opleggen. Geheimhouding omtrent het in een besloten vergadering behandelde wordt tijdens die vergadering opgelegd. De geheimhouding wordt door hen die bij de behandeling aanwezig waren en allen die van het behandelde of de stukken kennis dragen, in acht genomen, totdat het algemeen bestuur haar opheft.
Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur kan de geheimhouding eveneens worden opgelegd door het dagelijks bestuur, de voorzitter en door een commissie, ieder ten aanzien van stukken die zij aan het algemeen bestuur of aan de leden van het algemeen bestuur overleggen. Daarvan wordt op de stukken melding gemaakt.
De krachtens het tweede lid van dit artikel opgelegde verplichting met betrekking tot aan het algemeen bestuur overlegde stukken geheimhouding vervalt, indien de oplegging niet door het algemeen bestuur in haar eerstvolgende vergadering, die blijkens de presentielijst door meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden is bezocht, wordt bekrachtigd.
De krachtens het tweede lid van dit artikel opgelegde verplichting tot geheimhouding met betrekking tot aan leden van het algemeen bestuur overlegde stukken wordt in acht genomen totdat het orgaan dat de verplichting heeft opgelegd, dan wel, indien het stuk waaromtrent geheimhouding is opgelegd aan het algemeen bestuur is voorgelegd, totdat het algemeen bestuur haar opheft. Het algemeen bestuur kan deze beslissing alleen nemen in een vergadering die blijkens de presentielijst door meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden is bezocht.
Paragraaf 3 Informatie en verantwoordingsplicht
Artikel 12 Informatieplicht lid algemeen bestuur
Een lid van het algemeen bestuur geeft de gemeenteraad van de gemeente uit wiens gemeentebestuur hij afkomstig is, de door één of meer leden, overeenkomstig het reglement van orde van die gemeenteraad, verlangde inlichtingen waarvan het verstrekken niet in strijd is met het openbaar belang. Een lid van het algemeen bestuur voorziet het college waaruit hij afkomstig is van alle informatie die voor een juiste beoordeling van het door het lid in het algemeen bestuur gevoerde en te voeren bestuur noodzakelijk is.
Artikel 17 Aftreden en tussentijdse vacature
De leden van het dagelijks bestuur treden af op de dag waarop de zittingsperiode van de leden van het algemeen bestuur eindigt. De aftredende leden die opnieuw als wethouder zijn benoemd of nog fungeren als voorzitter van de gemeenteraad, blijven hun functie waarnemen tot het tijdstip waarop het algemeen bestuur uit zijn midden een nieuw dagelijks bestuur heeft aangewezen.
Paragraaf 2 Taken en bevoegdheden
Artikel 24 Taken en bevoegdheden
ndien hij behoort tot het bestuur van een deelnemende gemeente die partij is in een geding, waarbij de bank betrokken is, oefent een ander door het dagelijks bestuur aan te wijzen lid van dat college deze bevoegdheid uit. De voorzitter kan de bevoegdheid tot vertegenwoordiging opdragen aan een persoon als ambtenaar in dienst van de bank.
Artikel 27 Instellen commissies van advies
Leden van de commissies van advies die geen burgemeester, wethouder of lid van een gemeenteraad zijn, kunnen, onder het stellen van nadere regels door het algemeen bestuur, een vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen van de commissie ontvangen. De artikelen 96 tot en met 99 van de Gemeentewet, alsmede de op grond daarvan gestelde nadere regels, zijn alsdan van overeenkomstige toepassing.
Paragraaf 1 Geldmiddelen, inleggeld, peildatum en exploitatieverliezen
Artikel 33 Verkrijging van geldmiddelen
De geldmiddelen van de bank worden verkregen uit:
jaarlijks aan de deelnemende gemeenten in rekening gebrachte vergoedingen ter zake van het verrichten van diensten als bedoeld in artikel 4, tweede lid, de onderdelen 2 t/m 4, en na een daartoe strekkend besluit van het algemeen bestuur, onderdeel 8 van deze regeling, voor zover deze niet worden bekostigd door derden;
Artikel 34 Vaststelling inleggeld
Indien er binnen een deelnemende gemeente een grenswijziging plaatsvindt of de deelnemende gemeente betrokken is bij een fusie, vindt vaststelling van het aantal inwoners van de betreffende gemeente in afwijking van lid 3 van dit artikel plaats op de datum van de grenswijziging respectievelijk fusie, waarbij de laatstelijk door het Centraal bureau voor de statistiek openbaar gemaakte bevolkingscijfers als uitgangspunt dienen.
Artikel 35 Peildatum vergoedingen
De gemeente die op 31 oktober heeft te gelden als woonplaats als bedoeld in artikel 10 boek 2 BW van een persoon ten behoeve waarvan een dienst is of wordt verleend, draagt zorg voor de betaling van de vergoeding als bedoeld in lid 1 van dit artikel.
Indien een persoon ten behoeve waarvan de bank diensten heeft verleend per 31 oktober zijn woonplaats heeft buiten een deelnemende gemeente, draagt de deelnemende gemeente waar deze persoon bij aanvang van het kalenderjaar zijn woonplaats had zorg voor betaling van de vergoeding.
Artikel 36 Exploitatieverliezen
Voor zover een in enig kalenderjaar ontstaan exploitatieverlies niet op de balans als activum blijft vermeld of uit een gevormde reserve wordt gedekt, dragen de deelnemende gemeenten naar rato van de inwonertallen per 1 januari van dat jaar, in het exploitatieverlies bij.
Artikel 37 De ontwerpbegroting
Nadat het algemeen bestuur de ontwerpbegroting heeft vastgesteld, zendt het algemeen bestuur de begroting, dan wel een schriftelijke mededeling dat de begroting overeenkomstig het aan het algemeen bestuur aangeboden ontwerp is vastgesteld, aan de raden van de deelnemende gemeenten die ter zake gedeputeerde staten van hun gevoelen kunnen doen blijken.
Artikel 39 Vaststelling van de begroting
Het dagelijks bestuur zendt de begroting binnen twee weken na de vaststelling, doch in ieder geval voor 1 augustus van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient, aan gedeputeerde staten. Het dagelijks bestuur doet hiervan, zo nodig, mededeling aan de raden van de deelnemende gemeenten.
Het dagelijks bestuur biedt de rekening over het afgelopen jaar na toevoeging van een verslag van het onderzoek naar de deugdelijkheid van de rekening, ingesteld door de overeenkomstig artikel 213 lid 2 van de Gemeentewet aangewezen deskundige, met alle bijbehorende bescheiden ter vaststelling aan het algemeen bestuur aan.
Artikel 42 Vaststelling jaarrekening
Het dagelijks bestuur zendt de jaarrekening en het jaarverslag binnen twee weken na vaststelling, doch in ieder geval voor 15 juli van het jaar volgende op het jaar waarop de jaarrekening betrekking heeft, aan gedeputeerde staten. Het dagelijks bestuur doet hiervan mededeling aan de raden van de deelnemende gemeenten.
Hoofdstuk 11 Toetreding, uittreding, wijziging, opheffing
Artikel 44 Toetreding en fusie
In geval van een door een niet deelnemend college kenbaar gemaakt verzoek aan de voorzitter, inhoudende te willen deelnemen aan de gemeenschappelijke regeling, benoemt het algemeen bestuur een commissie die de financiële verplichtingen als gevolg van de toetreding, alsmede de overige gevolgen van de toetreding onderzoekt. De commissie brengt hieromtrent advies uit aan het algemeen bestuur. Toetreding door andere gemeenten kan plaatsvinden wanneer het algemeen bestuur daarin bewilligt bij een met ten minste tweederde der uitgebrachte stemmen vastgesteld besluit. Hierbij wordt het voorbehoud gemaakt dat de colleges instemmen met de eventuele wijziging van de tekst van de gemeenschappelijke regeling die hieruit voortvloeit en dat de gemeenteraden toestemming verlenen als bedoeld in artikel 1, tweede lid, van de wet.
Het college van de toegetreden gemeente benoemt zo spoedig mogelijk een lid van het algemeen bestuur. Ingeval van een voorgenomen fusie tussen een deelnemende gemeente en een niet aan de regeling deelnemende gemeente benoemt het dagelijks bestuur een commissie die de financiële verplichtingen als gevolg van de fusie, alsmede de overige gevolgen van de fusie onderzoekt. De commissie brengt hieromtrent advies uit aan het algemeen bestuur.
De uittreding kan slechts plaatsvinden tegen 1 januari, doch niet eerder dan tegen 1 januari van het tweede jaar volgende op dat waarin het in het eerste lid bedoelde besluit is genomen.
In geval van het uittreden van een deelnemende gemeente benoemt het dagelijks bestuur een commissie die de financiële verplichtingen van de uittreder als gevolg van de uittreding, alsmede de overige gevolgen van de uittreding onderzoekt. De commissie brengt hieromtrent advies uit aan het algemeen bestuur.
Hoofdstuk 12 Overgangs- en slotbepalingen
Ten aanzien van de archiefbescheiden van de bank zijn de voorschriften omtrent de zorg, de bewaring en het beheer van de archiefbescheiden en die omtrent het toezicht daarop, zoals deze voor de gemeente Enschede zijn of nader zullen worden vastgesteld, van overeenkomstige toepassing met dien verstande dat waar in de voorschriften wordt gesproken over de gemeentesecretaris van Enschede moet worden gelezen de directeur van de bank.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2016-4487.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.