Besluit van de Minister van Economische Zaken van 17 augustus 2016, nr. WJZ/16111388, houdende wijziging van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging EZ 2015

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 3, tweede lid, van het Coördinatiebesluit organisatie en bedrijfsvoering rijksdienst 2011;

Besluit:

ARTIKEL I

Het Besluit mandaat, volmacht en machtiging EZ 2015 wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 1, onderdelen c en d komen te luiden:

  • c. de plaatsvervangend secretaris-generaal: de plaatsvervangend secretaris-generaal van het Ministerie van Economische Zaken;.

  • d. de hoofden van dienst:

    • 1°. de directeur-generaal van Agro en Natuur;

    • 2°. de directeur-generaal van Bedrijfsleven en Innovatie;

    • 3°. de directeur-generaal van Energie, Telecom en Mededinging;

    • 4°. de directeur Algemene Economische Politiek;

    • 5°. de directeur Bedrijfsvoering;

    • 6°. de directeur Bureau Bestuursraad;

    • 7°. de directeur Communicatie;

    • 8°. de directeur Europese en Internationale Zaken;

    • 9°. de directeur Financieel-Economische Zaken;

    • 10°. de directeur Wetgeving en Juridische Zaken;

    • 11°. de Nationaal Coördinator Groningen;

    • 12°. de directeur van PIANOo;

    • 13°. de directeur van het Centraal Planbureau;

    • 14°. de algemeen directeur van de Dienst ICT Uitvoering;

    • 15°. de inspecteur-generaal der mijnen;

    • 16°. de inspecteur-generaal van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit;

    • 17°. de algemeen directeur Rijksdienst voor Ondernemend Nederland;

    • 18°. de directeur-hoofdinspecteur van het Agentschap Telecom;.

B

In de artikelen 5, eerste lid, onderdeel c en onderdeel e, ten 2°, 7, eerste lid, 17, derde lid, 19, tweede lid, en 23 wordt ‘de hoofddirecteur Interne Organisatie en Uitvoering’ telkens vervangen door: de plaatsvervangend secretaris-generaal.

C

In artikel 5, tweede lid, onderdeel a, wordt ‘bedoeld in artikel 1, onderdeel d, onder 1° tot en met 11°’ vervangen door: bedoeld in artikel 1, onderdeel d, subonderdelen 1° tot en met 12°.

D

Artikel 6 komt als volgt te luiden:

Aan de plaatsvervangend secretaris-generaal wordt mandaat, volmacht en machtiging verleend voor:

  • a. het sturing geven aan de organisatie en bedrijfsvoeringsaspecten van het Ministerie van Economische Zaken waaronder het vaststellen van de begroting op de apparaatskosten en personeelsbudgetten;

  • b. het beslissen over gemeenschappelijke en generieke ICT-vraagstukken van het ministerie;

  • c. het sturing geven aan en bewaken van de uitvoering van departementale taakstellingen;

  • d. het begeleiden van transitie- en organisatietrajecten die voortvloeien uit wijzigingen binnen de organisatie;

  • e. het vervangen van de secretaris-generaal in overleggen met de medezeggenschap en centrales van verenigingen van ambtenaren;

  • f. het optreden als Chief Information Officer (CIO) van het Ministerie van Economische Zaken door onder meer het voorzitten van de EZ CIO-raad en het binnen het ministerie beheren van het portfolio op het gebied van informatievoorziening en sturen op de naleving van (inter)departementale kaders;

  • g. het voorzitten van het Bedrijfsvoeringoverleg van het Ministerie van Economische Zaken;

  • h. het invulling geven aan de eigenaarsrol van de Minister van Economische Zaken richting alle agentschappen, met uitzondering van de toezichtstaken van de rijksinspecties;

  • i. het invulling geven aan de bedrijfsmatige relatie met de aan de Minister van Economische Zaken gelieerde organisaties met publieke taken;

  • j. sturing geven aan inbreng in projecten die voortvloeien uit het overleg tussen secretarissen-generaal;

  • k. het vertegenwoordigen van het ministerie in interdepartementale gremia, waaronder de Interdepartementale Commissie Bedrijfsvoering Rijksdienst en de Interdepartementale Commissie Chief Information Officers;

  • l. het vorderen van opgaven en inlichtingen op grond van artikel 5.3 van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT), het handhaven, bedoeld in de artikelen 5.4, 5.5. en 5.6 van de WNT, ten aanzien van de in artikel 1 van die wet bedoelde rechtspersonen, instellingen en topfunctionarissen en de invordering van verbeurde dwangsommen en van gemaakte kosten voor bestuursdwang als bedoeld in artikel 5:25 van de Algemene wet bestuursrecht, voor zover deze verband houden met de voorgaande bevoegdheid;

  • m. aangelegenheden op het gebied van de Wet openbaarheid van bestuur, voor zover niet behorend tot het werkterrein van een hoofd van dienst;

  • n. aangelegenheden op het gebied van de Wet hergebruik van overheidsinformatie, voor zover niet behorend tot het werkterrein van een hoofd van dienst.

E

Artikel 7, vierde lid, komt te luiden:

  • 4. Aan de hoofden van dienst als bedoeld in artikel 1, onderdeel d, subonderdelen 15°, 16° en 18°, wordt, ieder voor zich, op zijn werkterrein, mandaat en machtiging verleend voor het vaststellen van beleidsregels.

F

In artikel 12, tweede lid, wordt ‘genoemd in artikel 1, onderdeel d, onder 15°, 16° en 17°’ vervangen door: genoemd in artikel 1, onderdeel d, subonderdelen 16°, 17° en 18°.

G

In artikel 13, tweede lid, wordt ‘genoemd in artikel 1, onderdeel d, onder 13°, 15° en 16°’ vervangen door: genoemd in artikel 1, onderdeel d, subonderdelen 14°, 16° en 17°.

H

Artikel 20, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. De uit dit besluit voor de secretaris-generaal voortvloeiende bevoegdheden gaan in geval van afwezigheid over op de plaatsvervangend secretaris-generaal. Bij afwezigheid van zowel de secretaris-generaal als de plaatsvervangend secretaris-generaal gaan de uit dit besluit voortvloeiende bevoegdheden over op een door de secretaris-generaal aangewezen directeur-generaal.

I

De bijlage wordt als volgt gewijzigd:

1. Paragraaf I, tweede lid, onderdeel c, komt te luiden:

  • c. de stafdirecties:

    • 1°. de directie Algemene Economische Politiek;

    • 2°. de directie Bedrijfsvoering;

    • 3°. de directie Bureau Bestuursraad;

    • 4°. de directie Communicatie;

    • 5°. de directie Europese en Internationale Zaken;

    • 6°. de directie Financieel-Economische Zaken;

    • 7°. de directie Wetgeving en Juridische Zaken;.

2. Paragraaf II, derde lid, komt als volgt te luiden:

  • 3. Onder de secretaris-generaal ressorteert de plaatsvervangend secretaris-generaal.

3. Na paragraaf II, derde lid, wordt een nieuw lid ingevoegd luidende:

  • 4. De plaatsvervangend secretaris-generaal heeft tot taak de aangelegenheden, genoemd in artikel 6 van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging EZ 2015.

4. Na paragraaf V wordt een nieuw paragraaf ingevoegd luidende:

Va. De directie Algemene Economische Politiek

  • 1. De directie Algemene Economische Politiek staat onder leiding van een directeur.

  • 2. De directie heeft tot taak het versterken van het duurzaam economisch groeivermogen van Nederland en het scheppen van voorwaarden voor een goed functioneren economie en markten door middel van:

    • a. het analyseren van, adviseren over en waar nodig interveniëren op het gebied van macro-economische ontwikkelingen, arbeidsmarkt en sociale zekerheid, collectieve sector, overheidsfinanciën en ordening voor zover de algemeen-economische of budgettaire aspecten leidend zijn;

    • b. het analyseren van en adviseren over algemeen-economische aspecten van EU-beleid, waaronder macro economische beleidscoördinatie in EU-verband, EU 2020 en Ecofin, inclusief deelname aan het directeurenoverleg Ecofin;

    • c. het begeleiden en waar nodig initiëren van activiteiten in het kader van het beleid gericht op structurele hervorming van de Nederlandse economie;

    • d. het verkennen, het agenderen, het aanjagen en het adviseren van ontwikkelingen en vraagstukken in de breedte van het beleidsterrein van het Ministerie van Economische Zaken;

    • e. het versterken van het strategisch vermogen van het Ministerie van Economische Zaken;

    • f. het coördineren van het fiscale beleid binnen het Ministerie van Economische Zaken.

5. Aan het slot van paragraaf VI, tweede lid, onderdeel y, wordt onder vervanging van de punt door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd luidende:

  • z. het in opdracht van een hoofd van dienst autoriseren van medewerkers van de onderdelen van het ministerie genoemd in paragraaf I, tweede lid, onderdeel b, c en d, en in het derde lid, onderdelen a en c, voor het afnemen van digitale overheidsdiensten door middel van het inkopen, uitgeven en beheren van digitale authenticatiemiddelen.

6. Paragraaf IX komt te luiden:

IX. De directie Europese en Internationale Zaken

  • 1. De directie Europese en Internationale Zaken staat onder leiding van een directeur.

  • 2. De directie heeft tot taak:

    • a. het bevorderen van het functioneren van de Europese interne markt en het toezicht daarop en het verzorgen van het beleid en advies op dit gebied;

    • b. het zorg dragen voor coherente EU beleidskaders voor (nationaal) economisch beleid, dat bestaat uit onderdelen als de Europa 2020 strategie voor groei en banen, het uitbreidingsdossier, de versterking van het Europese concurrentievermogen, klimaat, schaarste van grondstoffen en institutionele EU-ontwikkelingen;

    • c. het coördineren, zorg dragen voor en ontwikkelen van coherent en voor Nederland optimaal beleid in de Raad voor Concurrentievermogen;

    • d. het coördineren van en het zorg dragen voor een coherente en daadkrachtige inbreng op Europese dossiers in nationaal en EU-kader waaronder in de Coördinatie Commissie, de BNC, de Hoog ambtelijke en Ministeriële Commissie EU, de Energie Raad, de Telecom Raad, de Landbouw- en Visserijraad en de Milieuraad;

    • e. verantwoordelijkheid voor de EZ inbreng vanuit de Permanente Vertegenwoordiging bij de EU en in de interdepartementale gremia zoals de Interdepartementale Raad voor Handelspolitiek voor communautaire handelspolitieke zaken en voor de invulling en uitvoering van het Benelux-verdrag;

    • f. het onderhouden van contacten met relevante (kabinetten van) EU-Commissarissen, het EU-voorzitterschap en collega-bewindspersonen uit de Lid-Staten van de EU en andere relevante belanghebbenden, waaronder het bedrijfsleven;

    • g. het coördineren zowel qua inhoud als proces van de EU begroting en de Financiële Perspectieven EU;

    • h. het door vertalen van de kerntaken van de directie en de relevante EU-thema’s naar mondiale overlegstructuren;

    • i. het voeren van het voorzitterschap en secretariaat van de Detacheringswerkgroep betreffende buitenlandplaatsingen van EZ-medewerkers, verantwoordelijk voor beleid rond- en uitvoering van het concordaat met het Ministerie van Buitenlandse Zaken en het functioneren als thuisbasis voor END-ers en concordaters;

    • j. advisering over dossiers op buitenlands beleid aan EZ-bewindspersonen, en het coördineren van en zorg dragen voor een coherente en daadkrachtige EZ inbreng op de internationale dossiers in de interdepartementale Coördinatie Commissie Internationale Aangelegenheden en de Ministerraad alsmede verantwoordelijk voor het dossier Internationaal Verantwoord Ondernemen (IMVO);

    • k. de verantwoordelijkheid voor de beleidsmatige invulling van de integrale internationale functies van EZ, en in het bijzonder de beleidsinhoudelijke advisering over de algemene bilaterale relaties met betrekking tot de EU-lidstaten en China, VS en Rusland en de strategische advisering over de reisagenda van de EZ bewindspersonen.

7. Paragraaf X komt te luiden:

X. De directie Financieel-Economische Zaken

  • 1. De directie Financieel-Economische Zaken staat onder leiding van een directeur.

  • 2. De directie heeft tot taak:

    • a. het samenstellen van de jaarlijkse begrotingen en de daarmee samenhangende suppletoire begrotingen van het Ministerie van Economische Zaken;

    • b. het opstellen van het jaarverslag van het Ministerie van Economische Zaken en van het Dier Gezondheids Fonds;

    • c. het uitbrengen van adviezen over begrotingsvraagstukken en financieel-economische beleidsadviezen;

    • d. het beoordelen van financieel-economische en budgettaire gevolgen van het beleid;

    • e. het uitoefenen van toezicht op de uitvoering van de begroting;

    • f. het coördineren van de evaluatiecyclus van het Ministerie van Economische Zaken;

    • g. het opstellen van adviezen in het kader van de managementcyclus en het ontwikkelen van de EZ sturingsmethodiek;

    • h. het inrichten van en toezicht houden op de totale administratie van het Ministerie van Economische Zaken;

    • i. het geven van nadere voorschriften voor het inrichten en bijhouden van de administratie van het Ministerie van Economische Zaken en van de daaronder ressorterende buitendiensten;

    • j. het optreden als bevoegde autoriteit voor het Europees Landbouwgarantiefonds en het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling.

8. Paragraaf XV, tweede lid, komt te luiden:

  • 2. De Dienst ICT Uitvoering heeft tot taak:

    • a. het zorg dragen voor betrouwbare, gestandaardiseerde en kosten efficiënte ICT-services die de bedrijfsprocessen van het Ministerie van Economische Zaken en andere onderdelen van het Rijk ondersteunen;

    • b. het zorg dragen voor de bewaking van het gebruik van digitale authenticatiemiddelen voor het Ministerie van Economische Zaken;

    • c. het in opdracht van een hoofd van dienst autoriseren van medewerkers van het Ministerie van Economische Zaken voor het afnemen van digitale overheidsdiensten door middel van het inkopen, uitgeven en beheren van digitale authenticatiemiddelen.

9. In paragraaf XVII, tweede lid, onderdeel m, wordt na ‘de Flora- en Faunawet,’ ingevoegd: de Wet implementatie Nagoya Protocol,.

10. In paragraaf XVIII, tweede lid, onderdeel gg wordt ‘de hoofddirecteur Interne Organisatie en Uitvoering’ vervangen door: de plaatsvervangend secretaris-generaal.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 september 2016. Indien de Staatscourant waarin dit besluit wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 1 september 2016, treedt het in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst, en werkt het terug tot en met 1 september 2016.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 17 augustus 2016

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken binnen zes weken na de dag van dagtekening van deze Staatscourant een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Economische Zaken, directie Wetgeving en Juridische Zaken, Postbus 20401, 2500 EK ’s-Gravenhage.

Naar boven