Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Lelystad | Staatscourant 2016, 43876 | Overig |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Lelystad | Staatscourant 2016, 43876 | Overig |
De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Almere, Dronten, Lelystad, Noordoostpolder, Urk en Zeewolde,
gezien de toestemming van de gemeenteraden van de betreffende gemeenten;
gelet op de Wet publieke gezondheid;
gelet op de Wet gemeenschappelijke regelingen en de Gemeentewet;
de gemeenschappelijke regeling “Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Flevoland 2008“ te wijzigen door vaststelling van de navolgende integrale tekst,
Gemeenschappelijke regeling G emeentelijke Gezondheidsdienst Flevoland
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Waar in de regeling artikelen van de Gemeentewet of van enige andere wettelijke regeling van overeenkomstige toepassing worden verklaard, wordt in die artikelen in plaats van “de gemeente”, “de (gemeente) raad”, “het college van burgemeester en wethouders” en “de burgemeester” respectievelijk gelezen: “de GGD Flevoland”, “het algemeen bestuur”, “het dagelijks bestuur” en “de voorzitter”.
Artikel 2 Het openbaar lichaam
Er is een openbaar lichaam, genaamd Gemeentelijke GezondheidsdienstFlevoland, dat is gevestigd te Lelystad en als zodanig optreedt als rechtspersoon.
HOOFDSTUK 2 BELANGEN, DOELSTELLING EN TAKEN
Artikel 3 Algemene doelstelling
De GGD Flevoland is ingesteld met het doel de belangen van de gemeenten betreffende de Publieke Gezondheid -alsmede aanverwante wetgeving en belangen in het verlengde van de publieke gezondheid- in gezamenlijkheid te behartigen.
HOOFDSTUK 3 DE BESTUURSORGANEN - SAMENSTELLING
Artikel 5 Samenstelling bestuur
Artikel 6 Samenstelling, benoeming en ontslag van het algemeen bestuur
Het (desbetreffende) college voorziet zo spoedig mogelijk in de ontstane vacature.
Artikel 7 Samenstelling, benoeming en ontslag van het dagelijks bestuur
Het algemeen bestuur kan het dagelijks bestuur of een of meer leden daarvan ontslag verlenen als deze(n) het vertrouwen van het algemeen bestuur niet meer bezit of bezitten, nadat dit lid zich heeft kunnen verantwoorden. De artikelen 49 en 50 van de Gemeentewet zijn dan overeenkomstig van toepassing.
Artikel 8 Aanwijzing voorzitter en plaatsvervangend voorzitter
HOOFDSTUK 4 DE BESTUURSORGANEN - BEVOEGDHEDEN
Artikel 9 Algemene bevoegdheidstoedeling
Het algemeen bestuur besluit tot de oprichting van en de deelneming in stichtingen, maatschappen, vennootschappen, verenigingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen, indien dat in het bijzonder aangewezen moet worden geacht voor de behartiging van het daarmee te dienen openbaar belang. Het besluit wordt niet genomen dan nadat de raden van de gemeenten een ontwerp-besluit is toegezonden en in de gelegenheid zijn gesteld hun wensen en bedenkingen ter kennis van het algemeen bestuur te brengen.
HOOFDSTUK 5 VERANTWOORDING EN INLICHTINGEN
Artikel 10 Verantwoording- en inlichtingenplicht
De leden van het dagelijks bestuur zijn gezamenlijk en ieder afzonderlijk verantwoording schuldig aan het algemeen bestuur voor het door het dagelijks bestuur gevoerde bestuur en geven hierover periodiek en tussentijds alle door het algemeen bestuur verlangde inlichtingen, voor zover dit niet strijdig is met het openbaar belang en in ieder geval binnen zes weken.
HOOFDSTUK 6 DE BESTUURSORGANEN - WERKWIJZE
Artikel 11 Vergaderingen van het algemeen bestuur
Almere: 9 stemmen, Dronten:2 stemmen, Lelystad:5 stemmen, Noordoostpolder:
2 stemmen, Urk:1 stem en Zeewolde:1 stem.
1.Het algemeen bestuur stelt een reglement van orde vast voor zijn vergaderingen en andere werkzaamheden en regelt hoe de ambtelijke bijstand wordt verleend aan het bestuur.
Artikel 13 De werkwijze van het dagelijks bestuur
Het dagelijks bestuur vergadert tenminste zesmaal per jaar en verder zo dikwijls als de voorzitter dit nodig oordeelt of tenminste twee leden van het dagelijks bestuur dit schriftelijk verzoeken, onder opgave van de te behandelen onderwerpen, in welk geval de vergadering binnen veertien dagen plaatsvindt.
Het algemeen bestuur kan commissies van advies en commissies ter behartiging van bepaalde belangen instellen nadat de raden van de gemeenten zijn geïnformeerd en in de gelegenheid zijn gesteld om wensen en bedenkingen ter kennis van het algemeen bestuur te brengen. De ambtelijk secretaris, zoals bedoeld in artikel 15 van de regeling, heeft in deze commissies een adviserende stem.
HOOFDSTUK 7 PERSONEEL EN ORGANISATIE
Artikel 15 De directeur Publieke Gezondheid
Artikel 16 Rechtspositieregeling
Artikel 17 Organisatieverordening
Het dagelijks bestuur stelt een organisatieverordening vast over de inrichting van de ambtelijke organisatie alsmede over de te verlenen bevoegdheden binnen de organisatie.
HOOFDSTUK 8 FINANCIËLE BEPALINGEN
Het dienstjaar loopt van 1 januari tot en met 31 december.
Uiterlijk 15 april van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient, stuurt het dagelijks bestuur de ontwerpbegroting, de meerjarenraming, een raming van de door elke gemeente verschuldigde inwonersbijdrage alsmede de algemene financiële en beleidsmatige kaders toe aan de raden van de deelnemende gemeenten.
Nadat deze is vastgesteld, zendt het algemeen bestuur zo nodig de begroting aan de raden van de gemeenten, die ter zake bij gedeputeerde staten hun zienswijze naar voren kunnen brengen. Als deze begroting niet afwijkt van de ontwerpbegroting kan het algemeen bestuur volstaan met een schriftelijke mededeling over dit gegeven.
Op een wijziging van de begroting zijn de bepalingen van dit artikel van overeenkomstige toepassing, voor zover die wijziging leidt tot een verandering van de inwonersbijdragen voor de taken van artikel 4, lid 4. Andere begrotingswijzigingen kan het algemeen bestuur vaststellen zonder toepassing van de leden 5 en 6.
Artikel 23 Bijdragen gemeenten en derden
Een nadelig saldo, al dan niet ontstaan door het ontstaan van frictiekosten als gevolg van de beëindiging van een gemeentelijke plustaak, dat niet of niet volledig kan worden verrekend overeenkomstig artikel 23 lid 3, wordt na vaststelling van de jaarrekening afgerekend met de betreffende gemeente(n).
Het algemeen bestuur kan reserves en voorzieningen vormen overeenkomstig de door hem vast te stellen Kadernota reserves en risico.
HOOFDSTUK 9 TOETREDING, UITTREDING, WIJZIGING, OPHEFFING
Elk college kan, na toestemming van de raad van haar gemeente, bij besluit de deelname aan deze regeling opzeggen met ingang van twee kalenderjaren na het jaar waarin dit besluit is genomen. Het desbetreffende college brengt een dergelijk besluit terstond ter kennis van het dagelijks bestuur en de uittreding behoeft de toestemming van de colleges en de raden van de deelnemende gemeenten.
Artikel 27 Wijziging en opheffing
Wijziging of opheffing van de regeling vindt plaats bij eensluidende besluiten van de colleges, na toestemming van de desbetreffende raden, van tenminste twee derde van de gemeenten, die samen twee derde van het aantal inwoners van het werkgebied omvatten. Een voorstel daartoe kan worden gedaan door het algemeen bestuur of door de colleges van tenminste drie gemeenten.
Bij opheffing van de regeling stelt het algemeen bestuur, gehoord de colleges en de raden van de deelnemende gemeenten, een procedure vast voor de gevolgen van de opheffing. Deze procedure voorziet in de verplichting van de gemeenten om alle rechten en verplichtingen van de GGD Flevoland te verdelen op een in de procedure nader te bepalen wijze. Artikel 9 van de Wgr is daarbij van overeenkomstige toepassing.
Het gemeentebestuur van Lelystad is het gemeentebestuur als bedoeld in artikel 26 van de wet en zendt de regeling aan gedeputeerde staten en maakt deze tijdig in alle gemeenten bekend door kennisgeving van de inhoud hiervan in de Staatscourant. Artikel 140 van de Gemeentewet is van overeenkomstige toepassing.
Vastgesteld door de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Almere, Dronten, Lelystad, Noordoostpolder, Urk en Zeewolde.
de secretaris, de burgemeester,
de secretaris, de burgemeester,
de secretaris, de burgemeester,
Noordoostpolder, 21 maart 2016.
de secretaris, de burgemeester,
de secretaris, de burgemeester,
de secretaris, de burgemeester,
Gemeenschappelijke regeling GGD Flevoland - toelichting
Deze regeling sluit zoveel mogelijk aan bij de bepalingen in de Wet gemeenschappelijke regelingen en/of de Gemeentewet. Hieronder volgt, waar nodig, een toelichting op de artikelen. Overal waar 'hij' of 'zijn' staat, zou ook 'zij' of 'haar' kunnen staan.
De Wet publieke gezondheid (artikel 14) verplicht de colleges van burgemeester en wethouders van gemeenten die behoren tot een regio als bedoeld in de Wet veiligheidsregio’s een regionale gezondheidsdienst in te stellen en in stand te houden voor de uitvoering van taken genoemd in die wet. Om deze verantwoordelijkheid optimaal te behartigen, hebben de Flevolandse gemeenten een gemeenschappelijke regeling ingesteld.
In de overwegingen staan enkele uitgangspunten voor het bestuursmodel dat is vastgelegd in de regeling.
Het bestuursmodel van de GGD Flevoland hangt nauw samen met de relatie tussen de gemeenten en de GGD Flevoland en de werkwijze van de GGD Flevoland. Centraal hierin staat dat de gemeenten verantwoordelijk zijn voor hun gezondheidsbeleid. De functies van de GGD Flevoland - preventie en acute zorg - zijn bij uitstek overheidstaken, uit te voeren door de gemeentelijke gezondheidsdienst.
De gemeente formuleert zijn gezondheidsbeleid en stuurt de GGD Flevoland vanuit dat kader aan. De GGD Flevoland moet dan ook genoeg keuzevrijheid bieden en voldoende flexibel zijn om aan te sluiten op de lokale wensen. Maar hij moet ook bedrijfsmatig optimaal kunnen opereren om daarmee de risico's voor de gemeenten te minimaliseren.
De uitgangspunten bij de vormgeving van de bestuurlijke structuur zijn dan ook:
Van belang is dat de GGD Flevoland een slagvaardige bedrijfsvoering kan voeren, die leidt tot het behalen van de door de gemeenten geformuleerde doelen. Daarbij kunnen de gemeenten inhoudelijke kaders stellen en op afstand toezicht houden op het beheer van de GGD Flevoland.
Het algemeen bestuur richt zich vooral op de beleidskaders, de begroting en de rekening. Het dagelijks bestuur richt zich vooral op de bedrijfsvoering en uit dien hoofde met het toezicht op de directeur Publieke Gezondheid.
Artikel 4 van deze regeling beschrijft het takenpakket van de GGD Flevoland in globale termen. Hierdoor houdt het algemeen bestuur zijn expliciete bevoegdheid om zelf de omvang en de inhoud van het takenpakket bij te stellen als hij dat nodig vindt. Het moment daarvoor is de jaarlijkse vaststelling van de begroting. Eveneens worden de GHOR-gerelateerde taken alsmede de Meldkamer Ambulancezorg Flevoland tot de GGD-taken gerekend (zie artikel 4, lid 5).
Op basis van de Wet op de lijkbezorging is de functie van Gemeentelijk Lijkschouwer belegd bij de GGD Flevoland en worden Gemeentelijke Lijkschouwers benoemd en ontslagen door de directeur Publieke Gezondheid op basis van mandaat van het dagelijks bestuur.
De Wpg beschrijft de basistaken van de gemeenten. De uitvoering van het basistakenpakket kan per gemeente verschillen: niet alle gemeenten of derden zullen evenveel gebruik maken van dit uniforme aanbod. Soms is dit afhankelijk van incidenten (bijv. een infectieziekte of een crisis op een school), soms van de bevolking (bijvoorbeeld bij gezondheidsverschillen) of van het beroep dat men doet op de GGD Flevoland (bijvoorbeeld specifieke inhoudelijke expertise of de website). En natuurlijk is de klant niet verplicht om gebruik te maken van het GGD Flevoland-aanbod (bijvoorbeeld bij gezondheidsonderzoeken of lespakketten).
Het begrip 'plustaak' is bewust niet gedefinieerd. Dit geeft het algemeen bestuur de mogelijkheid om taken uitdrukkelijk als plustaak te accepteren en uit te voeren. Maar het is ook mogelijk om dit begrip een louter financiële betekenis te geven, bijvoorbeeld door als plustaak te benoemen elk product waarvoor betaald wordt buiten de inwonersbijdrage. Gemeenten en derden kunnen er op contract- of subsidiebasis voor kiezen deze taken bij de GGD Flevoland af te nemen.
Plustaken in opdracht van één of meer van de aan de regeling deelnemende gemeenten kunnen worden uitgevoerd door of in samenwerking met een deelneming als bedoeld in artikel 9 lid 4. In dat geval is de verantwoordelijkheid van het algemeen bestuur in relatie tot de verantwoordelijkheid van de betreffende gemeente(n) voor de deelneming overeenkomstig als bij de uitvoering van een plustaak.
Artikel 4 lid 8 ziet er op toe dat het algemeen bestuur gepositioneerd is om per plustaak haar verantwoordelijkheid voor de uitvoering te kunnen waarmaken. Het uitvoeren van plustaken strekt ook kwalitatief tot voordeel van de gehele organisatie van de GGD Flevoland.
Artikel 4 lid 9 ziet er op toe dat het risicomanagement van de GGD Flevoland naar behoren kan worden toegepast op de uitvoering van plustaken.
Artikel 4 lid 8 en lid 9 zijn overeenkomstig van toepassing voor de uitvoering van taken in deelnemingen zoals bedoeld in artikel 9 lid 4.
Hieronder volgen nog enkele relevante bepalingen uit de Wet publieke gezondheid.
1. Het college van burgemeester en wethouders bevordert de totstandkoming en de continuïteit van en de samenhang binnen de publieke
gezondheidszorg en de afstemming ervan met de curatieve gezondheidszorg en de geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen.
2. Ter uitvoering van de in het eerste lid bedoelde taak draagt het college van burgemeester en wethouders in ieder geval zorg voor:
a. het verwerven van, op epidemiologische analyse gebaseerd, inzicht in de gezondheidssituatie van de bevolking,
b. het elke vier jaar, voorafgaand aan de opstelling van de nota gemeentelijke gezondheidsbeleid, bedoeld in artikel 13, tweede lid, op landelijk gelijkvormige wijze verzamelen en analyseren van gegevens over deze gezondheidssituatie,
c. het bewaken van gezondheidsaspecten in bestuurlijke beslissingen,
d. het bijdragen aan opzet, uitvoering en afstemming van preventieprogramma’s, met inbegrip van programma’s voor de gezondheidsbevordering,
e. het bevorderen van medisch milieukundige zorg,
f. het bevorderen van technische hygiënezorg,
g. het bevorderen van psychosociale hulp bij rampen.
1.Het college van burgemeester en wethouders draagt zorg voor de uitvoering van de jeugdgezondheidszorg.
2. Ter uitvoering van de in het eerste lid bedoelde taak draagt het college van burgemeester en wethouders in ieder geval zorg voor:
a. het op systematische wijze volgen en signaleren van ontwikkelingen in de gezondheidstoestand van jeugdigen en van gezondheidsbevorderende en -bedreigende factoren,
b. het ramen van de behoeften aan zorg,
c. de vroegtijdige opsporing en preventie van specifieke stoornissen, met uitzondering van het perinatale onderzoek op phenylketonurie (PKU), congenitale hypothyroïdie (CHT) en adrenogenitaal syndroom (AGS) en het aanbieden van vaccinaties voorkomend uit het Rijksvaccinatieprogramma,
d. het geven van voorlichting, advies, instructie en begeleiding,
e. het formuleren van maatregelen ter beïnvloeding van gezondheidsbedreigingen.
1. Het college van burgemeester en wethouders draagt zorg voor de uitvoering van de algemene infectieziektebestrijding, waaronder in ieder geval behoort:
a. het nemen van algemene preventieve maatregelen op dit gebied,
b. het bestrijden van tuberculose en seksueel overdraagbare aandoeningen, inclusief bron- en contactopsporing,
c. bron- en contactopsporing bij meldingen als bedoeld in de artikelen 21, 22, 25 en 26.
Artikel 9 Algemene bevoegdheidsverdeling
Het dagelijks bestuur is verantwoordelijk voor de bedrijfsvoering van de GGD Flevoland. Hij mandateert een deel van zijn bevoegdheden binnen nadere voorwaarden aan de directeur Publieke Gezondheid en houdt daarop toezicht. Accountancy en controlling verzekeren de bestuurlijke positie.
De keuze voor een brede mandatering van de directeur Publieke Gezondheid wordt vooral ingegeven door het feit dat bilaterale afspraken tussen de GGD Flevoland en de gemeenten een belangrijke rol spelen bij de aansturing van de GGD Flevoland. Voor de relatie tussen het dagelijks bestuur en directeur Publieke Gezondheid is er een organisatieverordening.
Op de mandaatverlening is de Algemene wet bestuursrecht van toepassing, die onder andere bepaalt dat de gemandateerde bevoegdheid wordt uitgeoefend namens het bestuursorgaan. De verantwoordelijkheid voor het in mandaat genomen besluit blijft dus bij het mandaterende orgaan, waarbij van elk besluit duidelijk moet zijn dat het namens het bestuursorgaan genomen is. De mandaatgever kan instructies geven voor de uitoefening van een verleend mandaat.
Artikel 11 Vergaderingen van het algemeen bestuur
De vergaderfrequentie van het algemeen bestuur volgt de planning- & controlcyclus van de GGD Flevoland. Deze cyclus sluit aan bij de beleidscyclus van de gemeenten. Hierdoor kunnen gemeenten tijdig invloed uitoefenen op het beleid en de financiële kaders van de GGD Flevoland en deze daarna meenemen in hun eigen beleid.
Gebaseerd op het relatieve aandeel van de gemeenten in de regio is in het zesde lid van dit artikel vastgelegd dat bij het vaststellen en wijzigen van de begroting en het vaststellen van de jaarrekening het systeem van gewogen stemmen van toepassing is. Het systeem is concreet uitgewerkt en vastgelegd in dit artikel. Omdat de gemeenschappelijk regeling uitgaat van samenwerking en gelijkwaardigheid is de voorgestelde stemverhouding niet in alle opzichten een rekenkundige afspiegeling van een bepaalde bijdrage, maar weerspiegelt zij het relatieve verschil in aandeel van elke deelnemende gemeente. Als basis voor de berekening van de stemverhouding is de bijdrage gehanteerd die elke gemeente in 2008 besteedde aan de gemeentelijke bijdrage programma gezondheid. Ook thans, anno 2016, is na een zorgvuldige check gebleken dat deze stemverhouding nog altijd als effectief is aan te merken.
Artikel 16 Rechtspositieregeling
Het algemeen- en dagelijks bestuur volgt het VNG-model van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling en de Uitwerkingsovereenkomst (CarUwo) en voor de RAV de CAO Ambulancezorg.
De artikelen 186 t/m 213 uit de Gemeentewet zijn van toepassing. Van belang zijn met name artikel 186 en de artikelen 212 en 213.
Artikel 186 van de Gemeentewet stelt dat “de begroting, de begrotingswijzigingen, de meerjarenraming, het jaarverslag en de jaarrekening … voldoen aan bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te geven regels.” Voor de GGD betreft dit het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV).
Artikel 212 van de Gemeentewet bespreekt de noodzakelijke verordeningen van het Algemeen Bestuur voor met name waardering en afschrijving van activa en voor de financieringsfunctie.
Artikel 213 van de Gemeentewet bespreekt met name de controle op de jaarrekening en de rol van de door het algemeen bestuur benoemde accountant daarbij.
Daarnaast is het “Besluit Begroting en Verantwoording” (BBV) leidend voor wat betreft de verplichte boekhoudkundige vereisten aan de begroting, meerjarenraming en jaarrekening.
Artikel 21 en artikel 22 De begroting en de jaarrekening
De artikelen 186 t/m 213 van de Gemeentewet omvatten meer dan uitsluitend de controles op het geldelijk beheer en de boekhouding. De procedure bij de totstandkoming van de begroting (inclusief meerjarenraming) en bij de vaststelling van de jaarrekening wijkt op enkele punten af van die van de gemeenten.
Aan het opstellen van de begroting van de GGD Flevoland gaat een ontwerpbegroting met toelichting vooraf. Hierin staan de hoofdlijnen van het beleid voor de komende jaren en de globale financiële gevolgen. De bijdrage vanuit de gemeenten per inwoner is in beginsel gelijk aan het voorgaand boekjaar, met mutaties voor nieuw beleid en voor indexering van prijzen en lonen. De aanpassing voor prijzen en lonen in de begroting van de GGD Flevoland verloopt conform de gemeente Lelystad, zodanig dat de aanpassing in boekjaar (T) van de GGD Flevoland gelijk is aan de aanpassing in boekjaar (T-1) van gemeente Lelystad. De ontwerpbegroting boekjaar (T+1) bevat een voorlopige opgave van het financiële resultaat over het boekjaar (T-1). Deze opgave van het voorlopige financiële resultaat is zonder controle van de accountant opgesteld.
Het algemeen bestuur biedt de ontwerpbegroting in april aan de raden van de gemeenten aan, met het verzoek tot het uitbrengen van zienswijzen. De gemeenten kunnen hierdoor tijdig invloed uitoefenen op de wettelijke verplichte begroting, die het algemeen bestuur op basis van de ontwerpbegroting opstelt en uiterlijk 15 juli heeft vastgesteld.
Overigens voert de GGD Flevoland naast basistaken ook plustaken uit, die niet uit de inwonersbijdrage worden bekostigd. Het totaal van alle kosten van de GGD Flevoland wordt in de begroting (en meerjarenraming) gedekt vanuit zowel de inwonersbijdrage als vanuit inkomsten uit subsidies en contractuele afspraken met betrekking tot de plustaken. De begroting (inclusief meerjarenraming) van de GGD Flevoland wordt daarom door het algemeen bestuur vastgesteld inclusief een aannemelijke calculatie van het tarief per plustaak. De vaststelling van de inkomsten uit de plustaken vindt plaats als de bij deze plustaken behorende subsidiebeschikkingen en/of de bij deze plustaken behorende contractuele afspraken zijn bekrachtigd. De geldstromen met betrekking tot de plustaken worden gespecificeerd in de begroting en de jaarrekening.
De jaarrekening geeft een beredeneerd financieel verslag over het afgelopen jaar, inclusief accountantsverklaring. In verband met de vereisten van rechtmatigheid betrekt de accountant hierbij ook de financiële mededelingen van het dagelijks bestuur aan het algemeen bestuur in de periodiekebestuursrapportages – in beginsel respectievelijk in het voorjaar en het najaar - van het betreffende boekjaar. Het algemeen bestuur stelt de jaarrekening en de bestemming van het financiële resultaat uiterlijk 1 juli vast.
Artikel 23 Bijdragen gemeenten en derden
De bijdragen uit subsidie worden afgerekend overeenkomstig de voorwaarden die bij de toekenning zijn bepaald. Artikel 23 lid 4 ziet er op toe dat financiële risico’s die niet kunnen worden opgevangen binnen de reguliere kaders van het risicomanagement van de GGD Flevoland, worden afgedekt door de gemeente of een derde die opdracht heeft gegeven tot een plustaak. In de door het algemeen bestuur onder artikel 4 lid 8 bepaalde voorwaarden kan worden geregeld dat een voordelig saldo strekt tot vorming of versterking van (bestemmings)reserves als bedoeld in artikel 24. Frictiekosten als gevolg van het beëindigen van een plustaak komen ten laste van de opdrachtgevende gemeente(n).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2016-43876.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.