Beleidsregel van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 22 juli 2016, 2016-0000170426, tot vaststelling van de Beleidsregel boeteoplegging loondervingswetten BES

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 14a van de Wet ziekteverzekering BES, voor zover het de toepassing van artikel 5, zesde lid, eerste zin, 11, derde lid, 12, tweede lid, en 13 van de Wet ziekteverzekering BES betreft en artikel 14a van de Wet ongevallenverzekering BES, voor zover het de toepassing van artikel 5, twaalfde lid, eerste zin, 11, vierde lid, 12, tweede lid, en 13 van de Wet ongevallenverzekering BES betreft,

Besluit:

Artikel 1 Normbedrag boete

  • 1. Bij de berekening van een boete vanwege een overtreding als bedoeld in artikel 14a, eerste lid, van de Wet ziekteverzekering BES en artikel 14a, eerste lid, van de Wet ongevallenverzekering BES is het normbedrag:

    • a. voor werkgevers met meer dan 20 werknemers: $ 1400;

    • b. voor werkgevers met 10 tot en met 20 werknemers: $ 1050;

    • c. voor werkgevers met 5 tot en met 9 werknemers: $ 700;

    • d. voor werkgevers met minder dan 5 werknemers: $ 350.

  • 2. Voor de boeteberekening van overtredingen geconstateerd op locaties of in filialen, wordt het aantal werknemers van de gehele juridische eenheid in aanmerking genomen.

Artikel 2 Bedragen bij herhaling of cumulatie van de overtreding

  • 1. Bij gelijktijdig meerdere malen voorkomen van een overtreding als bedoeld in artikel 14a, eerste lid, van de Wet ziekteverzekering BES en artikel 14a, eerste lid, van de Wet ongevallenverzekering BES, worden de in artikel 1 genoemde bedragen van de boete als volgt verhoogd:

    • a. het bedrag voor werkgevers met meer dan 20 werknemers is bij de tweede keer dat een boete wordt geheven $ 2100 en vanaf de derde keer $ 2800;

    • b. het bedrag voor werkgevers met 10 tot en met 20 werknemers is bij de tweede keer dat een boete wordt geheven $ 1400, de derde keer is dit $ 2100 en vanaf de vierde keer $ 2800;

    • c. het bedrag voor werkgevers met 5 tot en met 9 werknemers is bij de tweede keer dat een boete wordt geheven $ 1050, de derde keer is dit $ 1400, de vierde keer $ 2100 en vanaf de vijfde keer $ 2800;

    • d. het bedrag voor werkgevers met minder dan 5 werknemers is bij de tweede keer dat een boete wordt geheven $ 700, de derde keer is dit $ 1050, de vierde keer $ 1400, de vijfde keer $ 2100 en vanaf de zesde keer $ 2800.

  • 2. Overtredingen die meermalen voorkomen, kunnen maximaal drie keer in de berekening van de op te leggen bestuurlijke boete worden meegenomen.

Artikel 3 Recidive

  • 1. Indien er sprake is van herhaling van eenzelfde overtreding binnen twee jaar wordt het maximum van de boetes, genoemd in de artikelen 1 en 2, verdubbeld.

  • 2. In geval een periode van twee jaar ten opzichte van een eerder geheven boete verstreken is, wordt de alsdan te heffen boete voor de berekening van de hoogte daarvan gerekend als een eerste overtreding.

Artikel 4 Meerdere boetebedragen in één beschikking

De totale bij een boetebeschikking op te leggen bestuurlijke boete bestaat, in geval er sprake is van meer dan één overtreding, uit de som van de per overtreding berekende boetebedragen.

Artikel 5 Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 1 januari 2017.

Artikel 6 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel boeteoplegging loondervingswetten BES.

Deze beleidsregel zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst. Deze beleidsregel wordt tevens ter inzage gelegd bij de RCN-unit SZW op Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

Kralendijk, 22 juli 2016

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, namens deze, G. de Groot, Hoofd RCN-unit SZW

TOELICHTING

In artikel 14a van de Wet ziekteverzekering (ZV) BES is bepaald dat bij overtreding van artikel 11, derde lid, en het niet of niet tijdig nakomen van een van de verplichtingen gesteld bij de artikelen 5, zesde lid, eerste zin, 6, eerste lid, tweede zin, 8h, eerste lid, 8i, 12, tweede lid, en krachtens artikel 13, een boete wordt geheven van de tweede categorie. In artikel 14a van de Wet ongevallenverzekering (OV) BES is bepaald dat bij overtreding van artikel 11, vierde lid, en het niet of niet tijdig nakomen van een van de verplichtingen gesteld bij de artikelen 5, twaalfde lid, eerste zin, 6, eerste lid, tweede zin, 8h, 12, tweede lid, en krachtens artikel 13, een boete wordt geheven van de tweede categorie.

De genoemde wettelijke bepalingen zijn uiteenlopend van aard en bevatten soms voor de werkgever gelden voorschriften of verboden, voor een ander deel verplichtingen voor de werknemer of verzekerde en ook wel bepalingen die zich tot ‘een ieder’ richten. De onderhavige beleidsregels hebben betrekking op de handhaving van een aantal eisen en verboden ten aanzien van de werkgever. Het betreft:

  • Diens verplichting om bij arbeidsongeschiktheid van de werknemer een uitkering gelijk aan het zieken- of ongevallengeld waarover in het betreffende tijdvak recht bestaat, op het tijdstip waarop normaliter het loon wordt betaald aan de werknemer uit te betalen (artikel 5, zesde lid, eerste zin ZV BES en artikel 5, twaalfde lid, eerste zin OV BES);

  • het verbod voor de werkgever om de voor hem uit de wet voortvloeiende bepalingen geheel of gedeeltelijk te verhalen op het loon van de werknemer (artikel 11, derde lid, ZV BES en artikel 11, vierde lid, OV BES);

  • de voor de werkgever geldende verplichting om op verzoek van de minister van SZW en binnen een door hem aangeven termijn, inlichtingen te verstrekken, alsmede de verplichting om de door de minister gegeven aanwijzingen ten behoeve van de uitvoering van de wet op te volgen (artikel 12, tweede lid, ZV BES en artikel 12, tweede lid, OV BES), waaronder mede begrepen de toepassing van het Besluit inlichtingenverplichtingen werknemersverzekeringen BES;

  • de nakoming van de meldingsvereisten bij ziekte of ongeval, overeenkomstig het Besluit meldingsvereisten werknemersverzekeringen BES.

In de desbetreffende wetsbepalingen wordt gesproken over een boete van de tweede categorie. Het daarmee corresponderende boetebedrag is op grond van artikel 27, vierde lid, van het Wetboek van strafrecht BES $ 2800. Bij de berekening van de boete in de onderhavige beleidsregel is daarop aangesloten. Het bereiken van dit (maximale) bedrag is afhankelijk van de grootte van de onderneming en het aantal overtredingen. Naar mate een overtreding vaker voorkomt (hetzij gelijktijdig of in de tijd achter elkaar) wordt het boetebedrag hoger, tot het niveau van $ 2800 wordt bereikt. In geval het vijf jaar of langer geleden is dat een overtreding is geconstateerd, wordt een nieuwe overtreding als een eerste overtreding aangemerkt en wordt het boetebedrag dienovereenkomstig vastgesteld.

Overigens is het opleggen van een boete geen automatisme. De RCN-unit SZW kan besluiten te volstaan met een waarschuwing. Hierbij wordt vanzelfsprekend de ernst van de overtreding en de verwijtbaarheid in aanmerking genomen.

Bij de berekening van een boete worden uitsluitend de vanaf de datum van inwerkingtreding van deze beleidsregel geconstateerde overtredingen betrokken. Eventueel vóór 1 januari 2017 geconstateerde overtredingen kunnen wel meewegen bij het bepalen van de ernst van de overtreding en de verwijtbaarheid.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, namens deze, G. de Groot, Hoofd RCN-unit SZW

Naar boven