Wijziging Mandaatbesluit BZK 2012

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister voor Wonen en Rijksdienst;

Gelet op de Algemene wet bestuursrecht;

Mede gelet op artikel 8.4 van het Mandaatbesluit BZK 2012,

Besluiten:

het Mandaatbesluit BZK 2012 als volgt te wijzigen:

ARTIKEL I

Na artikel 6.5b wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 6.5c

De directeur Faciliteiten-, Huisvesting- en Inkoopbeleid Rijk is met inachtneming van dit besluit bevoegd om stukken af te doen en te ondertekenen die voortvloeien uit:

  • a. het centraal opdrachtgeverschap aan FM Haaglanden voor de uitvoering van de standaard dienstverlening;

  • b. het beheer van het budget dat in het kader van de centrale bekostiging is overgedragen.

ARTIKEL II

Aan artikel 6.7 wordt een lid toegevoegd, luidende:

Het maximum bedrag per (meerjarige) verplichting, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing op mandaat dat is verleend ten aanzien van het centraal opdrachtgeverschap.

ARTIKEL III

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst met dien verstande dat Artikel I terugwerkt tot en met 1 januari 2016 en Artikel II terugwerkt tot en met 1 januari 2015.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

De Minister voor Wonen en Rijksdienst, S.A. Blok

TOELICHTING

Artikelsgewijs

Artikel I

De aansturing van de bedrijfsvoering van het Rijk wordt heringericht.

Eén aspect hiervan is de invoering van het centraal opdrachtgeverschap voor de generieke dienstverlening door een SSO.

Het centraal opdrachtgeverschap houdt o.a. in:

  • het opdracht verlenen aan de SSO, mede namens de andere afnemers;

  • het vertegenwoordigen van de afnemers met betrekking tot de generieke dienstverlening in het bestuurlijk overleg;

  • het toezicht houden op de kwaliteit en de kosten van de door de SSO geleverde dienstverlening.

Het centraal opdrachtgeverschap voor FM Haaglanden is per 1 januari 2016 belegd bij de directeur van de directie Faciliteiten-, Huisvesting- en Inkoopbeleid Rijk van het directoraat-generaal Organisatie Bedrijfsvoering Rijk (DGOBR). Er is sprake van centrale bekostiging, dat wil zeggen dat de deelnemende ministeries hun budget overhevelen naar het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. De centraal opdrachtgever is beheerder van dit budget en is als budgethouder verantwoordelijk voor alle bijbehorende werkzaamheden, zoals begrotingsvoorbereiding en toezicht op budgetuitputting.

Basis voor de rol van centraal opdrachtgever tevens budgethouder van FM Haaglanden is de ‘Notitie centrale bekostiging FM Haaglanden’ van 24 november 2015, definitief vastgesteld op 3 december 2015.

Artikel II

Op grond van artikel 6.7, eerste lid, is het mandaat van de directeur met betrekking tot het aangaan van financiële verplichtingen en het doen van uitgaven beperkt tot een maximum bedrag per (meerjarige) verplichting. Het maximum bedrag is opgenomen in Bijlage 1. Het nieuwe vijfde lid bepaalt dat deze beperking niet van toepassing is op de uitoefening van de bevoegdheden die behoren tot het centraal opdrachtgeverschap. Het gaat hier om de bevoegdheden genoemd in de artikelen 6.5b en 6.5c, waarin het mandaat voor het centraal opdrachtgeverschap aan P-Direkt en FM Haaglanden is geregeld.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

De Minister voor Wonen en Rijksdienst, S.A. Blok

Naar boven