Verkeersbesluit

Logo Assen

 

Eenheid Leefomgeving

Nr.7463-2016

Onderwerp: Verkeersbesluit voor verwijderen en aanbrengen van verkeerstekens en wijzigen van de inrichting van de Stationsstraat, Overcingellaan voor wat betreft het weggedeelte tussen het Abel Tasmanplein en de Spoorstraat en de Oosterparallelweg voor wat betreft het weggedeelte tussen de Steendijk en de Violenstraat .

Burgemeester en wethouders van Assen:

hierbij het volgende overwegende:

FlorijnAs , deelproject Stationsgebied

Het project Stationsgebied omvat de ontwikkeling van het gebied rond het station en de ontsluiting ervan. Hoofddoelstelling is een ruimtelijke herinrichting van gebied, zodat de bereikbaarheid van het station en de algehele mobiliteit in dit gebied geoptimaliseerd wordt. De doelstellingen, zoals verwoord in de door de gemeenteraad vastgestelde Structuurvisie FlorijnAs, omvatten o.m. voor het stationsgebied de optimalisatie van:

  • Verbetering doorstroming Noord-Zuid verkeer voor de auto, de fiets en het openbaar vervoer;

  • Efficiënt openbaarvervoersknooppunt;

  • Verbinding Assen-Oost met de binnenstad;

  • Aantrekkelijke entree stadscentrum;

  • Aantrekkelijke stationsomgeving.

Maatregelen

De maatregelen genoemd in dit besluit hebben betrekking op het verwijderen en aanbrengen van verkeerstekens en het aanbrengen en wijzigen van de inrichting van de Stationsstraat en Overcingellaan voor wat betreft het weggedeelte tussen het Abel Tasmanplein en de Spoorstraat en de Oosterparallelweg voor wat betreft het weggedeelte tussen de Steendijk en de Violenstraat.

Belangenafweging

Uit het oogpunt van:

  • a.

    het verzekeren van de veiligheid op de weg;

  • b.

    het beschermen van de weggebruikers en passagiers;

  • c.

    het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;

  • d.

    het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer;

  • e.

    het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade en

  • f.

    het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte aantasting van het karakter of van de functie van objecten of gebieden.

is het gewenst om de Stationsstraat, de Overcingellaan voor wat betreft het weggedeelte tussen het Abel Tasmanplein en de Spoorstraat en de Oosterparallelweg voor wat betreft het weggedeelte tussen de Steendijk en de Violenstraat, opnieuw in te richten.

Hierbij wordt een autotunnel (tunnel Overcingel) gerealiseerd, worden voet- en fietspaden verbeterd, worden de Stationsstraat en het busstation heringericht en wordt de Oosterparallelweg en Stations entree aan de oostzijde heringericht.

Het autoverkeer kan makkelijker doorstromen in de tunnel. Hiermee wordt een autoluw stationsplein gerealiseerd. Dit plein aan het station leidt voetgangers naar het centrum van de stad. Het Erfgoedkwartier met de Brink en de groene singels worden beter verbonden met het station en met Assen Oost.

Daarbij is overwogen:

  • Dat belangenafweging voor realisatie van de werken autotunnel, Stationsstraat, stationsgebied en Stadsboulevard heeft plaatsgevonden en onderdeel zijn van het totale programma FlorijnAs;

  • Dat voorafgaand aan het opstellen van het definitieve ontwerp heeft de gemeente inloopavonden georganiseerd. De eerste heeft op 17 mei 2011 plaats gevonden. Na diverse participatiebijeenkomsten is in maart 2013 het stedenbouwkundig plan gepresenteerd in de gemeenteraad. In juni 2013 zijn in drie bijeenkomsten het stedenbouwkundig plan gepresenteerd. In 2014 bijeenkomsten voor omwonenden en in 2015 zijn de inrichtingsplannen gepresenteerd met een terugblik van de participatie;

  • Dat het bestaande kruispunt Stationsstraat – Overcingellaan opnieuw wordt ingericht. Bij de herinrichting verdwijnen de fietsstroken, de verkeerslichten en wordt de voorrangssituatie gelijkwaardig;

  • Dat op de Stationsstraat inclusief de afritten vanaf de tunnel de maximum toegestane snelheid wordt verlaagd van 50 km/uur naar 30 km/uur en daarom wordt toegevoegd aan de 30km-zone van het centrum;

  • Dat de Stationsstraat inclusief de afritten vanaf de tunnel wordt toegevoegd aan het bestaande parkeerverbod zone centrum;

  • Dat langs de Overcingellaan ter hoogte van de noordelijke tunnelmond aan de westzijde een vrijliggend twee richtingen fietspad wordt gerealiseerd.

  • Dat langs de Overcingellaan ten zuiden en ter hoogte van de zuidelijke tunnelmond aan weerszijden een vrijliggend twee richtingen fietspad wordt gerealiseerd. Het fietspad aan de oostzijde gaat over in een fietsstraat ten behoeve van bereikbaarheid van de percelen .

  • Dat op het kruispunt(en) met de Stationsstraat de oversteken voor fietsers en voetgangers opnieuw worden ingericht, waarbij fietsers en voetgangers voorrang krijgen.

  • Dat het eenrichtingsverkeer op de Prins Hendrikstraat, wegvak Stationsstraat – Oranjestraat wordt opgeheven. Het verkeer vanuit de Stationsstraat richting de Hendrik de Ruiterstraat kan in de huidige situatie langs de Overcingellaan. Door de reconstructie wordt de Hendrik de Ruiterstraat gewijzigd in een fietspad en in een klein deel fietsstraat. Door het opheffen van het eenrichtingsverkeer kan het verkeer vanuit de Stationsstraat voor zover van toepassing de percelen aan de Hendrik de Ruiterstraat oprijden waardoor bereikbaarheid van percelen wordt gewaarborgd.

  • Dat de rechtstreekse entree vanaf de Overcingellaan naar de percelen Overcingellaan 5-7 wordt gewijzigd in een entree vanaf de Spoorstraat. De rechtstreekse aansluiting is niet langer verkeersveilig inpasbaar door realisatie van de tunnel Overcingel met de op- en afritten van de Overcingellaan. Ter plaatse wordt daarom een gedeelte ingericht als fietsstraat. Het belang voor een goede doorgaande fietsverbinding is leidend bij de herinrichting. Door de inrichting als fietsstraat wordt de fietser als "hoofdgebruiker" gezien en is gemotoriseerd verkeer te gast.

  • Dat de voetgangersoversteekplaatsen (de zebrapaden) op de Overcingellaan ten noorden en ten zuiden van de Spoorstraat komen te vervallen. En ook de fietsoversteek aan de noordzijde van de Spoorstraat. Redenen hiervoor zijn allereerst het realiseren van een linksafstrook voor autoverkeer vanuit het noorden in de richting van de Spoorstraat. In verband met de doorstroming is een linksaf strook nodig. Door de linksaf strook wordt deze oversteek onveilig in verband met mogelijke afdekongevallen omdat twee rijstroken ineens overgestoken dienen te worden. Ten tweede is inpassing van een voetgangersoversteek conform huidige richtlijnen niet wenselijk voor het autoverkeer en ruimtelijk beeld. Een voetgangersoversteekplaats op een 50km-h weg dient bij voorkeur te worden voorzien van een snelheidsremmend plateau. Dit is een onwenselijke maatregel gelet op bus/ en vrachtverkeer. Ten derde wordt de voorrangssituatie voor voetganger gelijk aan die van de fietsers. Dit voorkomt onveilige situaties. Aan de zuidzijde van de Spoorstraat komt een fiets- en voetgangersoversteek zonder zebrapad.

  • Dat het gebied tussen het spoor en de Oosterparallelweg voor wat betreft het weggedeelte tussen de Steendijk en de Violenstraat wordt heringericht waarbij de parkeerplaats van de NS wordt opgeheven. Omdat het station aan de oostzijde door de nieuwe perrontunnel wordt ontsloten worden aan deze zijde parkeerplaatsen voor minder validen gerealiseerd.

  • Dat de voorzieningen bij het voormalige station voor taxi’s, bussen, minder validen en halen en brengen met de reconstructie elders worden gefaciliteerd;

Wet- en regelgeving

Voor bovengenoemde verkeersmaatregelen op basis van artikel 15 en artikel 18 van de Wegenverkeerswet (WVW 1994) en de nadere voorschriften in het Besluit administratieve bepalingen inzake het Wegverkeer (BABW) moet een verkeersbesluit worden genomen. Voor de uitvoering van de bovengenoemde maatregelen moeten, in het belang van de veiligheid op de weg, het beschermen van weggebruikers en passagiers en het in stand houden van de weg, het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan en de vrijheid van het verkeer, verkeerstekens als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 worden geplaatst.

Op grond van artikel 15, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 moet een verkeersbesluit worden genomen voor de plaatsing of verwijdering van de in artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer genoemde verkeerstekens, alsmede voor onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd.

Burgemeester en wethouders zijn op grond van artikel 18, eerste lid, onder d, van de Wegenverkeerswet 1994 bevoegd dit verkeersbesluit te nemen.

Overeenkomstig artikel 24 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer is overleg gepleegd met de namens de Korpschef  van politie aangewezen verkeersadviseur van het district Drenthe.

Gelet op de bepalingen in de Wegenverkeerswet 1994, het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 en het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer;

b e s l u i t e n :

  • 1.

    Overeenkomstig de bij dit besluit behorende situatieschets (huidige situatie) te verwijderen:

    • Op de Overcingellaan de fietsstroken met fietssymbolen (verkeerstekens op het wegdek) en de voetgangersoversteekplaatsen aangeduid met L2 en zebramarkering op het kruispunt Spoorstraat - Overcingellaan;

    • borden B1 (voorangsweg) op de Overcingellaan ter hoogte van de Stationsstraat;

    • borden B4 en B5 en B6 bij het kruispunt in de Stationsstraat;

    • borden B6 bij de kruispunten Overcingellaan – Stationsstraat en Stationsstraat – (Oude) Stationsstraat;

    • borden C1 (geslotenverklaring uitgezonder lijndienst) bij de ingang van het busstation;

    • borden C2 en C3 en C4 (eenrichtingsverkeer, in deze richting gesloten voor voertuigen, ruiters en geleiders van rij- of trekdieren of vee) in de Prins Hendrikstraat (deel Stationsstraat-Oranjestraat) en de Oranjestraat (deel Prins Hendrikstraat – Hendrik de Ruiterstraat), op het busstation en bij de parkeerplaats aan de Oosterparallelweg;

    • borden E1 in de Stationsstraat, Hendrik de Ruiterstraat, ingang busstation en Oosterparallelweg.

    • borden E2 (verbod om stil te staan op het busstation);

    • borden E3 (verbod fietsen en bromfietsen te plaatsen);

    • borden E8-i (parkeergelegenheid alleen bestemd voor bromfietsen en gehandicaptenvoertuigen);

    • borden G11 (verplicht fietspad);

    • borden zone 30 km/uur.

Bovenstaande borden worden verwijderd inclusief eventueel ondersteunende markering.

  • 1.

    Overeenkomstig de bij dit besluit behorende inrichtingstekening (te plaatsen bebording en aan te brengen verkeerstekens) de volgende bebording en verkeerstekens plaatsen c.q aan te brengen:

    • zoneborden (begin zone 30km/uur (A1-30zb) en einde zone 30km/uur (A1-30ze) +begin zone parkeerverbod (E1-zb) en einde parkeerzone (E1-ze);

    • borden B6 inclusief haaientanden op het wegdek bij fietsoversteken over Stationsstraat en Oude Stationsstraat;

    • borden C1 (gesloten in beide richtingen voor voertuigen, ruiters en geleiders van rij- of trekdieren of vee) met uitzondering van lijndiensten bij de entree van het nieuwe busstation;

    • borden C2 (eenrichtingsweg, in deze richting gesloten voor voertuigen, ruiters en geleiders van rij- of trekdieren of vee) bij de noordelijke uitgang van het busstation;

    • D2 (verkeerszuil met bord) bij de opritten vanaf de Stationsstraat naar de Overcingellaan;

    • bord D6 bij de oprit van de woning Overcingellaan 2;

    • borden E5 (parkeergelegenheid bestemd voor taxi’s);

    • borden E6 (gehandicaptenparkeerplaats);

    • borden E7 (parkeergelegenheid alleen bestemd voor onmiddellijk laden en lossen van goederen);

    • borden G11 (Verplicht fietspad);

    • borden L2 bij de voetgangersoversteekplaatsen over de Stationsstraat;

    • borden L3 (bushalte);

18 juli 2016

Burgemeester en wethouders van Assen,

namens hen,

manager Eenheid Leefomgeving,

R.Stoffelsma

Crisis- en herstelwet

Het ontwerpbesluit is ter uitvoering van de FlorijnAs. De FlorijnAs is aangemerkt als een lokaal project met nationale betekenis (artikel 2.18 en verder van de Crisis herstelwet, CHW). Onder de Crisis- en Herstelwet is een structuurvisie vastgesteld op 27 oktober 2011. Voor alle te nemen besluiten die noodzakelijk zijn voor de verwezenlijking van de projecten binnen de FlorijnAs, geldt de gemeentelijke coördinatieregeling (paragraaf 3.6.1 Wet ruimtelijke ordening).

Hoe kunt u uw reactie kenbaar maken

Gedurende de bovengenoemde termijn kunnen belanghebbenden op grond van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht zienswijzen inbrengen tegen het ontwerp verkeersbesluit. De zienswijzen moeten worden gericht aan het College van burgemeester en wethouders van Assen, postbus 30018, 9400 RA Assen.

Bij voorkeur ontvangen wij uw zienswijze schriftelijk. Het indienen van een mondelinge zienswijze is echter ook mogelijk. Hiervoor moet uiterlijk een week voor het einde van de terinzagelegging een telefonische afspraak worden gemaakt met mevrouw A. Aminzaie Haidari via telefoonnummer 14 0592. Het is niet mogelijk uw zienswijze via e-mail kenbaar te maken.

Na deze termijn neemt het college van burgemeester en wethouders een definitief besluit.

Naar boven