Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 26 januari 2016, nr. WJZ / 16009052, houdende wijziging van de Regeling preventie, bestrijding en monitoring van besmettelijke dierziekten en zoönosen en TSE's en van de Regeling handel levende dieren en levende producten

De Staatssecretaris van Economische Zaken;

Gelet op de artikelen 17, 18 en 77 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling preventie, bestrijding en monitoring van besmettelijke dierziekten en zoönosen en TSE’s wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel o, wordt na de zinsnede ‘deel uitmaakt’ de volgende zinsnede ingevoegd: of kan uitmaken.

2. Het eerste lid, onderdeel u, komt te luiden:

u. epidemiologische eenheid:

fysiek volledig afgescheiden stalruimte op een runderverzamelcentrum voor de huisvesting van een afzonderlijk beslag zodat geen contact met de overige op het verzamelcentrum aanwezige beslagen mogelijk is en die alleen via een eigen hygiënesluis te betreden is. Ingeval er meerdere epidemiologische eenheden op een runderverzamelcentrum zijn ondergebracht is elke epidemiologische eenheid ook fysiek volledig van de overige epidemiologische eenheden afgescheiden;

3. In het eerste lid, onderdeel w, wordt ‘epidemiologische bedrijfseenheden’ vervangen door ‘epidemiologische eenheden’ en wordt ‘epidemiologische bedrijfseenheid’ vervangen door: epidemiologische eenheid.

4. Aan het eerste lid wordt, onder vervanging van een punt door een puntkomma bij de definitie van ‘richtlijn 92/119 EEG’, de volgende definitie toegevoegd, luidende:

cq. hygiënesluis:

ruimte die zodanig gesitueerd is dat zij gepasseerd moet worden voordat een epidemioligische eenheid op een runderverzamelcentrum betreden kan worden.

B

In de artikelen 21, tweede lid en 22, derde lid, wordt ‘epidemiologische bedrijfseenheden’ vervangen door: epidemiologische eenheden.

C

In artikel 23, eerste lid, onderdeel b, wordt ‘de artikelen 36 en 37 van de wet’ vervangen door ‘de artikelen 2.1, eerste, tweede en zesde lid en 2.2, achtste lid, van de Wet dieren’ en wordt ‘de artikelen 3 en 4 van het Besluit welzijn productiedieren’ vervangen door: de artikelen 1.6, eerste en derde lid, 2.3 en 2.4 Besluit houders van dieren.

D

In artikel 24, eerste lid, onderdeel b, wordt ‘de artikelen 36 en 37 van de wet’ vervangen door: de artikelen 2.1, eerste, tweede en zesde lid en 2.2, achtste lid, van de Wet dieren.

E

In artikel 31, eerste lid, wordt ‘een vervoerseenheid’ vervangen door ‘een vervoermiddel of vervoerseenheid’ en wordt ‘de vervoerseenheid’ vervangen door: de vervoerseenheid of het vervoermiddel.

F

In artikel 37, derde lid, wordt de zinsnede ‘fokrunderen, slachtrunderen’ vervangen door: fokrunderen, slachtrunderen, weiderunderen.

G

Na artikel 37 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 37a

  • 1. Het overladen van evenhoevigen van een vervoerseenheid naar een andere vervoerseenheid is verboden.

  • 2. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing op het overladen van een voorwagen op een lege aanhangwagen, beide behorend tot hetzelfde vervoermiddel, dat geschiedt op een reinigings- en ontsmettingsplaats als bedoeld in artikel 20, eerste lid, of artikel 26, eerste lid, indien:

    • a. na het overladen de voorwagen van het vervoermiddel onmiddellijk gereinigd en ontsmet wordt op de reinigings- en ontsmettingsplaats waar het overladen heeft plaatsgevonden, en

    • b. voldaan wordt aan de artikelen 19, 28, 31, eerste lid, en 32, eerste lid.

H

Artikel 40, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. Indien evenhoevigen, met uitzondering van varkens, bijeen worden gebracht op een bedrijf of plaats als bedoeld in artikel 37, eerste lid, onder c, of daar worden gelost vanaf een vervoerseenheid of een vervoermiddel, bedoeld in artikel 37, eerste lid, onderdeel a, verblijven die evenhoevigen ten minste 21 dagen op dat bedrijf of die plaats alvorens zij worden afgevoerd.

I

In artikel 41 wordt ‘7.00 uur’ vervangen door: 8.00 uur.

J

Artikel 42 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel b vervalt.

2. Onderdeel c wordt geletterd b.

K

In artikel 43, tweede lid, onderdeel b, wordt ‘epidemiologische bedrijfseenheid’ vervangen door: epidemiologische eenheid.

L

Artikel 45 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid, onderdeel b, komt te luiden:

  • b. een in Nederland gelegen mesterij.

2. Het derde lid komt te luiden:

  • 3. In afwijking van het eerste lid, onderdeel b, is het toegestaan runderen af te voeren van een ingevolge artikel 21 erkend verzamelcentrum naar een in Nederland gelegen mesterij en onderweg eenmalig runderen bij te laden op een ander ingevolge artikel 21 erkend verzamelcentrum, indien dat verzamelcentrum beschikt over een bijlaadvoorziening aan de openbare weg, die voldoet aan de volgende voorwaarden:

    • a. de voorziening is zodanig geconstrueerd dat de laadwerkzaamheden ongehinderd kunnen plaatsvinden en

    • b. de laadplaats is voorzien van een gesloten dakbedekking, windkerende wanden en een klimaatregelingssysteem, zodanig dat de laadplaats onder alle klimatologische omstandigheden deugdelijk en efficiënt gereinigd en ontsmet kan worden.

ARTIKEL II

De Regeling handel levende dieren en levende producten wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1.2, tweede en derde lid, wordt ‘Voedsel en Waren Autoriteit’ vervangen door: NVWA.

B

In artikel 2.9, eerste lid, wordt ‘vergezeld’ vervangen door: vergezelt.

C

Artikel 3.1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, in de definities van blokperiode en eerste verzameling, wordt ‘epidemiologische bedrijfseenheden’ vervangen door ‘epidemiologische eenheden’ en wordt ‘epidemiologische bedrijfseenheid’ vervangen door: epidemiologische eenheid.

2. De definitie van ‘epidemiologische bedrijfseenheid’ in het eerste lid vervalt.

3. Aan artikel 3.1, eerste lid, worden de volgende definities toegevoegd:

epidemiologische eenheid:

fysiek volledig afgescheiden stalruimte op een runderverzamelcentrum voor de huisvesting van een afzonderlijk beslag zodat geen contact met de overige op het verzamelcentrum aanwezige beslagen mogelijk is en die alleen via een eigen hygiënesluis te betreden is. Ingeval er meerdere epidemiologische eenheden op een runderverzamelcentrum zijn ondergebracht is elke epidemiologische eenheid ook fysiek volledig van de overige epidemiologische eenheden afgescheiden;

hygiënesluis:

ruimte die zodanig gesitueerd is dat zij gepasseerd moet worden voordat een epidemiologische eenheid op een runderverzamelcentrum betreden kan worden.

4. In het tweede lid wordt ‘epidemiologische bedrijfseenheid’ vervangen door: epidemiologische eenheid.

D

In artikel 3.15, tweede lid, wordt ‘epidemiologische bedrijfseenheid’ vervangen door: epidemiologische eenheid.

E

In artikel 6.9 wordt onder vernummering van het tweede en derde lid tot derde en vierde lid na het eerste lid een lid ingevoegd, luidende:

  • 2. Indien het vervoer van het pluimvee of de broedeieren plaatsvindt in niet voor eenmalig gebruik bestemde containers, dozen en kooien, worden deze containers, dozen en kooien onmiddellijk volgens het door de minister goedgekeurde protocol gereinigd en ontsmet, alvorens zij worden ingeladen onderscheidenlijk nadat zij zijn gelost.

F

In bijlage I, onder 13, wordt ‘epidemiologische bedrijfseenheid’ vervangen door: epidemiologische eenheid en wordt ‘epidemiologische bedrijfseenheden’ vervangen door: epidemiologische eenheden.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april 2016.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 26 januari 2016

De Staatssecretaris van Economische Zaken, M.H.P. van Dam

TOELICHTING

1. Algemeen

Met deze regeling wordt zowel de Regeling preventie, bestrijding en monitoring van besmettelijke dierziekten en zoönosen en TSE’s (hierna: Regeling preventie) als de Regeling handel levende dieren en levende producten gewijzigd (hierna: Regeling handel).

Allereerst wordt in artikel I, onderdeel L, beoogd om, onder voorwaarden, het eenmalig bijladen van runderen jonger dan 12 weken op een verzamelcentrum mogelijk te maken. Hiermee wordt tegemoet gekomen aan een behoefte van het bedrijfsleven. Op dit moment is het, op basis van artikel 45, eerste lid, van de Regeling preventie, alleen mogelijk om runderen jonger dan 12 maanden rechtstreeks van een runderverzamelcentrum te vervoeren naar het buitenland of naar een mesterij die in Nederland is gelegen. Dit is een beperking van de handel in kalveren, omdat het nu onmogelijk is om vanaf verschillende verzamelcentra één vracht met kalveren samen te stellen. Voor het vervoer naar een mesterij probeert de kalversector ten behoeve van de mesterij een groep kalveren samen te stellen die zo uniform mogelijk is. Dit betekent dat de dieren een gelijke voedingsbehoefte hebben en op ongeveer hetzelfde moment slachtrijp zijn. Dat is voordelig voor een mesterij.

Om aan deze behoefte tegemoet te komen wordt het derde lid van artikel 45 van de Regeling preventie vervangen. In het nieuwe derde lid wordt de mogelijkheid gegeven om onder voorwaarden runderen jonger dan 12 weken eenmalig bij te laden op een verzamelcentrum, mits er voorzieningen zijn om aan de eisen ten aanzien van dierenwelzijn en hygiëne te kunnen voldoen. Dit leidt tot een beperking van de lasten voor de betrokken sectoren, zonder dat afbreuk wordt gedaan aan het belang van bioveiligheid. Het bewaken van de bioveiligheid is gericht op het voorkomen van de insleep en verspreiding van ziekteverwekkers.

Overigens volgt uit de definitie van mesterij in artikel 1ak van de Regeling preventie dat het niet mogelijk is om mestdieren af te voeren naar een bedrijf anders dan een mestbedrijf of slachterij. Deze wijziging doet hieraan niets af.

Daarnaast bevat deze wijzigingsregeling een aantal verduidelijkingen van regels die in de praktijk tot verwarring leiden.

Zo is in artikel 31 het verschil tussen vervoermiddel en vervoerseenheid verduidelijkt (artikel I, onderdeel E, van de regeling).

In artikel 37a zijn de regels omtrent het overladen vast gesteld (artikel I, onderdeel G). In het belang van dierenwelzijn en diergezondheid is het nu niet meer mogelijk om, zonder een vervoerseenheid geheel over te laden, evenhoevigen bij te laden.

Verder is de definitie van de epidemiologische eenheid op een runderverzamelcentrum verduidelijkt. De bedoeling van epidemiologische eenheden is om te garanderen dat in de periode tussen de aanvoer van dieren, de isolatie van de dieren inclusief het eventueel uitvoeren van testen en het exporteren van de dieren, er geen contact tussen dieren en kiemen van besmettelijke dierziekten kan optreden. Dat kan alleen als de epidemiologische eenheid voorzien is van fysiek volledig gesloten wanden. Voorheen was voor wat betreft verzamelcentra die over meerdere epidemiologische bedrijfseenheden beschikken al in de definitie opgenomen dat sprake moest zijn van fysiek gesloten wanden. Dat is met de wijziging nu ook geëxpliciteerd voor gebouwen met slechts één epidemiologische eenheid. Daarnaast is de hygiënesluis toegevoegd waardoor bijvoorbeeld de insleep van besmettelijke dierziekten zoveel mogelijk kan worden voorkomen. Zowel de Regeling preventie als de Regeling handel in levende dieren en levende producten is hierop aangepast (artikel I, onderdeel A en artikel II, onderdeel C).

Ook is voorzien in een verduidelijking van de regels die gelden voor reiniging en ontsmetting ingeval pluimveevervoer geschiedt in kratten die meermaals gebruikt kunnen worden (artikel II, onderdeel E, van de regeling). Met dit artikel wordt artikel 18, eerste lid, onderdeel b, van de Richtlijn 2009/158 EG van de Raad van 30 november 2009 tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor het intracommunautaire handelsverkeer en de invoer uit derde landen van pluimvee en broedeieren (PbEU 2009, L 343) geïmplementeerd.

Tot slot is in zowel de Regeling preventie als in de Regeling handel een aantal kleine redactionele wijzigingen doorgevoerd. Zie hiervoor artikel I, onderdelen B, C, F, H, I, J en K en artikel II, onderdelen A, B, D en F van deze regeling.

2. Dienstenrichtlijn

Het hebben van een runderverzamelcentrum waar runderen worden verzameld is een dienst die onder de Richtlijn 2006/123 van het Europese Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt (PbEU L 376/36) (hierna: Dienstenrichtlijn) valt. Artikel I, onderdeel A, en artikel II, onderdeel D, stellen eisen aan deze dienst, meer in het bijzonder aan degene die zich in Nederland wil vestigen en deze dienst wil verrichten.

Een runderverzamelcentrum kan slechts erkend worden als de epidemiologische eenheid een hygiënesluis bevat. Dit betekent dus ook dat een buitenlandse dienstverrichter die in Nederland een runderverzamelcentrum wil exploiteren, moet voldoen aan deze eis. Er is hier sprake te zijn van een eis als bedoeld in artikel 15, tweede lid, onderdeel d, van de Dienstenrichtlijn. Daarmee is de eis non-discriminatoir. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen de eisen waaraan een buitenlandse onderneming moet voldoen in vergelijking met een Nederlandse onderneming. De gestelde eisen aan de epidemiologische eenheid zijn gerechtvaardigd om een dwingende reden van algemeen belang, namelijk de waarborging van diergezondheid. Tot slot is de eis geschikt en evenredig om het doel, voorkomen van de introductie en verspreiding van besmettelijke dierziekten, te bereiken. Nederlandse verzamelcentra hebben namelijk meerdere epidemiologische eenheden waarin verschillenden groepen runderen met een verschillende gezondheidsstatus verblijven. Door de eis van een hygiënesluis kunnen groepen runderen in een afgesloten epidemiologische eenheid slechts bereikt worden via die sluis. Hierdoor wordt het risico op de insleep van besmettelijke dierziekten tussen groepen runderen in runderverzamelcentra kleiner.

3. Regeldruk

De wijzigingen leiden tot een verlaging van de regeldruk. Er is sprake van een lastenverlichting indien bedrijven gebruik maken van de verruiming door te mogen bijladen bij een runderverzamelcentrum.

4. Vaste verandermomenten

Publicatie van deze wijzigingsregeling vindt plaats vóór 1 februari 2016. De regeling treedt in werking op 1 april 2016. Dit is in overeenstemming met het beleid omtrent de zogenoemde vaste verandermomenten (Kamerstukken II 2009/10, 29 515, nr 309).

De Staatssecretaris van Economische Zaken, M.H.P. van Dam

Naar boven